Wat verwachten jonge artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden van hun werk en hun werkgever?

Vergelijkbare documenten
Onderzoek motivatiefactoren Jonge bedrijfsartsen en verzekeringsartsen. Claudia Maria Greijn, Joost van der Gulden

Werken is belangrijk, maar het moet wel leuk blijven

Werken is belangrijk, maar het moet wel leuk blijven

De visie van de student op het beroep van de verzekeringsarts, en de consequenties voor het

Onderwerp: Cijfers registratiecommissie geneeskundig specialisten (RGS) 2016

Proactiviteit op de arbeidsmarkt. Minder mensen & meer beweging

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Onderzoeksrapport. Ouderengeneeskunde. Maartje Conijn. Henri Boersma

Hoe houden we ons werk leuk?

64 e Bedrijfsgeneeskundige Dagen. 23 en 24 mei Jan Willem Peeters Voorzitter Commissie NVAB Nascholing

Resultaten Dreambuilders onderzoek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 19 april 2017 Betreft Aanbieden rapport kwartiermaker 'Aanpak dreigend tekort bedrijfsartsen'

Hoe houd je werknemers met een hoge autonomie gezond? 1

Hoe blij is de werkende Y?

Concept: Een beroep doen op de werknemers om twee keer per jaar een mannelijke middelbare scholier mee te nemen voor een meeloopdag.

Rapport Duurzame Inzetbaarheid

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Karen van der Pauw

Medewerkersonderzoek. Meting november Uw projectmanager Meike Post. Samenvatting 't Dijkhuis. E: T: +31 (0)

Rapportage Peiling Duurzame Inzetbaarheid onder leden van SIGRA. 14 februari 2018

Voorwoord. Uitkomsten enquête

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Haal het beste uit jezelf met een training van het A+O fonds Rijk!

Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting

De workshop Persoonlijk leiderschap wordt incompany gegeven en op maat aangeboden.

GGZ medewerkers aan het woord

Enquête geregistreerde verzekeringsartsen

2. Inrichting van een MBO-programma bepaalt het succes

Aios goed voorbereid op beroepspraktijk

Afspraak met de medewerker van morgen EEN TOEKOMSTBESTENDIG HR- BELEID VOOR DE VLAAMSE OVERHEID

Hoofdstuk 1: Introductie Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek

TREND RAPPORT 2018/2019 Powered by

Stressbronnenonderzoek

Wij zijn persoonlijk, betrokken en bieden meer dan alleen leuk werk.

BOEIEN EN BINDEN VAN TALENT. Roel Nieuwenkamp, Ien Dales Leerstoel Dick Hagoort, BZK 13 oktober 2011

Samenvatting Medewerkersonderzoek Hogeschool der Kunsten Hogeschool der Kunsten

Zou je bij jezelf in dienst willen zijn? 9 januari 2019

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

S A M E N V A T T I N G

Het elke-dag-lekker-aan-het-werk-boekje

GENERATIE Y IS RAMP VOOR WERKGEVERS

MODULE 1 ZELFANALYSE WERKBOEK: STAP 5. 1 Persoonlijke successen 2 SWOT analyse 3 Samenvatting & conclusie

Toelichting werkklimaatonderzoek

Resultaten nationaal onderzoek over duurzame inzetbaarheid 2016

WIE IS DE BAAS IN. CONTACT Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact

PERSONAL & CAREER ASSESSMENT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De veranderende arbeidsrelatie: Het psychologisch contract en oudere werknemers

Invloed nemen op je werk een verhaal van medisch specialisten

Erkenningsrapport Maatwerken ANBO. 13 september 2012

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Werkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

Werkbelevingsonderzoek 2013

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek

Duurzame inzetbaarheid

Werken en professionaliseren bij de Hogeschool van Amsterdam

Together is better Talent.Samenwerking.Ontwikkeling.Toewijding.

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Watersportindustrie / HISWA

Leiding geven aan verschillende generaties

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

Wat zijn belangrijke feiten over artsen?

OOP ers in het vo. Arbeidsmarktpositie, scholingsmogelijkheden en werktevredenheid van

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Voorstellen voor de CAO Philips Lighting 2017

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Persoonlijke rapportage van B. Smit

The training courses are only offered in Dutch.

Handleiding Nederlandse Werkwaardentest

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

De Sleutel tot het benutten van potentie

De training wordt incompany gegeven en op maat aangeboden.

