Sociaal Statuut Rita Koens Bestemd voor Waterbedrijf Groningen versie Versie 1.0

Vergelijkbare documenten
BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Leidraad bij reorganisaties

Sociaal Statuut voor de samenwerking Gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis

22 REGELS BIJ REORGANISATIE

SOCIAAL STATUUT MEDEWERKERS CENTRUM VOOR MUZIEK EN DANS WAALWIJK - HEUSDEN

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Sociaal Plan. In het kader van organisatieveranderingen bij N.V. Oasen te GOUDA. Oasen Nieuwe Gouwe O.Z. 3 Postbus AC GOUDA

Cao Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen per 1 januari 2017

SOCIAAL PLAN Zorgcentrum Horizon

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Ten behoeve van opvang van nadelige personele consequenties als gevolg van E.ON 2.0 alsmede stopzetting van de elektriciteitsproductie van de EFG

SOCIAAL PLAN 24 februari september 2014

Synergorî allemaal kansen

SOCIAAL PLAN 01 JULI JULI 2014 ZIUT

Sociaal Plan In verband met definitieve instelling Regionaal Bureau Leerplicht. gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Woerden

Sociaal Plan Larcom 2014

Leidraad bij reorganisaties

SOCIAAL STATUUT ABILITY VOOR AMBTELIJKE MEDEWERKERS EN VOOR MEDEWERKERS DIE OP BASIS VAN EEN ARBEIDSOVEREENKOMST DE CAR-UWO VOLGEN

BIJLAGE 5: SOCIAAL STATUUT VAN DE GEMEENTE HARDERWIJK

Addendum behorend bij Sociaal Plan (1 januari januari 2015) 6 maart 2015

Voor de toepassing van de sociale leidraad wordt verstaan onder:

CVDR. Nr. CVDR98200_2

Sociaal Plan 1 maart maart 2013 N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ

Sociaal Plan Stichting Baanderij en Werkstad B.V. en Wedeka Bedrijven. Sociaal Plan. Ten behoeve van

Sociaal Statuut Wedeka Bedrijven. Voor ambtelijke medewerkers. 1 januari januari 2018

Sociaal Plan Stichting Kunstencentrum Jerusalem

Magentazorg. Addendum. Doorlopend Sociaal Plan tot 1 juli 2015

Sociaal Convenant 28 juni 2018

ONDERHANDELAARSAKKOORD ONDERHANDELAARSAKKOORD ONDERHANDELAARSAKKOORD

SOCIAAL PLAN VERSIE 1.2 SOCIAAL PLAN. ten behoeve van interne reorganisaties. Stichting Maatschappelijke Opvang Verdihuis Oss

SOCIAAL PLAN EMCO-GROEP. Voor Wsw-medewerkers. 1 maart januari Business Post

SOCIAAL KADER

Sociaal Plan 1 februari juli 2017 N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ

SOCIAAL PLAN. De ondergetekenden, 1. Stichting De Zuidwester, gevestigd te Etten-Leur. enerzijds en

Artikel 9 Herplaatsing

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks

Samenvatting. SOCIAAL PLAN `van werk naar werk` DUTCHMEDIA PUBLICATIE

Sociaal Plan LeerWerkbedrijf EmmenN.V.

SOCIAAL PLAN DE WEVER OKTOBER OKTOBER 2020

Sociaal statuut gemeente LEUDAL: van werk naar werk. Leudal als werkgever: Blijvend investeren in duurzame inzetbaarheid

[SOCIAAL STATUUT]. Gemeente Vlaardingen. Sociaal Statuut gemeente Vlaardingen Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op?.

SOCIAAL PLAN STICHTING MEE ZHN

*Z0744C427C7* Sociaal Statuut gemeente Goeree-Overflakkee

Zutphen, december Sociaal Statuut Delta

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Model Sociaal Statuut 1

SOCIAAL STATUUT ABILITY VOOR SW-MEDEWERKERS

Bijlage 4 bij de adviesaanvraag Bijzondere Ondernemingsraad. Versie met voorgestelde aanpassingen uit projectteam, directieteam en P&O werkgroep.

