LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Vergelijkbare documenten
LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Aan de slag met geografische werkbladen

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Integratie van creatieve en alternatieve werkvormen

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Didactiek aardrijkskunde Portfolio. Taak Werkbladen

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Workshop Studio Globo + Bezoek Open Veld

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESVOORBEREIDING ALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESVOORBEREIDING ALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING

BEELDANALYSE IN DE AARDRIJKSKUNDE

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Gebruikte bronnen voor de leerlingen: bundel verzorging - ziek zijn, instrumenten van een dokter

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyu iopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdf ghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxc

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Grafix. Arschoot Elien. Herhaling grafieken. 4 de jaar ASO. D hauwers Fien. Lerarenhandleiding. Instructieboekje Grafix.

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

OPDRACHT WERKBLADEN. Didactiek aardrijkskunde. 15 MAART 2016 UCLEUVEN Kelsey Fripont 2SA3

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

DIDACTISCHE OPDRACHT AARDRIJKSKUNDE 3

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS

Lesvoorbereidingsformulier

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

THEMA 5 RELATIES TUSSEN LANDSCHAPPEN

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Transcriptie:

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Sara Michels Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding Vestiging Heverlee Hertogstraat 178, 3001 Heverlee Tel. +32 16 37 56 00 Stagebegeleider DLO: Mevr. Hannelore Verstappen Academiejaar: 2015-2016 School: Heilig-Hart Heverlee Onderwijsvorm: A-stroom Richting: Moderne Klas: 115 Lokaal: G2.09 Aantal leerlingen: 23 Les gegeven door: Sara Michels Vak: Aardrijkskunde Onderwerp: Les 7: De mens en de bebouwde ruimte Vakmentor: Mevr. Hannelore Verstappen Datum/Data: 26/04/2016 Lesuur/-uren: 8 e lesuur (15u35-16u25) BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks / Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) De lln kunnen met de atlas werken en kunnen een kaart terugvinden. De lln kunnen gegevens uit een grafiek lezen en interpreteren. De lln zullen de verschillende problematieken moeten vergelijken met hun eigen leefwereld. Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit De lln wonen zelf ofwel in de stad of op het platteland en kunnen dus onderling vergelijken. De lln lopen school in een stad. De lln leven zelf in een kleine multiculturele maatschappij op school. Wanneer het gaat over verkeer: de lln komen vaak met de bus en weten dus hoe druk het kan zijn in en rond een stad. Ze horen ook vaak via radio dat er files staan richting grote steden zoals Brussel, Antwerpen en Gent. Wanneer het gaat over luchtvervuiling: ongetwijfeld zal er een leerling zijn (of iemand kent) die aan astma lijdt. Het begrip smog is ook zeker iets waar de lln al van gehoord hebben; we moeten trager rijden op de snelwegen, in grote steden in China is het een heel groot probleem Wanneer het gaat over afval: het vele afval aan bushokjes of in de straten van Leuven van feestende studenten zal de lln, al dan niet, ooit zijn opgevallen. Actualiteit = van afval kunnen soms ook gebruiksvoorwerpen of kunst gemaakt worden. (bv. Bernard Pras), upcycling. Wanneer het over criminaliteit gaat, zullen de leerlingen dit meteen linken aan de aanslagen in Brussel en de andere gebeurtenissen daaromtrent. Wanneer het gaat over verkrotting: de lln zien dit soms in het centrum van Leuven. Actualiteit = soms wordt er van verlaten gebouwen iets mooi gemaakt (bv. Existenzweek Leuven) Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, / DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming) 1

EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) Uit: D/2008/7841/038 (http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundair-onderwijs/eerstegraad/vakgebonden/a-stroom/aardrijkskunde/eindtermen.htm) ET27 De leerlingen kunnen milieueffecten en samenlevingsaspecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden met het stedelijk landschap. De leerlingen ET28* De leerlingen leren aandacht hebben voor en dragen bij tot de leefkwaliteit van de eigen omgeving. Situering in het leerplan: VVKSO-Brussel, leerplan aardrijkskunde eerste graad, eerste leerjaar, September 2008, Brussel. D/2008/7841/038 4.7 Bebouwing en bevolking 5 Een aantal problemen van overbelasting voor mens en milieu in bebouwde kernen vaststellen en bespreken. 6.1 Open ruimte waarderen als waardevol, duurzaam, maatschappelijk bezit. 6.2 De veelzijdige mogelijkheden van het leven in een stad na- gaan. ALGEMEEN LESDOEL De voor- en nadelen van het leven in een stad of op het platteland in eigen woorden omschrijven aan de hand van gegevens zoals krantenartikels, stellingen, grafieken, foto s en kaarten. SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina s in het werk- en/of handboek.) BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) Ademloos, (2016). Vlaanderen raakt volgebouwd. http://www.ademloos.be/nieuws/vlaanderen-raakt-volgebouwd Callemeyn, A., Vanderhallen, D. & Van Hecke, E. (2012). Plantyn Algemene Wereldatlas. Mechelen: Plantyn nv. Coppenholle, J., Van Mol, R., Verstappen, H., et al (2009). Geogenie 1 leerwerkboe. Berchem: de Boeck. Neyt, G., (2016). Welke auto s mogen Antwerpen gratis in en welke moeten straks betalen? http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160105_02050204 One World, (2014). Jeans zijn waterblauw. https://www.oneworld.nl/water/watervoetafdruk/jeans-zijn-waterblauw OVAM, (2016). Inventarisatie huishoudelijke afvalstoffen. http://www.ovam.be/afval-materialen/huishoudelijk-afval-en-lokale-besturen/inventarisatie-huishoudelijkeafvalstoffen Pras, B., (2016). Inventaires. http://bernardpras.fr/ Rescan, M. & Baruch, J., (2014). Pourquoi la pollution à Paris est loin d'atteindre celle des villes chinoises. http://www.lemonde.fr/planete/article/2014/03/14/pourquoi-la-pollution-a-paris-est-loin-d-atteindre-les-niveauxchinois_4383203_3244.html Technopolis, (2016). Wat is smog? https://www.technopolis.be/nl/fiche/weetjes/natuur-en-milieu/wat-is-smog/ Waterlink, (2016). Wat is het gemiddeld waterverbruik en hoe kan ik hierop besparen? https://www.water- link.be/wat-is-het-gemiddeld-waterverbruik-en-hoe-kan-ik-hierop-besparen- Watervoetafdruk, (2016). Watervoetafdruk. http://www.watervoetafdruk.be/ LEERMIDDELEN & MEDIA Werkblaadjes Smartboard, computer (ppt) Whiteboardstiften Enveloppes met gekleurde 2

Didactisch lesontwerp Leerdoelen Lln kunnen vooren nadelen geven van wonen in de stad of op het platteland en kunnen deze argumenteren. Lesfasen & timing Instapfase KRACHTIGE LEEROMGEVING Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud Lkr stelt zichzelf voor. OLG: voor- en nadelen stad en platteland Lkr deelt in enveloppe uit. Wie woont er in de stad? Steek het blauwe kaartje op. Wie op het platteland? Steek het gele kaartje op. Wat is kenmerkend voor de stad? Wat is kenmerkend voor het platteland? Wie zou er liever op het platteland wonen? En waarom? Is er iemand die liever in de stad zou willen wonen? Waarom? Steek het groene kaartje op als je het eens bent met volgende stellingen. Als je het niet eens bent, steek dan het rode kaartje in de lucht. Als je in de stad woont, heb je veel contact met je buren. In de stad is alles dichtbij. Kan hier iemand een voorbeeld van geven? Is dit dan een voordeel of een nadeel? In de stad stinkt het. In de stad fietsen is makkelijk en veilig. Rode, groene, blauwe en gele PPT: stellingen We hebben nu een paar voor- en nadelen gezien van het leven in de stad of op het platteland. We gaan eens kijken hoe het zit met de bevolkingsdichtheid in België, waar dus de meeste mensen wonen en welk effect dat heeft op ons landschap. 3

