Methodiek les 2
Programma Verbale en non-verbale communicatie Pauze Interactiviteit Voorbereiding activiteit methodiek 3
Verbale en non-verbale communicatie
Communicatiemodel Zender Natuurgids Boodschap Ontvanger Publiek Hoeveel van de boodschap wordt gegeven door? Woorden Stem: manier waarop woorden worden uitgesproken Lichaamstaal: houding, gebaren, tics,
Verbale en non-verbale communicatie Stem: manier waarop woorden worden uitgesproken 7% 38% Woorden 55% Lichaamstaal: Houding, gebaren, tics, Lichaam Stem Woorden
Verbale en non-verbale communicatie Waaraan denk je als je verbale communicatie hoort? Non-verbale communicatie hoort?
Non-verbale communicatie Oogcontact De belangrijkste vorm van lichaamstaal! Tips: Kijk naar je publiek, niet naar de grond of naar de verre einder. Kijk naar je publiek, je onderwerp blijft staan
Non-verbale communicatie Houding en handen Sta geankerd met uw gewicht op beide benen. Vermijd wiebelen of ijsberen. Ontspan uw schoudergordel (ook uw stem vaart daar wel bij!). Toon uw handen! bereidheid om te communiceren Handen niet kruisen (afstand) of achter de rug (nerveus)
Non-verbale communicatie Gebaren Pas de reikwijdte van uw bewegingen aan aan de ruimte en de afstand met uw publiek. Geen brede (bedreigende) bewegingen bij een geringe gespreksafstand. Geen minuscule bewegingen tegenover een grote groep. Let op de richting van uw gebaren. Steeds sturend, wijzend, naar buiten gericht? Of ook zelfbetrokken, binnenwaarts?
Non-verbale communicatie Uiterlijk Wees verzorgd: iedereen zal naar je kijken Kleed je aangepast aan het gebied en het weer Trek eventueel een T-shirt van je vereniging aan
Non-verbale communicatie Ademhaling Buikademhaling stressverlagend versus borstademhaling Spreek vanuit je buik, adem diep, zo voorkom je stemproblemen
Verbale communicatie Taalgebruik Spreek goed verstaanbaar Dialect? Afhankelijk van de groep woorden typisch voor de streek Gekuist Nederlands In algemeen Nederlands ben je beter verstaanbaar
Verbale communicatie Timing en tempo Spreek niet te snel, eerder traag en duidelijk (gebruik de eenvoudige regel dat, als je zelf vindt dat je té traag spreekt, je spreektempo wellicht goed zit) Articuleer goed Hou het kort, geen ellenlange monoloog, onderbreek geregeld Praat niet continu, maar benut stiltes: korte pauzes, een onverwachte stop, wekken nieuwsgierigheid op Hou je aan de timing
Verbale communicatie Klare taal Pas je aan aan de doelgroep, overtuig jezelf ervan dat deze begrijpt wat je vertelt Gebruik eenvoudige woorden, leg moeilijke woorden uit Maak korte zinnen Maak je zinnen steeds af, stop niet middenin een zin Spreek geen boekentaal: zeg wat je te zeggen hebt, kort, duidelijk en krachtig.
Verbale communicatie Stopwoorden Gevolg van stress, veroorzaken ruis Courant en vaak onbewust, ervaren we meestal als storend vb.: euh, enfin, dus, nietwaar, inderdaad, jawel, Vraag iemand anders wat jouw stopwoorden zijn, zodat je je er bewust van wordt en ze kan afbouwen
Verbale communicatie Intonatie en dramatiek Spreek de groep direct aan (je ziet ) Gebruik je stem als dramatisch hulpmiddel Zorg voor afwisseling: beklemtoon woorden, spreek even zachter, met een andere emotie, maar vermijd overacting Hou vorm en inhoud in overeenstemming
Verbale en non-verbale communicatie Samenvattend: Wees enthousiast! Dat werkt aanstekelijk.
