Modulewijzer: DMEDMEC05 Media en creativiteit: Trend research



Vergelijkbare documenten
Media en creativiteit. Trend Research Medmec02-5 les 6

Modulewijzer: DMEDMEC05 Media en creativiteit: Trend research

Modulewijzer: MEDMEC07 Media en creativiteit: co-creatie

Modulewijzer: MEDMEC05 Media en creativiteit: Het creatieve proces

Media en Creativiteit: Co-creatie Organiseren zonder Organisaties

Modulewijzer: MEDMEC04 Media en creativiteit: engagement

Modulewijzer: MEDMEC04

Modulewijzer: MEDMEC 1 Media en creativiteit: Het creatieve proces

HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI. Organiseren zonder Organisaties MODULEWIJZER MEDBV201D

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

Modulewijzer: MEDMEC08 Media en creativiteit: Engagement

HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI

Modulewijzer Media en Creativiteit CMD jaar 4 Medmec10 winter 2008/2009 Scriptievaardigheden II

HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI

Ik wij en de rest. Jij en het grotere geheel.

Modulewijzer: MEDMEC01 Creative Tools Media en creativiteit: Creative Tools

Marketing met Interactieve Media

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Modulewijzer Media en Onderzoek CDM jaar 4 CDMMEO Herfst / winter 2010 / Media en onderzoek

Introduceren thema Voeding en Bewegen. Wat doe je als leerkracht? Omschrijving van de opdracht: Thema: Voeding en bewegen

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT

Modulewijzer Media en Creativiteit CMD jaar 4 herfst 2008 Scriptievaardigheden I

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

HOGESCHOOL ROTTERDAM MODULEWIJZER RIVBEVP1K7

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

Introduceren thema 80 jarige oorlog. Thema: 80 jarige oorlog. centraal: 2. Maak een nieuw eigentijds volkslied.

Sensoren en maatschappij

Reflectie en feedback Professionele vorming

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT

Medmec04 Engagement Week 4

Trend Research. Media en Creativiteit jaar 2 deeltijd. Datum: januari 2011 Naam: Stefan van Rees Studentnummer:

Herinrichting Schoolplein mavo 3

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT

energie Natuur & Techniek Bespreek met de kinderen waar in huis allemaal energie voor alleen nadenken over de verschillende soorten energie, maar

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Modulewijzer: MEDMEC02-1 Creative Tools Media en creativiteit: Creative Tools

Stichting Techniekpromotie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Leerarrangement Trendanalyse Health

de koude oorlog geschiedenis Tijdens de Koude Oorlog stonden er twee grote machtsblokken kinderen. Maak dan gebruik van het werkboekje (zie bijlage).

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Educatief arrangeren rond LOB

De Taxonomie van Bloom Toelichting

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Introduceren thema Áchtbanen. Thema: Achtbanen. centraal: 2. Hoe komt het dat de wagentjes toch op de rails blijven zelfs

Introduceren thema Indeling planten- en dierenrijk. fauna in de wereld. Thema: Indeling planten- en dierenrijk. Dierenrijk.

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

MEDMEC01-1 Creative Tools Vakgroep Media en Creativiteit. Het creatieve proces

Introduceren thema Het menselijk lichaam. Thema: Het (menselijk) lichaam. centraal: 1. Maak een vergelijking tussen het menselijk lichaam en het

Introduceren thema Wereldgodsdiensten. het dagelijks leven. Startopdracht. Wereldgodsdiensten. Thema: Wereldgodsdiensten.

Introduceren thema Natuurgeweld. tsunami s. centraal rondom natuurgeweld: Thema: Natuurgeweld. laten ontstaan?

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Modulebeschrijving FINSLC0108

Binnen dit thema wordt aandacht besteed aan het. Introduceren thema Sterren en planeten. centraal rondom sterren en planeten:

Tijdzones. geschiedenis. In dit thema verdiepen kinderen zich in een van de tijdvakken. onderstaand filmpje bekijken over het maken van een digitale

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Modulewijzer: MEDMEC01 Creative Tools Media en creativiteit: Creative Tools

Design research and use context

Cultuureducatie met Kwaliteit

eigen woonplaats Oorlog: geschiedenis in de geschiedenis monumenten hebben te maken met oorlogen? Welke oorlogen

Datawarehousing BIM. Modulecode: BIMDTB06 Modulehouder: H.D.A. de Wit Publicatiedatum: mei 2014 Studiejaar: Studielast: 2 punten

Tweede wereldoorlog:

vaardigheden - 21st century skills

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Modulewijzer: Creative Marketing, Periode 1.4

Voor het beoordelen en het becijferen van de modules en projecten wordt door de docenten een scoringsformulier van competenties ingevuld.

Tweede wereldoorlog:

Het beste idee van Nederland

Persoonlijk Ontwikkelplan Fase 1 - portfolio Opleiding tot hooggevoeligheidsdeskundige

Basisinformatie Opleiding

GROEPSDYNAMICA STUDIEHANDLEIDING

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Het werkveld. Kennis en vaardigheden

Het beste idee van Nederland

Media en Creativiteit: Engagement Virtual Democracy

Inge Test

Media en Onderzoek. Herfst Werkcollege 1

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Tweede wereldoorlog:

Stichtse Vrije School

Verslag Aardrijkskunde Lesvoorbereiding les 1

De bruistablet. Creatief zoeken naar

MODULEWIJZER DEELTIJD MEDMEC08 (MEDMC402D) Media en Creativiteit: Engagement Virtual Democracy

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Exameneisen NLP Practitioner

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

kunstbv beeldende vorming Afsluiting kunstbv 5 Havo / 6VWO afsluiting Naam:... Klas...