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Recreatie

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief

MotivatieMonitor voor HR-professionals

Loopbanen van geowetenschappers

pagina 2 van 5 Volgens de Arbeidsmarktmonitor waren er in de maanden april, mei en juni slechts 67 vacatures voor huisartsen (op een beroepsgroep van

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo tips voor werving van docenten uit de beroepspraktijk

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid

Je wordt gewaardeerd en je voelt jezelf minder nutteloos.

Datum 24 mei 2019 Betreft Aanbieding onderzoek Regionale balans in vraag en aanbod naar medisch specialisten

Wat hebben artsen nodig voor de toekomstige uitoefening van hun vak?

Enquête onder de vrijwilligers van de Gemiva-SVG Groep 2010

Trots op het werk en plezier met de collega s. Brancherapportage uitzend- en recruitmentbranche

INSTRUMENT ASSESSMENT LOOPBAAN ANKERS

Generatie- Management

Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008

Inleiding. Morgen. Whitepaper: Betrokkenheid in bedrijf

Medewerkersonderzoek. mei Uw consultant Roelle van Esch. Erasmus Universiteit Rotterdam ibmg. E:

Gezocht: duidelijkheid, structuur en ontwikkeling

Werken met een nierziekte. Wat kunt u doen?

Persoonlijke gegevens 1/12

Signaalkaart Werkgeluk

Professioneel Statuut PROFESSIONEEL STATUUT VAN DE BEDRIJFSARTS

Analyse V&V thuiszorg

INTRODUCTIE LOOPBAANMANAGEMENT & LOOPBAANCOACH. Ronald Swensson Trainer/coach TeamingNet

Transcriptie:

Wat verwachten jonge artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden van hun werk en hun werkgever? Claudia Maria Greijn, Joost van der Gulden Samenvatting Onder jonge artsen is maar weinig belangstelling om bedrijfs- of verzekeringsarts te worden. Toch zijn er ook jonge artsen die bewust deze beroepskeuze hebben gemaakt of nog overwegen. Vanuit de SGBO is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder deze generatie artsen, generatie Y. Hierbij stond de visie van de deelnemers op hun (toekomstig) werk centraal. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de jonge artsen het erg belangrijk vinden om zich te blijven ontwikkelen en nieuwe uitdagingen aan te gaan in het werk. Ze willen graag afwisseling in hun werk en hechten grote waarde aan voldoende zeggenschap. Waardering voor hun werk, een prettige sfeer en goed contact met hun collega s en leidinggevende zijn andere factoren die van belang zijn. Wanneer de werkgever deze factoren niet meer kan bieden, kan dit een gegronde reden zijn voor de jonge artsen om een baan elders te zoeken. Kwalitatief onderzoek, Generatie Y, Verwachtingen, Carrière, Bedrijfsarts, Verzekeringsarts, Opleiding, Werk Veruit de meeste jonge artsen ambiëren een loopbaan in de curatieve sector. Er is maar weinig belangstelling om bedrijfsarts of verzekeringsarts te worden. 1 Toch zijn er wel geneeskundestudenten en jonge artsen die deze beroepskeuze overwegen of al hebben gemaakt. Juist deze groep is interessant om beter te leren kennen. In de komende tien jaar gaat een ruim deel van de huidige bedrijfsartsen en verzekeringsartsen met pensioen. Omdat in de afgelopen jaren maar weinig artsen zijn opgeleid, daalt het aantal bedrijfs- en verzekeringsartsen snel en is een groeiend tekort te voorzien. 