GEMEENTEBLAD. Nr Sociaal Statuut Gemeente Heemstede Artikel 1:1 Definities In dit sociaal statuut wordt verstaan onder: 19 januari 2016

Sociaal Plan Alliander 1 november november 2016

CVDR. Nr. CVDR360758_3. Sociaal statuut gemeente Kampen

Concept Sociaal plan privatisering Zwembad t Baafje

Overgangsprotocol regelende de plaatsing van medewerkers van de stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR) bij de NV PWN Waterleidingbedrijf

B&W-Aanbiedingsformulier

Reglement Centrale Bezwaarcommissie Sociaal Plan 1 mei 2013 t/m 31 december 2015

Sociaal statuut van de gemeente Olst-Wijhe 2014

Sociaal plan DSM NL Services B.V. 1 april 2018 tot en met 31 maart 2023

Sociaal Plan. Principeakkoord

CONCEPT SOCIAAL PLAN - Stichting Boog

ABVAKABO FNV. Algemeen directeur XXXX

Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

CONCEPT SOCIAAL PLAN SMO HELMOND

SOCIAAL PLAN STEDELIJK JONGERENWERK UTRECHT (onderhandelaarakkoord)

Regeling bezoldiging gemeente Nieuwkoop 2011

Sociaal Plan DELTA Biovalue Nederland BV Augustus 2010

Sociaal Plan RELX Groep

Sociaal Plan Stichting Isala klinieken Van werk naar werk

Sociaal Statuut Herindeling gemeente Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Sociale regeling in het kader van de Reorganisatie van Schouwburg Almere. December Sociale regeling. Versie 3 d.d. december 2011 Pagina 1 van 8

VERTROUWELIJK. Sociaal Plan. Reorganisatie Bureau Jeugdzorg Drenthe

Regeling begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. maken bekend dat door Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 23 juni 2015, nr. A.17, is vastgesteld hetgeen volgt:

Gemeente Borger-Odoorn, Sociaal Statuut vastgesteld.

Sociaal Plan Omnia Wonen

Leidraad bij reorganisaties

3. - De ABVAKABO FNV gevestigd te Zoetermeer - De CNV Publieke Zaak gevestigd te s Gravenhage

SOCIAAL PLAN. enerzijds en. namens. de Vereniging ABVAKABO / FNV, de heer P. Weijland. CNV Publieke Zaak, de heer F. Doedens.

Sociaal Plan Alliander

FNV Bouw, gevestigd te Woerden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C. van der Veer;

CONCEPT. Sociaal Plan Overdracht Algemeen Maatschappelijk Werk Zuidwest-Drenthe

SOCIAAL PLAN 1 januari januari 2015

SOCIAAL PLAN REINIER DE GRAAF GROEP JUNI 2010 JUNI 2013

Sociaal Plan Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren

Addendum behorende bij het Sociaal Plan ten behoeve van de fusie en reorganisatie van de stichting Libertas Leiden en betrekking hebbend op de

DOORLOPEND SOCIAAL PLAN. ten behoeve van reorganisaties binnen Accolade Zorggroep

Ontwerpbesluit van houdende voorwaarden waaronder de transitievergoeding niet verschuldigd is (Besluit overgangsrecht transitievergoeding)

Addendum Doorlopend Sociaal Plan. Stichting Eleos

PROVINCIAAL BLAD. Gezien de in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden bereikte overeenstemming over deze wijziging;

Sociale leidraad Alescon voor ambtelijke medewerkers 1 maart januari 2015

Sociaal statuut. Waterschap Rijn en IJssel

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer

1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap

ANWB B.V., gevestigd te Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer O. Bouman enerzijds, hierna te noemen ANWB,

Sociaal Plan Clavis

Sociaal kader GR RUD LN (2017)

PRINCIPE AKKOORD SOCIAAL KADER. Nederlandse Rode Kruis. 1 juni 2015 tot en met 31 december 2017

Het ontslagrecht per 1 juli 2015

Transcriptie:

