Verslag praktijk stage

Vergelijkbare documenten
8:25 Klaarzetten van de P.P Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten de les beginnen.

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster.

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

Competentie Werkplan Resultaat Tijd

Verslag tussentijdse reflectie

Gegevens Student: Gegevens stage (plaats): Studentnummer: adres: Studiejaar+ Klas: 3DTV

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING

EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING DEELTIJD

STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend)

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Voltijd/Deeltijd/Duaal. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Duaal

2. De verrichte activiteiten, op welke dag, welk uur, met wie en in welke klas.

POP Martin van der Kevie

Tijdens de lessen loop ik rond en probeer ik de leerlingen te helpen, vragen te beantwoorden, tips te geven en de leerlingen wat te leren.

Beoordeling van de competenties stage bovenbouw

PERSOONLIJK ONTWIKKELPLAN. Pop Martin van der Kevie

Reflectieverslag mondeling presenteren

SWOT. Werkblad 1 Sterke punten. 1.Omgevingsgericht heid

Zelfevaluatie. Inleiding:

Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:

Sharon Schiedon Iris Schuurs Lisa Spooren Yarah Winkelaar STAGEWERKPLAN

Vakdidactiek les

Reflectieverslag. Jeroen Tennis Today

Observatie ll interactie leerling

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

S t a g e w e r k p l a n

SLB eindverslag. Rozemarijn van Dinten HDT.1-d

Eindreflectie. Taakbekwaam bovenbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 21 mei 2014 SLB er: Agnes Hartman

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

- Je spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag. Je geeft af en toe positieve feedback.

COVA 2. Naam: Sanne Terpstra. Studentennummer: Klas: 2B2. Lerares: L. te Hennepe

R E F L E C T I E V A N KORTHAGEN

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

Rubrics vaardigheden

Taakbekwaam onderbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman

Rubrics vaardigheden

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Ontwerpgericht onderzoek MM2

1 e lesformulier en -planning opleiding docent Beeldende Kunst en Vormgeving

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Stagewerkplan ABV Deeltijd Marcel van den Berg Studentnr: Stageplaats: Las Zorgatelier Tilburg

Reflectieverslag Zonnepomp

BASISPLAN, PROCESFASENFORMULIER & OBSERVATIEFORMULIER BEELDENDE VORMING. Bloeiende bloemen. Lesvoorbereiding beeldende vorming

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

Hoe ervaar je de les (sen) die krijgt van Dhr Talman? De lessen van meneer talman zijn leerzaam, duidelijk. Hij legt het allemaal rustig uit.

Cursus werkbegeleiding

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Bronnenbank Onderwijstheorie Tessa van Helden. Inhoudsopgave Pagina. Bron 1 Design Marcel Wanders. 2. Bron 2 ADHD in de klas. 2

pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas rtyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyu asdfghjklzxcvbnmrtyuiopasdfghjk mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Reflectiegesprekken met kinderen

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Praktijkboek CKV onderzoek

Thermometer leerkrachthandelen

Werkplekboek. Kinderbegeleider duaal Baby s en peuters (0-3 jaar)

Mijn visie; mijn manier van handelen en

Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

CKV Rubric Rembrandt College Veenendaal december 2007

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

Sterkte-Zwakte Analyse

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Lambrecht Spijkerboer 12 oktober 17

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

vaardigheden - 21st century skills

lesformulier en -planning

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Mentor Datum Groep Aantal lln

datum: aantal leerlingen: 31 tijd:9:00/10:00 groep: 6&7

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Doel van deze presentatie is

Een geslaagde activiteit

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Zelfevaluatieformulier

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn:

Criteria. De beroepencarrousel

Sterkte-Zwakte Analyse

Presenteren. Oriëntatie

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal

Darling Dong :49 Formatted: Position:Horizontal: Right, Relative to: Margin, Vertical: 0 cm, Relative to: Paragraph, Wrap Around

SLB reflectie eindverslag. Docent: Mieke Vissers Naam: Lynn Duijs Studentnummer: Datum: Vak: SLB.

Werkplekboek. Kinderbegeleider duaal Het schoolgaande kind (3-12jaar)

Cosis Begeleid Leren

PRESENTATIE BEROEPENSTAGE

Aandachtspunt

Onze schooleigenvisie op huiswerk

EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Voltijd/Deeltijd/Duaal

Transcriptie:

Verslag praktijk stage In de periode van 11 december t/m 5 maart. Eveline Smokers (2388146), 3DTV FHK. Begeleid door: A. van der Heijden & J. Ulffman. Stagedocent: J. Plasman.

INHOUDSOPGAVE: Inhoudsopgave: 1 Reflectie op stage algemeen: 2 Reflectie op stagewerkplan: 3,4,5,6, 7,8 9,10,11, 12,13 Reflectie op lesvoorbereidingen: 14 Bijlagen: 15 - Stagewerkplan 15,16,17, 18,19 - Lesvoorbereidingen 20 t/m 42 - Wekelijkse reflectieformulieren 43 t/m 61 - Evaluatie formulieren 62 t/m 66 > Samenvattend oordeel 67 1

REFLECTIE OP STAGE (algemeen) Ik ben erg blij dat ik de mogelijkheid had gekregen om op mijn eigen middelbare school een stage te kunnen lopen. Daardoor heb ik het vanuit beide perspectieven kunnen bekijken, dus zowel als leerling en docent (in opleiding). Het was erg leuk om te zien hoeveel er in zo n korte tijd kan veranderen. Wat ik als erg positief heb ervaren tijdens de stage, is dat ik mijn eerste en tweede stage kon combineren. Daardoor kon ik eerst bestuderen hoe mijn werkplaatsdocent aan het werk was. Daar kon ik dan op reflecteren door mezelf af te vragen wat ik zelf ook op die manier zou aanpakken, maar ook juist wat ik anders zou doen. Tijdens mijn stageperiode heb ik veel geleerd, maar ik ben mijzelf ook heel erg tegen gekomen op sommige punten. Van bepaalde punten waarvan ik dacht dat ik er goed in was, bleek ik minder goed in te zijn. Punten waarvan ik verwachtte dat ik er minder goed in was, bleken juist beter uit de bus te komen. Deze zal ik dan ook bespreken aan de hand van het stagewerkplan. Ze waren voor mij in ieder geval verrassend en daardoor heb ik nu wel een veel beter beeld van mijn competenties. Ik heb geprobeerd om zoveel mogelijk uit mijzelf te halen deze periode, daarom heb ik ervoor gekozen om aan alle punten van het Stagewerkplan te werken, mits deze van toepassing of haalbaar waren. Ik zal dan ook bij elk punt een toelichting geven. Kortom, deze stages hebben me een goede blik gegeven op het onderwijs en hoe wij als leraren daarbinnen dienen te functioneren. Soms viel me dat tegen, soms viel me dat ook erg mee. Ik heb in ieder geval geleerd dat het een gevarieerd beroep is, waarbij je met verschillende doelgroepen in verschillende contexten werkt en het doel elke keer verschillend is. Voor mijn volgende stages zou ik wel willen bekijken of er een mogelijkheid is dat ik bij het MOTI stage kan lopen. Ik heb gemerkt dat ik het erg leuk vond om te doceren, maar dat ik het wel erg miste om met mijn eigen expertise bezig te zijn (grafische vormgeving). Het helpen van anderen naar een bepaald doel vind ik erg leuk, maar ik zou ook graag zelf met mijn handen iets meer bezig zijn. Door stage te lopen bij het Grapic Design Museum wil ik onderzoeken of ik hier meer mijn ei in kwijt kan. 2