2 Arbodiensten en UWV spannen zich daarom in om nieuwe artsen te werven. Kennis over wat deze artsen van hun werk en hun werkgever verwachten, kan daarbij helpen. In opdracht van de SGBO vond een kwalitatief onderzoek plaats onder 40 jonge artsen met de ambitie om bedrijfsarts of verzekeringsarts te worden. 3,4 Jong is in dit onderzoek gedefinieerd als geboren in of na 1980. Deze leeftijdsgrens is gekozen omdat de deelnemers daarmee behoren tot generatie Y. 5,6 In het onderzoek stond de visie van de deelnemers op hun (toekomstig) werk centraal. Gevraagd is waarom zij voor een carrière als bedrijfsarts of verzekeringsarts kiezen en welke verwachtingen zij C.M. Greijn en J.van der Gulden zijn werkzaam bij SGBO, Radboudumc, Nijmegen. Correspondentieadres: Claudia.Greijn@radboudumc.nl hebben van hun werkgever. Ook is onderzocht wat deze jonge artsen ambiëren voor de toekomst en wat zij belangrijk vinden in hun werk, vervolgopleiding en loopbaanontwikkeling. De antwoorden op deze vragen worden in dit artikel gepresenteerd. Methoden van onderzoek De centrale onderzoeksvraag was Wat zijn de motieven van jonge artsen om bedrijfsarts of verzekeringsarts te worden en de afwegingen die zij maken bij het kiezen van een werkgever? Jonge artsen die voldeden aan de toelatingseisen (geboren in of na 1980 met interesse in bedrijfs- en of verzekeringsgeneeskunde) zijn via het netwerk van de SGBO en met hulp van ArboNed en BKV benaderd. Deelnemers aan het onderzoek brachten ons in contact met andere jonge artsen. Voor het onderzoek zijn kwalitatieve methoden ingezet aangezien deze het meest geschikt zijn voor het achterhalen van redenen, motieven en verklaringen. Omdat de gespreksonderwerpen niet gevoelig liggen, is gebruik gemaakt van focusgroepgesprekken. Bij het plannen van de gesprekken is zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de artsen om een zo hoog mogelijke respons te behalen. In totaal zijn 57 personen benaderd, waarvan er 40 hebben meegedaan (respons: 70%). Twee personen hebben afgezien van deelname vanwege privéomstandigheden of gebrek aan tijd. Van vijftien anderen is onbekend waarom ze niet reageerden op het verzoek om deel te nemen. Het was niet altijd mogelijk om met meer artsen tegelijk te praten. In totaal zijn 27 gesprekken gevoerd, waarvan veertien als focusgroepgesprek en elf als interview met slechts één arts. De deelnemers en de onderzoekers hebben een toestemmingsverklaring getekend om de informed consent, anonimiteit van de deelnemers en vertrouwelijkheid van de informatie te waarborgen. De gesprekken zijn opgenomen op band, getranscribeerd en gecodeerd in het programma ATLAS.ti. De conceptversie van het rapport is naar alle deelnemers gestuurd ter goedkeuring. Zij waren allen akkoord met hoe hun inbreng is weergegeven. In een onderzoek als dit is belangrijk dat er een goede variatiedekking is in combinatie met een verzadigings- 150 tbv jaargang 24 nr.4 april 2016