SECTORWERKSTUK

PROJECT ONDERNEMEN FRIESLAND COLLEGE LOOPBAAN & BURGERSCHAP ECONOMISCHE DOMEIN 1.2

Cultuur & Media Werkgroep 1 Introductie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

Transcriptie:

Modulewijzer: DMEDMEC05 Media en creativiteit: Trend research 2 CP Hogeschool Rotterdam Opleiding: CMI: afdeling Deeltijd CMD MEDMEC05 versie 1.5 25 augustus 2010 D M E D M E C 0 5 V E R S I E 1. 5 2 5 A U G U S T U S 2 0 1 0

INHOUDSOPGAVE MODULEBESCHRIJVING MEDMEC05 3 1 PROGRAMMA 4 1 Weekschema en activiteiten 4 2 THEORIE EN OPDRACHTEN 5 SIGNALEREN, ANALYSEREN EN RUBRICEREN 5 Opdracht 1, 50 foto's 5 Opdracht 2, Rubriceren 6 Opdracht 3, Visionboard 7 ONTLEDEN EN ANALYSEREN 7 Opdracht 4, Hype cycle 7 Opdracht 5, Scenariomodel 9 Opdracht 6, Reflectie 10 Beoordelingscriteria, literatuurlijst en bronnen 11 3 TOETSING EN BEOORDELING 12 3.1 Procedure 12 3.2 Toetsmatrijs 12 3.3 Herkansingen 13 4 ALGEMENE OMSCHRIJVING 14 4.1 Algemene omschrijving 14 4.2 Inhoud 14 4.3 Relatie met andere onderwijseenheden 14 4.4 Leerdoelen 15 4.5 Werkvorm(en) 15 D M E D M E C 0 5 V E R S I E 1. 5 2 5 A U G U S T U S 2 0 1 0

Modulebeschrijving Medmec05 Modulecode: Modulenaam: Belasting (CP): Relatie met andere Onderwijs: Voorkennis: Programmasoort: Werkvormen: Looptijd: Toetsing: Vrijstelling: Leermiddelen: Competenties: Leerdoelen: Media & Creativiteit: MEDMEC05 Trend research 56 klokuren (2 CP, studiepunten) Studenten ontwikkelen hun creatieve vermogens. Deze zetten zij in bij de uitvoering van projecten en bij het maken van opdrachten voor deze en andere modules. MEDMEC01 tot en met MEDMEC04 Kennisgestuurd Werkcollege, werkgroepen, reflectie en hoorcollege (gastspreker). Tien weken, waarvan acht lesweken, één feedbackweek en één herkansingweek. Procesmap met uitgewerkte opdrachten en een reflectie op de gehele module. Geen Modulewijzer MEDMEC05 MEDMEC05 draagt bij aan de competentie: 2.5 Creatief probleem oplosser. Bij het creatief probleem oplossen gaat het om: o Toepassen creatieve technieken. o Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen zodat innovatieve oplossingen worden bedacht voor ontwerpvraagstukken. 2.6 Onderzoeken. Bij onderzoeken gaat het om: o Benoemen van technologische en multimediale ontwikkelingen. o Uitvoeren van bronnenonderzoek zodat de oplossing een innovatief antwoord vormt op het voorliggende vraagstuk. De student: 1 De student herkent de momenten waarop creatief probleem oplossen (toepassen van creatieve technieken) noodzakelijk is in zijn ontwerpproces. 2 De student is in staat om naar aanleiding van een multidisciplinaire vraagstelling op zoek te gaan naar inspiratiebronnen, informatie te selecteren, nieuwe ervaringen op te doen en ontmoetingen te ensceneren. 3 De student benoemt technologische, multimediale, maatschappelijke, culturele en politieke ontwikkelingen voor een product en/of concept en geeft daarmee een logische verklaring voor de toepasbaarheid van dit product en/of concept voor nu en in de toekomst. 4 De student kan de waarde en betrouwbaarheid van verschillende bronnen onderbouwd aangeven door deze bronnen te vergelijken met andere (meer dan een) bronnen. Specifiek voor deze module: 5 De student is in staat een actueel vraagstuk op het gebied van nieuwe media te plaatsen in de context van de geschiedenis en te vertalen naar mogelijke toekomsten. 6 De student kan werken met regelmatig toegepaste methodes voor trendanalyse te weten: de hype cycle en het ontwikkelen van scenario s. Inhoud: In deze module staat centraal hoe je toekomstverwachtingen en een toekomstvisie kunt ontwikkelen en vertalen naar een concreet plan. In de markt zijn trends te herkennen die aangeven wat de behoefte aan bijvoorbeeld multimedia en technologie over vijf tot tien jaar is. Opmerkingen: De student heeft een zelfstandige, pro-actieve en enthousiaste werkhouding. Auteur(s): Elske Revelman de Vries en Justien Marseille Versiedatum: Versie 1.5 van 25 augustus 2010 Modulebeheerder: Vakgroep media en creativiteit (CMI breed) D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 3