REFLECTIE OP STAGE (werkplan) B. Vermogen tot reflectie en ontwikkeling Niveau 2 B3 en B4: B.1. De student is in staat om haar opvattingen over het beroep te verwoorden Hoe ga ik daar aan werken? Onderwijsvisie tijdens het schooljaar verder ontwikkelen door de stage en de theorie. Dit verwerken in POP Is dit gelukt? Door stage heb ik een redelijk goed beeld gekregen van het werkveld en hoe docenten daarbinnen dienen te participeren. Dit moet ik alleen nog wel verwerken in mijn POP. Wel heb ik heel goed en lang nagedacht over wat ik zou willen in de toekomst. Ik heb gemerkt dat ik het heel erg leuk vind op een middelbare school les te geven, maar dat ik het wel erg mis om met mijn eigen expertise (grafisch ontwerpen) bezig te zijn. Daarom wil ik gaan kijken of ik voor mijn volgende stages bij het MOTI (Museum Of The Image in Breda > Graphic Design) stage zou kunnen lopen. Natuurlijk wel met een educatieve inslag, maar dat lijkt voor mij op het moment een hele goede oplossing. Ook zou ik in de toekomst willen onderzoeken in hoeverre ik graphic design met (cultuur) educatie kan verbinden. Waar ik ook al een tijd mee in mijn hoofd zit, is in hoeverre graphic design van toepassing is op de vormgeving van het onderwijs en of dit niet veel beter kan. B.2. Kan planmatig werken Hoe ga ik daar aan werken? Door zelf lessencyclussen uit te voeren en in te plannen in de periode, wil ik leren om in te schatten hoe lang iets duurt en nodig heeft. Ik wil voor de periode een duidelijke planning maken. Is dit gelukt? Ik heb in de afgelopen periode zelf 2 lessencyclussen mogen begeleiden van begin tot eind. Wat ik heel fijn vond, was dat je een houvast hebt gedurende de periode door middel van zo n dergelijk schema. Er was al een richtlijn over hoelang de leerlingen met de opdrachten bezig mochten zijn, daar binnen mocht ik zelf indelen wanneer ze welk 3

deel gingen uitvoeren. Wat ik hier moeilijk aan vond; soms kwam er wel eens iets tussen, zoals zieke leerlingen, testweek of iets anders. Hier moest ik dan met mijn lessen op participeren. Ik vond het dan erg lastig om het schema weer zodanig aan te passen dat alle delen genoeg aan bod kwamen. Verder vond ik het niet lastig om plantmatig te werken. Ik zorde standaard dat ik mijn presentaties voor woensdag al op maandag aan mijn werkplaatsbegeleider stuurde. Zo kon zij feedback geven en ik het aanpassen. Op de donderdag stuurde ik altijd mijn weekreflectie op. Dan had ik nog een avond om er goed over na te denken en op terug te kijken. B.3. Weet haar sterke en zwakke kanten Hoe ga ik daar aan werken? Door te reflecteren op stage en prestaties op school leren afzien wat ik moeilijk vind en wat niet. Als ik iets moeilijk vind het noteren, zodat ik een overzicht heb om af te werken. Is dit gelukt? Wat ik erg fijn vond, is dat ik elke week na mijn stage een reflectieverslagje moest schrijven, waarin ik moest noteren wat goed ging en wat niet en hoe ik dit kon verbeteren. Voor ik begon had ik een SMART plan opgesteld, dit waren de hoofddoelen die ik mijzelf gesteld had. Door elke week kleine stapjes te maken probeerde ik hier naartoe te werken. Dit vond ik een erg fijne manier van werken, daardoor werd het heel behapbaar. Ik denk dat nu ik terugkijk op de afgelopen periode mijn sterke kanten nu vooral liggen op het interpersoonlijke gebied en dat didactiek nog een punt is waaraan ik moet werken. Ik vond het heel leuk om samen met andere collega s én met leerlingen bezig te zijn, ze iets zien leren en opnemen. Ook kan ik me heel goed verplaatsen in hun situatie en wil ze daar graag mee helpen. Waar ik aanzienlijk minder geduld mee heb zijn onwillige leerlingen, die mij onrespectvol benaderen en bot zijn. In het begin sloeg ik compleet dicht, later sloeg dit om in een vorm van negatief gedrag negeren, goed gedrag belonen. Maar ik merkte aan mijzelf dat ik het moeilijk vond ook deze leerlingen serieus te nemen en hen positief te blijven stimuleren. Ik geloof oprecht dat je moet willen werken aan je eigen ontwikkeling en dat iemand anders dat niet voor je kan doen. Dat heb ik de leerlingen ook duidelijk proberen te maken, maar deze zijn natuurlijk met hele andere zaken bezig. B.4 Ontwikkelt eigen methode om aan haar ontwikkeling te werken Hoe ga ik daar aan werken? Vanuit mijn stage houd ik een SMART plan bij. Hierin staat mijn hoofddoel en de stappen die ik moet nemen om daar te komen. Elke week reflecteer ik op het gemaakte werk om mijn ontwikkeling in de gaten te houden. 4

Is dit gelukt? Door van te voren het SMART plan op te stellen, kreeg ik heel duidelijk voor ogen wat ik in deze periode wilde leren. Daardoor kon ik ook steeds in kleine stapjes hier naartoe werken. Daarnaast werkte elke week reflecteren heel goed, ik heb nu een goed overzicht van wat ik moeilijk vond en wat ik makkelijk vond. Want vanuit stage moest ik ook reflectie formulieren schrijven. Ik denk dat dit zeker een manier is die ik in mijn volgende stages mee ga nemen. Het is heel behapbaar en duidelijk, ik merk zelf dat ik gebaat ben bij het noteren van stappen/doelen op papier. Anders blijft het zweven en niet concreet. C.Pedagogisch competent Niveau 2 B3 en B4: C.1. De student kan haar pedagogische opvatting verantwoorden Hoe ga ik daar aan werken? Door lessen in Praktische Ontwikkelings Psychologie te volgen en op stage er aandacht aan besteden. Is dit gelukt? Ik denk dat ik hier wel in geslaagd ben. Ik had weinig moeite om mij in te leven in de leef- en ervaringswereld van de leerlingen. Ik kon me goed verplaatsen in hun situatie en vond het ook niet moeilijk om het sociale klimaat in een groep te ontdekken. Vaak had ik al heel snel door welke leerlingen een dominante rol speelden, welke de grapjassen waren, de verlegen kinderen, maar ook degene die buiten de boot vielen. Ik moet wel benadrukken dat de lessen van PPO me hier ook goed bij ondersteunen. Doordat je leert hoe bepaald gedrag tot stand komt en waar het vandaan komt, kun je er als docent ook veel makkelijker op inspelen. C.2. Geeft ruimte aan de inbreng van leerlingen Hoe ga ik daar aan werken? Door daar tijdens mijn stage aandacht aan te besteden. Door leerlingen de vrijheid te kunnen geven, om te zeggen of ze de lessen als zinvol beschouwen. Is dit gelukt? Ik vind het juist heel belangrijk om leerlingen te stimuleren over dingen na te denken. Dus als ik presentaties gaf met Kunst Algemeen en ze vertelden dat ze iets stom of lelijk vonden, dan vroeg ik hen waarom zij dat vonden. Hetzelfde paste ik toe als ze juist positief waren en vroeg waarom ze het dan juist wel leuk vonden. Het leuke van de 5

