Schildwachtklierprocedure: ook een mogelijkheid bij patiënten met een recidief van een mammacarcinoom

Vergelijkbare documenten
Less is more: Axillaire stagering en behandeling bij het mammacarcinoom

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:.

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

chirurgische behandeling van kanker

Het lymfedrainagepatroon bij het mammacarcinoom in de eerder behandelde borst

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

De schildwachtklierprocedure

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Samenvatting en conclusies

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA)

Casus. Patiënte 50 jaar oud T2N1 tumor Ductaal, HER2 positief

Schildwachtklieronderzoek

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

nr Indicator Intern/extern*

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk

Citation for published version (APA): Doting, M. H. E. (2007). Sentinel lymph node biopsy in breast cancer and melanoma s.n.

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie

Mammacarcinoom en zwangerschap. PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht

Echografie + biopsie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [ ZIN besluit verwerkt; ]

Borstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

Algemene informatie over het pathologieverslag bij borstkanker

Incidentie Behandeling Kostprijs

10. Overzicht activiteiten Senologische oncologie

Mammareconstructie & Radiotherapie

Borstkanker. Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven

Schildwachtklierbiopsie

Bossche Samenscholingsdagen MAMMACARCINOOM 2.0

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

Summary, discussion and recommendations. Chapter 10

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017

Samenvatting 129. Samenvatting

Snelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht

Het lokaliseren en verwijderen van niet-palpabele mamma-maligniteiten met behulp van een radioactief 125 I zaadje

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg

Informatie over de schildwachtklier. Afdeling Chirurgie

Summary chapter 2.1 chapter 2.2

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom

Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel. Dr. P. Berteloot 10/2011

Samenvatting CHAPTER 8

Behandeling van DCIS. Ductaal carcinoma in situ (DCIS) gemini-ziekenhuis.nl

Borstoperatie en bestraling: klaar in 1 dag!

Evaluatie gebruik richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van het mammacarcinoom

Praktijkvariatie: diagnostiek bij Ductaal Carcinoma In Situ

Individualized treatment in Breast Cancer op het scherpst van de snede

Help, een UBO. L.E. Elshof Student Geneeskunde EUR Keuzeonderzoek NKI-AVL

MRI: more is less? Emiel Rutgers

Het imagen van tumor heterogeniteit bij een patiënte met borstkanker: FEScinerend

Borstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg

Negatieve schildwachtklier bij borstkankerpatiënten goede indicator voor het uitblijven van okselmetastasen

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel BORSTKANKER

MRI spoort prostaatkanker nauwkeurig op

Chirurgische overbehandeling van borstkanker. Ann Smeets Oncologische Heelkunde MBC symposium 2018

Langetermijnprognose van een lokaal recidiverend mammacarcinoom na mammasparende therapie*

Stage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery

Schildwachtklierprocedure. (sentinel node- of poortwachtersklier procedure)

Wijzigingsdocument NBCA november 2015

Eline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment

Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering bij borstkanker

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Oplegger indicatorset Mammacarcinoom verslagjaar 2016

Een melanoom, wat nu?

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

Schildwachtklierprocedure (sentinel node- of poortwachtersklier procedure)

Borstsparende operatie Lumpectomie

borstbesparende operatie

Schildwachtklieronderzoek. (sentinel node)

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

10 e NKI AvL Mammasymposium

Melanoom Schildwachtklier. Poli Dermatologie Poli Chirurgie

Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog

Beeldvorming van de Borst Meer dan zo maar een Foto

Van cup F naar cup B. Karin Schenk oktober 2012

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Kleine kans op uitgebreide lymfekliermetastasering. echografie van de axilla bij mammacarcinoompatiënten

special Mammazorg in de IKMN-regio over de hele linie verbeterd Vier projecten met succes afgerond evaluatie mammazorg

NBCA: Een eerste stap in de goede richting

Nieuwsbrief DEPRESSIEKLACHTEN BIJ VROUWEN MET EEN VOORSTADIUM VAN BORSTKANKER. EERSTE PATIËNTENDAG VAN HET UMBRELLA COHORT WIE ZIJN DE DEELNEMERS?