Lln kunnen vanuit kaarten en grafieken afleiden dat er steeds minder open ruimte is. Lesfase 1:.. OLG: Ruimtegebruik Neem de kaart met bevolkingsdichtheid van België (17c). Waar is het dichter bevolkt? In Vlaanderen of in Wallonië? Hoe zie je dit? Wat zal dus het gevolg zijn voor het landschap? Waar is er de meeste open ruimte? Waar is er veel bebouwing? Atlas: kaart bevolkingsdichtheid 1) Open ruimten in België Neem je werkboek en bekijk de grafiek op pagina 228. Lkr laat de lln mee in hun wb invullen. Hoeveel open ruimte had België in 1980? Wat betekent die 87,1? (Welke eenheid moet erachter?) Hoe is de open ruimte door de jaren heen geëvolueerd? Hoe zal dan de bebouwde ruimte geëvolueerd zijn? Wb p. 228 België is dus een dichtbevolkt land waar steeds minder open ruimte is. Men voorspelt dat in 2050 Vlaanderen voor 41, 5% gaat volgebouwd zijn. Dat is niet verwonderlijk als je weet dat dagelijks 6,5 hectare wordt verhard. Voor degene die geen idee hebben hoeveel 6,5 hectare is: dat zijn ongeveer 9 voetbalvelden. Het aantal open ruimten is met ruim 7% gedaald, terwijl het aantal bebouwde ruimten met ruim 7% is gestegen. De open ruimte staat in een dichtbevolkt land als België zwaar onder druk. Lln kunnen verschillende problemen in een stad afleiden vanuit Lesfase 2:.. België is dus een dichtbevolkt land waar steeds minder open ruimte is. Dat dichtbevolkt wonen brengt een aantal problemen met zich mee. Wb p. 229 2) Bebouwde kernen overbelasten mens en milieu 4

krantenartikels. In jullie werkboek staan een aantal artikels over problemen in de stad. Jullie lezen allemaal 1 artikel en plaatsen daarna het nummer van je artikel op de juiste plaats in de tabel. Het nummertje van het artikel dat je moet lezen, staat op je enveloppe. Wie had er artikel 1/2/? Waar zouden jullie je artikel plaatsen? In de les gaan we een aantal van die problemen bespreken. PPT: tabel problemen Problemen: - Verkeer en mobiliteit - Watervervuiling - Luchtvervuiling - Criminaliteit - Afval - Verkrotting - Leefbaarheid Lesovergang Wie komt er te voet of met de fiets naar school? Steek je blauwe kaartje op. Wie komt er met de auto of de bus naar school? Steek dan het gele kaartje op. Welk probleem merken jullie dan op? Staan jullie vaak in de file als je naar school komt? Lkr laat een kaart zien met de files van die dag. Als je naar de radio luistert, waar staan er dan meestal files? PPT: verkeer PPT: kaart met files Lln kunnen verschillende problemen in verband met het verkeer afleiden uit grafieken. Lesfase 3:.. OLG: Verkeer We gaan dus hebben over het probleem van de files, in het algemeen dus eigenlijk verkeer. Files zijn niet alleen een probleem in dichtbevolkte gebieden. Waar veel auto s rijden, gebeuren ook veel ongevallen. We bekijken de grafiek op pagina 232 en lossen de vragen samen op. In welke bebouwde kernen gebeuren de meeste ongevallen? Hoe zie je dit? Hoeveel ongevallen zijn dit dan? Wat is voor jou kenmerkend voor een verstedelijkte kern? Waar gebeuren de minste ongevallen? Ondanks de grote verkeersdrukte gebeuren er in de stedelijke kernen minder ongelukken en zijn er minder slachtoffers. Hoe verklaar je dit? De grote verkeerschaos in de steden brengt PPT: grafiek ongevallen Wb p. 232 2.2.1) Verkeer 1) In verstedelijkte kernen gebeuren de meeste ongevallen. 2) Er gebeuren minder ongelukken en er zijn minder slachtoffers in stedelijke kernen. De meeste mensen in een stad zijn voorzichtiger en 5