1 PROGRAMMA Weekschema en activiteiten Les Onderwerpen week 1 o Inleiding tot de module o Hoorcollege basisprincipes trends o Doorspreken opdracht 1 en 2 o Creatieve techniek abstractieladder 2 VID 3 o Presentaties opdracht 2 o Elkaar feedback geven o Doorspreken opdracht 3 en 4 o Bronnenonderzoek starten en bespreken aan einde van de les 4 VID 5 o Presentaties opdracht 3 o Behandelen gevonden bronnen o Feedback opdracht 4 o Uitleg opdracht 5 (in groepen ) 6 VID 7 o Feedback opdracht 4 o In les bespreken en beoordelen bronnen en longlist. o Feedback opdracht 5 8 VID 9 o Presentaties opdracht 5 o Inleveren opdracht 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Voorbereiding voor volgende bijeenkomst o Bestuderen modulewijzer o Opdracht 1: maak 50 foto s o Opdracht 2: Rubriceren van de 50 beelden en trendnaam geven o Presentatie maken van opdracht 2 o o o o o o o Opdracht 3: Visionboard Opdracht 4: Hype cycle Huiswerk: Bronnenonderzoek Opdracht 4 afronden Opdracht 5: Scenariomodel Bronnenonderzoek, 20 stuks Longlist trends o Afronden opdracht 5 o Presentatie maken opdracht 5 o Opdracht 6 10 VID D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 4

2 THEORIE EN OPDRACHTEN Dit kwartaal is aan jullie de uitdaging om prille potentiële trends te signaleren en te onderzoeken. Op dit moment zijn er vele maatschappelijke en culturele ontwikkelingen die rechtstreeks te koppelen zijn aan technologische ontwikkelingen. Het kan zijn dat een excursie tot het programma behoort. Zijn er dingen waarvan je denkt, dat wil/moet ik en de rest van mijn klas zien, laat het even weten, dan kijken we wat er mogelijk is. SIGNALEREN, ANALYSEREN EN RUBRICEREN Opdracht 1. Signaleren Ga naar buiten met je camera en verzamel vijftig beelden van situaties waarin nieuwe media een rol spelen. Let hierbij vooral op dingen die je niet thuis kunt brengen, die je opvallen of die je nog nooit eerder gezien hebt, en dus buiten je normale patroon cognitie vallen. Waarom? De theorie leert dat we de neiging hebben vooral te letten op dat wat we herkennen, terwijl trends meestal ontstaan als iets dat we niet herkennen. Om het zien van deze aspecten te trainen ga je zelf op zoek naar signalen van verandering. Theorie: Cognitieve dissonantie Cognitieve dissonantie is een psychologische term voor de onaangename spanning die ontstaat bij het kennis nemen van feiten of opvattingen die strijdig zijn met een eigen overtuiging of mening, of bij gedrag dat strijdig is met iemands overtuiging. Het gaat met andere woorden om de perceptie van onverenigbaarheid tussen twee "cognities", waarbij het woord cognitie kan slaan op kennis, houding, emotie, geloof of gedrag. Volgens de theorie voelen mensen een sterke drang om dissonanties te verkleinen door hun opvattingen of hun gedrag aan te passen of te rationaliseren. Het tegenovergestelde van cognitieve dissonantie is cognitieve consonantie. Eten jij en je vrienden vaak een kapsalon, dan denk je al snel dat iedereen dat doet. Woon je in Tietsjerksteradeel en eet niemand die je kent knoflook of shoarma, dan zullen ze je erg raar aankijken als je in de plaatselijke snackbar om een kapsalon vraagt. In Rotterdam ben je gewoon, in Tietsjerksteradeelben je anders. Met andere woorden: dat wat je ziet is afhankelijk van wie je bent, waar je woont, wat je ervaringen zijn en wat je kennis is en hoe jij het ziet. Als ontwerper is het goed je te oefenen in zien en is het handig dingen te leren zien waar je normaal niet op let. Opdracht 1 is erop gericht te oefenen in het zien van dat wat je normaal niet ziet, enerzijds omdat het zo nieuw is dat je er nog nooit op gelet hebt, anderzijds omdat het zo ouderwets is dat je het al jaren niet meer gezien hebt. Beoordelingscriteria opdracht 1 Vijftig foto s in zwart/wit uitgeprint op contactvellen (acht per A4 ongeveer). De vijftien meest relevante foto s afdrukken op 10 x 15 cm in kleur, de rest klein in zwart/wit. Hiermee ga je aan de slag, zie opdracht 2. Tips Realiseer je dat trends bijna onzichtbaar beginnen. Zoek vooral naar dat wat je niet direct thuis kunt brengen. Denk niet dat trends alleen bij jongeren spelen, ook voor je moeder kan ICT vernieuwing zijn. Zorg dat je je camera (of telefoon) bij je hebt, je komt signalen voor verandering overal en nergens tegen. D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 5