Schildwachtklier- onderzoek bij borst- kanker

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Chirurgie. Operatie voor borstkanker

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online

Opsporen en verwijderen van de schildwachtklier

DE SENTINELPROCEDURE SCHILDWACHTKLIERPROCEDURE. - Patiëntinformatie -

Behandeling borstkanker

Transcriptie:

capita selecta Schildwachtklierprocedure: ook een mogelijkheid bij patiënten met een recidief van een mammacarcinoom R.M.H.Roumen, G.P.Kuijt en I.H.Liem Zie ook de artikelen op bl. 10 en 38. De schildwachtklier(swk)-procedure is momenteel standaard bij de diagnostiek en de behandeling van patiënten met een primair mammacarcinoom. Door de implementatie hiervan is er een nieuwe groep patiënten ontstaan die, in geval van een tumornegatieve SWK, een sparende mammabehandeling zonder complete okselklierdissectie heeft gehad. Indien zich bij deze patiënten een lokaal recidief ontwikkelt, dringt zich de vraag op wat de lymfogene drainage van deze nieuwe tumor nu eigenlijk is. Dit geldt ook voor degenen die eerdere mamma sparende therapie voor ductaal carcinoma in situ ondergingen, alsook voor patiënten na radicale ablatieve chirurgie of zelfs na eerdere ingreep wegens een benigne mamma-afwijking of na okselchirurgie. De huidige literatuur over een SWK-procedure na een recidief is beperkt: slechts 10 artikelen, waarin in totaal 116 patiënten worden beschreven. Steeds wordt geconcludeerd dat een SWK-procedure na een recidiefmammacarcinoom goed uitvoerbaar is en dat men er mogelijk bijzondere of aberrante lymfeklierstations mee kan identificeren, waardoor men na een succesvolle biopsie het multidisciplinaire beleid op een zinvolle manier kan aanpassen. Gezien het ontbreken van juiste richtlijnen voor deze indicatie, dienen hierover op korte termijn afspraken gemaakt te worden. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:13-9 De schildwachtklier(swk)-procedure is momenteel bij de diagnostiek en de behandeling van het primair mammacarcinoom in klinisch stadium N0 een standaardonderdeel geworden (www.cbo.nl/product/richtlijnen/folder 20021023121843/mammac_rl_2005.pdf?). 1 2 De status van de regionale lymfeklieren is immers nog steeds een zeer belangrijke prognostische factor en mede bepalend voor het verdere adjuvante beleid na de initiële chirurgische therapie. Indien de chirurgisch verwijderde SWK na histologisch onderzoek tumornegatief blijkt, kan men afzien van een aanvullende complete okselklierdissectie. Zodoende wordt een grote groep patiënten met mammacarcinoom de morbiditeit van een dergelijke dissectie-ingreep bespaard. Diverse follow-upstudies hebben inmiddels laten zien dat deze strategie veilig is en gepaard gaat met een zeer laag percentage okselklierrecidieven. 3-5 Na mammasparende therapie, dat wil zeggen radicale tumorexcisie met okselstadiëring, op grond van okselklierdissectie, plus aanvullende radiotherapie, zal zich bij rond de 10% van deze patiënten een lokaal recidief in dezelfde mamma ontwikkelen. 6 Ook bij patiënten die een amputatie Máxima Medisch Centrum, locatie Veldhoven, Postbus 7777, 5500 MB Veldhoven. Afd. Chirurgie: hr.dr.r.m.h.roumen en hr.g.p.kuijt, chirurgen. Afd. Nucleaire Geneeskunde: hr.i.h.liem, nucleair geneeskundige. Correspondentieadres: hr.dr.r.m.h.roumen (r.roumen@mmc.nl). hebben ondergaan, komt een zeker percentage lokale recidieven voor, dat ongeveer rond de 5 ligt. 6 De behandeling van een lokaal recidief van mammacarcinoom na voorgaande sparende therapie is meestal het uitvoeren van een zogenaamde salvage -mastectomie (met salvage wordt een behandeling aangeduid die volgt op falen van eerdere behandeling). 7 8 Er is overigens literatuur waaruit blijkt dat bij geselecteerde patënten wellicht van deze strategie zou kunnen worden afgeweken. 9 Over de lymfogene drainage hoefde niet nagedacht te worden, daar immers alle okselklieren reeds waren verwijderd. In dit artikel bespreken wij of de SWK-procedure niet ook uitgevoerd kan worden zodra een recidiefmammacarcinoom is vastgesteld. patiëntencategorieën die een swk-procedure zouden kunnen ondergaan Door de implementatie van de SWK-procedure bij het primaire mammacarcinoom en, in geval de SWK tumornegatief is, het achterwege laten van een complete okselklierdissectie, zullen er patiënten zijn of komen die een lokaal recidief hebben bij een nagenoeg intacte okselstatus. Dit kan het geval zijn zowel na mammasparende therapie als na een ablatieve operatie. Onder andere door het bevolkingsonderzoek is een steeds grotere groep vrouwen ontstaan bij wie de diagnose 13

