RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend Aan de Raad Agenda nr. 8 Herijking beleid buitengebied Datum 29 januari 2014 1. Samenvatting Langzamerhand is het buitengebied niet meer alleen eigendom van de agrarische sector. Andere functies en gebruiken zoals toerisme en recreatie, maar ook burgers en natuur maken steeds meer gebruik van het buitengebied en haar opstallen. Het huidige beleid voor het buitengebied biedt voldoende kaders om het merendeel van de verzoeken en ontwikkelingen te kunnen beoordelen. Echter niet voor alle gevallen is het huidige beleid afdoende en daarnaast worden ontwikkelingen voorzien waarvoor we dienen na te gaan of we het beleid moeten aanpassen. De afgelopen jaren zijn verschillende beleidsdocumenten opgesteld, inventarisaties uitgevoerd en zijn bestemmingsplannen vastgesteld welke de benodigde kaders voor het gebruik van ons buitengebied hebben geschapen. Echter de economische en maatschappelijke ontwikkelingen staan niet stil, de gemeente krijgt allerlei nieuwe taken en bevoegdheden en op rijksniveau wordt gewerkt aan een nieuwe Omgevingswet welke allerlei sectorale wetgeving samen zal voegen en een andere werkwijze van ons zal eisen. Kortom, we hebben voldoende en goed beleid, maar wat komt er op ons af en moeten we daar op gaan inspelen? 2. Voorstel Voorgesteld wordt om op pragmatische wijze te komen tot de herijking van het beleid voor het buitengebied, waarbij slechts het beleid wordt aangepast dat aangepast moet worden aan de hand van aanwijsbare bestaande en toekomstige problemen. 3. Inleiding 3.1 Aanleiding, achtergrond Jarenlang was het buitengebied in de ban van de reconstructie, waarbij de agrarische sector duidelijk werd gestuurd om bepaalde plekken te gebruiken en andere plekken te vermijden. In plaats van de agrarische sector in de extensiveringsgebieden moest recreatie of natuurontwikkeling komen. In het kader van recreatie en nieuwe natuur, is Someren met de Hei-
- 2 - horsten een succesverhaal. Echter in het kader van clustering van agrarische bedrijven in een LOG zijn we ingehaald door de maatschappelijke roep tegen grootschalige agrarische bedrijven. Deze maatschappelijke roep vindt zijn juridische vertaling in de provinciale Verordening Ruimte, welke tweejaarlijks wordt herzien en waar wij op onze beurt ook aan moeten voldoen. De provincie houdt zichzelf continu de spiegel voor en past zich aan aan de veranderende wereld, door zowel anders naar de inhoud als naar haar rol te kijken. Nu de kapstok van de reconstructie ontbreekt en de daaronder gestarte majeure projecten hun eindfase bereiken dienen we ook onszelf de spiegel voor te houden. 3.2 Centrale vraag Stemt u in om te komen tot een herijking (en indien noodzakelijk, actualisatie) van het beleid voor het buitengebied? Stelt u hiervoor budget beschikbaar? 3.3 Relatie met eerder gestelde kaders en wetgeving Algemene Structuurvisie Someren 2028, bestemmingsplan Buitengebied 2011 en 2013. Beëindiging van de Reconstructie. Wet ruimtelijke ordening, Verordening Ruimte 2014. 4. Probleemstelling (huidige situatie) De afgelopen jaren zijn ervaringen opgedaan met het vigerende beleid en is dit beleid waar mogelijk vastgelegd in de bestemmingsplannen voor het buitengebied. Naar aanleiding van deze ervaringen, uitspraken in het kader van de behandelde beroepen bij de Raad van Staten tegen deze bestemmingsplannen, ontwikkelingen van de maatschappij en in de wetgeving geven aanleiding om te bezien of ons beleid op alle fronten nog actueel is. Vragen die in dit kader naar boven komen zijn: Is sloop van bestaande, niet meer in gebruik zijnde bebouwing, altijd noodzakelijk? Blijft de agrarische sector de economische drager van het buitengebied? Op welke wijze gaan we de plattelandswoning effectueren? Hoe gaan we om met de nieuwe regels van de provincie (Verordening Ruimte 2014)? Gaan we inspelen op de nieuwe Omgevingswet of wachten we tot het uur u? Is het nodig om het beleid op onderdelen te actualiseren? Welke rol willen we aannemen (is het wel ons probleem?)? Hoe verankeren we deze keuzes in beleid, bestemmingsplannen en in het handhavingprogramma? Analyse Om vast te stellen of er een noodzaak bestaat om het huidige beleid te herijken hebben we eerst ambtelijk en later extern met de klankbordgroep (KBG) een brainstormsessie gehouden met als doel te achterhalen welke trends en ontwikkelingen er plaatsvinden waar op enigerlei wijze rekenschap mee gehouden moet worden. Tijdens deze twee bijeenkomsten hebben we met discussies de inbreng scherper proberen te krijgen. Voor de leesbaarheid is de inbreng geclusterd in hoofdthema s met subcategorieën en wordt deze op willekeurige volgorde gepresenteerd. Wonen
