Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Vergelijkbare documenten
Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Afdeling Kwantitatieve Economie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering

4.1 College Week 4. Probleem (P 3.1 ) Zij f : D IR, met D IR n :

Oefenexamen Wiskunde Semester

III.3 Supremum en infimum

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

Tentamen: Kwantitatieve methoden 1.2(wiskundige methoden) Opleiding: Bacheloropleiding Economie Vakcode:

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban

Convexe Analyse en Optimalisering

(10 pnt) Bepaal alle punten waar deze functie een relatief extreem of een zadelpunt heeft. Opgave 3. Zij D het gebied gegeven door

Technische Universiteit Delft Tentamen Calculus TI1106M - Uitwerkingen. 2. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden.

Convexe Analyse en Optimalisering

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Tussentoets Analyse 1

Convexe Analyse en Optimalisering

EERSTE DEELTENTAMEN ANALYSE C

x a k of.x 1 a 1 / 2 + ::+.x n a n / 2 k 2 bol om a, straal k

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren

Examenvragen Hogere Wiskunde I

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Wiskunde AEO V. Afdeling Kwantitatieve Economie. Uitwerking tentamen 6 januari 2010

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn.

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Concave programmeringsproblemen

b) Uit Bayes volgt, gebruik makend van onderdeel a) P (T V )P (V ) P (T ) = (0.09)(0.07)

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Opgaven Inleiding Analyse

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

Inleiding Wiskundige Economie (Volledig tentamen incl. Deel 2) Dr. Rene van den Brink en Dr. Harold Houba

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013,

Verbanden en functies

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

V.2 Limieten van functies

Eigenschappen van de gradiënt

Week 2_ Limieten 1.4 Continuïteit 2.2 De afgeleide 2.3 Differentiatieregels

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Tentamen lineaire algebra voor BWI maandag 15 december 2008, uur.

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE 2

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

V.4 Eigenschappen van continue functies

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Inleiding Analyse 2009

Je mag Zorich deel I en II gebruiken, maar geen ander hulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmachine etc.)!

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

Vectoranalyse voor TG

Extrema van functies van meerdere variabelen

Uitwerking tentamen Analyse B

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets)

Analyse I. 2. Formuleer en bewijs de formule van Taylor voor een functie f : R R. Stel de formules op voor de resttermen van Lagrange en Liouville.

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015,

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Functies van meer variabelen voor dummy s

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Ter Leering ende Vermaeck

Oefeningen Analyse I

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future

Relevante examenvragen , eerste examenperiode

Functies van één veranderlijke

Opgaven Inleiding Analyse

WI1708TH Analyse 3. College 2 12 februari Challenge the future

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Functies van één veranderlijke

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Biofysische Scheikunde: Statistische Mechanica

8. Differentiaal- en integraalrekening

Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

(x x 1 ) + y 1. x x 1 x k x x x k 1

3.2 Kritieke punten van functies van meerdere variabelen

Tentamen Mathematische Statistiek (2WS05), dinsdag 3 november 2009, van uur.

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

Opgave a. We berekenen eerst een normaal v van V en een normaal w van W. v = (b a) (c a) = ((2)(1) ( 2)( 2), ( 2)( 1) ( 1)(1), ( 1)( 2) (2)( 1))

Lineaire algebra I (wiskundigen)

2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

Transcriptie:

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Tentamen: Convexe Analyse en Optimalisering Opleiding: Bacheloropleiding Econometrie Vakcode: 64200 Datum: 25 oktober 2005 Anvang: 8:45 Tijdsduur: 2 uur Opmerkingen:. Dit tentamen telt in totaal pagina s. 2. Bij de beantwoording van de vragen moet er voldoende toelichting of uitwerking worden gegeven. Alleen een uitkomst is niet voldoende.. Dit tentamen zal behoudens calamiteiten op 9 november 2005 zijn nagekeken. Op 4 november 2005 zal van 4.00 5.00 uur gelegenheid tot inzage worden gegeven. 4. De normering van de vragen is als volgt: opgave a b c 2a 2b 4a 4b 5 punten 5 5 5 0 0 5 5 5 20

