Faculteit Biomedische Technologie. 28 januari 2016, 18:00-21:00 uur

Vergelijkbare documenten
Faculteit Biomedische Technologie. 9 april 2018, 18:00-21:00 uur

Faculteit Biomedische Technologie. 5 november 2015, 9:00-12:00 uur

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 26 juni 2012, 14:00-17:00 uur

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 22 juni :00-12:00. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar.

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Hoofdstuk 22 De Wet van Gauss

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)

Technische Universiteit Eindhoven

Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen OPTICA voor BMT (3D010) 22 juni 1999, 14:00-17:00 uur

, met ω de hoekfrequentie en

Faculteit Technische Natuurkunde Proeftentamen OPTICA voor BMT (3D010) 8 maart 1999, 14:00-17:00 uur

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Uitwerkingen Tentamen Optica

Uitwerkingen tentamen Optica

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 5 juli 2012 van 14u00-17u00

Hertentamen Optica,11 april 2016 : uitwerkingen

1 ELECTROSTATICA: Recht toe, recht aan

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 30 juni 2011 van 14u00-17u00

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme

Oefeningenexamen Fysica 2 1ste zit

Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Tentamen Optica. 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Tentamen Elektromagnetisme (NS-103B)

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

Langere vraag over de theorie

Antwoorden Eindtoets 8NC00 12 april 2017

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 14 april 2011 van 9u00-12u00

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

Tentamen E&M 13-mei-2004

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

(B) L_- Tentamen optica en optisch waarnemen

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

. Vermeld je naam op elke pagina.

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

Uitwerkingen tentamen optica

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)

Tentamen E&M 25 Juni 2012

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

Tentamen Elektromagnetisme 1 (NS-103B)

Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

Langere vraag over de theorie

Uitwerkingen toets emv

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Tentamen Golven en Optica

I A (papier in) 10cm 10 cm X

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

Begripsvragen: Elektrisch veld

Elektromagnetische veldtheorie (121007) Proeftentamen

Uitwerkingen Tentamen Optica

Hertentamen Elektromagnetisme: Theorie (NS-107B)

Exact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Voorblad bij tentamen - Optica 3BOX1

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli dr. Brenda Casteleyn

Hertentamen Optica. 20 maart Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Elektro-magnetisme Q B Q A

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

1. Langere vraag over de theorie

Uitwerking- Het knikkerbesraadsel

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Uitwerkingen Hertentamen Optica

Juli geel Fysica Vraag 1

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Tentamen Optica. Uitwerkingen - 26 februari = n 1. = n 1

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Hoofdstuk 8 Elektrostatica

Verzameling oud-examenvragen

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

Tentamen Quantum Mechanica 2

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

Opgave 1 Vervormd vierkant kristal en elektronische structuur (totaal 24 punten)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel 2. 6 november 2015 van 10:00 12:00 uur

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Tentamen Electromagnetisme I, 30 juni 2008, uur

Vraagstukken Elektriciteit en Magnetisme

Bepaling van de diameter van een haar

DE XXXIII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Transcriptie:

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen EEKTROMAGNETISME en OPTICA (8NC00) 28 januari 2016, 18:00-21:00 uur Opmerkingen: 1) Het is toegestaan gebruik te maken van het formuleblad (zie Oase 8NC00). Het is ook toegestaan om gebruik te maken van eigenhandig geschreven aantekeningen; maximaal twee kantjes A4-formaat. 2) Het aantal punten dat per vraag te verdienen valt is achter de vraag weergegeven tussen haakjes. 3) Uw antwoorden dienen bondig te zijn en geformuleerd in lopende zinnen. Vermijd excessief en exclusief gebruik van formules en/of vergelijkingen. 4) Gebruik een antwoordvel voor opgaven 1-4, en een nieuw antwoordvel voor opgaven 5-7. 5) De antwoorden van de opgaven worden na afloop op OASE gezet. - 1 -