effect van informatie. Zo dient de variatie aan visies en ervaringen die voorkomen in de totale onderzoekspopulatie in de deelnemersgroep vertegenwoordigd te zijn. Dit wordt aangeduid als variatiedekkende representativiteit. In de deelnemersgroep is 33% man en 67% vrouw, wat overeenstemt met het grotere percentage vrouwen dat afstudeert als arts. In beide groepen is bijna de helft aios, de anderen hopen binnenkort met de opleiding tot bedrijfs- of verzekeringsarts te beginnen. De ene helft oriënteert zich op een loopbaan als bedrijfsarts terwijl de andere helft verzekeringsarts wil worden. Deze heterogeniteit in kenmerken waarborgt de variatiedekkende representativiteit voldoende. 7 Een tweede belangrijk criterium is dat van verzadiging. Hiermee wordt bedoeld dat op een bepaald moment geen nieuwe informatie meer naar voren komt uit de gesprekken omdat alle aspecten van de zienswijze van de deelnemers over het onderzoeksthema aan bod zijn geweest. Bij beide groepen jonge artsen vond verzadiging plaats na het spreken met twintig informanten. Resultaten In de uitgebreidere verslaglegging van het onderzoek wordt aandacht besteed aan enkele verschillen in de opvattingen tussen artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden. 3,4 In dit artikel wordt de ruime overeenkomst in visie besproken. Wat vinden de jonge artsen belangrijk in hun werk? [Ik vind het positief dat het contact met cliënten uitgebreider is. Ik houd ervan om echt dingen in de diepte uit te vragen. Aan de andere kant is het ook een breed vak met veel verschillende ziektebeelden waar je ook veel van moet weten. En de koppeling tussen arbeid en gezondheid vind ik leuk. (...) Verder vind ik het prettig dat je je eigen tijden grotendeels zelf kan indelen. De flexibiliteit daarin; verzekeringsarts] In bovenstaand citaat komen verschillende overwegingen naar voren die veel worden genoemd om voor een baan in de bedrijfs- of verzekeringsgeneeskunde te kiezen: meer tijd voor de cliënt en een verscheidenheid aan medische, psychische en sociale problematiek. De deelnemers hebben het gevoel iets te kunnen betekenen voor hun cliënten. Prettig aan het werken bij UWV of een arbodienst vinden ze dat de verhoudingen niet hiërarchisch zijn en dat de hectiek en de werkdruk lager zijn dan in het ziekenhuis gebruikelijk is. Ook het ontbreken van diensten en de prettige werktijden gelden als voordeel. In bijna alle gesprekken kwam het motto Ik werk om te leven, ik leef niet om te werken naar voren. De deelnemers vinden het belangrijk dat ze met plezier naar hun werk gaan, maar ze willen ook tijd en ruimte voor hun privéleven. Veel van hen vinden het belangrijk dat ze naast arts ook een volwaardig partner en ouder kunnen zijn en in de weekenden tijd hebben voor hun familie, vrienden, hobby s en sport. Dit heeft voor de meesten zeker een rol gespeeld bij de keuze voor een specialisatie tot bedrijfsarts of verzekeringsarts. Hoe zien ze hun loopbaanontwikkeling? [Waarschijnlijk werk ik over tien jaar nog bij het UWV, maar ik sluit niet uit dat als een andere werkgever een goed bod doet dat ik overstap naar een andere werkgever. En dat dan gewoon op basis van salaris en werkinhoud. (...) Om