milieuproblemen met zich mee. Welke? Misschien helpt deze foto een beetje. Waar is deze foto genomen? Wat is het verschil tussen de linker- en de rechterkant van deze foto? (Als we denken aan het probleem waarover we het nu hebben.) Hebben jullie ooit al eens gehoord van smog? Kan iemand uitleggen wat het is? Het woord smog is samengesteld uit de Engelse woorden smoke (=rook) en fog (=mist). Er zijn 2 soorten smog: op warme, windstille dagen veroorzaken auto s zomersmog. Die bestaat vooral uit giftig ozon, dat ontstaat uit de reactie van benzinedampen van auto s en stikstofdioxide. De andere soort is wintersmog, die ontstaat ook als uitlaatgassen bij windstil weer ter plaatse blijven hangen, maar deze keer is de boosdoener dieselroet, ook afkomstig van de auto s. De weerkundigen hebben het dan over 'fijn stof'. PPT: foto smog Parijs PPT: uitleg smog oplettender in het verkeer ondanks de grote verkeersdrukte. 3) De grote verkeerschaos in steden brengt milieuproblemen zoals luchtvervuiling (smog) en geluidsoverlast met zich mee. Lln kunnen vanuit cijfergegevens afleiden dat bebouwde kernen de meeste luchtvervuiling hebben. Lesfase 4:.. OLG: luchtvervuiling Het verkeer vervuilt dus de lucht die we inademen. Dit is niet goed voor onze gezondheid. Daarom moeten we het gebruik van de auto sterk beperken. Vanaf 1 januari 2017 gaat de stad Antwerpen hier dan ook maatregelen voor treffen. De stad voert dan als eerste in België een lage-emissiezone in. Auto s die de lucht te veel vervuilen mogen de stad dan niet meer in tenzij ze daarvoor betalen, zo n 20 of 30 per week. Een andere optie is een roetfilter, die tussen de 600 en 2500 kost, op hun auto plaatsen zodat de luchtvervuiling minder wordt. PPT: kaartje Antwerpen 2.2.2) Luchtvervuiling Het verkeer vervuilt de lucht die we inademen. Dit brengt onze gezondheid schade toe. Daarom moeten we het gebruik van de auto sterk beperken. Lijkt dit jullie een goed idee om dit ook in Leuven te doen? Gebruik de rode en de groene. Waarom wel? Waarom niet? Uit het vorige puntje over verkeer en dat van luchtvervuiling kunnen we besluiten dat we in Wb p. 233 6

bebouwde kernen en in het bijzonder de stedelijke kern de meeste luchtverontreiniging hebben. In de toekomst gaan we dus nog meer op zoek moeten gaan naar oplossingen zoals men in Antwerpen deed. In jullie werkboek staan ook nog enkele tips. Bebouwde kernen en in het bijzonder de stedelijke kern, hebben de meeste luchtverontreiniging. Lesovergang Hoeveel liter water denken jullie dat 1 persoon verbruikt op 1 dag? Wie denkt meer? Steek dan het blauwe kaartje omhoog. Wie denkt minder? Steek dan het gele kaartje omhoog. Een Vlaming verbruikt gemiddeld 110 liter per dag, dat zijn dus ongeveer 11 grote emmers. Waarvoor hebben we het meest aantal liter water nodig, denken jullie? Wij verbruiken dus per persoon veel water maar we gaan dit ook eens vergelijken met het waterverbruik van de landbouw en de industrie. Hoeveel liter water denken jullie dat er nodig is voor het produceren van een hamburger? (2400 liter) Hoeveel liter water denken jullie dan dat er nodig is voor het produceren van een jeansbroek? (8000 liter) Door dat vele waterverbruik vervuilen we spijtig genoeg ook het water. PPT: waterverbruik Lln kunnen vanuit een grafiek afleiden wie de grootste vervuilers van het oppervlaktewater zijn. Lesfase 5: OLG: Watervervuiling Lkr lost klassikaal de vragen bij de grafiek op. Welk percentage is het hoogste? Wie vervuilt er het meest? Wat doet die industrie? Aan welke tips denken jullie om watervervuiling te minderen in het algemeen? PPT: grafiek watervervuiling Wb p. 233 2.2.3) Watervervuiling 7

