Ringboekje Een veelzijdig leermiddel Auteur: Josée Warnaar Het ringboekje is een aantrekkelijk leermiddel dat u op diverse manieren kunt inzetten. Het ringboekje daagt kinderen uit tot het leren lezen van nieuwe woorden. Maar dat is slechts één van de mogelijkheden waarvoor u het ringboekje kunt gebruiken. Vier verschillende ringboekjes Er zijn vier ringboekjes: ringboekje maan voor kern 1-6 ringboekje raket voor kern 1-6 ringboekje maan voor kern 7-12 ringboekje raket voor kern 7-12 Met het ringboekje maan van kern 1-6 herhalen de kinderen het lezen en spellen van woorden die al geoefend zijn met de instructiekalender en met Veilig & vlot. Het ringboekje raket van kern 1-6 biedt uitdagende opdrachten voor kinderen die versneld letters leren en al snel woorden met clusters (spin, kaars) kunnen lezen en spellen. Het lezen en spellen verloopt in kern 1-6 nog synchroon. De drieletterwoorden die de kinderen leren lezen, kunnen zij ook spellen. Uitzonderingen hierop zijn woorden als beer, door en zeur. In kern 7-12 verloopt de leesontwikkeling veel sneller dan de ontwikkeling van het spellen. In de ringboekjes is dan ook niet de leeswoordenschat opgenomen, zoals in kern 1-6, maar de woordenschat die de kinderen moeten leren spellen. De inhoud van ringboekje maan voor kern 7-12 is gekoppeld aan de spellingdoelstellingen van de methode. Het ringboekje raket van kern 7-12 biedt goede spellers een aantal spellingcategorieën aan die in leerjaar 1 nog niet beheerst hoeven worden. In de schema s op de volgende pagina vindt u de inhoud van de ringboekjes voor kern 7-12. Stickers en stramienbladen Voor een juist gebruik van het ringboekje zijn bij-behorende stickers en stramienbladen nodig. Er zijn stramienbladen voor stempelen en voor schrijven. U vindt deze stramienbladen in dit artikel op pagina 5, 6 en 7. Het stramienblad voor stempelen staat op pagina 5. De stramienbladen voor schrijven volgens de opbouw van ik pen!: op pagina 6 vindt u een stramienblad waarvan de liniëring gelijk is aan de liniëring van deel 1A, de liniëring op pagina 7 is gelijk aan die van deel 1C. Leer de juiste werkwijze aan Om het zelfcontrolerend aspect goed tot zijn recht te laten komen is het belangrijk dat u de kinderen op de juiste manier leert werken met de ringboekjes. Het werken verloopt in 7 stappen: 1. Leg het ringboekje zó open dat je links de woordjes ziet en rechts de plaatjes. Lees de woordjes. 2. Vouw de linkerpagina om. Je ziet nu alleen de plaatjes van de rechterpagina. 3. Schuif een deel van het stramienblad onder het ringboekje. Zorg dat je de lijn(en) en de rij lege vakjes rechts nog ziet. Stempel/schrijf op het stramienblad naast elk plaatje het bijbehorende woord. 4. Vouw de woordjespagina terug. Controleer je werk met behulp van deze woordjes: kijk je werk letter voor letter na. 5. Doe het ringboekje dicht. 6. Lees op het stramienblad je eigen woordjes en plak er de juiste sticker naast. 7. Doe je ringboekje weer open en controleer of je de goede plaatjes naast de woorden hebt geplakt. 1 Veilig leren lezen Artikel - Ringboekje: een veelzijdig leermiddel Uitgeverij Zwijsen - www.veiliglerenlezen.be
Van deze zeven stappen is een handelingswijzer met foto s gemaakt (zie pagina 4). Deze handelingswijzer leert de kinderen de juiste werkwijze aan. Hang of leg de handelingswijzer bij de plaats waar de kinderen met de ringboekjes werken. Wanneer stempelen en wanneer schrijven? De keuze voor stempelen of schrijven hangt af van de keuze die u maakt voor het schrijfonderwijs. Sommige leerkrachten beginnen met het aanbieden van de schrijfletters in kern 1, anderen wachten met het aanbieden daarvan tot na de herfst of zelfs tot na kerst. Zelfs al wordt direct met schrijven begonnen, dan nog zijn de meeste kinderen niet direct in staat de geleerde schrijfletters toe te passen in een spellingopdracht. Stempelen is dan een goede vervanging van het schrijven. Vanaf het moment dat kinderen de schrijfletters geautomatiseerd hebben, kunnen ze gaan werken met de stramienbladen voor schrijven. Wanneer starten? Het ringboekje maan is in kern 1 te gebruiken vanaf de aanbieding van het woord aan. Het ringboekje raket is al in kern 1 te gebruiken na de aanbieding van het woord vis. 2
Op welke manier inzetten? De ringboekjes kunnen op verschillende manieren ingezet worden. Als vervolgopdracht Na de klassikale instructie gaan de kinderen zelfstandig aan het werk met het werkboekje en met Veilig & vlot. Via het planbord geeft u aan welke vervolgopdrachten de kinderen mogen doen. Dit kan bijvoorbeeld het werken met de ringboekjes zijn. Tijdens de eerste kernen zullen de kinderen hierbij stempeldozen nodig hebben. Het is aan te raden om voor de activiteit ringboekje en stempelen een aparte groepstafel in te richten*. Wanneer de kinderen de schrijfletters voldoende geautomatiseerd hebben hoeven ze niet meer te stempelen en kunnen zij met de ringboekjes aan hun eigen tafel werken. Als duodictee Met het ringboekje oefenen de kinderen het lezen en spellen van woorden. Om na te gaan of het spellen van woorden beheerst wordt, kunt u de kinderen leren om in tweetallen dicteetjes te maken. Om de beurt leest één kind de woorden van een pagina uit het ringboekje voor, het andere kind schrijft dit op. Samen controleren ze of de woorden goed opgeschreven zijn. Daarna worden de rollen omgedraaid. In leerjaar 2 Zwakke spellers in leerjaar 2 kunnen de eerste helft van het schooljaar gebruik maken van de ringboekjes voor kern 7-12. Laat eerst oefenen volgens de werkwijze van de handelingswijzer, laat daarna controleren of de stof beheerst wordt door ze een duodictee met een maatje te laten doen. Als verplichte basistaak De ringboekjes geven een gedegen oefening in het leren spellen van woorden. Dit is de reden waarom sommige leerkrachten het werken met de ringboekjes graag opnemen bij de verplichte basistaak. Als u ook daarvoor kiest, is het prettig om één ringboekje per twee leerlingen te hebben. Maak van de stramienbladen een boekje waarin net zoveel stramienbladen zijn opgenomen als er bladzijden in het ringboekje zijn voor de betreffende kern. Naast het werkboekje en Veilig & vlot maken de kinderen na de aanbieding van een nieuw woord de betreffende bladzijde uit het ringboekje. * De minste ruimte wordt ingenomen door een verbrede vensterbank of door een werkplank aan de muur. Een voordeel is dat u de benodigde materialen (stempeldozen, ringboekjes, stramienbladen en stickervellen) kunt klaarzetten. Dit maakt de organisatie van het werken erg eenvoudig. Kinderen die klaar zijn met het werkboekje en Veilig & vlot lopen naar de stempeltafel en gaan daar aan het werk. Zo storen zij hun tafelgroep niet. Reken op vier stempeldozen per klas. Als twee kinderen met één stempeldoos werken, kunt u bijvoorbeeld zes kinderen met het maanringboekje laten werken en twee kinderen met het raket-ringboekje. 3
4
5
6
7