ductaal carcinoma in situ (DCIS), dat wil zeggen een neoplasie zonder invasieve component, is gesteld. Deze vrouwen ondergaan daarvoor ofwel een radicale lokale chirurgische borstingreep, momenteel bijna altijd gevolgd door radiotherapie, ofwel een ablatio mammae zonder noodzaak tot aanvullende bestraling. In beide situaties is er volgens de huidige richtlijn geen indicatie tot het verrichten van regionale lymfogene stadiëring; het betreft hier immers een nietinvasieve tumor. Aangezien 10-30% van deze vrouwen een lokaal recidief zal krijgen, hetzij DCIS, hetzij een invasieve tumor, ontstaat er dus een groep vrouwen met een recidiefmammacarcinoom met volledig intacte regionale klierstations. 10 Daarnaast zijn er vrouwen die in het verleden behandeld zijn met een radicale ablatieve ingreep waarbij ook een complete okselklierdissectie heeft plaatsgevonden. Ook deze patiënten kunnen een lokaal recidief krijgen, met name in het litteken van de amputatie. Ten slotte is er een groep patiënten die in het verleden om wat voor reden dan ook een mamma- en/of okseloperatie hebben ondergaan. Denk daarbij aan vrouwen die eerder wegens een benigne afwijking een borstoperatie ondergingen en bij wie zich later een mammacarcinoom ontwikkelt. Hetzelfde geldt voor vrouwen bij wie eerder wegens een benigne afwijking een operatie in de oksel uitgevoerd is, bijvoorbeeld een lymfeklierbiopsie of als behandeling van hidradenitis. swk-procedure en lokaal recidiefmammacarcinoom; vragen Bij alle in het voorgaande beschreven patiënten dringt zich bij manifestatie van een lokaal recidief van mammacarcinoom de vraag op hoe de lymfogene drainage van deze nieuwe tumor nu eigenlijk plaatsvindt. Kan die drainage nagebootst worden door een lymfoscintigrafie of met peritumoraal inspuiten van blauwe inkt? Levert een dergelijke procedure relevante informatie op? Beïnvloedt de uitkomst van de SWK-procedure in een dergelijke situatie het verdere beleid? Kan bij patiënten met een intacte oksel na een hernieuwde SWK-procedure wederom een complete okselklierdissectie achterwege blijven? Hoe verloopt de drainage eigenlijk bij patiënten die al een complete okselklierdissectie achter de rug hebben? Wat is het effect van voorgaande radiotherapie op deze (hernieuwde) procedure? ziektegeschiedenissen Patiënt A was 60-jarige vrouw die een zogenaamde tumorextirpatie (lumpectomie) en SWK-procedure onderging wegens een klinisch en radiologisch suspecte afwijking, die bij cytologisch onderzoek suspect maligne cellen toonde. Na ampel beraad werd overeengekomen in één operatieve sessie de extirpatie uit te voeren. Bij definitief histologisch onderzoek bleek het te gaan om een goedaardig intra ductaal papilloom, met een daarbij passende volstrekt benigne SWK. Anderhalf jaar later kreeg patiënte echter in een ander kwadrant van dezelfde borst een histologisch bewezen invasief ductaal carcinoom. Besloten werd om naast een radicale tumorexcisie wederom een poging te doen om een SWK te lokaliseren en te verwijderen. De SWK bevond zich praktisch op dezelfde plaats in de oksel als waar anderhalf jaar ervóór de eerste SWK was verwijderd. Thans bleek deze een micrometastase van 0,65 mm te bevatten, zodat in tweede instantie een complete okselklierdissectie werd uitgevoerd. In het operatiepreparaat werden 9 andere negatieve lymfeklieren gevonden. Gedurende de follow-up van 6 jaar kreeg patiënte geen lokaal recidief of metastasen op afstand. Epicrise. Deze casus bewees dat het concept van een hernieuwde SWK-procedure goed uitvoerbaar was en dat de gevonden SWK ook representatief was voor de lokale lymfeklierstatus. Immers, de verwijderde SWK was de enige klier die metastatische ziekte bevatte. De bevindingen bij deze patiënte waren voor ons aanleiding om een dergelijke hernieuwde SWK-procedure ook bij andere mammacarcinoompatiënten toe te passen. Patiënt B onderging op 73-jarige leeftijd een mammasparende therapie, plus radiotherapie, rechts. Daarbij werd ook een SWK-procedure uitgevoerd en omdat de verwijderde klier negatief was, volgde geen okselklierdissectie. Na 5 jaar ontwikkelde zich bij patiënte in dezelfde mamma een lokaal recidief, zonder aantoonbare metastasen op afstand. Haar werd een amputatie voorgesteld. Omdat zij erg tevreden was met haar schouder- en armfunctie, die na de eerdere SWKbiopsie niets geleden had, bespraken wij een hernieuwde SWK-procedure, waarvoor zij zeer gemotiveerd was. Op het lymfoscintigram werd uitsluitend drainage naar de ipsilaterale oksel gezien, zodat een hernieuwde SWK-biopsie plaatsvond. De histologische uitslag van dit biopt was tumornegatief, zodat van een complete okseldissectie werd afgezien en alleen een ablatio mammae werd uitgevoerd. Bij de laatste controle, bijna 3 jaar na de ablatie, was patiënte recidiefvrij. Patiënt C was 78 jaar toen zij een linkszijdige mamma-amputatie onderging voor een 30 mm groot invasief ductaal carcinoom graad III met uiteindelijk 12 negatieve okselklieren. Zij werd adjuvant hormonaal behandeld. Anderhalf jaar later ontwikkelde zich in het mediale deel van het amputatielitteken een subcutaan lokaal recidief. Er waren geen aanwijzingen voor metastasen op afstand. Besloten werd dit recidief radicaal chirurgisch te verwijderen en in dezelfde zitting een SWK-procedure te doen. De lymfoscintigrafie toonde dat er in de contralaterale oksel een SWK visualiseerbaar was (figuur 1). Deze kon op gebruikelijke wijze ge- 14