Sociaal Statuut 2017 Rita Koens Bestemd voor Waterbedrijf Groningen versie 1.0 1

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Definities... 5 3 Plaatsing medewerkers... 7 3.1 Organisatie & Formatie plan (O&F plan)... 7 3.2 Plaatsing medewerkers... 7 3.3 Voordracht medewerkers... 8 3.4 Vaststellen O&F plan... 8 3.5 Financiële consequenties plaatsing in functie... 8 4 Boventalligheid... 9 4.1 Boventalligheidsverklaring... 9 4.2 Van Werk naar Werk traject (VWNW)... 9 4.3 Salariëring Mobiliteitsbureau... 11 4.4 Beëindiging arbeidsovereenkomst... 11 5 Bezwarenprocedure... 11 5.1 Bezwarencommissie... 11 5.2 Taak en Rol bezwarencommissie... 12 5.3 Bezwaarschrift procedure... 12 5.4 Oordeelsvorming... 12 5.5 Rapportage... 12 5.6 Beslissing... 12 5.7 Bezwaarschrift volgens Hoofdstuk 15 WWB-CAO... 13 6 Hardheidsclausule... 13 7 Inwerkingtreding en looptijd Sociaal Statuut... 13 2

1 Inleiding Dit Sociaal Statuut heeft als doel om de uitgangspunten en de rechtspositionele waarborgen vast te leggen die nodig zijn om de personele gevolgen van een wijziging of inkrimping van N.V. Waterbedrijf Groningen (hierna WBGr) op een sociaal verantwoorde manier te regelen. Werkingssfeer Dit Sociaal Statuut is van toepassing indien door werkgever wordt voorgesteld verandering te brengen in de inrichting van enige organisatieonderdeel, een wijziging in de behoefte aan arbeidskrachten daaronder begrepen. Bij een wijziging of inkrimping van de organisatie zal WBGr zich inspannen om boventalligheid van medewerkers zoveel mogelijk te voorkomen. Als er desondanks (een) medewerker(s) boventallig word(t)(en) verklaard, dan is het de gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en de betrokken medewerker om zich in te zetten om van werk naar werk te komen. Medewerkers van wie vanwege andere redenen de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd bijvoorbeeld wegens disfunctioneren of het regulier beëindigen van de aanstelling van rechtswege, vallen niet onder dit Sociaal Statuut. Medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die deel uitmaken van een organisatiewijziging kunnen conform artikel 4.2.4 wel een beroep doen op het Sociaal Statuut. Uitgangspunten 1. Bij organisatieveranderingen zal werkgever, zich inspannen om boventalligheid van medewerkers te voorkomen. 2. Wanneer tot een organisatieverandering is besloten, wordt gestart met de plaatsing van de betrokken medewerkers in de functies in de nieuwe organisatie. Deze plaatsing vindt in eerste instantie plaats aan de hand van het criterium mens volgt functie 3. Medewerkers die niet in een functie binnen de formatie van de nieuwe organisatie kunnen worden geplaatst, worden boventallig verklaard. 4. Indien medewerkers boventallig worden, dan is het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en de betrokken medewerker om te zorgen dat de boventalligheid zo spoedig mogelijk wordt opgeheven. 5. In geval van vrijgekomen interne vacatureruimte waarbij de gevraagde kennis, ervaring en deskundigheid matcht met een boventallige of als de functie binnen een periode van twaalf maanden passend zal zijn waarbij er sprake is van een bandbreedte van maximaal één salarisschaal, heeft een boventallige voorrang boven de overige medewerkers van Waterbedrijf Groningen. 6. Vanuit de organisatie wordt begeleiding van werk naar werk (VWNW) geboden aan boventallige medewerkers. Het opstarten van VWNW traject heeft ten doel dat de medewerker ander passend werk vindt. Onder ander passend werk verstaan we dat dit binnen of buiten de organisatie kan zijn. 3

7. Medewerkers hebben een eigen verantwoordelijkheid om te zorgen dat ze adequaat toegerust zijn of worden voor het verrichten van (nieuwe) werkzaamheden. Dit betekent dat ze in overleg met hun leidinggevende ook zelf het initiatief nemen tot het volgen van opleidingen, trainingen e.d. Dit Statuut is overeengekomen tussen N.V. Waterbedrijf Groningen, hierna genoemd Werkgever, en de vakverenigingen FNV (Publiek Belang) en CNV Publieke Diensten. 4