Opdracht 2. Rubriceren en presenteren Analyseer in de 15/50 uitgeprinte foto s en rubriceer ze, deel je foto s in naar een hogere abstractie. In opdracht 2 zoek je naar trends achter de hypes, je benoemt verzamelingen waartoe de losse hypes behoren. Bijvoorbeeld: (foto van) Kapsalon + (foto van) McDonald s + (foto van) thuisbezorgd = fastfood Twitter + foursquare + layar = los van tijd en plaats. Doe de opdracht een aantal keer en probeer verschillende trends te onderscheiden. Kies de drie beste combinaties die je in je eigen materiaal waarneemt. Licht de keuzes die je gemaakt hebt toe. Voorzie de trends van een pakkende naam. Maak daarbij gebruik van de creatieve techniek abstractieladder. Maak een korte presentatie van jouw beeldmateriaal van opdracht 2 voor in de volgende les. Beoordelingscriteria opdracht 2 De beelden opgenomen in de presentatie vormen een logisch geheel. De namen van de trends zijn pakkend en verwijzen goed terug naar het beeldmateriaal. De presentatie bestaat uit foto s van de trend, de pakkende trendnaam, de gemaakte abstractieladder en jouw korte toelichting. Tips Praat (en brainstorm) veel met je vrienden of familie over de meest pakkende omschrijving van de trends. Theorie: Hypes, trends en tijdsgeest Hypes zijn aanwijsbaar en van relatief korte termijn, hypes zijn individueel en emotioneel. Twitter, misschien geen hype meer, maar duidelijk aanwijsbaar. Ook de gebruikers en volgers kun je in kaart brengen; Omdat Jantje twittert weigert Pietje eraan mee te doen. Ook de kapsalon is een aanwijsbare hype. Over trends spreken we als het gaat om concepten. Een trend overstijgt het product en hangt daar als het ware boven. Een verzameling hypes kan een trend maken; Twitter, Foursquare en layar maken ons allemaal los van tijd en plaats, en verbinden alles met iedereen. De trend kan zijn: los van tijd en plaats. De trend achter de kapsalon kan zijn fastfood of multiculti, of zelfs beide: multicultureel fastfood. Over de tijdgeest hebben we het als we praten over wat we samen, als maatschappij, normaal vinden. Het betreft de lange termijn en gaat over dingen waarvan we vaak denken dat ze nooit meer zullen veranderen. Veel van deze tijdsbeelden (paradigma s) vormen we tijdens de vroege volwassenheid. Deze paradigma s blijven we geloven, ook al klopt het al lang niet meer; Babyboomers, (de hippies van de jaren 60 en 70) dachten dat jong zijn en seksuele vrijheid echt de mooiste dingen van de wereld waren. Daarom lopen Mick Jagger en Tina Turner er nog steeds bij als rare pubers en verkoopt de Harley-Davidson goed aan oudere mannen die jong willen zijn. Voor de vrouwen van deze leeftijd, die juist vochten om bloot te mogen zijn, is het moeilijk voorstelbaar dat jonge meiden nu vechten om hun huid te mogen bedekken. Zie literatuurlijst: Diffusion of innovations door Everett M. Rogers Een pdf met uitgebreide samenvatting: www.intermate.nl/files/tentamens/0e340/samenvatting%20sti3.pdf En wat anderen er van vonden: http://amzn.to/c65dof Mensen (en organisaties) gaan in verschillende situaties anders om met veranderingen. Dit is door Rogers ingedeeld in vijf verschillende types: 1. Innovators, 2,5 % onafhankelijke uitvinders, gepassioneerd, weinig beïnvloedbaar. Deze kleine groep verzint de kapsalon en durft het te proberen. 2. Early adaptors, houden van verandering, hechten er waarde aan. De early adaptors zijn de gatekeepers en deze groep bepaalt wat doorgegeven wordt van de innovators naar de massa. Vaak passen ze dit ook een beetje aan, daarom ook wel adopters in plaats van adapters genoemd. Deze groep bestaat uit mensen die bijvoorbeeld via de kapper Tati ook de snack kapsalon wilden. Deze groep vraagt ook bij andere snackbars naar de kapsalon. Een groot D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 6

bedrijf dat verzint dat de kapsalon met knoflook en lamsvlees te heftig is voor inwoners van Tietsjerksteradeel is ook een early adaptor. Dit bedrijf adapteert de kapsalon bijvoorbeeld naar een voor de massa toegankelijke kipsalon. 3. en 4. Early en late majority, de vroege en late massa. Deze grote groep doet eigenlijk pas mee als ze er geen buil aan kunnen vallen, er zijn minimale risico s. De early en late majority veranderen mee omdat iedereen verandert, niet omdat ze het leuk vinden. Deze groepen nemen niet teveel risico s en durven wel een kipsalon van Mora te eten, maar liever geen kapsalon van de Turkse snackbar. Dat is toch een beetje eng (in Tietsjerksteradeel). 5. Laggards, deze groep kan of wil de verandering niet overnemen. Laggards houden het gewoon op appelmoes. Bij welke groep je hoort, hangt samen met de behoefte aan voorwaarden (need for cognition) en de mate waarin je aangeboren nieuwsgierig bent. Opdracht 3. Ontwikkel een visionboard van je trend Maak van een van je trends een visionboard, selecteer daarvoor geschikt beeld en bronmateriaal dat jouw eigen beeldmateriaal ondersteunt. Beredeneer je trend in maximaal 1 A4 en geef de relevantie aan voor je vakgebied. Gebruik hierbij minstens 5 verschillende bronnen. Geef onder andere aan waarom het binnen je vakgebied relevant is. Beoordelingscriteria opdracht 3 Maximaal 1 A4 redenatie, waarin onder andere de relevantie voor je vakgebied wordt aangegeven en de vijf bronnen. Print je visionboard in kleur op A3. Tips Maak gebruik van creatieve technieken zoals bijvoorbeeld de brainstorm, de abstractieladder en de superman-techniek om het juiste relevante beeldmateriaal te vinden. Zorg dat je verbeeldingskracht inzet bij het maken van het visionboard. OPDRACHTEN BIJ WEEK 5, 6 EN 7, ONTLEDEN, ANALYSEREN EN CONCEPTUALISEREN De eerste weken is gewerkt aan het signaleren, rubriceren en analyseren van hypes en het zien van trends vanuit je persoonlijke omgeving, het tweede deel (opdracht 4 en 5) staat in het kader van een gerichte opgaaf: Het in kaart brengen van relevante toepassingen van sociale media voor docenten in het voortgezet onderwijs. Kennisnet, het instituut dat zich bezig houdt met onderwijs en ICT, heeft hiervoor een aantal kersverse onderzoeken vrijgegeven, te weten: VO2020 de toekomstvisie van de directie Voortgezet Onderwijs in kaart, dit document maakt inzichtelijk welke trends spelen in het onderwijs en welke uitdagingen en doelen hieruit zijn te herleiden. Rapport Social media en de kansen voor het onderwijs (PDF) dit rapport beschrijft een verkenning van wat social media kan betekenen in het onderwijs. Daarnaast de achtergrond, definitie en mogelijke interventies. Powerpoint Frans Schouwenburg grootste problemen binnen VO Ruimte voor ieders talent VO-Investeringsagenda 2011-2015 (VO-raad) Investeringsagenda van de VO raad dat beschrijft wat zij willen en ambiëren met het voortgezet onderwijs. De linken vind je de wiki. Opdracht 4. Gartner s hype cycle en context Opdracht: Ontwikkel een Hypecycle. Een hype cycle is een model ontwikkeld door het onderzoeksbureau Gartner, waarin zowel de levensfase waarin de hype zich bevind is aangegeven, als de tijd dat het nog zal duren voor D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 7