b lichaamscontour a schildwachtklier injectieplaats figuur 1. (a) Klinische opname van patiënt C met een mediaal gelegen lokaal borstkankerrecidief in een linkszijdig mamma-amputatielitteken, met blauwe inkt ingespoten. De donkere stip op de huid in de contralaterale rechter oksel duidt de plaats van de schildwachtklier aan. (b) Op het anterieure lymfoscintigram is een duidelijke schildwachtklier in de contralaterale oksel te zien (eerder gepubliceerde figuren). 20 vonden worden en bleek bij histologisch onderzoek tumornegatief. Patiënte werd alleen lokaal nabestraald, met een wijziging van het hormonale regime. Patiënt D was 41 jaar toen zij mammasparend werd behandeld voor een linkszijdig carcinoom. Zij onderging toen een complete okselklierdissectie, met achteraf 15 negatieve klieren. Na 15 jaar ontwikkelde zich een lokaal recidief of een nieuw mammacarcinoom in dezelfde mamma. Er werd met patiënte besproken dat er een mamma-ablatie verricht zou worden en zij ging akkoord met de uitvoering van een SWK-procedure. Hierbij werd aan de ipsilaterale zijde interpectoraal (tussen de M. pectoralis major en minor) een restklier gevonden, die micrometastatische ziekte bevatte met enkele tumoremboli buiten het kapsel (figuur 2). Patiënte onderging aanvullend chemotherapie, lokale bestraling van de thoraxwand en hormonale behandeling. literatuur tot op heden In de tabel is de literatuur over de SWK-procedure bij een recidiefmammatumor samengevat. Tot op heden vonden wij 10 artikelen, inclusief een eigen studie, waarin in totaal 116 patiënten worden beschreven. 11-20 De gerefereerde verwijzingen variëren van een enkele casusbeschrijving tot kleinere patiëntengroepen. In de Engelstalige literatuur wordt gesproken over een herhaalde ( repeat ) of tweede ( second ) SWK-biopsie. Deze term geeft aan dat het om een situatie gaat waarin een dergelijke SWK-procedure plaatsvindt bij constatering van een lokaal recidief. Strikt genomen hoeft er dus in het verleden geen eerdere SWK-biopsie te hebben plaatsgevonden, omdat het immers ook kan gaan om een situatie waarbij voorheen reeds direct een complete okselklierdissectie is uitgevoerd. In het Nederlands zou daarom van een SWK-procedure bij een recidief kunnen worden gesproken. Van de 116 beschreven patiënten bleek het in 97 gevallen (84%) om een recidief van invasief mammacarcinoom te gaan; bij de meeste anderen werd een recidief-dcis vastgesteld. Bij een (recidief-)dcis is het verrichten van een SWKprocedure overigens niet volgens de huidige richtlijn. Van de SWK-identificatiepogingen was 80% succesvol (zie de tabel). Hierbij speelde de eerder uitgevoerde okselingreep een belangrijke rol: indien eerder uitsluitend een SWK-procedure was uitgevoerd, dan bleek dat in 89% een onderzoekbare klier verkregen werd. Bovendien ging het in bijna alle gevallen om een hernieuwde lokalisatie aan de ipsilaterale kant. Had echter reeds een complete okselklierdisscetie plaatsgevonden, dan bedroeg dit percentage slechts 70. Opvallend was dat hierbij frequent een aberrant drainagetraject werd waargenomen: veelal naar de parasternale ketens of naar de contralaterale oksel (zie figuur 1 en 3). 15