2 Definities Werkgever N.V. Waterbedrijf Groningen. Medewerker (werknemer) Degene die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft met werkgever en op wie de WWB- CAO van toepassing is, of op wie dit Sociaal Statuut schriftelijk van toepassing is verklaard. Reorganisatie Wijziging van de organisatie waarover de Ondernemingsraad op basis van de Wet op de Ondernemingsraden adviesrecht heeft. Functie Het geheel (samenstel) van werkzaamheden welke aan de medewerker kan worden opgedragen. Ongewijzigde functie Een functie die na de organisatiewijziging voor in ieder geval 2/3 deel bestaat uit hetzelfde geheel (samenstel) van werkzaamheden. Vervallen functie Functie waarvan de taken en werkzaamheden in deze samenstelling zijn komen te vervallen. Gewijzigde Functie Een samenstel van werkzaamheden welke voor meer dan 1/3 is gewijzigd na de organisatieverandering door bijvoorbeeld herverdeling van taken over verschillende functies. Nieuwe functie Een samenstel van werkzaamheden welke niet bestond voor de organisatiewijziging. Passende functie Een functie welke de medewerker gezien zijn 1 werk- en denkniveau, zijn persoonlijke omstandigheden en de voor hem bestaande, objectief vast te stellen, vooruitzichten in redelijkheid kan worden toegekend en waarbij geldt dat die functie niet meer dan één salarisschaal lager is gewaardeerd dan de functie die hij laatstelijk heeft vervuld. Sleutelfunctie Een functie die door directie is aangewezen als zijnde van cruciaal belang voor de organisatieinrichting en die een zodanige positie in de organisatie inneemt dat competenties van de functievervuller bepalend zijn voor die functie. Een sleutelfunctionaris vervult een bijzondere positie zodat besloten kan worden dat hiervoor geen automatische plaatsing zal plaatsvinden maar er sprake zal zijn van selectie. 1 Waar hij/hem staat kan ook zij/haar worden gelezen. 5

Uitwisselbare functie Functies die onderling bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel (plaatsing) naar aard, functieinhoud en functieniveau, resultaatsgebieden en competenties als uitwisselbaar worden beschouwd omdat ze als wederkerig vergelijkbaar en gelijkwaardig worden beschouwd. Geschikte functie Een functie die geen passende functie of nieuwe functie is, maar die door de werkgever wordt aangeboden en die de medewerker bereid is te vervullen. (Her)plaatsen Het na een organisatieverandering plaatsen van een medewerker in een (on)gewijzigde, nieuwe, uitwisselbare, passende of geschikte functie. Plaatsingsprocedure Het totale proces van (her)plaatsen van een medewerker in het kader van een organisatieverandering, in een (on)gewijzigde, nieuwe, uitwisselbare, passende of geschikte functie, binnen of buiten de organisatie. Boventallig verklaarde medewerker De medewerker die in het kader van een plaatsingsproces niet geplaatst is op een functie, en dus boventallig verklaard is. Mobiliteitsbureau De begeleiding van boventallige medewerkers is belegd bij het Mobiliteitsbureau. Het Mobiliteitsbureau maakt deel uit van de afdeling HR waarbij een of meer HR adviseur(s) als mobiliteitsadviseur fungeren. Via het mobiliteitsbureau wordt beoordeeld of werknemer zich op basis van het opgestelde mobiliteitscontract voldoende inspant voor het vinden van een ander werk. HR sluit hiervoor met een drietal bureaus een raamovereenkomst af waarin de mobiliteitsbegeleiding van boventallige medewerkers is vastgelegd. Mobiliteitscontract Het mobiliteitscontract is een schriftelijk document waarin de gemaakte afspraken de boventallige medewerker(s) met betrekking tot activiteiten gericht op het vinden van een ander werk zijn vastgelegd. Interne toetsingscommissie Een interne commissie welke door werkgever wordt ingericht. Deze commissie toetst de plaatsingslijst opgesteld door de leidinggevenden van de desbetreffende organisatieonderdelen. In deze commissie zullen de volgende personen deelnemen: a. Een Sectormanager van een andere sector dan het desbetreffende organisatieonderdeel. b. Een HR adviseur. c. Een leidinggevende derde echelon. d. Een medewerker of OR lid. 6

