Collegevoorstel Inleiding: Eind maart 2008 zijn twee verzoeken om handhaving ingekomen om op te treden tegen de bestaande bedrijfsactiviteiten op het perceel aan de Bosscheweg 67 in Drunen (hierna: het perceel). Het gaat hierbij met name om het gebruik van het perceel als containeropslag, als op- en overslagplaats voor zand, grond, en het zeven daarvan en als afvalopslagplaats. Het aantal klagers, tevens verzoekers om handhaving, bedraagt nu inmiddels zes. Klagers vinden dat een groot deel van de huidige activiteiten op het perceel, zoals de opslag en het bewerken van zand, grond en container- en afvalopslag, niet in overeenstemming is met de bestemming van het perceel. Verder vinden ze dat de activiteiten niet passen binnen de milieuvergunning en overlast veroorzaken, zoals geluidsoverlast (vanwege de toegenomen transportbewegingen en het zeven van grond) en overlast vanwege stof. Feitelijke informatie: Voorgeschiedenis: Op 27 oktober 1992 is een hinderwetvergunning verleend aan Vissers Wegenbouw voor een wegenbouwbedrijf met asfaltcentrale, kantoren en werkplaats. Rond 1993 is de asfaltcentrale opgeheven. Het perceel werd overgenomen door Kadans. Deze verhuurt het perceel sinds een aantal jaren aan BAM Wegen Zuid-Oost uit Helmond. Er wordt sinds 2003 ook door derden grond opgeslagen en bewerkt op het perceel. Deze werkzaamheden houden geen verband met het wegenbouwbedrijf. Medio 2004 heeft het college besloten om allereerst onderzoek te doen naar de mogelijkheid van vestiging van een grondbank ter plaatse of op een alternatieve locatie. Hierover is eind 2004 met betrokkenen gesproken. Ondertussen hielden de klachten aan. In maart 2006 zijn er klachten gekomen over trillingen en geluid vanwege de activiteiten op het perceel. Naar aanleiding hiervan is de gemeente in overleg getreden met de gebruikers van het perceel om lopende het onderzoek tot een tijdelijke oplossing te komen. Uiteindelijk is de afspraak gemaakt dat de linker uitrit, langs de woning van een klager, zo min mogelijk gebruikt zou worden. De gemeente heeft hierop nog gecontroleerd middels een telslang. Dit heeft echter niet tot een representatief beeld geleid, omdat de uitrit in de meetperiode (bewust) nauwelijks werd gebruikt. Het heeft ook niet geleid tot het oplossen van de klachten omdat de afspraken vervolgens niet voldoende zijn nagekomen door de betrokken bedrijven. Het onderzoek naar de haalbaarheid van een grondbank ter plaatse of op een alternatieve locatie heeft uiteindelijk ook niet geleid tot een concrete oplossing. Huidige gebruik: Naast het gebruik van het perceel voor de bedrijfseigen activiteiten van BAM, wordt het perceel dus ook gebruikt door derden voor containeropslag, als op- en overslagplaats voor zand, grond, en het zeven daarvan en daarnaast als afvalopslagplaats. De derden die hiervan gebruik maken zijn onder andere Mandemakers Transport B.V. en P. van Erp & Zn Drunen B.V. Verder wordt er dagelijks een vrachtwagencombinatie van de firma Ivo Heetman gestald. Ook zit er het bedrijf ViaMark B.V. dat in opdracht van de BAM wegenbouwactiviteiten uitvoert. Van enige schriftelijke huurovereenkomst tussen de BAM en deze derden is niet gebleken. Ontwikkelingen: 1 / 5
Momenteel is Gasservice Van Loon bezig met de aankoop van het perceel om zijn bedrijf daar te vestigen. Zoals u weet moet dit leiden tot een volledige herstructurering van het terrein waarbij ook ruimte ontstaat voor bedrijfsverzamelgebouwen. De gemeente heeft inmiddels als randvoorwaarde voor planologische medewerking gesteld dat de huidige bedrijfsactiviteiten op het perceel worden gestaakt. Ondertussen is het noodzakelijk dat het gasservicestation zich alvast tijdelijk kan vestigen. Hiervoor is een locatie in beeld op het naastgelegen perceel. De procedure met betrekking tot deze tijdelijke vestiging van het gasservicestation is opgestart. In deze procedure zijn zienswijzen ingekomen. De procedure met betrekking tot de permanente vestiging is nog niet opgestart, deze bevindt zich nog in de voorbereidingsfase. Gelet op de stand van de procedures en de weerstand van omwonenden tegen de komst van Gasservice Van Loon, is het niet te verwachten dat de huidige bedrijfsactiviteiten op korte termijn vrijwillig zullen worden gestaakt. Bestemmingsplan: Het perceel valt onder het bestemmingplan Buitengebied Drunen en heeft hierin de bestemming Bedrijfsdoeleinden, wegenbouwbedrijf (artikel 25 in samenhang bezien met artikel 41 van de bestemmingsplan voorschriften, en 4.3.13. van de toelichting bij het bestemmingsplan). Het gebruik van het perceel als containeropslag, als op- en overslagplaats voor zand, grond, en het zeven daarvan, en als afvalopslagplaats, is in strijd met deze bestemming. Gelet op de hiervoor beschreven toekomstplannen voor het perceel, ligt legalisering van de met de bestemming strijdige bedrijfsactiviteiten niet in de rede. Dit geldt temeer omdat ze ook in strijd zijn met het provinciaal ruimtelijk beleid. Bovendien liggen er geen concrete plannen en verzoeken daartoe. Milieu: Hoewel dit op zichzelf minder relevant is (gezien de strijdigheid met het bestemmingsplan), kan nog het volgende worden gezegd over de milieusituatie. Op 27 oktober 1992 is een hinderwetvergunning verleend aan Vissers Wegenbouw voor een