Lesovergang Lkr toont foto van afval aan bushokjes. Wat zien jullie op de foto? Men heeft aan dit bushokje alle afval dat mensen zomaar op de grond gooiden, verzameld en tentoongesteld zodat mensen er zich van bewust worden hoeveel afval ze zomaar op de grond gooien. Wie vindt dit storend? Wie doet dit zelf wel eens? (Als de vuilniszak vol is bv.) (Rode en groene ) Bij wie ligt de fout van het vele afval? Mensen aan het bushokje (= blauw) of vuilnisophaaldienst (= geel)? Wat zou er beter kunnen? Welke acties zou men kunnen ondernemen? PPT: afval bushokje Lln kunnen uit cijfergegevens/gra fieken afleiden dat steden te kampen hebben met een grote afvalberg. Lesfase 6: OLG: Afval We zagen net dat er vaak afval ligt aan bushokjes. Maar hoeveel afval produceert een gemiddelde Vlaming nu eigenlijk? We bekijken daarvoor even de grafiek. Wat kunnen we aflezen op de x- en de y-as? Wat toont de zwarte lijn ons? Wat kan je me vertellen over het totaal aan huishoudelijke afvalstoffen in vergelijking met 7 jaar/ 25 jaar terug? Vlaamse gezinnen produceren dus minder afval als enkele jaren geleden maar het is uiteraard nog steeds te veel. Daarbovenop komt ook nog eens het afval dat winkels, kantoren, bedrijven en horeca produceren in steden. Een enorme afvalberg dus! Welke tips kunnen jullie bedenken om die afvalberg te verminderen? Lkr toont verschillende kunstwerken van Bernard Pras die refereren naar oudere, gekende kunstwerken. Herkennen jullie enkele van deze kunstwerken? Wat is er speciaal aan deze kunstwerken? Vinden jullie dit een leuke manier om de afvalberg te verminderen? PPT: grafiek afval Wb p. 234 PPT: Kunstwerken Bernard Pras 2.2.4) Afval Bovenop het afval van gezinnen komt er nog het afval van winkels, kantoren, bedrijven en horeca bij. Steden hebben dus te kampen met een enorme afvalberg. 8