Bezwarencommissie 2 Commissie die bezwaarschriften met betrekking tot plaatsing van medewerkers behandelt. De bezwarencommissie is als volgt samengesteld: a. Eén persoon aan te wijzen door werkgever. b. Eén persoon aan te wijzen door de vakverenigingen. c. Eén door beide onder a en b bedoelde personen aan te zoeken persoon als voorzitter. Werk naar werk (VWNW) Medewerkers worden met hulp van daartoe aangewezen mobiliteitsadviseurs en/of outplacementbureaus begeleid naar een nieuwe functie binnen of buiten de organisatie. Uitgangspunt is het bieden van optimale ondersteuning bij de toegang tot de arbeidsmarkt. 3 Plaatsing medewerkers 3.1 Organisatie & Formatie plan (O&F plan) 3.1.1 Ter implementatie van een wijziging of inkrimping van de personele bezetting bij werkgever is werkgever verantwoordelijk voor het opstellen van een O&F plan. 3.1.2 In dit O&F plan is opgenomen de oude organisatie structuur inclusief formatieplaatsen, de nieuwe organisatiestructuur inclusief formatieplaatsen en dit op basis van: Ongewijzigde functie. Gewijzigde functie. Nieuwe functie. 3.1.3 Werkgever vraagt conform het hierover bepaalde in de WOR aan de OR advies bij een voorgenomen organisatiewijziging waarbij een O&F plan een onderdeel kan vormen van het totale reorganisatieplan. 3.2 Plaatsing medewerkers 3.2.1 Plaatsing van medewerkers in ongewijzigde functies vindt primair plaats op basis van mens volgt functie. 3.2.2 Als er voor een functie meer medewerkers zijn dan formatieplaatsen dan vindt plaatsing plaats op basis van het afspiegelingsbeginsel conform de daarvoor geldende beleidsregels van het UWV. Hierbij worden vier leeftijdsgroepen gehanteerd te weten: 1. 15 tot 35 jaar. 2. 35 tot 45 jaar. 3. 45 tot 55 jaar. 4. 55 jaar en ouder. 2 Zie hiervoor ook artikel 5.1.1 7

3.2.3 Voor iedere organisatiewijziging zal een peildatum worden vastgesteld welke gebruikt wordt bij het toepassen van het afspiegelingsbeginsel. De peildatum is de datum van het definitieve besluit van Directie tot de organisatiewijziging. 3.2.4 De afspiegeling binnen elke functie moet zodanig plaatsvinden, dat de procentuele leeftijdsopbouw voor en na de afspiegeling (zoveel mogelijk) gelijk blijft. Vervolgens wordt(en) binnen elke leeftijdsgroep de medewerker(s) met het kortste dienstverband(en) op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (het eerst) boventallig verklaard. 3.2.5 Voor de bemensing van gewijzigde en/of nieuwe functies wordt er een interne werving en selectie procedure. Hierbij wordt rekening gehouden met de geschiktheid van medewerkers voor de gewijzigde/nieuwe functie. De mate van geschiktheid wordt afgeleid van ervaring, opleiding, opleidingsniveau, competenties en vaardigheden. Als er intern geen geschikte kandidaat is voor een functie staat het werkgever vrij om extern te werven. 3.2.6 Leidinggevende posities en sleutelfuncties worden via een interne werving en selectieprocedure ingevuld. 3.3 Voordracht medewerkers 3.3.1 De Sectormanager van het desbetreffende organisatieonderdeel is op basis van de bepaling van dit statuut verantwoordelijk voor de voordracht aan de werkgever van de plaatsing van medewerkers en de eventueel noodzakelijke werving en selectie van nieuwe medewerkers. 3.3.2 De interne toetsingscommissie toetst de plaatsingslijst die op voordracht van de sectormanager(s) is opgesteld, betreffende de medewerkers betrokken bij een organisatieverandering. Dit geldt niet voor de medewerkers die in het kader van plaatsing in een leidinggevende- of een sleutelfunctie zijn geplaatst. 3.3.3 De interne toetsingscommissie wordt door werkgever ingericht. 3.4 Vaststellen O&F plan 3.4.1 Werkgever stelt aansluitend het O&F plan vast en draagt zorg voor de bevestiging en communicatie van de gevolgen hiervan aan de betreffende medewerkers. 3.5 Financiële consequenties plaatsing in functie 3.5.1 Bij plaatsing vindt indeling in het salarissysteem plaats aan de hand van de functiewaardering van de functie en de bij de functie horende salaristabel. 3.5.2 Indien een medewerker wordt geplaatst in een functie waarvan de schaalindeling lager is dan de schaalindeling van de oude functie dan geldt het volgende: Indien een medewerker wordt geplaatst in een passende functie met een lager salarisniveau, behoudt hij het salaris en het salarisperspectief waarop hij in de oorspronkelijke functie aanspraak had. 8