mij binnen te houden moeten ze zorgen dat ik mijn autonomie kan behouden en mijn eigen ruimte, mijn professionaliteit; verzekeringsarts] De toekomst ligt voor de jonge artsen nog veelal open. Ze verwachten wel dat ze over tien jaar nog steeds in de verzekerings- of bedrijfsgeneeskunde werken, maar voor velen is niet vanzelfsprekend dat ze dit bij hun huidige werkgever doen. De belangrijkste redenen die voor deze twijfel genoemd worden betreffen voldoende afwisseling in het werk, mogelijkheid om te groeien, autonomie als arts en beloning. Zo willen veel jonge artsen dat hun werkzaamheden zich (op termijn) niet beperken tot de spreekkamer. Het vooruitzicht om over tien jaar nog dezelfde taken te moeten uitvoeren, ervaren ze als benauwend: een gevoel van stilstaan. Voor hen is afwisseling en de mogelijkheid om te groeien van het grootste belang. Een bedreiging van de autonomie of een beloning die teveel verschilt met de beloning bij een andere werkgever zijn andere belangrijke redenen om van werkgever te wisselen. Wat verwachten ze van hun werkgever? [De oudere generatie had een standaard cao, een standaard telefoon, een standaard auto. Wij zijn opgevoed met een veel grotere keus waarin je je eigen stukje probeert te vinden. Ik denk dat als je flexibel bent als werkgever en aangeeft dat je iemand in zijn werk wil faciliteren zodat je zo goed mogelijk je werk kan doen, dat je dan vraagt: wat heb je daarvoor nodig? Ik denk dat dat mijn generatie wel aanspreekt. Want we hebben daar best goed over nagedacht en we weten ook wel wat we willen. De één zegt misschien dat een hoger salaris belangrijk is of een grotere auto, terwijl de ander juist de mogelijkheid wil om te blijven studeren; bedrijfsarts] Naast de eerder genoemde verwachtingen hebben de jonge artsen ook verwachtingen ten aanzien van waardering en een prettige werksfeer. Onder een prettige werksfeer wordt een open, niet hiërarchische sfeer verstaan waarin je makkelijk met collega s je werk kunt bespreken, maar ook je privéleven als je dat zou willen. Aan het ontvangen van waardering wordt veel waarde gehecht. De artsen beschouwen zichzelf als professionals en willen graag ook zo door anderen worden gezien en behandeld. Ze vinden het belangrijk dat ze verbetervoorstellen kunnen aandragen en dat hun inbreng dan serieus wordt genomen. Ze willen waardering en bevestiging van hun leidinggevende voor hun inzet op het werk. Wat zijn hun ambities? [Er wordt neergekeken op de bedrijfsartsen en verzekeringsartsen. Ik hoor vaak van anderen: Oh, was je niet goed genoeg om specialist te worden? Je krijgt het gevoel dat je een tweederangs, misschien wel derderangs arts bent; verzekeringsarts] In de gesprekken kwam het imago van de bedrijfsarts en verzekeringsarts uitgebreid aan de orde. De deelnemers storen zich aan de vaak stoffige uitstraling van hun vak. Tijdens hun geneeskundestudie kwamen de aantrekkelijke kanten en de maatschappelijke betekenis van hun vakgebied onvoldoende naar voren. Dit moet echt anders, vinden ze. Ze willen hier zelf graag een bijdrage aan leveren. De jonge artsen barsten van de ideeën over hoe in het studentenonderwijs tbv jaargang 24 nr.4 april 2016 151