Jullie weten allemaal dat we afval kunnen recycleren maar we kunnen het ook upcyclen. We spreken van upcycling wanneer er van het afval iets wordt gemaakt dat meer geld waard is dan voorheen en vaak nog mooi en bruikbaar is ook. Lesovergang Stel: Jullie zien een winkeldiefstal gebeuren en iemand steelt een pakje chips. Zouden jullie ingrijpen? (Rood = nee, groen = ja) Iets zeggen tegen de persoon zelf (=blauw) of tegen een winkelbediende (=geel)? Wat als er iemand een flesje parfum of iets dat meer geld waard is als een zakje chips, wie zou dan sneller iets durven ondernemen? (Rood = nee, groen = ja) PPT: winkeldiefstal lln kunnen link weergeven tussen verkrotting en criminaliteit. Lln kunnen uitleggen waarom criminaliteit in steden groter is. Lln kunnen nadenken over criminaliteit en mogelijke oplossingen benoemen om dit tegen te gaan. Lesfase 7: OLG: criminaliteit In grote steden zijn vaak verschillende soorten criminaliteit. Daarnet hadden we over winkeldiefstallen. Weet jij nog welke soorten? (Diefstal, vandalisme, drugshandel, ) Waar is de kans groter bestolen te worden? In Antwerpen of in Kessel-lo? Waarom denk je dat aanslagen in grote steden gebeuren zoals bijvoorbeeld Parijs en Brussel? Er zijn veel meer mogelijke slachtoffers op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen. Dit is ook zo voor plaatsen waar de laatste tijden aanslagen gebeurd zijn. Stel dat jij de burgemeester zou zijn van een grote stad, wat zou jij doen om criminaliteit tegen te gaan? Denk je dat dit ooit volledig weg zal zijn? PPT: criminaliteit Wb p. 234 2.2.5) Criminaliteit - In een stedelijke kern is vaak meer criminaliteit dan in andere kernen. - De verkrotting leidt tot onvrede bij de bewoners zodat er spanningen ontstaan. - Jongeren vinden er onvoldoende leefruimte en hangen doelloos op straat rond. Zo gaat het van kattenkwaad tot criminaliteit. - Er is weinig sociale controle, iets wat resulteert in kleine criminaliteit. 9

Lesovergang Criminaliteit kan vanwege verschillende omstandigheden ontstaan. Weet er iemand wat verkrotting betekend of hoe zou je het kunnen beschrijven? Waarom is het niet leuk om in een krot te wonen? Hoe zou je je voelen? Als je ziet dat andere jongeren veel mooier wonen en betere spullen hebben, zou je dan overwegen om iets van hen te stelen? Steek je groene kaartje omhoog als je antwoord ja is. Het rode kaartje als je het niet zou doen. PPT: verkrotting Woningen in de stad verkrotten wanneer eigenaars hun gebouwen niet meer onderhouden. Ze blijven deze toch verhuren tegen een te hoge prijs en dit vaak aan kansarmen. Lln kunnen aan de hand van foto s mogelijke oplossingen van verkrotting afleiden. Lesfase 8: Besluit OLG: Verkrotting Zogenaamde huisjesmelkers proberen woningen die verkrot zijn toch nog tegen een te hoge prijs te verhuren en dit vaak aan kansarmen. Hoe kan je verkrotting tegengaan? Op verschillende plaatsen en ook hier in Leuven probeert men verkrotting op te lossen door stadsrenovatie. Waar in Leuven heeft men aan stadsrenovatie gedaan? (Aan de Vaartkom heeft men onder andere aan stadsrenovatie gedaan, dit zien jullie ook op de foto s in jullie werkboek) Er zijn natuurlijk nog meerdere voorbeelden van stadsrenovatie hier in Leuven. Doceren: Existenzweek We zien dus dat een stad zowel zijn voor- als nadelen kan hebben en dat er voor deze nadelen soms wel leuke oplossingen kunnen zijn. Wb p. 235 PPT: Vaartkom PPT: Existenzweek 2.2.6) Verkrotting Mogelijke oplossingen: - Controles en boetes voor de huisjesmelkers - Stadsrenovatie: opknappen van bestaande gebouwen Existenzweek: Zo organiseren enkele studenten burgerlijk ingenieur architectuur elk jaar een aantal activiteiten. Dit jaar was één daarvan de existenzweek. Hierbij hebben de studenten een oude school heringericht. Tijdens deze week werden er dan allerlei activiteiten ingepland. Er was een café, er waren workshops, er was een marktje enz. Tegenwoordig worden alsmaar meer oude gebouwen opgeknapt om opnieuw gebruikt te kunnen worden. 10

SCHEMA Stad of platteland?: Voor- en nadelen! -> Ruimtegebruik Verkeer Luchtvervuiling Watervervuiling Afval Criminaliteit Verkrotting SMARTBOARD 11