een bepaalde innovatie of hype is aangeland bij de massa. Het model geeft een innovatiecyclus met bijbehorende reacties in de markt aan, samengevoegd met de verwachte adaptiesnelheid bij de massa. Theorie: Hype cycles http://www.gartner.com/technology/research/methodologies/hype cycle.jsp Technology Trigger: A potential technology breakthrough kicks things off. Early proof-ofconcept stories and media interest trigger significant publicity. Often no usable products exist and commercial viability is unproven. Iets heel nieuws aan de horizon, iedereen heeft het erover, maar of het echt gaat werken weten we nog niet. Peak of Inflated Expectations: Early publicity produces a number of success stories often accompanied by scores of failures. Some companies take action; many do not. Omdat iedereen ermee bezig is, komen er meer toepassingen en kansen rond dit nieuwe fenomeen. Ze overleven lang niet allemaal. Trough of Disillusionment: Interest wanes as experiments and implementations fail to deliver. Producers of the technology shake out or fail. Investments continue only if the surviving providers improve their products to the satisfaction of early adopters. Men is er wel een beetje klaar mee, de interesse neemt wat af omdat het allemaal wel meeviel, in deze fase splitst het kaf zich van het koren. Slope of Enlightenment: More instances of how the technology can benefit the enterprise start to crystallize and become more widely understood. Second- and third-generation products appear from technology providers. More enterprises fund pilots; conservative companies remain cautious. De hype raakt uitgekristalliseerd en tweede en derde generaties zijn zo ontwikkeld dat de massa het begrijpt. Plateau of Productivity: Mainstream adoption starts to take off. Criteria for assessing provider viability are more clearly defined. The technology s broad market applicability and relevance are clearly paying off. De trend is nu onderdeel geworden van het gewone leven. D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 8

Aan de slag met Gartner s hype cycle Je gaat zelf een hype cycle maken met als onderwerp: Welke sociale media in het voortgezet onderwijs bevinden zich in welke fase en hoe lang zal het nog duren voor de gemiddelde docent er mee om kan gaan. Om een hype cycle te kunnen maken moet je onderzoek doen. Verdiep je in de materie. Bestudeer de aangedragen bronnen en vul dit aan met eigen onderzoek. De opdracht is om in de Gartner hype cycle aan te geven welke toepassingen van sociale media zich op welk punt van de hype cylce bevinden. Geef voor elke fase van de hype cycle minstens twee toepassingen van sociale media in het voortgezet onderwijs. Geef vervolgens aan hoe lang je denkt dat het duurt voor de meerderheid van de docenten in het voortgezet onderwijs hieraan toe zijn. Onderbouw je keuze met argumenten die je gevonden hebt in de bronnen. Voor dit deel van de opdracht gebruik je het bijbehorende google doc template hype cycle (deze vind je op de wiki) en vergeet niet je naam en klas in te vullen. Beoordelingscriteria opdracht 4 Je hebt de verschillende bronnen onderzocht en vergeleken met elkaar. Je hebt in de hype cycle 10 toepassingen van sociale media genoemd, in elke fase van Gartners hype cycle minstens twee. Je hebt inschattingen gemaakt van de tijd die nodig is voordat de gemiddelde docent in het voortgezet onderwijs de toepassing in praktijk zal gebruiken. Onderbouw je keuzes met argumenten en bronnen. Opdracht 5. Scenariomodel en conceptualisering Opdracht 5a Ontwikkel een scenariomodel voor sociale media in het voortgezet onderwijs. Een scenariomodel helpt je om het onvoorstelbare voorstelbaar te maken. Je kan er verschillende mogelijke toekomsten mee samenvatten tot vier werelden. Zoals de windrichtingen de aarde opdelen, zo delen we met scenario s de toekomst op. Gebruik hierbij de stappen 1 t/m 3. Stap 1: Doe bronnenonderzoek naar trends en veranderingen in het onderwijs, gebruik de gegeven bronnen en verzamel alles wat je kunt vinden. (Bespreek in de les in je groep de waarde van de bronnen.) Maak een aflopende selectie van de waarde van de gevonden bronnen. Maak een longlist van alle signalen/trends rond het onderwerp. Stap 2: Geef voor elke trend aan in welke mate het onzeker/onwaarschijnlijk is dat het zal gebeuren. (Heel onwaarschijnlijk, onwaarschijnlijk, waarschijnlijk en heel waarschijnlijk). Geef vervolgens aan hoe groot de impact is als de trend doorzet (grote impact, matige impact, nauwelijks impact, geen impact). Gebruik hiervoor het google doc template scenario-assen uit de wiki. Stap 3: Je neemt de twee heftigste signalen. Deze signalen hebben grote gevolgen en het is erg onzeker dat het gebeurt. Je begint met het eerste heftige signaal. Op basis hiervan pak je twee belangrijke uitersten. Je moet dus eerst goed nadenken waar dit extreme geval met grote gevolgen over gaat. Het is handig hierbij associatietechnieken te gebruiken. Nu hebt je vier dimensies. Deze vier dimensies zet je op de assen tegenover elkaar, zodat je vier vlakken krijgt. Elk vlak staat voor een toekomstige wereld, zie voorbeeld hieronder. Beschrijf kort elk segment in het scenariomodel. Werk eerst individueel de stappen 1 tot 3 uit, in de les ga je verder in een groep, de uiteindelijke longlist, de keuze voor de assen en het ontwikkelen van het concept doe je met je groep. D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 9