Figuur 1 Suggesties van jonge artsen die bedrijfs- of verzekeringsarts willen worden om het vak en de opleiding aantrekkelijker te maken Meer aandacht en tijd voor preventieve werkzaamheden. Dit maakt de impact van het werk groter en zorgt voor meer afwisseling. Meer aandacht voor de wetenschappelijke onderbouwing van het bedrijfsen verzekeringsgeneeskundige handelen. Dit draagt ook bij aan het imago van het vak. Een opleiding met langere stages en een periodieke wisseling van opleider zou aantrekkelijk zijn. Dan heb je meer afwisseling en word je breder opgeleid. Het is belangrijk dat je artsen plaatst bij klanten waar ze zich het meest op hun plek voelen. Er moet meer aandacht geschonken worden aan de persoonlijke invulling van het vak. De werkgever kan het contact met de specialisten en huisartsen in de regio bevorderen door ze uit te nodigen voor themabijeenkomsten. Dat spreekt de jonge generatie aan. Zo kunnen artsen uit verschillende specialismes meer op één lijn komen en beter leren samenwerken. Op landelijk niveau wordt er soms wat georganiseerd, maar het is belangrijk om ook per vestiging dingen te organiseren. Elk maand een keer samen lunchen bijvoorbeeld. Dan leer je iedereen een beetje kennen en krijg je ook meer een teamgevoel. meer bekendheid aan de sociale geneeskunde kan worden gegeven en hoe het imago verbeterd kan worden. Ook hebben ze een duidelijke visie op hoe hun beroepsgroepen zich beter kunnen profileren als medische professionals die veel voor patiënten kunnen betekenen. Ze zien hierbij een rol weggelegd voor de basisartsopleidingen, de organisaties waarbij ze werken, maar ook voor zichzelf als jonge professionals (zie figuur 1). [Als er een keer coassistenten zijn, laat ze dan met mij meelopen want anders krijg je echt het idee dat er alleen maar oude mensen zijn. Ook bij colleges en werkgroepen. Je moet het zo aantrekkelijk mogelijk presenteren en je kunt je eerder spiegelen aan leeftijdsgenoten; bedrijfsarts] Zo vinden de deelnemers dat er in de basisartsopleiding meer en eerder aandacht moet komen voor sociale geneeskunde, waarbij anders dan ze zelf hebben meegemaakt ook jonge artsen het onderwijs verzorgen. De arbodiensten en UWV zouden ruimte moeten bieden voor een meer uitdagend en actief coschap. Basisartsen zouden een beter beeld van het vak kunnen krijgen tijdens laagdrempelige meeloopdagen, informatieborrels of een workshop tijdens een carrièrebeurs. Ook verwachten ze dat hun vakgebied meer aanzien krijgt via wetenschappelijk onderzoek, publicaties en lezingen. De jonge artsen zouden graag ruimte en tijd krijgen om hieraan zelf een bijdrage te leveren. Niet alleen om hun vak meer uitstraling te geven, maar ook omdat dit hun werk aantrekkelijker zou maken. Wat verwachten ze van de vervolgopleiding? [Ik wil graag als arts verder komen en dan moet je gewoon een specialisatie doen. Maar waarom ik nog meer de opleiding wil doen? Je leert over vakinhoudelijke zaken, je leert dingen over communicatie. Er zijn nog genoeg dingen die ik kan leren; verzekeringsarts] Een ruim deel van de jonge artsen hecht veel waarde aan het volgen van de vervolgopleiding. Ze zien het als een noodzakelijke stap omdat ze niet hun hele leven basisarts willen blijven, afhankelijk van de handtekening van hun opleider. Ook een salarisverbetering wordt als reden genoemd. Maar velen noemen ook dat verdere scholing bijdraagt aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. De artsen willen graag leren en zich verder bekwamen in het vak. Opvallend is dat de artsen die al met de opleiding bezig zijn zich hier positiever over uiten dan de artsen die nog als anios werken. Veel artsen pleiten voor een grotere overlap of zelfs complete samenvoeging van de opleidingen tot bedrijfsarts en verzekeringsarts. Ze vinden samenvoeging een logische stap omdat er veel overlap is tussen de specialismen. Een belangrijk voordeel zou zijn dat het zo makkelijker wordt om tijdens je carrière te wisselen van het soort werk dat je doet. Er is geen drempel meer om van UWV naar een arbodienst te gaan of vice versa. Als inhoudelijke voordelen worden genoemd dat je zo meer over elkaars vakgebied leert en een breder beeld krijgt van het vakgebied arbeid en gezondheid. Dit zou bovendien de opleiding uitdagender, dynamischer en relevanter maken. Een voorwaarde is dan wel dat de focus niet alleen ligt op de gemeenschappelijke elementen, maar dat ook aspecten die specifiek van belang zijn voor de verzekeringsgeneeskunde of de arbeidsgeneeskunde voldoende aandacht krijgen. Op deze manier blijft de diepgang van het onderwijs gewaarborgd. 4 Beschouwing Waarom willen jonge artsen bedrijfsarts of verzekeringsarts worden? Uit dit onderzoek blijkt dat de verwachtingen van jonge artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden ten aanzien van hun werk en hun werkgever belangrijk overeenkomen. Beide groepen artsen hechten veel waarde aan aspecten van het werk die bijdragen aan een goede balans tussen werk en privé, zoals regelmatige werktijden. Dit geldt zowel voor mannen als vrouwen. Vakinhoudelijk vinden beide groepen het aantrekkelijk dat ze in hun werk geconfronteerd worden met een breed scala aan medische en psychische problematiek, dat ze relatief veel tijd hebben voor hun spreekuur en dat ze echt iets voor de cliënt kunnen betekenen. Ze doen 152 tbv jaargang 24 nr.4 april 2016