- 3 - Burgers in bedrijfswoningen/strijdig wonen/plattelandswoning/noodwoningen. Is het nodig om het huidige beleid te herzien? Onder welke voorwaarden vindt herbestemming plaats? Mantelzorg en bewoning van bijgebouwen. Levensloopbestendig wonen. Zijn er wijzigingen in beleid en bestemmingsplannen nodig om de geringere doorstroom in de woningmarkt en de doorvertaling van de participatiesamenleving mogelijk te maken? RvR-woningen en afkomst van de samenstelling van de titels. In hoeverre concurreren RvR-woningen met ons woningbouwprogramma? Zijn ook buiten de gemeente samengestelde titels ( door sloop) gewenst? Zijn de bebouwingsconcentraties niet te ruim? Verkeersveiligheid. Hoe gaan wij om met de extra wensen ihkv verkeer zoals verlichting, verkeersveiligheid door toename van burgerbewoning in het buitengebied? (nieuwe) Economische drager voor buitengebied Terugtredende agrarische sector, toename lege stallen. Vinden wij dat erg? Willen we hierop sturen? Mogen er andere functies voor terug komen? Verbrede landbouw, nieuwe nevenfuncties bijvoorbeeld zorg. Is het huidige beleid nog toereikend? Nevenfuncties kunnen uitgroeien tot de nieuwe hoofdfunctie. Vinden wij dat erg? Willen we hierop sturen? Doorontwikkeling van de agrarische sector. Toename kwaliteitseisen gericht op de veehouderij (waterberging, BZV, NB-wet, landschappelijke inpassing, gesloten kringlopen)/ doorwerking van provinciale regels. Welke gevolgen heeft dit op de doorontwikkeling van de agrarische sector? Agrarisch natuurbeheer. Bedrijven dienen meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun omgeving. Hoe gaan we dit stimuleren/ faciliteren? Zichtbaar maken van cultuurhistorie en ommetjes door het weiland of langs het water. Bedrijven dienen meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun omgeving. Hoe gaan we dit stimuleren/ faciliteren? Recreatie en toerisme blijft belangrijk. Wordt er voldoende gedaan om de Heihorsten en vooral Someren te vermarkten? Nieuwe energiebronnen; mestbewerking, windmolens, zonnepanelen. Gedeeld gebruik van restwarmte/ energie bedrijfsleven en particulieren. Gaan we hierin mee? Zzp ers, internetverkopen, evenementen. Willen we dit in het buitengebied toestaan of juist tegengaan? Ruimtelijke kwaliteit Dit thema is bij alle thema s van belang, zonder kwaliteit, geen vitaliteit en leefbaarheid. Instandhouding van de aanwezige ruimtelijke kwaliteit is de minimum eis. De provincie toetst ruimtelijke ontwikkelingen zwaar op ruimtelijke kwaliteit. Wat wordt er verstaan onder verbetering van de ruimtelijke kwaliteit? Hoe wordt dit meetbaar en controleerbaar gemaakt? Elk initiatief is anders, wanneer is er sprake van voldoende ruimtelijke kwaliteit?
- 4 - Overgangen landelijk en stedelijk gebied. Een bewoner van een dorp of stad heeft recht op het uitzicht op een groen buitengebied. Heeft de buitengebied bewoner ook recht op uitzicht op een stenen muur? Openbare ruimte. Wat is de impact van ontwikkelingen op: wegen, ondergrondse infra, (het verhalen van) kosten, bos en natuurgebieden, het landschap? Moet de maatschappij opdraaien voor deze kosten of de ontwikkelaar? Is het buitengebied van iedereen of alleen van de bewoners? Algemeen Processen zoals Peel 6.1, de Verordening Ruimte 2014 en de komst van de nieuwe Omgevingswet hebben gevolgen op de rol van de gemeente. Welke rol hebben we/ krijgen we/ willen we? Behouden van vitaliteit en leefbaarheid. Is en blijft er gezien de ontwikkelingen voldoende levenskracht in het buitengebied? Zijn de hoofdfuncties agrarisch, wonen en recreatie sterk genoeg om het buitengebied vitaal en leefbaar te houden? Of verdient het buitengebied speciale aandacht omdat hier niet alle economische ontwikkelingen gewenst zijn (kwaliteit versus economie)? Meer vertrouwen en verantwoordelijkheid voor de burger en bedrijven. Hoe gaan we onze nieuwe rol invullen? Controle op naleving van regels en van beleid. Doorzetten van handhaving. Meer vertrouwen in de burgers betekent minder regels en strenger handhaven op de naleving van deze regels. Kunnen we dit met de huidige regels? Inventarisatie van de afmeting van het probleem. Het is van belang dat we slechts het beleid aanpassen dat aangepast moet worden, hiertoe dient allereerst inzichtelijk gemaakt te worden of er daadwerkelijk sprake is van een (huidig of toekomstig) probleem en een probleem dat wij als gemeente dienen op te lossen (wat is onze rol?). Vanuit de ambtelijke organisatie en de KBG zijn de bovengenoemde trends en ontwikkelingen benoemd, waarvan we van mening zijn dat ze van invloed zijn op de toekomst van het buitengebied. Wij wensen deze dan ook nader te onderzoeken en waar nodig het beleid aan te passen aan de huidige inzichten. Terugkomende vraag bij alle bovenstaande punten is: Zijn er wijzigingen in beleid en/of bestemmingsplannen nodig om de doorvertaling van bovenstaande trends en ontwikkelingen mogelijk te maken? 