Het nieuwe salaris van medewerker wordt vastgesteld op het maximum van de nieuwe schaal. Het verschil tussen het feitelijke salaris uit de eerdere functie en de nieuwe functie wordt uitbetaald in de vorm van een persoonlijke toelage. De persoonlijke toelage volgt de salarisontwikkeling conform het bepaalde hieromtrent in de WWB-CAO. Deze salarisgarantie vervalt per direct als de werkgever aan de medewerker een passende functie aanbiedt waarvan het salarisniveau gelijk is aan dat van de oorspronkelijke functie waaraan de garantieaanspraak wordt ontleend en de werknemer dit plaatsingsaanbod zonder goede gronden weigert. Bij plaatsing in een functie waarvan de schaalindeling hoger is dan de schaalindeling van de oude functie dan geldt als datum van indeling naar de nieuwe schaal het moment van starten in de nieuwe functie. 3.5.3 Voor medewerkers, die als gevolg van plaatsing in een andere functie geen wachtdienst meer verrichten, geldt de afbouwregeling zoals vastgelegd in de bij werkgever geldende wachtdienstregeling. 4 Boventalligheid 4.1 Boventalligheidsverklaring 4.1.1 De medewerker die na de plaatsingsfase niet geplaatst is in een functie wordt boventallig verklaard. Deze boventalligheid wordt schriftelijk meegedeeld aan de medewerker. 4.2 Van Werk naar Werk traject (VWNW) 4.2.1 Het mobiliteitsbureau is verantwoordelijk voor de verdere begeleiding van de boventallige medewerker. De tussen medewerker en werkgever te maken afspraken over de begeleiding van werk naar werk worden vastgelegd in een mobiliteitscontract, zijnde het van werk naar werkcontract. 4.2.2 Het VWNW traject is gericht op het zo spoedig mogelijk herplaatsen van de medewerker in een passende of geschikte functie binnen of buiten de organisatie, of op het realiseren van een andere maatwerkoplossing. 4.2.3 De boventallig verklaarde medewerker heeft recht op een VWNW traject voor de periode van maximaal 16 maanden met een eventuele verlenging van vier maanden waarbij de totale duur van het traject maximaal 20 maanden zal bedragen. De periode van maximaal 20 maanden begint te lopen vanaf het moment dat de medewerker boventallig is verklaard. 4.2.4 Medewerkers met een aanstelling voor bepaalde tijd die niet tot de vastgestelde einddatum in hun eigen functie kunnen blijven, hebben in beginsel recht op het doorlopen van het VWNW traject voor maximaal de resterende duur van hun contract. 4.2.5 Het mobiliteitscontract is een dynamisch document dat tenminste één maal per drie maanden gezamenlijk wordt geëvalueerd en zo nodig bijgesteld of aangevuld. 9