iets waardoor ze naar hun gevoel als professional een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Ook de factoren die ze belangrijk vinden in hun werk, kennen een grote overlap: afwisseling, uitdaging, flexibiliteit, waardering, ontwikkelingsmogelijkheden, fijne werksfeer, geringe hiërarchie. Beide groepen artsen zien voldoende uitdaging en afwisseling als voorwaarde om ook op termijn plezier in hun werk te houden. Ze zouden daarom graag gelegenheid krijgen om hun takenpakket uit te breiden met nieuwe taken, het geven van onderwijs of het doen van onderzoek. In dit kader past vermoedelijk ook dat veel deelnemers wel wat zien in een gezamenlijke opleiding tot specialist Arbeid en Gezondheid. Dat zou de opleiding in hun ogen aantrekkelijker maken, mits het volledige spectrum van de arbeids- en verzekeringsgeneeskunde met voldoende diepgang wordt behandeld. Bovendien biedt een gecombineerde beroepstitel meer mogelijkheid tot een gevarieerde loopbaan. De keuzevrijheid een belangrijk goed voor deze jonge artsen neemt zo aanmerkelijk toe. Hoe kunnen werkgevers tegemoet komen aan de wensen van jonge artsen? Werkgevers in de sector kunnen deze wensen en verwachtingen benutten bij het werven van nieuwe artsen en bij het binden en boeien van jonge artsen. De deelnemers geven namelijk duidelijk aan dat wanneer hun werkgever bovenstaande factoren niet meer kan bieden, dit een gegronde reden kan zijn om een baan elders te zoeken. Andere vertrekredenen zijn het salaris en het in gedrang komen van het professioneel handelen. Door de groeiende uitstroom van oudere bedrijfs- en verzekeringsartsen en de relatief geringe instroom ontstaat een krapte aan artsen. 2,8 De deelnemers aan het onderzoek beseffen dat dit hun marktwaarde en onderhandelingspositie versterkt. Onze indruk is dat de deelnemers geen buitensporig hoge eisen stellen. Ze willen als professional serieus genomen worden en voldoende zeggenschap hebben over hun werk. Ook vinden ze de mogelijkheid om zich te blijven ontwikkelen van groot belang. Ze willen werken in een prettige sfeer, in goed contact met hun collega s en leidinggevende. Het vraagt geen grote investeringen om aan deze verwachtingen tegemoet te komen. Een al te groot verloop onder de artsen die worden geworven en opgeleid kost zeker meer dan de faciliteiten die de deelnemers vragen voor hun ontwikkeling. Een gunstig neveneffect van investeren in de ontwikkelingsmogelijkheden van jonge artsen is bovendien dat dit bijdraagt aan de professionalisering van de beroepsgroep. De deelnemers achten dit van groot belang voor het verbeteren van het imago van hun vakgebied. Een beter imago vereenvoudigt het werven van nieuwe artsen. 8 Een aantrekkelijk werkklimaat is tot slot ook gunstig voor oudere collega s. Sluiten de opvattingen van jonge artsen aan bij die van generatie Y? In de literatuur wordt de huidige populatie werknemers ingedeeld in drie generaties: de babyboomers (1945-1964), generatie X (1965-1979) en generatie Y (1980-2000). De gehanteerde leeftijdsgrenzen verschillen wat per auteur. 5 Verondersteld wordt dat naast leeftijdsverschillen ook generatieverschillen een rol spelen bij hoe mensen in hun werk staan. Mensen van een bepaalde generatie hebben met elkaar gemeen dat ze in dezelfde periode zijn opgegroeid. Belangrijke economische, politieke en sociale gebeurtenissen tijdens de jaren waarin ze volwassen werden, vormen een gemeenschappelijk referentiekader. Uiteraard zijn er naast overeenkomsten ook verschillen tussen mensen van een generatie en zijn de verschillen met eerdere generaties niet absoluut. 5,9 In dit onderzoek is gelet op de vraag of de opvattingen van de jonge artsen waarmee is gesproken, aansluiten bij wat bekend is over hoe generatie Y over hun loopbaan en werkgever denkt. Het Young Professional Onderzoek vormt daarbij een mooi referentiepunt. Dit is een jaarlijks trendonderzoek onder hoogopgeleide Nederlandse mannen en vrouwen tot 35 jaar. 10-12 Uit dit onderzoek komt veel naar voren wat we herkennen uit de hierboven gepresenteerde resultaten. Zo onderschrijft 85% van de jonge professionals de stelling Succes is gelukkig zijn. 10 Ze zijn gericht op hun loopbaan, maar niet zo zeer om een goede baan te hebben als wel om gelukkig te zijn en alles uit je talenten te halen. 11 Jonge professionals willen zich blijven ontwikkelen; ze doelen daarbij op het opbouwen van expertise en specialisatie. Vrijwel niemand zegt over vijf jaar nog hetzelfde te willen doen als nu. 10 Naast de behoefte aan zelfontwikkeling scoren het verlangen om authentiek te kunnen zijn en de behoefte aan verbinding met de organisatie hoog. 11 Die behoefte aan verbinding betekent niet dat jonge professionals erg honkvast zijn. Twee derde van de respondenten geeft aan binnen een jaar op zoek te gaan naar een andere baan. Vier vijfde van hen verwacht deze baan bij een andere werkgever te vinden. Maar uit het trendonderzoek blijkt ook dat naarmate jonge professionals meer talent en passie kwijt kunnen in hun werk, ze een lagere behoefte hebben aan ander werk. 11 Uit de trendstudie van 2015 blijkt dat jonge professionals relatief gemakkelijk extra taken en projecten op zich nemen die buiten hun reguliere werkzaamheden vallen. Ze zoeken uitdaging en ze willen impact hebben. 12 Dit past bij de bevinding dat ze maatschappelijk betrokken zijn en veel (zo niet alles) tegelijk willen: naast een mooie loopbaan ook voldoende vrije tijd. 6,10,13 Jonge professionals houden hierbij graag zoveel mogelijk opties open. 13 Dit maakt het wel lastig om hun dromen en ambities te realiseren. Een gebrek aan focus en niet kunnen kiezen komen als de belangrijkste belemmeringen voor succes uit het onderzoek naar voren. 10,12 tbv jaargang 24 nr.4 april 2016 153

