IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII

Transcriptie

1 IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Contactpersoon Contactpersoon Contactpersoon Telefoon Programmanummer en naam : Verordening tot 1e wijziging van de legesverordening 2013 : Afdeling : Ruimtelijke Ontwikkeling, : 21 mei 2013 Ruimtelijke Ordening & Vergunningen : Mevr. mr. H.J. van Blitterswijk : H.J.VanBlitterswijk@bergenopzoom.nl : (0164) : 11. Ruimtelijke ontwikkeling Voorstel: De verordening tot 1 e wijziging van de legesverordening Bergen op Zoom 2013 vast te stellen. Type voorstel: 0: KadersteIlend ~ Controlerend ~ Rest Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Zijn doelen en/of effecten beschreven Financiële consequenties Inspraakverordening van toepassing Ja Nee Communicatieparagraaf: Het betreft hier een wijziging van de legesverordening, welke is voorbereid met de Belastingsamenwerking West-Brabant. Samenvatti ng: Bijlagen: (geef aan of een bijlage is bijgevoegd of ter inzage is gelegd; benoem en nummer deze bijlagen) L.

2 III Datum raadsvergadering : 27juni2013 Nummer : RVB Onderwerp : Verordening tot 1e wijziging van de legesverordening Bergen op Zoom 2013 Aan de gemeenteraad, Voorstel De verordening tot 1 e wijziging van de legesverordening Bergen op Zoom 2013 vast te stellen. Inleiding In de Wet ruimtelijke Ordening (Wro) is bepaald dat bestemmingsplannen na 10 jaar opnieuw dienen te worden vastgesteld. Ook in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) was al een dergelijk artikel te vinden. Er was evenwel geen sanctie opgenomen wanneer niet aan deze 10-jaren termijn werd voldaan. In de huidige Wro is wel een sanctie opgenomen. Als niet aan de verplichting wordt voldaan vervalt de bevoegdheid tot het invorderen van leges. Letterlijk staat er dat vervalt (... ) "de bevoegdheid tot het invorderen van rechten terzake van na dat tijdstip door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan" (artikel 3.1. lid 4 Wro). Beoogd maatschappelijk effect/doelstelling Zoals in het voorstel met betrekking tot de beheersverordening (RVB De Schans), dat gelijktijdig aan u wordt voorgelegd, is te lezen wordt de 10-jaren termijn voor het overgrote gedeelte van onze bestemmingsplannen gehaald. Daarnaast is hier natuurlijk sprake van een doorlopend proces. Uiteraard streven wij ernaar de bestemmingsplannen op tijd aan u ter vaststelling voor te leggen. Echter in die gevallen waarin dat onverhoopt niet lukt wordt door de hier aan u voorgelegde wijziging van de legesverordening de sanctie, in de vorm van het niet mogen invorderen van leges, tot een minimum beperkt. Uitwerking voorstel Het betreft hier met name de leges die verband houden met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen. Onze legesverordening volgt de systematiek zoals deze door de VNG in de modelverordeningen is opgenomen. Dat betekent dat er voor de behandeling van een aanvraag omgevingsvergunning één bedrag in rekening wordt gebracht. Dit bedrag is afhankelijk gesteld van de bouwkosten. De toetsing bij een dergelijke aanvraag omvat echter 4 componenten. In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is bepaald dat de toetsing om een aanvraag omgevingsvergunning bestaat uit: a. Het bouwbesluit, b. de bouwverordening, c. het bestemmingsplan en d. welstand (artikel2.10 lid 1 Wabo). In het huidige legesbedrag is geen uitsplitsing gemaakt naar deze 4 componenten, zodat niet duidelijk is wat nu precies voor welke dienst betaald moet

3 ~ ~ I ) Gemeente worden. Dit kan tot discussie leiden. In de literatuur wordt geadviseerd om het aandeel'toetsing aan het bestemmingsplan' te fixeren. Wij hebben een inschatting gemaakt welk tijdsbeslag gemoeid is met de toetsing aan het bestemmingsplan. Dit tijdsbeslag is vervolgens in mindering gebracht op het totale tarief. In bijgevoegde 1 e wijziging is dit verwerkt. De inschatting is gebaseerd op een gespecificeerde jaarlijkse urenraming voor het product omgevingsvergunning. Bij die raming wordt rekening gehouden met de in een komend jaar te verwachten aantal en soort aanvragen en de daarvoor benodigde inzet. Wanneer de 10-jaren termijn wordt overschreden mag alleen het gedeelte van de leges dat betrekking heeft op de toets aan het bestemmingsplan niet geheven worden. De leges die betrekking hebben op de toetsing aan bouwbesluit, bouwverordening en welstand mogen wel geheven worden. De wijziging van de verordening komt neer op de toevoeging aan de tarieventabel van twee nieuwe artikelen, te weten en Wij hebben deze in het ontwerpbesluit voor de duidelijkheid vet gedrukt. Omwille van de leesbaarheid is de context, waarin deze artikelen gelezen moeten worden, ook opgenomen in deze wijziging. Consequenties van het voorstel Opgemerkt wordt dat deze andere wijze van het berekenen van leges gebaseerd is op een interpretatie van de Wro zoals deze zeer recent in de literatuur naar voren is gebracht (onder meer de heer dr. J.W. van Zundert in De Gemeentestem van 3 maart 2013). In de memorie van toelichting bij het wetsontwerp wordt aangegeven dat leges terzake van vergunningen voor bouw- aanleg, of sloopactiviteiten binnen het betrokken bestemmingsplangebied, vanaf het moment van het verstrijken van de 10-jaren termijn niet kunnen worden ingevorderd. De wettekst geeft echter aan dat het uitsluitend gaat om de legesheffing die verband houdt met het bestemmingsplan. In hoeverre de hier gevolgde interpretatie rechtens stand zal houden is nu nog niet in te schatten. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, 2

4 De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 21 mei 2013, nr. ; gelet op de Wet ruimtelijke ordening, de Algemene wet bestuursrecht en andere relevante wetgeving; Vast te stellen de navolgende BESLUIT: Artikell VERORDENING TOT 1 e WIJZING VAN DE LEGESVERORDENING BERGEN OP ZOOM 2013 In de tarieventabel behorend bij de Legesverordening Bergen op Zoom 2013, zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2012, worden de onderdelen tot en met vervangen door het hierna volgende: Hoofdstuk 2 Vooroverleg I beoordeling conceptaanvraag Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is Het bedrag genoemd in onderdeel wordt verhoogd tot het bedrag genoemd in onderdeel indien aan het college van burgemeester en wethouders een principe uitspraak wordt gevraagd omtrent de bereidheid om medewerking te verlenen aan een bouwplan in strijd met de regelgeving Het tarief genoemd in onderdeel wordt verminderd met 28% wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro 124,00 3

5 Hoofdstuk Omgevingsvergunning Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Bouwactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: 2,25% van de bouwkosten met een minimumtarief van 125,00 indien de bouwkosten niet meer dan ,- bedragen; een basisbedrag van 5.625,00 vermeerderd met 1,85% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van ,00 te boven gaan, indien de bouwkosten meer dan ,00 en minder dan ,00 bedragen; een basisbedrag van ,00 vermeerderd met 1,35% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van ,00 te boven gaan; Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd in onderdeel wordt verminderd met 6% wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.11id 2 van de Wro. Artikelll Deze verordening treedt in werking en vindt toepassing met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier, De voorzitter, C.J.M. Terstappen 4