aanvoerend lymfevat met tumoremboli perinodaal vetweefsel lymfofolliculair weefsel trabekel micrometastasen figuur 2. Microscopisch beeld van de schildwachtklier gevonden in de oksel van patiënt D die eerder een complete okselklierdissectie had ondergaan. Met immunohistochemische kleuring (bruin) worden een aantal micrometastasen en tumoremboli in de schildwachtklier aangetoond (hematoxylinetegenkleuring, circa 25 maal vergroot). Literatuur over de schildwachtklier(swk)-procedure bij een recidiefmammatumor 1e auteur (jaar) aantal patiënten aantal onderzoekbare niet-ipsilaterale aantal patiënten klier na eerdere lokalisaties (n) tumor- SWK- recidief met SWK/COKD positieve ingreep bij van invasief geïdentificeerde klieren een recidief carcinoom SWK-klieren Port (2002) 11 32 27 24 7/8 SWK* nv 3/24 8/15 COKD Lim (2004) 12 1 1 1 1/1 COKD C (1) 1/1 Sood (2004) 13 4 3 4 4/4 COKD C + P (1) 0/4 P (1) Intra (2005) 14 18 9 18 18/18 SWK 2/18 Agarwal (2005) 15 2 2 2 2/2 COKD C (2) 1/2 Newman (2006) 16 10 10 9 0/1 SWK C (7) 0/9 7/7 COKD P (3) Jackson (2006) 17 1 1 1 1/1 SWK 1/1 Taback (2006) 18 15 14 11 5/6 SWK P (2) 3/11 6/9 COKD Boughey (2006) 19 21 19 13 7/9 SWK P (3) 1/13 6/12 COKD C (3) Roumen (2006) 20 12 11 10 2/2 SWK C (4) 4/10 8/10 COKD P (3) totaal (%) 116 97 93/116 (80) 40/45 (89) SWK 16/93 (17) 42/60 (70) COKD nv = niet vermeld; COKD = complete okselklierdissectie; C = contralaterale oksel; P = parasternaal. *Van deze patiënten ondergingen 9 eerder een andere okseloperatie. Van deze patiënten hadden 2 geen eerdere okselingreep gehad. 16