Opdracht 5b Kies met je groep vervolgens een segment waarvoor je een concept voor een waardevolle sociale media toepassing voor het voortgezet onderwijs ontwikkelt en beschrijft. Deze mag geënt zijn op een bestaande toepassing. Verduidelijk je concept met beeld. Hou hierbij rekening met het format van het google doc template concept, dat je ook gebruikt om het werk uniform aan te leveren. Beoordelingscriteria opdracht 5 Je hebt de stappen voor het maken van een scenariomodel correct uitgevoerd en laat zien dat je op het juiste moment de juiste creatieve technieken in kunt zetten. Je hebt de verschillende bronnen onderzocht en in een bronnenlijst verwerkt, deze bronnenlijst is niet alfabetisch maar gerangschikt op grond van waarde van de bron. Geef argumenten waarom je hebt gekozen voor de twee termen die op de assen staan in het scenariomodel. Je hebt de vier scenario s kort toegelicht. Je hebt één scenario uitgekozen met je groep waarvoor je een concept schrijft, dit concept verwoordt een toepassing van sociale media voor docenten op voortgezet onderwijs. Verduidelijk het concept met beeld. Verwerk je concept in het aangeboden google doc template concept. Opdracht 6. Reflectie Reflecteer op je eigen werk, analyseer je uitgewerkte opdrachten. Hoe heb je opdracht 1 aangepakt? Ben je anders gaan kijken? Vallen je nog steeds dingen op in het straatbeeld? Heb je een beter inzicht in trends? Ben je beter getraind om kleine veranderingen in de samenleving te plaatsen in een groter geheel? Ben je verrassende aspecten tegengekomen bij het historische onderzoek? Hoe heb je het maken van een hype cycle ervaren? Wanneer zou je het scenariomodel kunnen inzetten en waarom? Hoe heb je aan het concept gewerkt? Reflecteer op de module door ook drie tips en tops aan te geven. Beoordelingscriteria opdracht 6 Reflecteer op je eigen werk van deze module. Geef drie tips en drie tops. D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 10

BEOORDELINGSCRITERIA, LITERATUURLIJST EN BRONNEN MEDMEC05 TREND RESEARCH Beoordelingscriteria Alle opdrachten worden uitgeprint ingeleverd in 1 document. De theorie uit de les is in je opdrachten verwerkt aan de hand van verschillende voorbeelden. Opdracht 1 beoordelingscriteria Vijftig foto s in zwart/wit uitgeprint op contactvellen (acht per A4 ongeveer). De vijftien meest relevante foto s afdrukken op 10 x 15 cm in kleur, de rest klein in zwart/wit. Hiermee ga je aan de slag, zie opdracht 2. Opdracht 2 beoordelingscriteria De beelden opgenomen in de presentatie vormen een logisch geheel. De namen van de trends zijn pakkend en verwijzen goed terug naar het beeldmateriaal. De presentatie bestaat uit foto s van de trend, de pakkende trendnaam en de gemaakte abstractieladder en jouw korte toelichting. Opdracht 3 beoordelingscriteria Maximaal 1 A4 redenatie, waarin onder andere de relevantie voor je vakgebied wordt aangegeven en de vijf bronnen. Print je visionboard in kleur op A3. Opdracht 4 beoordelingscriteria Je hebt de verschillende bronnen onderzocht en vergeleken met elkaar. Je hebt in de hype cycle 10 toepassingen van sociale media genoemd, in elke fase van Gartners hype cycle minstens twee. Je hebt inschattingen gemaakt van de tijd die nodig is voordat de gemiddelde docent in het voortgezet onderwijs de toepassing in praktijk zal gebruiken. Onderbouw je keuzes met argumenten en bronnen. Opdracht 5 beoordelingscriteria Je hebt de stappen voor het maken van een scenariomodel correct uitgevoerd en laat zien dat je op het juiste moment de juiste creatieve technieken in kunt zetten. Je hebt de verschillende bronnen onderzocht en in een bronnenlijst verwerkt, deze bronnenlijst is niet alfabetisch maar gerangschikt op grond van waarde van de bron. Geef argumenten waarom je hebt gekozen voor de twee termen die op de assen staan in het scenariomodel. Je hebt de vier scenario s kort toegelicht. Je hebt één scenario uitgekozen met je groep waarvoor je een concept schrijft, dit concept verwoordt een toepassing van sociale media voor docenten op voortgezet onderwijs. Verduidelijk het concept met beeld. Verwerk je concept in het aangeboden google doc template concept. Opdracht 6 beoordelingscriteria Reflecteer op je eigen werk van deze module. Geef drie tips en drie tops. Literatuurlijst en bronnen Diffusion of innovations door Everett M. Rogers: Een pdf met uitgebreide samenvatting: www.intermate.nl/files/tentamens/0e340/samenvatting%20sti3.pdf En wat anderen ervan vonden: http://amzn.to/c65dof Van trends naar brands door Hilde Roothart Consumer Behavior door Roger D. Blackwell, Paul W. Miniard, James F. Engel: Books. Rapport over rapporteren door Hoogland en Dik VO2020 de toekomstvisie van de directie Voortgezet Onderwijs in kaart, dit document maakt inzichtelijk welke trends spelen in het onderwijs en welke uitdagingen en doelen hieruit zijn te herleiden. Rapport Social media en de kansen voor het onderwijs (PDF) dit rapport beschrijft een verkenning van wat social media kan betekenen in het onderwijs. Daarnaast de achtergrond, definitie en mogelijke interventies. Powerpoint Frans Schouwenburg grootste problemen binnen VO Ruimte voor ieders talent VO-Investeringsagenda 2011-2015 (VO-raad) Investeringsagenda van de VO raad dat beschrijft wat zij willen en ambiëren met het voortgezet onderwijs. D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 11