stof van Kua is dat het ook naar deze tijd getrokken kan worden. Ik vroeg bijvoorbeeld regelmatig of leerlingen naar bepaalde muziek stromingen luisterden en vergeleek dit met vroeger. Door Lady Gaga te vergelijken met Madonna als pop icoon, snappen leerlingen toch een stuk sneller wat je bedoelt. C.3. Houdt in de opdracht rekening met verschillen bij leerlingen Hoe ga ik daar aan werken? Door te zorgen dat er in de lessen ruimte is voor extra aandacht voor kinderen die het lastig vinden, maar ook voor extra opdrachten voor kinderen die het makkelijk vinden. (differentiatie op niveau) Is dit gelukt? Mijn Werkplaatsdocent vertelde me dat het slim is, om te zorgen dat je altijd extra materiaal achter de hand hebt voor snelle leerlingen (dus vooraf zorgen dat je deze opdrachten al weet). Ik stroomde met mijn 2e stage in halverwege een opdracht, ze moesten een gezicht schilderen (havo 3). Als extra opdracht moesten de leerlingen die vroegtijdig klaar waren een paar handen schilderen bij hun gezicht. Waren ze hiermee klaar, dan mochten ze een reflectieverslag gaan schrijven. Kinderen die het lastig vonden, kon je iets meer aandacht of tips geven. Maar ik vind het wel belangrijk dat ze het zelf doen, dus ik probeerde vooral tips en hints te geven. Zo deden ze het wel zelf (het gevoel geven dat ze er net bij konden), maar bleven ze wel netjes op schema. C.4. Creatie veilige leeromgeving Hoe ga ik daar aan werken? Zorgen dat kinderen prettig kunnen werken aan hun opdracht, met goed materiaal. Ook onderling samenwerken bevorderen om de sociale cohesie te verbeteren. (didactische werkvormen invoeren zoals samenwerkingsopdrachten of duo s etc.) Is dit gelukt? Vanuit deze school is er een flink budget voor materiaal, wat ontzettend fijn is. Hierdoor kunnen leerlingen gebruik maken van een ruim aanbod aan spullen die zij kunnen inzetten. Dit zorgt voor een bredere materiaal en techniek kennis, wat alleen maar in hun voordeel kan werken. Ik vind wel dat samenwerken zo zijn voor- en nadelen heeft. Bij grotere opdrachten (zoals een stopmotion die havo 4 moest maken), is het bijna niet individueel te doen. Bovendien leren de leerlingen samenwerken en leren ook van elkaar. Je leert immers meer van leeftijdsgenoten, ik denk dat dat komt omdat je makkelijker iets van iemand aanneemt. Wat ik nadelig beschouw van samenwerken; je ziet het individuele proces niet. Je ziet flarden, maar zal nooit precies zien waar iets fout ging bij wie, of wie wat moeilijk vond. Daardoor is het heel lastig om gericht hulp of 6

ondersteuning te geven. C.5. Onderzoekt en toetst mogelijkheden om het sociaal klimaat te verbeteren Hoe ga ik daar aan werken? Door kinderen zowel indiviueel en als groep aan te spreken. Ook klassikale gesprekken bevorderen en zorgen dat iedereen aan het woord komt. Is dit gelukt? Dit is tot op zekere hoogte wel van toepassing geweest. Maar niet met het doel het sociale klimaat te verbeteren, ik denk dat dit meer aan bod zal komen tijdens de 3e en 4e stage. Ik heb wel de leerlingen zowel klassikaal als individueel aangesproken. Om een voorbeeld te noemen; op een gegeven moment was havo 4 erg lastig, ze waren ontzettend druk en ik kon er niets mee beginnen. Toen heb ik de hele klas het werk stil laten leggen, uitgelegd dat als ze niet met een betere houding gingen werken, ze allemaal na de bel nog even zouden blijven zitten. Dat maakte wel indruk, met als gevolg dat ze zich beter opstelden en beter en rustiger aan het werk gingen. Individueel heb ik wel geprobeerd met iedere leerling te praten tijdens de lessen. Vaak ging ik dan langs de tafels lopen, vroeg hoe het ging en dergelijke vragen. Zo had ik zicht op het werk wat de leerlingen maakten en kon ik ook wat makkelijker het individuele proces zien. C.6. Herkent en benoemt ontwikkelings- en gedragsproblemen bij leerlingen Hoe ga ik daar aan werken? Door te doen en eventueel te verifiëren bij de leerling. Door mij te verdiepen in de meest veel voorkomende gedragsproblemen zoals AD(H)D, PDD-NOS, autisme, dyslexie en discalculie en oppositionele gedragsstoornissen. Is dit gelukt? Met de lessen van Rien duiken we nu in de gedragsstoornissen en ontwikkelings problemen. Daardoor krijgen we een goed overzicht over de kenmerken en benaderingen die horen bij bepaalde aandoeningen. Wat ik opmerkte, was dat ik heel snel leerlingen eruit kon pikken die naar mijn gevoel anders reageerden dan normaal. Dit plaatste ik niet altijd gelijk binnen het kader van stoornis of afwijking, het kan net zo goed puberaal gedrag zijn. Maar het viel me wel op dat ik snel zicht had op deze leerlingen. Zo was er een jongen in Havo 3 die zich vrijwillig liet knevelen met touw (?!) in de les door zijn klasgenootjes, toen ik hem losmaakte (en de andere bewust maakte van het feit dat je andere mensen niet vastbind) stond het touw in zijn polsen gedrukt. Ook was hij heel snel afgeleid, echt een spring in het veld kind, beeldend ook niet erg sterk onderlegd. Desondanks stond er in zijn dossier niets over enige afwijkingen. Toch probeerde ik hem wel extra in de gaten te houden, juist omdat ik het vermoeden had dat er iets niet 7

helemaal oké was. D. Didactisch vermogen Niveau 2 D1 tm D3 D.1. De student ontwerpt en voert (gedeeltelijke) lessen uit/variatie en heldere opbouw Hoe ga ik daar aan werken? Door stage te volgen op het Altena College en met mijn Werkplaatsdocent mee te lopen en te oefenen. Door steeds te reflecteren op wat ik geschreven heb ontdekken of iets duidelijk is voor álle leerlingen. Lessen ook van feedback voorzien door docent. Is dit gelukt? Ik vond het belangrijk om mij eerst te richten op mijn houding in de klas en de basisbeginselen van het docentschap onder de knie te krijgen. Ik wist van mijzelf dat ik in het begin heel onzeker zou zijn in de klas en vond het belangrijk om eerst te zorgen dat ik mij op mijn gemak voelde en makkelijk kon praten. Om te compenseren dat ik geen lessencyclus heb geschreven heb ik wel zelfstandig 3 klassen begeleid van voor tot eind; Kunst Algemeen met Havo 5, Beeldende Vorming met Havo 3 en CKV met Havo 4. Ook heb ik geoefend met verschillende presentatievormen (Powerpoint, praktische uitleg, quiz, filmpjes e.d.) en heb ik iedere week de presentaties verzorgd voor Kua. Soms vond ik het wel lastig om beeldmateriaal te vinden dat aansloot bij de belevingswereld van mijn leerlingen. Zo had ik bij Havo 4 a.d.h.v. een Powerpoint met beeldmateriaal een nieuwe opdracht uitgelegd. De opdracht was dat zij een poster moesten ontwerpen over een eigen gekozen culturele voorstelling. Om ze een beeld te geven van posterontwerp had ik beroemde Nederlandse grafisch ontwerpers aangehaald en bepaalde poster laten zien. Alleen dit was letterlijk een ver van hun bed show, ze snapten niet hoe ze dat als inspiratie materiaal konden gebruiken voor hun eigen posters. Daar kwam ik na de presentatie achter, gelukkig hingen er nog posters in het lokaal van leerlingen die dezelfde opdracht hadden gemaakt. Toen heb ik daar naar verwezen en de leerlingen begrepen toen veel beter wat ik van ze verwachtte. Elke les heb ik ook feedback gekregen van mijn Werkplaatsdocent en op elke les heb ik zelf ook gereflecteerd. Dat heb ik ook steeds geprobeerd te verwerken in de volgende lessen. D.2. Neemt de belevings- en ervaringswereld van leerlingen als uitgangspunt Hoe ga ik daar aan werken? Door me te verdiepen in wat de leerlingen bezig houd. Daarnaast wil ik een opdracht kunnen maken die dusdanig aansluit op wat zij interessant vinden, zodat ze meer gemotiveerd zijn eraan te werken. (trends in de gaten houden) 8