4.2.6 Onderdeel van het mobiliteitscontract zijn in elk geval een realistisch zoekprofiel (wat wil je, wat kun je) en een actueel CV. Ondersteunende instrumenten hierbij kunnen zijn: Een competentiescan. Een loopbaanscan. Een loopbaancoach. 4.2.7 Het mobiliteitsbureau beoordeelt of medewerker zich op basis van het opgestelde mobiliteitscontract voldoende inspant voor het vinden van een andere functie, binnen of buiten de organisatie. 4.2.8 Onderbreken VWNW traject; wanneer een boventallig verklaarde medewerker voor bepaalde tijd kan worden geplaatst in een passende functie, maar het gebruik maken van die mogelijkheid met zich meebrengt dat er geen of onvoldoende uitvoering kan worden gegeven aan de VWNW contract, kan in overleg met de medewerker worden besloten om het (resterende deel van het) VWNW traject op te schorten totdat de plaatsing voor bepaalde tijd in de passende functie is afgelopen. 4.2.9 Conform artikel 7:673, lid 6 BW en artikel 2 van het Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding worden de volgende kosten uit activiteiten die voortvloeien uit dit Sociaal Statuut in mindering gebracht op de transitievergoeding indien deze van toepassing mocht zijn en voor zover het EB van de desbetreffende medewerker hiervoor niet toereikend is: Kosten voor (om)scholing. Kosten voor outplacement. Kosten van de loondoorbetaling van de volgens dit Sociaal Statuut geldende periode waarbij de werknemer gedurende de extra duur van de opzegtermijn is vrijgesteld van het verrichten van arbeid om zich volledig te kunnen richten op het vinden van een andere baan. Kosten voor activiteiten vanuit het mobiliteitscontract zoals competentiescan, loopbaanscan en loopbaancoach. 4.2.10 Werkgever zal de medewerker schriftelijk informeren wanneer de medewerker zich niet houdt aan de in het mobiliteitscontract vastgelegde afspraken. Werkgever zal hierbij de medewerker tevens meedelen binnen welke periode de medewerker weer aan de gemaakte afspraken moet voldoen. Als de medewerker zich dan nog niet houdt aan de in het mobiliteitscontract gemaakte afspraken, zal de werkgever disciplinaire maatregelen treffen met als uiterste consequentie het in gang zetten van een procedure ter ontbinding van de arbeidsovereenkomst met medewerker. 10

De maanden gedurende welke de medewerker recht heeft op begeleiding is gemaximeerd op: Leeftijd Diensttijd <3 dienstjaren 3 < 5 dienstjaren 5 <10 dienstjaren 10 < 15 dienstjaren Duur Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal <30 4 7 8 9 30 t/m 34 7 8 9 10 11 35 t/m 39 8 9 10 11 12 40 t/m 45 10 11 12 13 14 45 en ouder 12 13 14 15 16 > 15 dienstjaren 4.2.11 Als een medewerker die 10 jaar of langer in dienst bij Werkgever is, bij de werkgever kan aantonen dat hij een inspanning heeft gedaan om ander werk te vinden maar hierin twee maanden voor het bereiken van het einde van zijn VWNW periode welke is gestart na de schriftelijke verklaring van boventalligheid, nog niet is geslaagd, kan medewerker werkgever schriftelijk verzoeken om de plaatsing in het mobiliteitsbureau eenmalig met maximaal vier maanden te verlengen tot maximaal 20 maanden. 4.2.12 Werkgever beslist binnen 14 dagen schriftelijk op het verzoek van medewerker, hij zal positief besluiten tenzij hij met redenen omkleed kan onderbouwen waarom hij het verlengingsverzoek van medewerker afwijst. 4.3 Salariëring Mobiliteitsbureau 4.3.1 Bij plaatsing in het mobiliteitsbureau behoudt medewerker zijn laatstgenoten salaris en overige emolumenten op grond van de laatste functie die medewerker vervulde bij werkgever. 4.4 Beëindiging arbeidsovereenkomst 4.4.1 Als medewerker aan het einde van de begeleidingsperiode er niet in is geslaagd een andere werkgever te vinden dan wordt de arbeidsovereenkomst met medewerker door werkgever beëindigd via de wettelijk ontslagprocedure en hierbij behorende voorwaarden. 5 Bezwarenprocedure 5.1 Bezwarencommissie 5.1.1 De bezwarencommissie wordt als volgt samengesteld: a. één persoon aan te wijzen door Werkgever. b. één persoon aan te wijzen door de vakverenigingen. c. één door beide onder a en b bedoelde personen aan te zoeken persoon als voorzitter. 5.1.2 De leden van de bezwarencommissie zijn geen werkgever of medewerker geweest bij werkgever en/of rechtsvoorgangers van werkgever. 11