Opgave (a) Zij A R. Geef een wiskundige definitie van de uitdrukking inf(a). (b) Is er een verschil tussen sup(a) = max(a)? Verandert dit als A N? (c) De rij {x n } voldoet aan lim sup x n 2 en lim inf x n 2. Wat is dan bekend over lim n x n? Antwoord: (a) inf(a) voldoet aan x A : inf(a) x (inf(a) is ondergrens) en ɛ > 0 x A : inf(a) + ɛ > x (het is de kleinste ondergrens). Voor ieder x A geldt x sup(a). Verder bestaat voor ieder ɛ > 0 een ɛ zó dat x ɛ + ɛ > sup(a). (b) Zij A = {x < } dan bestaat het maximum van A niet en het supremum wél (het supremum bestaat altijd). Voor A zij voor eindige verzamelingen sup(a) = max(a). Anders is sup(a) = en het maximum bestaat niet. (c) Uit de definitie volgt Onder de voorwaarden in (c) geldt dus De limiet bestaat dus en is gelijk aan 2. lim inf x n lim sup x n. lim inf x n = lim sup x n. Opgave 2 De functie f op IR is gedefinieerd door f(x, y, z) = x 2 + 2y 2 + z 2 + 2xy + 2xz. 2

(a) Bepaal de extrema van f en bepaal tevens de aard van de extrema via de tweede orde voorwaarden. (b) Bepaal de extrema van f en bepaal tevens de aard van de extrema met de vier stappen methode. Antwoord: (a) De partieële afgeleiden zijn f x f y f z = 2x + 2y + 2z = 4y + 2x = 6z + 2z. De gradient is de afgeleide omdat de gradient op IR continu is. De einige stationaire punt is (0, 0, 0). De Hesse matrix van f is 2 2 2 H f = 2 4 0 2 0 6 en hangt niet van (x, y, z) af. Voor de aard van het extremum berekenen we x (x, y, z) H f y z (x, y, z) 2x + 2y + 2z 2x + 4y 2x + 6z = 2x 2 + 2xy + 2xz + 2xy + 4y 2 + 2xz + 6z 2 = (x 2 + 4xy + 4y 2 ) + (x 2 + 4xz + 4z 2 ) + 2z 2 = (x + 2y) 2 + (x + 2z) 2 + 2z 2. Deze uitdrukking is positief voor x, y, z > 0 en wordt 0 voor x = y = z. H f is dus positief semi-definiet en (0, 0, 0) is een minimumlokatie. (b) Voor grote waarden van (x, y, z) geldt dat f(x, y, z) naar gaat de functie is dus coercief voor minimaliseering. Omdat f continu is heeft f een globaal

minimum (Corollary ). Stationaire punten kunnen zo als in (a) berekend worden. Omdat f(0, 0, 0) = 0 en bijvoorbeeld f(,, ) > 0 is het stationair punt een minimum. We hebben hetzelfde resultaat zo als onder (a) (uiteraard zonder berekening van de Hesse matrix. Opgave Bepaal de extrema van onder de nevenvoorwaarden f 0 (x, y, z) = x + 2z f (x) = x + y + z = en f 2 (x) = x 2 + y 2 + z = 2. Antwoord: () f 0 is continu en f () f2 (2) is niet leeg ((,, 0) is toegestaan punt), afgesloten (inverse van een afgesloten verzameling onder een continu afbeelding). Wij tonen aan dat f () f2 (2) begrensd is. Uit f = en f 2 = 2 volgt x 2 + y 2 + x y = 2 x 2 x + 4 + y2 y + 4 = 2 (x 2 )2 + (y 2 )2 = 5 2 Omdat de kwadratische termen altijd positief zijn volgt hieruit ( x ) 2 5 ( en y ) 2 5 2 2 2 2. Hieruit volgt, bijvoorbeeld, dat 5 x, y 5 en uit x + y + z = volgt dat z ook begrensd is. Omdat f () f2 (2) begrensd is, bestaan er dus extrema (Weierstrass). (2) De Lagrange-functie wordt en L(x, y,, zλ) = λ 0 (x + 2z) + λ (x + y + z ) + λ 2 (x 2 + y 2 + z 2) x L(x, y, z, λ) = λ 0 + λ + 2λ 2 x y L(x, y, z, λ) = λ + 2λ 2 y z L(x, y, z, λ) = 2λ 0 + λ + λ 2 4