wegenbouwbedrijf met asfaltcentrale, kantoren en werkplaats op het perceel. De asfaltcentrale is al enige jaren niet meer aanwezig. In de destijds afgegeven hinderwetvergunning was sprake van opslag van diverse soorten zand en grind (diverse korrelgroottes) ten behoeve van het maken van asfalt. De vergunning van de asfaltcentrale met de daarbij behorende opslag is nooit ingetrokken. Het huidige gebruik van het perceel komt niet overeen met de activiteiten die zijn vergund in de hiervoor genoemde hinderwetvergunning. De op-, overslag en het bewerken van zand en grond is namelijk niet ten behoeve van de asfaltcentrale, maar ten behoeve van een ter plaatse ontstane grondbank. Daarnaast vindt er op- en overslag van afvalstoffen plaats en is een deel van het terrein in gebruik voor de stalling van containers. Momenteel worden de activiteiten dus uitgevoerd zonder een toereikende vergunning in de zin van de Wet milieubeheer. BAM Wegen Zuid-Oost zou feitelijk voor de activiteiten die nu plaatsvinden een vergunning volgens de Wet milieubeheer aan moeten vragen. De activiteiten zijn ook onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer vergunningplichtig (type C), omdat sprake is van een opslag van meer dan 35 m³ afvalstoffen. In geval een nieuwe vergunning zou 2 / 5
worden aangevraagd, moet worden voldaan aan de actuele milieunormen en voorschriften. Voor de activiteiten zoals de opslag van (verontreinigde) grond en afvalstoffen zijn voorzieningen noodzakelijk om het milieu te beschermen. Het gaat hierbij voornamelijk om bodembeschermende voorzieningen en voorzieningen om stofvorming tegen te gaan. Zo moeten grond en zand zonder schone grond verklaring opgeslagen worden op een bodembeschermende voorziening waarmee een verwaarloosbaar bodemrisico wordt bereikt. Dit geldt ook voor aangevoerde afvalstoffen. Het afvalwater dat vrijkomt van het terrein kan verontreinigd zijn. Het lozen van het water is zonder aanvullende maatregelen niet toegestaan. Op dit moment voldoet de inrichting niet aan de daaraan vanuit het oogpunt van milieu te stellen eisen. De inrichting zou bij voortzetting van de huidige activiteiten een nieuwe milieuvergunning moeten aanvragen en maatregelen moeten treffen, hetgeen gepaard zal gaan met substantiële investeringen. Daarnaast is het zeer discutabel of de inrichting kan voldoen aan de geluidsnormen, met name vanwege de transportbewegingen langs de woning van een van de klagers. Een akoestisch onderzoek zou dit moeten uitwijzen. Daarbij wordt opgemerkt dat eerdere afspraken om de linkeruitrit te ontlasten in de praktijk niet blijken te werken. Chauffeurs vinden de rechteruitrit, tussen de bedrijfsgebouwen, verkeersonveilig en ongemakkelijk. De linkeruitrit wordt daarom nog steeds veelvuldig gebruikt en dat heeft een aantal malen geleid tot een conflict tussen de chauffeurs en de klager. Ter bescherming van het milieu zouden dus maatregelen getroffen moeten worden om de activiteiten ter plaatse te kunnen toestaan. Bovendien kan een nieuwe milieuvergunning waarschijnlijk geen definitief einde maken aan de klachten betreffende geluid, trillingen en stof met alle ellende en risico s van dien. Afweging: Op het perceel is sprake van overtreding van het bestemmingsplan en de milieuregelgeving. Dit standpunt is ook eerder door de gemeente naar buiten uitgedragen. Het aantal klachten is aanzienlijk toegenomen. Om aan de milieuregelgeving te kunnen voldoen, zou een nieuwe milieuvergunning moeten worden aangevraagd en voorzieningen worden getroffen, met alle kosten van dien. Ook geeft een nieuwe milieuvergunning niet de garantie dat geluids- en andere klachten uitblijven. Gelet op het ruimtelijk beleid en de actuele ontwikkelingen is het niet aannemelijk dat de strijdige activiteiten zullen en kunnen worden gelegaliseerd. Sterker nog, er is ingezet op beëindiging daarvan, zij het nog niet via de weg van handhaving. Handhaving is tot op heden niet doorgezet in afwachting van de uitkomst van het eerdere onderzoek naar inpasbaarheid en alternatieven. Concrete oplossingen heeft dit onderzoek niet opgeleverd. De klachten qua bestemmingsplan en milieu zijn gegrond, zodat handhavend optreden in rechte afdwingbaar is. Op de ingekomen verzoeken om handhaving moet overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht tijdig worden gereageerd met een besluit waartegen de gebruikelijke rechtsmiddelen open staan. Handhaving van het bestemmingsplan biedt een definitieve oplossing en ligt gelet op het vorenstaande het meest voor de hand. Gelet op alle omstandigheden ligt een begunstigingstermijn van een half jaar in de rede voor de beëindiging van de overtredingen. De hoogte van de dwangsom zal nog worden bepaald 3 / 5
en kortgesloten met de portefeuillehouder. Deze zal in ieder geval dusdanig zijn dat het de beëindiging van de overtredingen in de hand werkt. Inzet van middelen:er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen 4 / 5
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 20 mei 2008; besloten: - tot handhaving van het bestemmingsplan en de handhavingsverzoeken in die zin te beantwoorden; - in de lastgeving een begunstigingstermijn van drie maanden op te nemen voor de beëindiging van de overtredingen. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 5 / 5