Communicatiemodel Ruis Zender Natuurgids Boodschap Ontvanger Publiek Feedback
Communicatiemodel: feedback Hoe kun je aan jouw publiek zien of jouw boodschap toegekomen is? Zijn er redenen die buiten de gids om liggen als de boodschap niet aangekomen is zoals jij wil? Welke ruis kan er allemaal op jouw communicatie zijn?
Verbale en non-verbale communicatie - Voorstelling Je stelt jezelf voor aan de hand van een plant en een dier. Hou in jouw achterhoofd de tips rond verbale en non-verbale communicatie.
Interactiviteit
Interactiviteit: Waarom zo belangrijk? (1) Nastreven van doelen zoals mensen liefde voor de natuur leren of zoals verwondering, ontmoeting en plezier Doe je niet door enkel via eenrichtingsverkeer hopen kennis over te brengen.
Interactiviteit: Hoe mensen betrekken? Ambitie Ervan weten nieuwsbrief, tijdschrift Begrip hebben verhaal, monoloog Ondersteun en dialoog, demonstrat ie Betrokken voelen Meedenken opdracht, groepsgespre k Verbonden voelen Meewerken Opdrachten met onmidd impact, samen problemen aanpakken Interactiviteit Kennis Houding Gedragsintenties
Interactiviteit: Waarom zo belangrijk? (2) Leeropbrengst Chinees spreekwoord Vertel me erover en ik vergeet, Toon het me en ik zal het herinneren, Betrek me en ik leer het. Link met les 1: Iedereen leert op een andere manier
Interactiviteit: mogelijkheden Monoloog Dialoog Groepsgesprek Demonstratie Opdracht Spel Beleving
Interactiviteit: Monoloog Gids: vertelt Deelnemers: luisteren = klassieke leersituaties, uiteenzetting, presentatie, tv-journaal, verhaal, inleiding
Interactiviteit: Dialoog Gids: vragen stellen (open en gesloten) Deelnemers: waarnemen, nadenken, antwoorden, vragen stellen = vragen stellen die tot doel hebben mensen te laten waarnemen, zelf verder te denken, conclusies te trekken, aan te sluiten bij wat ze al weten
Interactiviteit: Groepsdiscussie Gids: gedachtewisseling tot stand brengen door stelling of om mening te vragen, discussie Deelnemers: verschillende visies in gesprek = vragen naar de visie van de deelnemers, zoeken naar betekenis en consensus = niet: jouw mening doordrukken
Interactiviteit: Groepsdiscussie Voorbeelden van hoe je constructief en veiliger een discussie kan voeren: Stelling 1: Mensen die onderling babbelen, negeer ik Stelling 2: Een deelnemer wijst je erop dat iets dat je vertelt niet waar is. Je weet zeker dat je je gelijk hebt. Stelling 3: Met elke doelgroep kun je een groepsdiscussie voeren
Interactiviteit: Demonstratie Gids: ahv materiaal laten zien hoe iets werkt Deelnemers: toekijken = levend of dood materiaal (diertjes, compostvat, afval, ) of illustratie (foto, tekening), iets voordoen
Interactiviteit: Opdracht Gids: aan het werk zetten, opdrachten uitleggen en begeleiden (inleiding, begeleiding, afsluiting) Deelnemers: opdracht uitvoeren = kan variëren van iets heel korts tot iets uitgebreider, individueel of in groepen Dit kan ook een spel zijn!
Interactiviteit: Spel Gids: spel inleiden en begeleiden, synthese, boodschap Deelnemers: deelnemen = van heel kort (iets zoeken, nadoen, ) tot uitgebreid; vaak klassieke spelen in een natuureducatief jasje
Interactiviteit: Beleven Deelnemers ervaren de natuur onbevangen
Interactiviteit: Mix van werkvormen Samen vormen ze een mooie puzzel of een lekker recept
Voorbereiding Methodiek 3 Bereid een ervarings- of belevingswandeling voor Voorwaarden: in kleine groep (max 6) Schipgatsduinen, vertrek Duinenhuis Duur 1u30 min 4 werkvormen Gebruik formulier voor opmaak scenario Uitvoering in methodiek 3