2) (a) Stel λ 0 = 0, dan volgt uit L x = 0 en λ 0 : 2λ 2 x = 2λ 2 y = λ 2 x = y = 2 en met f volgt z = 0. Maar f (/2, /2, 0) = /2 2. 2 (b) Zij λ 0 =, dan Invullen na λ 2 oplossen geeft + λ + 2λ 2 x = 0 λ + 2λ 2 y = 0 2 + λ + λ 2 = 0 λ = λ 2 2 2 λ 2 + 2λ 2 x = 0 + (2x )λ 2 = 0 2 λ 2 + 2λ 2 y = 0 2 + (2y )λ 2 = 0 λ 2 = 2x en λ 2 = 2 2y. Uit volgt 2x = 2 2y y = 2x 2. Uit de nevenvoorwaarden volgt x 2 x + y 2 y = en invullen van de uitdrukking voor y geeft ( x 2 x + 2x ) 2 2x + 2 2 = x 2 x + 4x 2 2x + 4 2x + 2 = 5x 2 5x = 4 5

oftewel x 2 x + 4 = 20 + 4 ( x ) 2 = 6 2 20 = 0 x = 2 + x 2 = 0 2 0 De bijbehorende waarde voor y, y 2 en z, z 2 zijn Dus y = 2 + 2 0 z = 0 f 0 (x, y, z ) = 2 5 0 y 2 = 2 2 0 f 0 (x 2, y 2, z 2 ) = 2 + 5 0. z 2 = 0. Het punt (x, y, z ) is een minimumlokatie een het punt (x 2, y 2, z 2 ) is een maximumlokatie. Opgave 4 Gegeven zij de functie f 0 (x, y) = x 2 y 4 (a) Onderzoek f 0 op S = {(x, y) : x > 0, y > 0} op convexiteit resp. concaviteit. (b) Bepaal de maximale waarde van f 0 (x, y) onder de nevenvoorwaarden x + y 4 en y 2 0. en Uitwerking Deel (a): Er geldt: ( Hf = 4 x 2 y 4 8 x 2 y 4 8 x 2 y 4 x 2 y 7 8 6 x Hfx = 6 x 2 y 9 8 < 0. ) 6

Dus Hf is negatief semi-definiet en het volgt met Theorem 9 (d) dat f concaaf is. Uitwerking Deel (b): Uit deel (a) weten wij dat f concaaf is. Wij bestuderen het volgende probleem: onder f 0 (x, y) = x 2 y 4 min f (x, y) = x + y = 4 en f 2 (x, y) = y 2 = 0. Het probleem is convex. 2) (0, 0) is een Slaterpunt. ) De Lagrange-functie wordt met L(x, y, λ) = x 2 y 4 + λ (x + y 4) + λ 2 (y 2 ) L x (x, y, λ) = 2 x 2 y 4 + λ L y (x, y, λ) = 4 x 2 y 4 + λ + 2λ 2 y. Case I: f = 0 en f 2 < 0 (λ 0 en λ 2 = 0). 0 = 2 x 2 y 4 + λ 0 = 4 x 2 y 4 + λ 0 = x + y 4. Hieruit volgt 2 x 2 y 4 = 4 x 2 y 4 en dat geeft 2y = x. Dus y = 4/ en x = 8/. Check geeft λ > 0. Het punt (8/, 4/) is het globaal minimum van de hulpfunctie f 0. De functie f 0 heeft dus een globaal maximum bij (8/, 4/). Let op: bij f = 0 en f 2 = 0 vindt men de oplossing x = en y = maar hiervoor geldt λ < 0 en dat is geen toegestaan oplossing. Opgave 5 Bepaal met behulp van Karush-Kuhn-Tucker methode de minimale waarde van f 0 (x, y) = (x 2) 4 + (y ) 7

onder de nevenvoorwaarden x + y en y 2 0. Het mag hierbij veronderstelt worden dat het probleem convex is. Antwoord: ) Het probleem is convex. 2) (0, 0) is een Slaterpunt. ) De Lagrangefunctie wordt met L(x, y, λ) = (x 2) 4 + (y ) + λ (x + y ) + λ 2 (y 2 ) Case I: f < 0 en f 2 = 0. L x (x, y, λ) = 4(x 2) + λ L y (x, y, λ) = (y ) 2 + λ + 2λ 2 y. 0 = 4(x 2) 0 = (y ) 2 + 2λ 2 y 0 = y 2. Dus y = ± en x = 2. Zij y = dan volgt λ 2 = 0. Omdat f (2, ) = 0 (en wij verondersteld hebben dat f < 0) is dit geen toegestaan oplossing. Zij y = dan volgt λ 2 = 6 en f (2, ) < 0. De lokatie van het globaal minimum van f 0 is dus (2, ) en f 0 (2, ) = 8. In het oorspronkelijke probleem is (2, ) die locatie van het globaal maximum. Let op: f < 0 en f 2 < 0 geeft y = ± en x = 2. Maar f (2, ) = 0 en f 2 (2, ) = 0 en dit is tegenspraak met de veronderstelling dat f, f 2 < 0. 8