Sommige auteurs concluderen bovendien dat het identificatiepercentage samenhangt met het aantal eerder verwijderde okselklieren. Indien dit hoger is (bijvoorbeeld 11 19 > 10), dan daalt het succespercentage. Van alle klierstations die bij een tumorrecidief werden gebiopteerd, bleek gemiddeld 17% een positieve klier te bevatten (zie de tabel). Alle studies concluderen dat een SWKprocedure bij een recidiefmammacarcinoom goed uitvoerbaar is en dat er mogelijk bijzondere of aberrante lymfekliersta tions door worden geïdentificeerd, hetgeen na een succesvolle biopsie kan leiden tot een zinvolle aanpassing van het multidisciplinair gevormde beleid. beschouwing Voor patiënten bij wie zich na behandeling wegens een primair mammacarcinoom een recidief ontwikkelt, bestaat momenteel geen richtlijn of consensus over de vraag hoe men dient om te gaan met eventuele lymfogene stadiëring, behandeling van de resterende okselklieren en het eventueel lichaamscontour parasternale schildwachtklieren injectieplaats a injectieplaats schildwachtklier b intact laten van de oksel. Het is noodzakelijk dat op korte termijn hierover landelijke afspraken gemaakt worden. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor patiënten die voorheen behandeld werden wegens DCIS. De contra-indicaties voor een hernieuwde SWK-procedure zouden wat ons betreft hetzelfde moeten zijn als die voor een SWK-procedure bij het primaire carcinoom, te weten: een klinisch of radiologisch aangedane oksel en/of een multifocaal of multicentrisch mammacarcinoom. Eerdere operatieve behandeling van de mamma en ook een recente biopsie is geen echte contra-indicatie meer. 21 Ook de grootte van de tumor zelf heeft bij de afweging slechts een betrekkelijke betekenis. Bij de overige patiënten, dat wil zeggen, degenen met een benigne afwijking en de groep die al een volledige okseldissectie achter de rug heeft, is er eigenlijk geen contraindicatie te bedenken. Elke vorm van visualisatie van de lymfedrainage is nuttig en kan alleen maar bijdragen tot verdere relevante informatie. Zoals de ziektegeschiedenis van patiënt D toont, kan het verwijderen van een aangedane restfiguur 3. Lateraal (a) en anterieur (b) lymfoscintigram van een patiënte bij wie zowel drainage naar 1 axillaire schildwachtklier te zien is, alsook drainage naar 2 parasternale klieren. 17