Opgave 1. Begrippen optica eg in een paar zinnen uit wat de volgende begrippen inhouden. Bespreek zowel de fysische oorsprong als de praktische gevolgen. Gebruik hierbij geen of een minimum aan vergelijkingen. 1.1. Foto-elasticiteit (1) 1.2. Sferische aberratie (1) Opgave 2. Optica algemeen R C 30 10 100 2.1. Een lamp hangt in reflector, bestaande uit een sferisch oppervlak met een kromtestraal van 100 cm. De lamp bevindt zich op de optische as, 10 cm van het reflectoroppervlak. 30 cm voor de lamp staat een dunne lens (zie tekening). We willen de lamp via reflector en lens afbeelden bij punt C. Wat is de benodigde brandpuntsafstand van de dunne lens (welk teken?), wat is de vergroting van deze afbeelding. Staat het beeld rechtop? Is het beeld reëel of virtueel? (3) 2.2. Welke kleur zit er aan de binnenkant (onderkant) van een (primaire) regenboog, rood of violet? eg uit hoe dit komt. (1.5) 2.3. Beschrijf de belangrijkste verschillen tussen hoekvergroting en laterale vergroting. (1.5) 2.4. We willen met een optische helderveldmicroscoop een voorwerp met details van 1 µm zichtbaar maken. We gebruiken hiervoor een oculair met vergroting 10x en een objectief met vergroting 40x. Wat is de minimaal vereiste NA van het objectief bij een optimale instelling van de microscoop? Neem aan dat we zichtbaar licht met een golflengte van 500 nm gebruiken. (2) Opgave 3. Polarisatie 3.1. Een bundel rechtsom gepolariseerd licht waarvan het elektrisch veld beschreven wordt met E = k A cos(kx ωt) + ja cos(kx ωt π ) wordt samengevoegd met een bundel 2 lineair gepolariseerd licht met het volgende veld: E = k B cos(kx ωt). a) Geef een vergelijking voor het elektrisch veld van de totale bundel. Hoe noemen we deze polarisatietoestand? (1.5) b) Dit licht wordt op een lineaire polarisator geschenen waarbij de doorlaatrichting door de vector k + j beschreven wordt. Geef een vergelijking voor het licht dat door deze polarisator komt (waarbij alleen de hierboven gegeven grootheden gebruikt worden). (1.5) - 2 -

Opgave 4. Interferentie en diffractie 4.1. Een spletenpatroon met spleetbreedtes van 2 µm wordt beschenen met monochromatisch licht. Hierdoor ontstaat het diffractiepatroon wat hiernaast in de figuur is weergegeven. Uit hoeveel spleten bestond het spletenpatroon en wat is de spleetafstand? (1) 4.2. Monochromatisch licht met een golflengte van 500 nm valt op een zeepbel met wanden van 2 µm dik (met lucht aan beide zijden van het vlies, n zeepwater = 1.33). Bij welke invalshoeken (hoek met de normaal) zal er het minste licht weerkaatsen van het zeepvlies? Geef twee niet-triviale hoeken. Negeer polarisatie-effecten. (3) Hint: het faseverschil tussen de aan onder- en bovenzijde gereflecteerde straal in een zeepvlies wordt beschreven met φ = 4πn b λ vac t cos θ b + π GA NA OPGAVE 4 VERDER OP EEN NIEUW ANTWOORDVE!! Opgave 5. Algemeen elektromagnetisme 5.1. (a) De diëlektrische constante K e beschrijft de reactie van een materiaal op een elektrisch veld. Deze is per materiaal verschillend. Noem een materiaal met een lage diëlektrische constante en een materiaal met een hoge diëlektrische constante, en geef in beide gevallen een korte uitleg over het onderliggende mechanisme. (1) (b) Een elektrische dipool kan fysiek worden gesplitst in een positieve lading en een negatieve lading, maar een magnetische dipool kan niet gesplitst worden in een noord en een zuidpool (magnetische monopolen bestaan niet). eg kort uit (i) wat de magnetische noord- en zuidpool betekenen, (ii) wat er gebeurt als je een materiaal met een magnetische dipool in tweeën splitst, en (iii) hoe je dat kunt begrijpen. (1) - 3 -