Is dit gelukt? Ik denk dat het belangrijk is om te zorgen dat je weet wat leerlingen bezig houd. Daarom probeerde ik in ieder geval jongerentrends bij te houden. Ik heb zelf bijvoorbeeld totaal niets met Justin Bieber of Miley Cyrus, maar ik weet dat de leerlingen daar helemaal gek op zijn. Dus ik heb me daar tot op zekere hoogte wel in verdiept. Maar ik denk dat het zeker bij de Kua lessen heel goed is om vergelijkingen te trekken tussen het verleden en nu, zoals het voorbeeld dat ik al eerder aanhaalde van Madonna en Lady Gaga. Ook denk ik dat sommige woorden de sleutel vormen om de aandacht van je leerlingen te trekken. Zo had ik bij Havo 5 een presentatie over muziek en vroeg de leerlingen of zij weleens concerten bezochten en wat voor muziek dat was. Door het woord concert te gebruiken trok ik in principe al hun aandacht. Ook toen kleding aan bod kwam over The United Colours of Benetton heb ik hun status proberen uit te leggen aan de hand van H&M. D.3. Bevordert de zelfstandigheid van leerlingen Hoe ga ik daar aan werken? Door te zorgen dat ze tegen moeilijkheden aanlopen en ze daarop laten reflecteren d.m.v. analyseren, reflecteren en oplossen. Vooral vragen aan hen wat er fout gaat, in plaats van zelf met een aanname te komen. Is dit gelukt? Ik merkte dat ik in het begin erg veel moeite had met het sturen, ik was erg geneigd om het zelf te doen, of het antwoord voor te kauwen. Later kreeg ik van mijn werkplaatsdocent wat manieren aangeboden, die dit soort dingen konden voorkomen. In havo 3 zit een tweeling, ontzettende leergierige en hardwerkende leerlingen. Maar ze zijn ook erg onzeker en kwamen bij elke potloodstreep die ze zetten, vragen of het goed was. Dat was erg vervelend, want daardoor kwam ik niet aan de andere leerlingen toe. Toen heb ik geprobeerd ze in tijdsvakken te laten werken, de vraagstelling anders te formuleren e.d. Ze hadden veel moeite met het maken van een schets voor de masker opdracht van mij. Toen heb ik ze eerst een kwartier plaatjes laten zoeken van maskers. Als ze die gevonden hadden moesten ze uit elk masker een element nemen dat ze konden gebruiken in hun eigen masker en dat tekenen. Pas daarna mochten ze weer een vraag stellen. Dat werkte goed. Ook met het tekenen van gezichten heb ik vooral geprobeerd door middel van vragen leerlingen iets te leren. Als ze een gezicht composorisch goed wilden tekenen, liet ik ze kijken naar de andere kinderen. Ik stelde vragen als; Zie je dat de ogen op ongeveer dezelfde hoogte zitten als de oren, hoe staat deze verhouding op jouw tekening? Of vragen als, zie je hoe de neus geleidelijk overloopt in de wenkbrauwen, probeer dat is te tekenen in plaats van 2 aparte onderdelen. Ik merkte dat dat goed 9

werkte en dat heb ik deze periode doorgezet. D.4. Constateert en analyseert leerproblemen Hoe ga ik daar aan werken? Door te constateren en door deelname aan de kindbesprekingen met collega s. (Hoe constateer je leerproblemen?) Is dit gelukt? Ik heb mij gedurende de periode zo open mogelijk opgesteld. Ik was daar om iets te leren en wilde ook overal aan bijdragen. Ik heb dus ook rapport vergaderingen e.d. bijgewoond om te leren hoe dat in zijn werk gaat. Wat me opviel is dat er echt word nagedacht over de beste oplossing als er problemen zijn omtrent een leerling. Ik had eigenlijk niet verwacht dat er zo diep op in werd gegaan. Maar het is wel duidelijk geworden dat leerlingen die niet goed presteren echt in de gaten worden gehouden. Zowel vanuit de leraren zelf, als vanuit de mentor en zorgcoach die gesprekken met ze aangaan. E. Interpersoonlijk vermogen Niveau 2 E 1 tm E3 E.1. De student toont betrokkenheid en enthousiasme Hoe ga ik daar aan werken? Door mij sociaal op te stellen en te laten zien dat ik graag wil leren. Ik neem zelf initiatief en probeer goede punten (die ik van de leraar afkijk) gelijk in de praktijk te brengen. Is dit gelukt? Ja, dit is goed gelukt. Ik vond het heel erg leuk en leerzaam,dus het ging vanzelf om me sociaal en leerbaar op te stellen. E.2. Communiceert doelgericht voor een groep, verbaal en non verbaal Hoe ga ik daar aan werken? Door te oefenen en te reflecteren. Hoe is mijn lichaamstaal en hoe komt die over. Wat voor dingen zeg ik die een positief of negatief effect hebben op leerlingen. Is dit gelukt? Wat ik erg lastig vond was mijn aanwezigheid als docent in de klas. Ik ben niet zo heel groot en mijn stem draagt ook niet zo heel erg ver. Daardoor waren leerlingen en mijn 10

werkplaatsdocent mij soms kwijt, ik val bijna niet op tussen de leerlingen omdat ze bijna allemaal groter waren dan ik. Ik heb gedurende de periode echt moeten werken aan mijn volume en aanwezigheid en heb daar handige tips en trucs voor gekregen. Ik houd heel erg van fleurige en opvallende kleren. Door het vermijden van donkere en neutrale kleding, viel ik erg op. Daardoor wist iedereen mij later gewoon gelijk te vinden (ik maakte dan ook dankbaar gebruik van mijn fluor gele blazertje). Als ik aan het einde van de les de leerlingen wilde laten opruimen, probeerde ik in eerste instantie erover heen te roepen, want dit ging bij mijn werkplaatdocent ook goed. Maar mijn stem droeg niet zo ver, dus de helft van de leerlingen hoorde het maar. Ook hier gaf mijn werkplaats docent me wat tips die ik kon toepassen. Eerst allemaal centrale aandacht en neerleggen waar je mee bezig bent, even stil zijn en dan pas je boodschap vertellen. Zo hoefde ik niet te schreeuwen en hoorde iedere leerling mij goed. Dat werkte erg goed en dat bleef ik proberen toe te passen. Het was wel echt noodzakelijk dat iedereen stil was, soms duurde dat wat langer en soms waren ze direct stil. Maar dit is wel een goede manier. Zelf heb ik ook nagedacht over andere manieren waarop ik centrale aandacht kan trekken zonder me schor te hoeven roepen. Een oplossing zou een ouderwetse bel/bong zijn, als je dat introduceerd als teken dat iedereen even stil moet zijn en zijn werk even moet neerleggen werkt dat volgens mij prima. E.3. Corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag Hoe ga ik daar aan werken? Leerlingen belonen die zich inzetten en leerlingen proberen te motiveren die zich niet goed inzetten. Ze duidelijk terecht wijzen als ze iets niet doen. Is dit gelukt? Ik merkte dat ik in het begin echt me afgewezen voelde als leerlingen bot of onvriendelijk op mij reageerden. Ik sloeg dan echt dicht en wist niet meer zo goed wat is moest zeggen. Mijn werkplaatsdocent bleef me wel aanmoedigen om juist deze leerlingen extra te blijven motiveren, omdat ze het vaak juist heel fijn vinden om een extra duwtje in de rug te krijgen. Naarmate ik verder in de periode kwam begon dit wel steeds beter te gaan, ik voelde me niet meer persoonlijk aangevallen. Mede door de lessen van PPO begreep ik dat dit niets anders is dan de pubertijd in volle glorie. Daardoor kon ik het ook makkelijker relativeren en er beter doorheen prikken. Ook heb ik in de loop der tijd geleerd om meer vanuit mijn beleving leerlingen aan te spreken. In het begin dacht ik dat de leerlingen volwassen genoeg waren om te luisteren als ik bijvoorbeeld aan hen vroeg of ze even hun mond wilden houden. Ik merkte dat dat niet de juiste aanpak was en kreeg de tip van mijn werkplaatsdocent om meer vanuit mijzelf te spreken omdat dat duidelijk is. Ik zei dan bijvoorbeeld; Ik vind het vervelend als je door de presentatie heen praat, zo versta ik mezelf niet en andere leerlingen mij ook niet. Ik wil dat je je 11