den gezien of eerder moet worden beschouwd als een N1- klier. conclusie figuur 4. Klinisch beeld van een patiënte met een recidief van een mammacarcinoom links na een eerdere mammasparende therapie inclusief complete okselklierdissectie (zie het litteken in de linker oksel). Onmiddellijk na periareolaire injectie van blauwe inkt wordt dermale terugstroom waargenomen die veroorzaakt wordt door obstructie van lymfeafvloed naar de oksel (eerder gepubliceerde figuur). 20 klier zelfs therapeutisch zijn. Zonder deze hernieuwde SWKprocedure zou dat niet gebeurd zijn en dit zou geresulteerd hebben in het achterlaten van lokaal tumorweefsel. In onze eigen beschreven patiëntengroep werd het behandelingsplan bij 7 van de 12 patiënten aangepast of veranderd. 20 Het opvallendste van de SWK-procedure bij een recidief is het visualiseren van alternatieve lymfedrainageroutes, met name in de groep die al een complete okselklierdissectie heeft ondergaan. Figuur 4 toont wat het gevolg kan zijn wanneer de lymfeafvloed naar de oksel geblokkeerd is. Bij deze patiënte werd blauwe inkt periareolair subcutaan gespoten, zoals bij ons gebruik is bij het opsporen van de SWK bij primair mammacarcinoom. Onmiddellijk na injectie zagen wij een zogenaamde dermale terugstroom vanuit het caudale deel van het oksellitteken retrograad in de cutane lymfebanen van de mamma. Bij deze patiënte bleek dat er belangrijke lymfeafvloed via de parasternale ketens was. Zoals wij reeds noemden, is met name ook het aantonen van de contralaterale drainage een opvallende bevinding. Dit betekent dan ook dat wij klinisch gezien bij een recidief van mammacarcinoom meer aandacht moeten hebben voor de contralaterale oksel. Tot slot zullen wij ons moeten afvragen hoe de gevonden klieren geclassificeerd dienen te worden binnen het huidige stadiëringsschema. Een contralaterale klier wordt bij een primair mammacarcinoom als gemetastaseerde ziekte beschouwd. De vraag is of zo n bevinding bij een recidiefmammacarcinoom (zoals bij patiënt C) ook zo moet wor- Aangezien de SWK de eerste klier is waarop een tumor draineert, kan bij een recidiefmammacarcinoom ook hiernaar gezocht worden. Uit recente literatuur blijkt dit op betrouwbare wijze te kunnen gebeuren. Gezien het ontbreken van juiste richtlijnen voor deze indicatie, dient hierover op korte termijn consensus bereikt te worden. Om deze reden is recent een registratiestudie in Nederland van start gegaan, om de implementatie van een SWK-procedure bij recidiefmammacarcinoom te evalueren: de zogenaamde SNARB-studie. Deelname is mogelijk door aanmelding via snarbgroup@gmail.com. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 23 mei 2007 naschrift Tot en met november 2007 zijn nog zeker 5 andere publicaties over dit onderwerp verschenen, met gegevens van nog eens 122 patiënten bij wie de SWK-procedure wegens recidiefmammacarcinoom werd uitgevoerd. De conclusies blijven echter hetzelfde. Literatuur 1 Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO; 2005. 2 Roumen RM, Pijpers HJ, Thunnissen FB, Ruers TJ. Samenvatting van de richtlijn Schildwachtklierbiopsie bij mammacarcinoom. Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1864-7. 3 Roumen RM, Kuijt GP, Liem IH, Beek MW van. Treatment of 100 patients with sentinel node-negative breast cancer without further axillary dissection. Br J Surg. 2001;88:1639-43. 4 Naik AM, Fey J, Gemignani M, Heerdt A, Montgomery L, Petrek J, et al. The risk of axillary relapse after sentinel lymph node biopsy for breast cancer is comparable with that of axillary lymph node dissection: a follow-up study of 4008 procedures. Ann Surg. 2004; 240:462-8. 5 Reitsamer R, Peintinger F, Prokop E, Rettenbacher L, Menzel C. 200 sentinel lymph node biopsies without axillary lymph node dissection no axillary recurrences after a 3-year follow-up. Br J Cancer. 2004;90:1551-4. 6 Veronesi U, Cascinelli N, Mariani L, Greco M, Saccozzi R, Luini A, et al. Twenty-year follow-up of a randomized study comparing breastconserving surgery with radical mastectomy for early breast cancer. N Engl J Med. 2002;347:1227-32. 7 Recht A, Come SE, Troyan SL, Sadowski NL. Management of recurrent breast cancer. In: Harris J, Lippman M, Morrow M, Osborne CK, editors. Diseases of the breast. Philadelphia: Lippincott Williams & Wilkins; 2000. p. 731-48. 18