Opgave 6. Elektrostatica 6.1. Neem een oneindig grote dunne isolerende plaat met uniforme oppervlakteladingsdichtheid. Aan één zijde van de plaat is een puntlading Q geplaatst, op afstand van de plaat. Punt P ligt op afstand 2 van de plaat, waarbij de verbindingslijn QP loodrecht op de plaat staat. (a) Neem eerst Q=0. Geef een uitdrukking voor het elektrische veld in punt P (grootte en richting). (1) (b) Nu is Q een vrije parameter. Hoe groot moet Q zijn (uitgedrukt in,, en natuurconstanten) om in punt P een elektrisch veld gelijk aan nul te krijgen. (1) (c) Maak een schets van de elektrische veldlijnen in het gehele xy-vlak, zowel rechts als links van de dunne plaat, voor de situatie in (b). Geef een korte uitleg erbij. (1) Q y x P 6.2. Neem een oneindig grote plaat met dikte d. De plaat bestaat uit isolerend materiaal en draagt een uniforme positieve volumeladingsdichtheid ρ. Kies een coӧrdinatenstelsel waarvan de oorsprong in het midden van de plaat ligt en de x-as loodrecht op de plaat staat (advies: maak een schets). (a) Geef een uitdrukking voor het elektrische veld (grootte en richting) in het midden van de plaat. (1) (b) eid met behulp van de wet van Gauss een uitdrukking af voor het elektrische veld (grootte en richting) in de ruimte, zowel voor posities binnenin de plaat ( d/2 < x < d/2) als voor posities buiten de plaat (x< d/2, en x > d/2). (1) (c) Geef een uitdrukking voor V(x), de elektrische potentiaal als functie van x, zowel voor posities binnenin de plaat als voor posities buiten de plaat. Kies V=0 in het midden van de plaat. (1) Opgave 7. Magnetisme 7.1. Neem een lange stroomdraad met radius R. Door de stroomdraad loopt stroom I. (a) eid, startend vanuit de wet van Ampère, een uitdrukking af voor het magnetische veld (grootte en richting) binnenin de draad (r<r) en buiten de draad (r>r). Maak een grafiek met daarin een schets van de grootte van het magnetische veld als functie van r. (1) (b) De stroomdraad wordt dunner gemaakt, totdat deze een radius R/2 heeft. De stroom is onveranderd en heeft waarde I. Geef een uitdrukking voor de maximale waarde van het magnetische veld. Schets voor deze dunnere stroomdraad de grootte van het magnetische veld als functie van r, in de grafiek die je in deel (a) hebt getekend. (1) (c) De magnetische flux Φ B door een oppervlak S wordt gegeven door Φ B = B da. We S nemen weer de lange stroomdraad uit deel (a), met radius R en stroom I. We definiëren een denkbeeldige cilinderschil, met lengte en straal R, die als een mantel de draad omsluit. Bereken de magnetische flux door deze mantel. (1) - 4 -

(d) Stel dat je de totale magnetische veldenergie binnenin de cilindermantel wilt uitrekenen. Hoe kun je dit doen, hoe zou je het aanpakken? Geef een korte beschrijving van je opzet, je hoeft het niet daadwerkelijk uit te rekenen. (1) 7.2. Een lange dunne stroomdraad heeft plaatselijk een vierkantvormige omleiding ABCD, zoals geschetst in de figuur. Door de draad loopt stroom I. Punt P ligt in het midden van ABCD. B C x z P + A D (a) Bereken het veld (grootte en richting) in punt P. N.B. Het veld van I een draadsegment met lengte, op een afstand /2 van het draadsegment, heeft grootte: B = μ 0I (1) π 2 (b) Een heel klein bolletje van paramagnetisch materiaal wordt geplaatst op punt P. Beargumenteer of het bolletje wel of niet een magnetische kracht ondervindt t.g.v. de stroomdraad. Indien er een kracht is, beargumenteer dan in welke richting. (1) y EINDE - 5 -