mond dicht houdt. Dat werkte al een stuk beter omdat ik gewoon direct was. F. Vermogen tot samenwerken Niveau 2 F1 en F2 F.1. De student kan kritiek verwerken en ernaar handelen. Hoe ga ik daar aan werken? Ik vraag altijd om feedback en reflectie. Wat er word gezegd altijd gelijk opschrijven en meenemen naar het volgende leermoment. Is dit gelukt? In principe is het best goed gegaan qua reflecteren. Aan het einde van de dag spraken ik en mijn Werkplaatsdocent alles door wat er was gebeurt. In de lessen maakte ze aantekeningen die ze me via de mail doorstuurde, waardoor ik dus ook heel overzichtelijk kon zien wat er goed en fout ging. Het gebeurd ook regelmatig dat ik iets wilde weten en het na de les gelijk vroeg, zodat ik ook gelijk antwoord kreeg en dat kon verwerken in de andere lessen. Ik heb er echt op gestaan dat ze zo eerlijk mogelijk was, want daar had ik het meeste aan qua leerproces. Wat ik wel heel lastig vond was om niet dezelfde fouten te maken na het krijgen van kritiek. Ik probeerde er echt op te letten, maar soms was de handeling zo automatisch dat ik er niet eens bij stil stond dat het gebeurde. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van stopwoordjes. Ik gebruikte best vaak het woord eigenlijk en in principe. Dit zijn woorden die de context van een verhaal wel drastisch kunnen wijzigen. Maar vaak had ik niet eens door dat ik het zei, dat vond ik dan ook erg lastig om mee te nemen. Een ander voorbeeld was het in de klas blijven rondkijken terwijl ik leerlingen hielp. In het begin ging ik hier echt helemaal op in en vergat ik rond te blijven kijken, hierdoor werd het soms wel een beetje chaotisch. Maar door er bewust bij stil te staan en mezelf te herinneren aan de tips (tijdens het helpen van leerlingen) ging dit wel beter. F.2. Levert een constructieve bijdrage aan een samenwerkingsproject en neemt verantwoordelijkheid Hoe ga ik daar aan werken? Meelopen op excursies, leerlingen opvangen indien nodig. Helpen met open dagen etc. Is dit gelukt? Ik heb wel meegeholpen met de open dag, niet zozeer dat ik ouders en nieuwe kinderen te woord heb gestaan. Maar ik heb wel individueel kinderen begeleid die niet nog klaar waren met opdrachten en die af mochten maken. Ook kwamen er soms wel ouders en kinderen het lokaal binnen, daar heb ik dan ook wel een praatje meegemaakt. 12

Ze vonden het in ieder geval positief, dat ik als oud-leerling hier graag weer stage wilde lopen omdat ik de school zo leuk vind. In principe heb ik dus bijgedragen door middel van opvang van leerlingen, het te woord staan van ouderen en kinderen die in het lokaal kwamen kijken. G. Omgevingsgerichtheid G1 tm G3 G.1. De student gebruikt ter inspiratie andermans kunst. Hoe ga ik daar aan werken? Ik wil graag mijzelf als doel stellen elke maand een expositie of een tentoonstelling te bezoeken en hier inspiratie uit opdoen. Is dit gelukt? Ja, ik probeer regelmatig (ik zal niet zeggen dat het me iedere maand is gelukt) een culturele voorstelling te bezoeken, variërend van film tot beeldende kunst en muziek. Maar ik merk wel dat het grote toegevoegde waarde heeft. Door veel te bekijken leer je meer over kunst, stromingen, maar kan je ook makkelijker verbindingen leggen en begrijpen. Ik denk dat dit voor leerlingen erg zinvol is. Bovendien kun je hedendaagse kunst als vergelijkingsmateriaal gebruiken t.a.v. het verleden e.d. Door bijvoorbeeld uit te leggen dat Madonna vergelijkbaar is met Lady Gaga nu, is het voor de leerlingen niet zo n ver van hun bed show en onthouden ze het waarschijnlijk beter. Ik probeer leerlingen ook altijd bewust te maken dat alle vormen van kunst die zijn uitgevonden, een reactie waren op de kunst die toentertijd bestond. Maar ook dat ze het in de context van de tijd moeten proberen te plaatsen. In deze tijd is alles al gedaan en is nog maar weinig bijzonder. Maar als je het vanuit het perspectief vanuit een bepaalde tijd gaat zien, wordt het ineens heel anders. Toen was dat heel vernieuwend en heel bijzonder, ook al stelt het nu misschien niet veel voor. G.2. Culturele evenementen kunnen beoordelen op bruikbaarheid educatie. Hoe ga ik daar aan werken? Eventueel door gebruik in de lessenreeks of in de organisatie van een activiteit. Door (het bezoeken van) culturele evenementen te verwerken in een lessenreeks. Is dit gelukt? Dit is helaas nog niet van toepassing geweest tijdens mijn stage. Maar ik kan me wel voorstellen in de toekomst dat het slim is om gebruik te maken van evenementen en activiteiten om je lessen te ondersteunen. 13

REFLECTIE OP STAGE (lesvoorbereidingen) Ik vond het gebruik van de lesvoorbereidingen in het begin best fijn. Het gaf me houvast gedurende de les. Doordat ik in het begin erg zenuwachtig was vergat ik nogal eens wat ik moest vertellen, of wat ik van de leerlingen verwachtte. Door dan een lesvoorbereiding erbij te houden, kon ik mooi spieken en de les hervatten. Maar na een paar lessen maakte ik er eigenlijk al geen gebruik meer van de lesvoorbereidingen (tijdens de les zelf). Dit komt denk ik omdat de lessen opzich al erg gestructureerd waren. De lessen van Kunst Algemeen (havo 5) waren elke week wel anders, maar de opbouw van de les was hetzelfde. Daardoor had ik alleen in het begin de lesvoorbereidingen nodig. Ik liep op woensdag stage en stuurde maandag altijd de presentatie naar mijn werkplaatsbegeleider. Zo kon zij controleren of de Powerpoint juist was en ik het aanpassen indien er foutjes in stonden. Dan had ik nog 2 dagen om de presentatie door te nemen, zodat ik wat meer vertrouwd was met de stof. De lessen van Beeldende Vorming (havo 3) verliepen ook in een bepaald schema waardoor ik best veel structuur had. In de eerste les gaf ik een presentatie over de opdracht en wat er van hen verwacht werd. De meeste lessen begonnen dan ook volgens hetzelfde schema; beginnen van de les, uitleggen wat er die les verwacht werd, rondlopen en helpen/vragen beantwoorden en vervolgens opruimen en afsluiten. Doordat er van tevoren was overlegd hoelang ze over de opdrachten mochten doen, was het een kwestie van weken aftellen en elke les vertellen hoeveel tijd ze nog hadden voor de opdracht. Ik denk dat het voordeel van dit soort praktijklessen is dat het een vrij overzichtelijk geheel is. Je werkt naar een eindproduct toe en weet van te voren al hoelang het mag duren e.d. Daardoor kun je in je lessen participeren, mochten de leerlingen meer tijd nodig hebben, dan zie je dat aankomen. Dat valt niet plotseling uit de lucht. Hetzelfde geld eigenlijk voor CKV (havo 4), dat werkte eigenlijk wel hetzelfde als de lessen van Havo 3. 14

Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING hoofdfase Student: Eveline Smokers Studentnummer: 2388146 / 305721@student.fontys.nl Jaar: 3DT Stageschool: Christelijke Scholengemeenschap Altena College Stagebegeleider: J. Plasman Groen betekent: extra aandacht. Vraagt om organisatie. B. Vermogen tot reflectie en ontwikkeling Competentie Werkplan Resultaat Tijd Niveau 2 B3 en B4 Hoe ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks? Wanneer klaar? Juni 2012 Voor het competentie-examen aan het einde van de hoofdfase heb ik mijn onderwijsvisie op papier staan. Voor het competentie-examen aan het einde van de hoofdfase heb ik mijn onderwijsvisie Onderwijsvisie tijdens het schooljaar verder ontwikkelen door de stage en de theorie. Dit verwerken in POP De student is in staat om haar opvattingen over het beroep te verwoorden Begin maart 2014. verwerkt in mijn POP. Ik kan een lessencyclus presenteren en uitvoeren zonder dat ik in tijdsnood of andere problemen kom. Kan planmatig werken Door zelf lessencyclussen op te stellen en in te plannen in de periode, wil ik leren om in te schatten hoe lang iets duurt en nodig heeft. Ik wil voor de periode een duidelijke planning maken. Nooit Ik ben bewust van de valkuilen in het beroep en weet hoe ik mijzelf kan verbeteren. Weet haar sterke en zwakke kanten Door te reflecteren op stage en prestaties op school leren afzien wat ik moeilijk vind en wat niet. Als ik iets moeilijk vind het noteren, zodat ik een overzicht heb om af te werken. 1 15

Nooit Ik kan een SMART plan voor mijzelf opstellen en aan de hand daarvan naar mijn doelen toewerken. Vanuit mijn stage houd ik een SMART plan bij. Hierin staat mijn hoofddoel en de stappen die ik moet nemen om daar te komen. Elke week reflecteer ik op het gemaakte werk om mijn ontwikkeling in de gaten te houden. Ontwikkelt eigen methode om aan haar ontwikkeling te werken C.Pedagogisch competent Competentie Werkplan Resultaat Tijd Niveau 2 B3 en B4 Hoe ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks? Wanneer klaar? Nooit Verklaren waarom ik kies voor een bepaalde methode. Door lessen in Praktische Ontwikkelings Psychologie te volgen en op stage er aandacht aan besteden. De student kan haar pedagogische opvatting verantwoorden Nooit Met leerlingen in deze zin omgaan. De feedback van leerlingen verwerken in mijn lessen Geeft ruimte aan de inbreng van leerlingen. Door daar tijdens mijn stage aandacht aan te besteden. Door leerlingen de vrijheid te kunnen geven, om te zeggen of ze de lessen als zinvol Nooit Zorgen dat ieder kind het gevoel krijgt dat hij of zij de opdracht aankan. Nooit Een veilige leeromgeving creëren met behulp van de leerlingen. beschouwen. Houdt in de opdracht rekening met verschillen Door te zorgen dat er in de lessen ruimte is bij leerlingen voor extra aandacht voor kinderen die het lastig vinden, maar ook voor extra opdrachten voor kinderen die het makkelijk vinden.(differentiatie op niveau) Creatie veilige leeromgeving Zorgen dat kinderen prettig kunnen werken aan hun opdracht, met goed materiaal. Ook onderling samenwerken bevorderen om de sociale cohesie te verbeteren. (didactische werkvormen invoeren zoals Over een paar jaar. Een eigen methode om het sociaal klimaat te verbeteren. samenwerkingsopdrachten of duo's etc.) Door kinderen zowel indiviueel en als groep aan te spreken. Ook klassikale gesprekken bevorderen en zorgen dat iedereen aan het woord komt. Door te doen en eventueel te verifiëren bij de leerling. Door mij te verdiepen in de meest veel voorkomende gedragsprobelemen zoals Onderzoekt en toetst mogelijkheden om het sociaal klimaat te verbeteren? Ontwikkelings- gedragsproblemen herkennen. In beknopte zin weten hoe ik hier mijn onderwijsbenadering aan moet aanpassen Herkent en benoemt ontwikkelings- en gedragsproblemen bij leerlingen 2 16

AD(H)D, PDD-NOS, autisme, dyslexie en discalculie en oppositionele gedragsstoornissen. D. Didactisch vermogen Competentie Werkplan Resultaat Tijd Niveau 2 D1 tm D3 Hoe ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks? Wanneer klaar? Maart 2014 Ik kan een lessenreeks ontwikkelen en uitvoeren. Door stage te volgen op het Altena College en met mijn Werkplaatsdocent mee te lopen en te oefenen. Door steeds te reflecteren op wat ik geschreven heb ontdekken of iets duidelijk is voor álle leerlingen. Lessen ook van feedback De student ontwerpt en voert (gedeeltelijke) lessen uit/variatie en heldere opbouw Maart 2014 In de les uitgaan van de belevingswereld van de leerling. Maart 2014 De zelfstandigheid van leerlingen bevorderen. voorzien door docent. Neemt de belevings- en ervaringswereld van leerlingen als Door me te verdiepen in wat de leerlingen bezig uitgangspunt houd. Daarnaast wil ik een opdracht kunnen maken die dusdanig aansluit op wat zij interessant vinden, zodat ze meer gemotiveerd zijn eraan te werken. (trends in de gaten houden) Bevordert de zelfstandigheid van leerlingen Door te zorgen dat ze tegen moeilijkheden aanlopen en ze daarop laten reflecteren d.m.v. analyseren, reflecteren en oplossen. Vooral vragen aan hen wat er fout gaat, in plaats van zelf met een aanname te komen. Februari 2012 Nog beter kunnen inspelen op de behoefte van leerlingen. Constateert en analyseert leerproblemen Door te constateren en door deelname aan de kindbesprekingen met collega s. (Hoe constateer je leerproblemen?) E. Interpersoonlijk vermogen Competentie Werkplan Resultaat Tijd Niveau 2 E 1 tm E3 Hoe ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks? Wanneer klaar? 3 17

Maart 2014 Zorgen dat iedereen gemotiveerd is om aan de opdracht te werken door een De student toont betrokkenheid en enthousiasme Door mij sociaal op te stellen en te laten zien dat ik graag wil leren. Ik neem zelf initiatief en probeer goede punten (die ik van de leraar afkijk) Nooit. positieve houding. Duidelijk kunnen communiceren d.m.v. lichaamstaal en taal. Maart 2014 gelijk in de praktijk te brengen. Communiceert doelgericht voor een groep, verbaal en non Door te oefenen en te reflecteren. Hoe is mijn verbaal lichaamstaal en hoe komt die over. Wat voor dingen zeg ik die een positief of negatief effect hebben op leerlingen. Corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag Leerlingen belonen die zich inzetten en leerlingen Duidelijke houding en gezag uitstralen door houding en woord. proberen te motiveren die zich niet goed inzetten. Ze duidelijk terecht wijzen als ze iets niet doen. F. Vermogen tot samenwerken Competentie Werkplan Resultaat Tijd Niveau 2 F1 en F2 Hoe ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks? Wanneer klaar? Nooit. Feedback zien als verbeterpunten, en ze ook zo beschouwen en gebruiken. Niet zien als 'afkraken'. De student kan kritiek verwerken en ernaar handelen. Ik vraag altijd om feedback en reflectie. Wat er word gezegd altijd gelijk opschrijven en meenemen naar het volgende leermoment. Maart 2014 Een constructieve bijdrage leveren in een samenwerkingsverband en daarin verantwoordelijkheid nemen. Meelopen op excursies, leerlingen opvangen indien nodig. Helpen met open dagen etc. Levert een constructieve bijdrage aan een samenwerkingsproject en neemt verantwoordelijkheid 6. Omgevingsgerichtheid Competentie Werkplan Resultaat Tijd G1 tm G3 Hoe ga ik daar aan werken? Wat kan ik straks? Wanneer klaar? 4 18