5. Doelstelling (gewenste situatie) Behoud van leefbaarheid, vitaliteit en de huidige ruimtelijke kwaliteit in Someren, door actueel en integraal beleid. 6. Mogelijke oplossingen en effecten Voorgesteld wordt het volgende proces te doorlopen: 1) te starten met de inventarisatie van de huidige en voorziene problemen om zo zicht te krijgen op de nut en noodzaak van het herijken van het beleid. Het is van belang dat we slechts het beleid aanpassen dat aangepast moet worden, hiertoe dient allereerst inzichtelijk gemaakt te worden of er daadwerkelijk sprake is van een (huidig of
- 5 - toekomstig) probleem en een probleem dat wij als gemeente dienen op te lossen (wat is onze rol?). 2) Naar aanleiding van het probleem en de rol van de gemeente dient bezien te worden of het bestaande beleid al dan niet aangepast dient te worden. Aan het (nieuwe) college wordt gevraagd in te stemmen met de inventarisatie en een prioriteit te stellen met betrekking tot de uitwerking. De raad zal hierover geïnformeerd worden. 3) De gewenste beleidsaanpassingen zullen via het college aan de raad worden voorgelegd ter reflectie en vaststelling. 7. Consequenties van de oplossingen 7.1 Financiële aspecten De inventarisatie en beleidsuitwerking zijn niet geraamd in de begroting. Deze handelingen worden geraamd op 80.000,-, waarbij de voorkeur uitgaat op het uitvoeren van de werkzaamheden door de ambtelijke organisatie en de inhuur van externen voor het uitvoeren van het reguliere werk. Indien de werkzaamheden niet door de ambtelijke organisatie kunnen worden opgepakt wordt een externe ingehuurd voor de procesbegeleiding en/of uitvoering. Dit bedrag is nog beschikbaar binnen de post algemene reserve vrij aanwendbaar en zal in de zomernota 2014 meegenomen worden. 7.2 Juridische aspecten Niet van toepassing. 7.3 Risico s en kansen De wereld is continu in verandering. Waar de gemeente in de goede economische dagen kon sturen op welke functie we waar wilden, moeten we nu gaan stimuleren dat er functies blijven. Het is van belang dat we onszelf de spiegel voorhouden om te voorkomen dat de gemeente belemmerend gaat werken bij het behoud van vitaliteit, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Door gestalte te geven aan voorliggend traject trachten we grip te krijgen op de veranderingen, zodat we op deze kunnen inspelen en daarmee de vitaliteit, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit weten te behouden. 8. Communicatie en participatie Voorliggende analyse is opgesteld door samenwerking van de afdelingen VROM, MO en RBO. Daarnaast is kennis ingewonnen bij de klankbordgroep buitengebied (dorpsraden, IVN, HKK, OVS, ZLTO, Recron, LTA, Waterschap). De inventarisatiefase leent zich minder voor participatie, terwijl de uitwerkingsfase beter geschikt is voor participatie. Te zijner tijd zullen de mogelijkheden voor participatie nader bezien worden. 9. Planning Na uw goedkeuring van het geraamde budget in de zomernota 2014 wordt gestart met de inventarisatie van het probleem. Naar verwachting zal het college eind 2014 een standpunt
- 6 - kunnen innemen over de prioritering van de uitwerking, waarna gestart kan worden met de beleidsuitwerking in 2015. Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris, Drs. A.P.M. de Kok de burgemeester, A.P.M. Veltman Steller: Rudolph Klarenaar, afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder: wethouder W.C.P.H. Jaspers en wethouder W.L.G. Hanssen Bijlage(n): Verslag werkgroep, Verslag KBG.
Herijking beleid buitengebied Datum De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2014; overwegende dat: er in de begroting geen budget is geraamd voor de herijking van het beleid voor het buitengebied; de algemene reserve vrij aanwendbaar toereikende middelen heeft. gelet op, b e s l u i t : In te stemmen met het proces en de planning tot herijking van het beleid voor het buitengebied; Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren, de raadsgriffier, de voorzitter, J. Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman S:\RAAD\tijdelijke opslag raadsvoorstellen\20140212\08. RB herijking beleid buitengebied.doc