3 TOETSING EN BEOORDELING 3.1 Procedure De student wordt getoetst op een aantal aspecten, te weten: o Compleetheid en volledigheid/verzorgdheid van uitwerking. o Onderbouwing en benoemen van voorbeelden waaruit blijkt dat de student voldoet aan de gestelde criteria. o De wijze waarop met de lesstof wordt omgegaan en de mate waarin de lesstof is eigengemaakt. o De resultaten en kwaliteit van de uitgevoerde opdrachten. o De kwaliteit van reflectie en de onderbouwing in het reflectieverslag. Om voor een beoordeling van de module MEDMEC05 in aanmerking te komen, moet je aan een aantal criteria hebben voldaan. Hieronder wordt beschreven wat deze criteria zijn: Inleveren (deel-)producten: o De materialen moeten op tijd worden ingeleverd. In het weekschema is beschreven wanneer welke producten moeten worden ingeleverd. Ook kan de docent aanvullend aangeven wanneer een deelproduct moet worden ingeleverd. Hierop wordt geen uitzondering gemaakt. In de praktijk noemen we dit deadlines, die nodig zijn om het project/de opdracht op tijd te kunnen afronden. Het te laat inleveren van (deel)producten zorgt ervoor dat je geen feedback krijgt op je vorderingen. Tevens worden bij te laat inleveren punten in mindering gebracht op het resultaat. Elke (deel van de) week te laat is een punt aftrek. Presentaties: o De presentatie voldoet aan de gestelde criteria. o Om voor een beoordeling in aanmerking te komen moet je bij alle presentaties aanwezig zijn en een actieve bijdrage leveren. Niet verschijnen bij een presentatie houdt in dat je een punt aftrek krijgt op je eigen presentatie. Proces en gedrag: o Bij de (deel)producten is ook aangegeven welke processtappen je moet nemen. Als dat niet voorgeschreven is, kan een verantwoording van de gekozen processtappen gevraagd worden. o 100% aanwezigheid in de lessen met een pro-actieve (werk)houding tijdens de klassikale of groepsactiviteiten en uitvoering van de (individuele) opdrachten. Indien je eenmaal of tweemaal afwezig bent, kan de docent aanvullende eisen stellen. Bij 3 of meer keer afwezigheid dient de module opnieuw te worden gevolgd, tenzij een bericht met toelichting door de SLC naar de docent is gestuurd. 3.2 Toetsmatrijs De module wordt beoordeeld aan de hand van de volgende onderdelen: Onderdeel 1: Uitwerking opdracht 1 Onderdeel 2: Uitwerking opdracht 2 Onderdeel 3: Uitwerking opdracht 3 Onderdeel 4: Uitwerking opdracht 4 Onderdeel 5: Uitwerking opdracht 5 Onderdeel 6: Uitwerking opdracht 6 Elk onderdeel moet aanwezig zijn. Bij het ontbreken van een van de onderdelen vindt geen beoordeling plaats. De uitkomst van de 6 onderdelen gezamenlijk levert één eindcijfer op variërend van 2, 4 of 6. Daar bovenop kunnen extra punten verdiend worden, zoals beschreven in het volgende beoordelingsmodel. Beoordelingsmodel MEDMEC05 D M E D M E C 0 5 V 1. 5 2 5 / 0 8 / 2010 12