5 Inspiratie opdoen uit andere kunstwerken en dit toepassen in mijn eigen kunst. Nooit De student gebruikt ter inspiratie andermans kunst. Ik wil graag mijzelf als doel stellen elke maand een expositie of een tentoonstelling te bezoeken en hier inspiratie uit opdoen. Eventueel door gebruik in de lessenreeks of inde organisatie van een activiteit. Door (het bezoeken van) culturele evenementen te verwerken in een lessenreeks. Culturele evenementen beoordelen vanuit educatief perspectief. Maart 2014 Culturele evenementen kunnen beoordelen op bruikbaarheid educatie. 19

Havo 5a CKV lokaal Eveline Smokers / Kua 11/12/04 1 (8:25-9:20) Abstract expressionisme en action painting begrijpen. Verschil leren horen tussen Jazz en Bebop muziek. Leren wat typerend is voor de COBRA beweging. Het leren maken van een action painting. - 16 leerlingen - Lokaal - Smartboard - Verwerking stof uit boek. Het duidelijk overbrengen van de stof door middel van een heldere, beknopte powerpoint. Het ordelijk kunnen begeleiden van een prakijk opdracht. Werken aan mijn persoonlijke houding voor de klas (niet gespannen, zenuwachtig ed.) 8:25 Klaarzetten van de P.P Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten de les beginnen. 8:30 Voor het bord gaan staan Halen hun tas van tafel Stilte creeeren zodat en om stilte manen. Ook leggen hun boeken open de les kan beginnen. opmerken dat tassen van op de juiste pagina. tafel moeten en de boeken open. 8:35 - Een stukje voorlezen uit Luisteren naar het verhaal Leerlingen op laten 8: 40 een blad, erna vragen reageren naderhand op starten en prikkelen stellen over hoe de ll het het verhaal d.m.v. om na te denken over zelf zien of vinden. discussie bepaalde levensvragen. 8:40 Presentatie Kijken naar de presentatie Het onthouden en be- - 9:00 maken evt aantekeningen grijpen van examenstof. stellen van vragen als iets niet duidelijk is. 9:00 Het uitleggen van de prak- Luisteren naar de opdr- Het beter begrijpen en tijkopdracht. acht. onthouden van examenstof. 9:05 - Leerlingen maken zelf een Maken van action painting Zie bovenstaande. 9:15 action painting. Ik kijk hoe ze het doen en geef tips en aanwijzingen. 9:15 Werk stilleggen, manen tot Ruimen hun spullen op Les afsluiten met een opruimen. en leggen hun werk in opgeruimd lokaal. het droogrek, gaan vervolgens weer op hun plek zitten. Zetten daarna kruk op tafel. 9:20 Bel gaat, leerlingen verlaten het lokaal. 20

Havo 3a CKV lokaal Eveline Smokers / Beeldende vorming 18/12/04 2 (9:20-10:50) Leerlingen de nieuwe opdracht uitleggen a.d.h.v P.P. 10 plaatjes zoeken op basis van de vertelde karakters. 2 duidelijke ontwerptekeningen maken voor masker. Zelfstandig werken. - 29 leerlingen - Lokaal - Kleurpotloden, stiften e.d. - Smartboard - Computerlokaal, papier klaarleggen. Aan de hand van een Powerpoint presentatie met duidelijke en verhelderende beelden een opdracht uitleggen. Orde houden in de klas tijdens de P.P. Aansturen tot werken. 8:25 Klaarzetten van de P.P Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten de les beginnen. 8:30 Voor het bord gaan staan Halen hun tas van tafel Stilte creeeren zodat en om stilte manen. Ook de les kan beginnen. opmerken dat tassen van tafel moeten. 8:35 - Presenteren, uitleggen wat Luisteren en bekijken de Uitleggen van de opdracht 8: 40 de nieuwe opdracht in- presentatie, stellen zodat ze aan de slag kunnen. houd en hoe de les eruit 8:55 - Rondlopen in het lokaal, Zoeken plaatjes, maken D.m.v. voorbeelden eigen 10:40 vragen beantwoorden en van schetsen en ideeen. beelden kunnen realiseren. orde houden. 10:40- Het werk stilleggen, voor in Luisteren naar de centrale Het ordelijk houden van 10:45 de klas gaan staan en opmerkingen en gaan het lokaal en de les rustig vertellen dat het tijd is, de hun spullen opruimen en afsluiten. ll wijzen op het schoon- blijven bij hun plek tot de maakrooster en degene bel gaat. Zetten hun kruk die erop staan benoemen. op tafel. 10:50 Bel gaat, leerlingen verlaten het lokaal. 21

Havo 4b CKV lokaal Eveline Smokers / CKV 11/12/04 1 (13:10-14:00) Het uitleggen van de nieuwe opdracht. Ll kunnn zelfstandig aan de slag na de uitleg. Ll kunnen a.d.h.v. een idee een poster ontwerpen. Ll begrijpen het nut van typografie, beeld, vorm & kleur. - 23 leerlingen - (Kleur)potloden, verf, kwasten. - Lokaal - Papier (a3) - Smartboard - Nieuwe opdracht uitleggen. Het duidelijk overbrengen van de stof door middel van een heldere, beknopte powerpoint. Het ordelijk kunnen begeleiden van een prakijk opdracht. Werken aan mijn persoonlijke houding voor de klas (niet gespannen, zenuwachtig ed.) Op niveau corrigeren. 13:10 Klaarzetten van de P.P Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten de les beginnen. 13:15 Voor het bord gaan staan Halen hun tas van tafel Stilte creeeren zodat en om stilte manen. Ook en stoppen met praten. de les kan beginnen. opmerken dat tassen van tafel moeten. 13:17 - Nieuwe opdracht uitleggen Luisteren naar de uitleg Uitleggen wat er van hen 13:25 en stellen vragen indien verwacht wordt en wat er nodig. deze les gedaan wordt. 13:25 Ik blijf centraal in de klas Brainstormen op papier Kunnen een opdracht staan als aanpreekpunt Bedenken een originele omzetten in een concreet voor vragen en loop rond. uiting en schetsen dit. beeldende schets. 13:54 Centrale aandacht vragen Leggen werk neer en Afsluiten van de les d.m.v. en wijzen op tijd en het luisteren/kijken naar mij. opruimen en evt. mededelingen doen. schoonmaakrooster. 13:55 Maan ll bij hun plek te Ruimen op (volgens het Ordelijk de les afsluiten en het lokaal blijven staan als zij klaar schoonmaakrooster) en netjes achterlaten. zijn met opruimen en be- blijven op hun plek staan antwoord nog evt. vragen. tot de bel gaat. 14:00 Bel gaat, leerlingen verlaten het lokaal. 22