5.1.3 De bezwarencommissie regelt zelf zijn werkwijze en neemt alleen besluiten als alle drie leden aanwezig zijn. 5.1.4 Het secretariaat van de bezwarencommissie berust bij een door Werkgever aan te wijzen ambtelijk secretaris. 5.2 Taak en Rol bezwarencommissie 5.2.1 De bezwarencommissie heeft als taak het behandelen van bezwaren van medewerkers tegen besluiten van Werkgever op basis van dit Statuut. 5.3 Bezwaarschrift procedure 5.3.1 Als een medewerker zich niet kan verenigen met de toepassing van dit Statuut kan hij binnen drie weken na dagtekening van het door werkgever genomen besluit zijn bezwaar schriftelijk kenbaar maken bij de bezwarencommissie. Medewerker kan zich hierin laten bijstaan door een raadsman. Mocht de eigen verzekering niet voorzien in een vergoeding voor juridische bijstand, zal de werkgever deze kosten vergoeden tot een maximum van 500,-. 5.3.2 In geval van ziekte zal de looptijd van de bezwaartermijn worden opgeschort tot medewerker naar oordeel van de bedrijfsarts niet meer ziek is. 5.3.3 Medewerker ontvangt binnen twee weken na dagtekening van zijn bezwaarschrift een schriftelijke ontvangstbevestiging. 5.3.4 Tenminste drie weken voor de behandeling van een bezwaarschrift in de commissie worden alle op de zaak betrekking hebbende stukken door de secretaris in afschrift verstrekt aan de leden van de commissie en aan de medewerker en diens eventuele raadsman. 5.3.5 De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld zijn bezwaar te overstaan van de commissie mondeling toe te lichten, indien gewenst bijgestaan door een raadsman. 5.4 Oordeelsvorming 5.4.1 De commissie is bevoegd een ieder te horen die zij nodig acht voor een goede behandeling van het bezwaarschrift. 5.5 Rapportage 5.5.1 De bezwarencommissie adviseert binnen drie maanden na ontvangst van het bezwaarschrift schriftelijk aan de werkgever en stuurt tegelijkertijd het advies aan de medewerker. 5.6 Beslissing 5.6.1 De uiteindelijke beslissing op het bezwaar wordt genomen door werkgever binnen vier weken na ontvangst van het advies. 12

5.6.2 Indien dit besluit afwijkt van het advies van de bezwarencommissie, verstrekt werkgever de motivering voor deze afwijkende beslissing onverwijld aan de bezwarencommissie en de medewerker. 5.7 Bezwaarschrift volgens Hoofdstuk 15 WWB-CAO 5.7.1 Deze bezwaarschriftenprocedure komt in plaats van de procedure zoals beschreven in hoofdstuk 15 WWB-CAO, bijlage 8. 6 Hardheidsclausule 6.1 In gevallen waarin dit Sociaal Statuut niet expliciet voorziet, zal werkgever nadere maatregelen afspreken. 6.2 In gevallen waarin een onverkorte toepassing van het Sociaal Statuut zou leiden tot een individueel onredelijke en/of onbillijke situatie zal werkgever in een voor de werknemer gunstige zin afwijken van het Sociaal Statuut. 7 Inwerkingtreding en looptijd Sociaal Statuut 7.1. Dit Sociaal Statuut treedt in werking op 1 juli 2017. 7.2 Dit Sociaal Statuut vervangt de Leidraad bij reorganisaties 2011 en de uitwerking daarvan en kan worden aangehaald als Sociaal Statuut Waterbedrijf Groningen 2017. 7.3 Eerder toegekende rechten van medewerkers welke zijn gebaseerd op de eerdere Sociale Leidraad of Sociaal Statuut blijven bestaan. 7.4 De looptijd van dit Sociaal Statuut is drie jaar tot 1 juli 2020. 7.5 Drie maanden voor afloop van de Sociaal Statuut wordt met betrokken vakbonden overleg gepleegd over het eindigen, verlengen of het afsluiten van een nieuw Sociaal Statuut. 7.6 Wanneer per 1 juli 2020 naar aanleiding van het overleg genoemd in 7.5 geen nieuwe afspraken of Sociaal Statuut wordt overeengekomen de met betrokken vakbonden, eindigt dit Sociaal Statuut. 7.7 In geval van veranderde wet- en regelgeving kunnen partijen het Sociaal Statuut op de nodige punten aanpassen. 7.8 Bij zwaarwegende organisatieomstandigheden kunnen partijen het Sociaal Statuut opzeggen. In dat geval hebben de partijen een gezamenlijke inspanningsverplichting om te komen tot nieuwe afspraken. 13

Aldus overeengekomen te Groningen en in drievoud ondertekend op 2017 N.V. Waterbedrijf Groningen FNV (Publiek Belang) CNV Publieke Diensten Mw. R.A. Zwart Mw. L. Groen Dhr. A. Reijgersberg 14