8 Osborne MP, Simmons RM. Salvage surgery for recurrence after breast conservation. World J Surg. 1994;18:93-7. 9 Salvadori B, Marubini E, Miceli R, Conti AR, Cusumano F, Andreola S, et al. Reoperation for locally recurrent breast cancer in patients previously treated with conservative surgery. Br J Surg. 1999;86:84-7. 10 Bijker N, Meijnen P, Peterse JL, Bogaerts J, Hoorebeeck I van, Julien JP, et al. Breast-conserving treatment with or without radiotherapy in ductal carcinoma-in-situ: ten-year results of European Organisation for Research and Treatment of Cancer randomized phase III trial 10853. EORTC Breast Cancer Cooperative Group; EORTC Radiotherapy Group. J Clin Oncol. 2006;24:3381-7. 11 Port ER, Fey J, Gemignani ML, Heerdt AS, Montgomery LL, Petrek JA, et al. Reoperative sentinel lymph node biopsy: a new option for patients with primary or locally recurrent breast carcinoma. J Am Coll Surg. 2002;195:167-72. 12 Lim I, Shim J, Goyenechea M, Kim CK, Krynyckyi BR. Drainage across midline to sentinel nodes in the contralateral axilla in breast cancer. Clin Nucl Med. 2004;29:346-7. 13 Sood A, Youssef IM, Heiba SI, El-Zeftawy H, Axelrod D, Seigel B, et al. Alternative lymphatic pathway after previous axillary node dissection in recurrent/primary breast cancer. Clin Nucl Med. 2004; 29:698-702. 14 Intra M, Trifiro G, Viale G, Rotmensz N, Gentilini OD, Soteldo J, et al. Second biopsy of axillary sentinel lymph node for reappearing breast cancer after previous sentinel lymph node biopsy. Ann Surg Oncol. 2005;12:895-9. 15 Agarwal A, Heron DE, Sumkin J, Falk J. Contralateral uptake and metastases in sentinel lymph node mapping for recurrent breast cancer. J Surg Oncol. 2005;92:4-8. 16 Newman EA, Cimmino VM, Sabel MS, Diehl KM, Frey KA, Chang AE, et al. Lymphatic mapping and sentinel lymph node biopsy for patients with local recurrence after breast-conservation therapy. Ann Surg Oncol. 2006;13:52-7. 17 Jackson BM, Kim S, Davidson R, Schuchter L, Acs G, Czerniecki BJ. Repeat operative sentinel lymph node biopsy. Clin Breast Cancer. 2006;6:530-2. 18 Taback B, Nguyen P, Hansen N, Edwards GK, Conway K, Giuliano AE. Sentinel lymph node biopsy for local recurrence of breast cancer after breast-conserving therapy. Ann Surg Oncol. 2006;13:1099-104. 19 Boughey JC, Ross MI, Babiera GV, Bedrosian I, Feig BW, Hwang RF, et al. Sentinel lymph node surgery in locally recurrent breast cancer. Clin Breast Cancer. 2006;7:248-53. 20 Roumen RM, Kuijt GP, Liem IH. Lymphatic mapping and sentinel node harvesting in patients with recurrent breast cancer. Eur J Surg Oncol. 2006;32:1076-81. 21 Luini A, Galimberti V, Gatti G, Arnone P, Vento AR, Trifiro G, et al. The sentinel node biopsy after previous breast surgery: preliminary results on 543 patients treated at the European Institute of Oncology. Breast Cancer Res Treat. 2005;89:159-63. Abstract The sentinel lymph node procedure also feasible in patients with recurrent breast cancer The sentinel lymph node (SLN) concept has become a standard option for the diagnosis and treatment of patients with primary invasive breast cancer. The implementation of this SLN concept has created a new category of patients: those who had breast-conserving therapy without complete axillary lymph node dissection following a negative SLN biopsy. In cases of local relapse in the ipsilateral breast, questions arise on the lymphatic drainage of this new tumour. Such is also the case for patients who have been treated for ductal carcinoma in situ, who have had a previous mastectomy, or even after previous benign breast or axillary surgery. To date the literature on SLN biopsy in patients with recurrent breast cancer is scarce: only 10 publications dealing with 116 patients. It is concluded that a SLN procedure in recurrent disease is feasible and can possibly lead to the identification of specific or aberrant lymphatic drainages. This could then lead to useful changes being made to the multidisciplinary treatment strategy in selected patients following a successful SLN biopsy. Since there are still no proper guidelines for performing such a repeat SLN biopsy, it is necessary to reach consensus on this new indication in the short term. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:13-9 19