Summary Not so many young doctors prefer to become an occupational physician or an insurance physican, however there are some who do have an interest in this career path. The SGBO carried out a qualitative study among this generation of doctors, that belong to Generation Y. We focused upon their visions and opinions on their (future) jobs. The most important results were that young doctors aim at personal development and new challenges. They prefer a broad variety of job tasks and a high level of autonomy in their work. Appreciation for their work and a pleasant working environment are other important factors. If the employer can t meet these factors, this is a motive for them to look for a job elsewhere. Wat valt uit dit onderzoek te leren? Jonge artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden, voldoen in veel opzichten aan het profiel van generatie Y. Ze zijn ambitieus, maar ze weten nog niet goed hoe ze hun ambities vorm moeten geven. Ze zijn door hun opvoeding en schooltijd gewend dat veel voor hen wordt geregeld om hun wensen en verwachtingen te realiseren. 6 Jonge artsen stellen het op prijs dat op hun werk regelmatig wordt gevraagd naar hun wensen en verwachtingen. Ze voelen zich dan gehoord en gewaardeerd (waar ze erg gevoelig voor zijn). 3 Ze kunnen zo meedenken over de inhoud en de uitvoering van het werk, maar ook hulp krijgen bij het maken van keuzes. Op deze manier voelen ze zich serieus genomen en uitgedaagd om zich in te zetten voor de organisatie en zich verder te ontwikkelen. 3,6 Dit draagt bij aan werkplezier en het vermindert de neiging om een baan elders te zoeken. Belangenconflicten/ financiële ondersteuning: De SGBO heeft het onderzoek zelf gefinancierd en uitgevoerd zonder invloed van externe belanghebbenden. Dit artikel is gebaseerd op een verslag dat naar aanleiding van het onderzoek gemaakt is. 3 Noot Bij de in dit artikel gepresenteerde citaten wordt slechts vermeld of de geïnterviewde bedrijfsarts of verzekeringsarts wil worden, zonder uitleg of het om een aios gaat of niet. De gekozen citaten zijn representatief voor de visie van de meeste deelnemers. Literatuur 1. Soethout MBM. Een carrière als bedrijfsarts of verzekeringsarts: niet voor de huidige geneeskundestudent. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2010; 18: 4. 2. Capaciteitsorgaan. Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 4. Sociaal Geneeskundigen. Utrecht: Capaciteitsorgaan, 2013. 3. Greijn CM, Gulden J van der. Werken is belangrijk, maar het moet wel leuk blijven. In gesprek met 40 jonge artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden. Nijmegen: SGBO, Radboudumc, 2015. 4. Greijn CM, Gulden J van der. Hoe wordt de opleiding tot bedrijfsarts of verzekeringsarts aantrekkelijker voor jonge artsen? Nijmegen: SGBO, Radboudumc, 2015. 5. Smola KW, Sutton CD. Generational differences: revisiting generational work values for the new millennium. J Organiz Behav 2002;23:363-82. 6. Jolink J, Korten F, Verhiel T. Jongleren met talent: De match tussen organisatie X en generatie Y. Schiedam: Scriptum, 2010. 7. Smaling A. Generaliseerbaarheid in kwalitatief onderzoek. KWALON 2009; 3: 2. 8. Reijenga F, Haanstra V, Bouman S, Gielen M, Greijn CM, Gulden J van der, Prins R. De instroom van bedrijfsartsen. Den Haag: APE, 2015. 9. Bos JT, Donders NGCM, Gulden JWJ van der. Ouder worden en werk. Het gaat niet alleen om de kalenderleeftijd. Tijdschr Gezondheidswet 2011; 89: 309-12. 10. Careerwise. Onderzoek: Young Professional werkt, droomt maar realiseert ambities niet. Careerwise. 2013. Geraadpleegd via: http://www.careerwise.nl/werkplezier/ambitie-en-succes/onderzoek-young-professional-werkt-droomt-maar-realiseert-ambities-niet/. 11. Careerwise. Massaal een andere baan uitslag Young Professional onderzoek. Careerwise. 2014. Geraadpleegd via: http:// www.careerwise.nl/lifestyle/specials/dreambuilders/massaal-een-andere-baan-uitslag-young-professional-onderzoek/. 12. Careerwise. Resultaten Young Professional Onderzoek: best tevreden met carrière #YPO15. Careerwise, 2015. Geraadpleegd via: http://www.careerwise.nl/lifestyle/specials/ young-professional-onderzoek/resultaten-young-professional-onderzoek-best-tevreden-met-carriere-ypo15/. 13. Baar J van. De prestatiegeneratie. Een pleidooi voor middelmatigheid. Amsterdam: Atlas Contact, 2014. 154 tbv jaargang 24 nr.4 april 2016