Havo 3a CKV lokaal Eveline Smokers / Beeldende vorming 08/01/2014 2 (9:20-10:50) Ll kunnen zelfstandig plaatjes zoeken aansluitend bij de opdracht. Ll kunnen na uitleg zelfstandig aan het werk. Ll kunnen ideeen uitwerken in concrete schetsen. - 29 leerlingen - (Kleur)potloden, verf, kwasten. - Lokaal - Papier - Smartboard Het starten van een les en ll aansporen tot werken. Het beantwoorden van vragen, rond blijven lopen en controleren. Zorgen dat ik niet te lang bezig blijf met een ll, en als ik met iemand bezig ben, het goed blijven rondkijken tijdens helpen. 9:20 Klaarzetten van de lesbrief Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten de les beginnen. en ll tot stilte manen. en nemen hun plek in. Opmerken dat tassen van Halen hun tas van tafel Stilte creeeren zodat tafel moeten. en stoppen met praten. de les kan beginnen. 9: 25 Opdracht nog even snel Luisteren naar de uitleg Uitleggen wat er van hen bespreken/doornemen en en stellen vragen indien verwacht wordt en wat er aanmanen tot werken. nodig. deze les gedaan wordt. 9:30 - Ik blijf centraal in de klas Gaan verder met plaatjes Kunnen een idee 10:40 staan als aanpreekpunt zoeken en gaan verder of omzetten in een concreet voor vragen en loop rond beginnen met schetsen. beeldende schets. en help, beantwoord vragen e.d. 10:42 Centrale aandacht vragen Leggen werk neer en Afsluiten van de les d.m.v. en wijzen op tijd en het luisteren/kijken naar mij. opruimen en evt. mededelingen doen. schoonmaakrooster. 10: 43 Maan ll bij hun plek te Ruimen op (volgens het Ordelijk de les afsluiten en het lokaal blijven staan als zij klaar schoonmaakrooster) en netjes achterlaten. zijn met opruimen en be- blijven op hun plek staan antwoord nog evt. vragen. tot de bel gaat. 10:50 Bel gaat, leerlingen verlaten het lokaal. 23

Havo 5a CKV lokaal Eveline Smokers / KUA 15/01/2014 1 (8:25-9:20) Ll kunnen a.d.h.v. een PP de lesstof bestuderen en verder uitwerken/bestuderen. Begrijpen de impact/ontwikkeling van radio, tv en reclame met betrekking tot kunstgeschiedenis. - 16 leerlingen - Lokaal - Smartboard Proberen meer structuur in de les te brengen. Duidelijk en gestructureerd presenteren. Strenger en duidelijker corrigeren. 8:25 Klaarzetten van de P.P Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten de les beginnen. en ll tot stilte manen. en nemen hun plek in. 8:30 Opmerken dat tassen van Halen hun tas van tafel Stilte creeeren zodat tafel moeten en boeken. en stoppen met praten. de les kan beginnen. open. 8:35 Dagopening met stukje Luisteren naar het ver- Leerlingen activeren. voorlezen en vragen stellen. haal en geven opmerkingen en stellen vragen. 8: 45 Presentatie met betrekking Luisteren en kijken naar Het opnemen, begrijpen tot ontwikkeling van tv, de presentatie. Mogen en onthouden van examenstof. radio en reclame. vragen stellen of opmerkingen maken. 9:15 Afronding presentatie, Mogen hun spullen op- Afsluiting van de les. mogelijkheid tot vragen ruimen en zetten hun en algemene opmerkingen. kruk op tafel. 9:20 Bel gaat, leerlingen verlaten het lokaal. 24

Havo 3a CKV lokaal Eveline Smokers / Beeldende vorming 15/01/2014 2 (9:20-10:50) Ll kunnen a.d.h.v. een idee een goed uitgewerkte schets maken. Ll kunnen in de schets rekening houden met materiaalkeuze en kunnen dit laten zien. - 29 leerlingen - Papier - Lokaal - Tekenmateriaal - Smartboard - Lijm e.d. Kort aanhalen wat vorige week gedaan is, wat nu de bedoeling is. Duidelijk aangeven wat ik verwacht dat deze les gebeurt. Zorgen dat ik meer zichtbaar ben in de klas (d.m.v. fellere kleding, of hardere stem). 9:20 Klaarzetten van de opdr Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten kan de les beginnen. op het Smartboard. en nemen hun plek in. 9:25 Kort aanhalen wat vorige Luisteren, stellen vragen Zorgen dat ll aan de slag week gedaan is en wat ik en geven opmerkingen. kunnen zonder vragen. nu van hen verwacht. 9:30 Geef het startsein, blijf Pakken hun materialen en Gaan schetsen uitwerken. centraal staan voor evt. gaan aan het werk. vragen. Loop hele les rond en geef opmerkingen, kritiek, corrigeer en help. 10:45 Ga centraal staan, laat ll Luisteren, gaan opruimen Het afsluiten van de les het werk neerleggen en en blijven vervolgens op en het netjes achterlaten zet het schoonmaakrooster hun plek staan wachten van het lokaal. op het Smartboard.Spoor tot de bel gaat.zetten hun ze aan tot opruimen. krukken op tafel. 9:20 Bel gaat, leerlingen verlaten het lokaal. 25

Havo 4b CKV lokaal Eveline Smokers / CKV 15/01/2014 1 (13:10-14:00) Ll kunnen een concreet idee vertalen naar een poster en verwerken de criterea uit de lesbrief hierin. Ll kunnen zelfstandig een duidelijke en sprekende poster ontwerpen voor een cultuur instelling. - 23 leerlingen - Papier - Lokaal - Tekenmateriaal - Smartboard - Lijm e.d. Kort aanhalen wat vorige week gedaan is, wat nu de bedoeling is. Duidelijk aangeven wat ik verwacht dat deze les gebeurt. Zorgen dat ik meer zichtbaar ben in de klas (d.m.v. fellere kleding, of hardere stem). Assertiever zijn dan vorige keer en zin doordrukken door herhalen. 13:10 Klaarzetten van de opdr Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten kan de les beginnen. op het Smartboard. en nemen hun plek in. 13:12 Kort aanhalen wat vorige Luisteren, stellen vragen Zorgen dat ll aan de slag week gedaan is en wat ik en geven opmerkingen. kunnen zonder vragen. nu van hen verwacht. 13:15 Geef het startsein, blijf Pakken hun materialen en Gaan schetsen uitwerken. centraal staan voor evt. gaan aan het werk. vragen. Loop hele les rond en geef opmerkingen, kritiek, corrigeer en help. 13:55 Ga centraal staan, laat ll Luisteren, gaan opruimen Het afsluiten van de les het werk neerleggen en en blijven vervolgens op en het netjes achterlaten zet het schoonmaakrooster hun plek staan wachten van het lokaal. op het Smartboard.Spoor tot de bel gaat.zetten hun ze aan tot opruimen. krukken op tafel. 14:00 Bel gaat, leerlingen verlaten het lokaal. 26

Havo 5a CKV lokaal Eveline Smokers / KUA 22/01/2014 1 (8:25-9:20) Ll kunnen a.d.h.v. een PP zelfstandig de stof bestuderen en hieruit leren. Ll maken kennis met massacultuur, Britse pop en nouveau Realiste en kunnen dit in de tijd plaatsen. - 16 leerlingen - Power Point - Lokaal - Smartboard Kort aanhalen wat vorige week gepresenteerd is en waar we nu mee verder gaan. Duidelijk aangeven wat ik verwacht dat deze les gebeurt. Zorgen dat ik meer zichtbaar ben in de klas (d.m.v. fellere kleding, of hardere stem). 8:25 Klaarzetten van de P.P Komen het lokaal binnen Zodra ll zitten kan de les beginnen. op het Smartboard. en nemen hun plek in. 8:30 Wederom opmerken dat Halen hun tassen van tafel Overzicht, ll kunnen zo alle tassen van tafel en openen hun boeken. niet op hun mobieltjes moeten en zij hun boek kijken of iets anders doen. open moeten slaan op de betreffende pagina. 8:32 Dagopening met stukje Luisteren naar het ver- Leerlingen activeren. voorlezen en vragen stellen. haal en geven opmerkingen en stellen vragen. 8:40 Geeft presentatie d.m.v. Luisteren naar de presen- Het verwerken en opnemen stof uit het boek, in combi- tatie en stellen vragen of van examenstof. natie met filmpjes e.d. geven opmerkingen. 9:15 Afronding presentatie en Stellen vragen, noteren Afronding van de les en beantwoord nog evt. het huiswerk. het niet vergeten van huiswerk. vragen en geef huiswerk. 9: 17 Krukken op de tafel Ll zetten de krukken op Ordelijkheid voor de volgende groep. de tafel. 9:20 Bel gaat, leerlingen verlaten het lokaal. 27