5 Het cijfer voor de onderdelen 1 t/m 6 gezamenlijk is een 2 of 4 of 6. Cijfer Toelichting 2: de onderdelen zijn incompleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) overdoen 4: de onderdelen zijn compleet opgeleverd maar voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) reparatie 6: De onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen aan de eisen (voldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) behaald Daarnaast kan elke student maximaal 4 extra punten verdienen met onderstaande criteria. Het zijn criteria waarmee de student demonstreert in welke mate hij zich de lesstof eigen heeft gemaakt en die als parate kennis en vaardigheid beschikbaar is. Deze criteria gaan over het hebben van de gewenste attitude en begrip en inzicht in en het kunnen toepassen van de geleerde vaardigheden. Het verwerven van extra punten vraagt onder andere inzet, inzicht, het vermogen om verbanden te leggen en creativiteit. De wijze waarop dit wordt aangetoond bepaalt de student zelf. Criteria Student heeft naast het reguliere programma een papieren of digitale dummy bijgehouden waarin ervaringen zijn opgenomen. Student heeft rapportage opgebouwd op basis van W. Hoogland s visie op rapporteren. http://www.managementboek.nl/boek/9789001768997/rapport_over_rapporteren_wim_hoogland Punt 1 1 Student heeft zich onderscheiden door 1 Student heeft zich onderscheiden door 1 3.3 Herkansingen De herkansingen zijn als volgt geregeld: - Bij een onvoldoende resultaat (cijfer 2) aan het einde van de lesperiode, dient de student de module de eerstvolgende keer opnieuw te volgen. Voor Medmec is dit het volgende schooljaar. - Bij een onvoldoende resultaat (cijfer 4) aan het eind van de lesperiode, volgt een reparatiemogelijkheid (herkansing) in de direct daaropvolgende lesperiode. Dit houdt in dat, nadat het eindcijfer bekend is, de student individuele afspraken maakt met de begeleidende docenten over het te volgen herkansingstraject. De herkansingen worden in de 10 de lesweek van de volgende periode ingeleverd. Indien dit resultaat weer onvoldoende is, dient de student de module geheel over te doen in het volgende cursusjaar. - Bij onvoldoende resultaat van een deelproduct worden er individuele afspraken gemaakt met de student over zogenoemde reparatiewerkzaamheden, om dit resultaat om te vormen tot een voldoende resultaat. Dit gebeurt direct nadat de beoordeling heeft plaatsgevonden. Maak je geen gebruik van de herkansingsmogelijkheid, dan vervalt het recht op herkansing. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken, echter uitsluitend in overleg met SLCcoach en begeleidende docenten. 4 ALGEMENE OMSCHRIJVING 4.1 Algemene omschrijving DMEDMEC05 V1.5 25/08/2010 13

- Media aan de Maas leidt studenten op tot designers, developers, engineers en technologen voor de wereld van nieuwe media. Bij uitstek professionals van wie wordt verwacht dat ze creativiteit in kunnen zetten bij het uitvoeren van hun taken. Hun creatieve vermogen moet hen in staat stellen te komen tot oplossingen voor de vraagstukken waarmee ze zich uitgedaagd zien. Binnen de leerlijn Media en Creativiteit worden studenten zich bewust van hun eigen creatieve vermogen en ontwikkelingen op hun vakgebied. Ze leren hun creatieve vermogen in te zetten bij hun ontwikkeling en ten behoeve van hun latere beroepsuitoefening. MEDMEC05 draagt bij aan de ontwikkeling van de competentie: creatief probleem oplossen en onderzoeken. Competentiebeschrijving creatief probleem oplossen: De creatief probleem oplosser is in staat de eigen creatieve vermogens in te zetten om te komen tot oplossingen voor de vraagstukken die hij zich stelt. Hij verschaft zich toegang tot inspiratiebronnen en verzamelt alle mogelijke informatie. Vaak komt hij tot zijn oplossing door het leggen van nieuwe verbanden tussen bestaande delen informatie. Toelichting: Het multimedia vakgebied is voortdurend in verandering. Daarmee veranderen ook de vraagstukken die voorgelegd worden aan de professionals. Professionals met de attitude van de creatief probleem oplosser, nemen niet klakkeloos de vragen van de opdrachtgever over. Zij stellen vragen om zich een goed en volledig beeld te kunnen vormen van het voorliggende probleem. Of om het probleem opnieuw te formuleren. Zij zoeken de ruimte op binnen de vraagstelling en fungeren zo als sparring partner van de opdrachtgever. Creatief probleem oplossers hebben een attitude van risico, durf en openheid ten aanzien van nieuwe ideeën. Geen idee is hen te dol. In ieder geval niet in eerste instantie. De reality check volgt later. In hun zoektocht naar oplossingen verzamelen zij veel informatie, afkomstig uit allerlei takken van sport. Zij combineren deze delen informatie op een nieuwe manier. Nieuwe technieken worden bijvoorbeeld ingezet om bestaande toepassingen te optimaliseren. Net zo lang totdat zij een bevredigend antwoord hebben gevonden. Bij het creatief oplossen van een probleem gaat het om Toepassen van creatieve technieken Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen, zodat innovatieve oplossingen worden bedacht voor ontwerpvraagstukken. Competentiebeschrijving onderzoeken: De onderzoeker heeft zijn blik gericht naar buiten. Hij is op de hoogte van de nieuwste technologische en multimediale ontwikkelingen. Ook kan hij bronnenonderzoek uitvoeren en de onderzoeksresultaten gebruiken in de ontwikkeling van nieuwe concepten en producten. Toelichting: Het vakgebied van de multimedia is voortdurend in verandering. De onderzoeker volgt alle ontwikkelingen op de voet. Hij is nieuwsgierig en brengt veel tijd door achter zijn computer, speurend op het internet naar de nieuwste gadgets en ideeën. Daarnaast volgt hij toonaangevende blogs en neemt hij actief deel aan communities. Ook leest hij vaktijdschriften en participeert hij in seminars. Al zijn bevindingen legt hij vast in woord en in beeld. Op basis van zijn onderzoek is hij in staat relevante vraagstellingen te formuleren. Ook kan hij voorspellingen doen over toekomstige ontwikkelingen, zodat een bedrijf innoverende producten kan ontwikkelen voor de markt. Bij de onderzoeker gaat het om: Benoemen van technologische en multimediale ontwikkelingen. Uitvoeren van bronnenonderzoek zodat de oplossing een innovatief antwoord vormt op het voorliggende vraagstuk. 4.2 Inhoud In deze module staat centraal hoe je toekomstverwachtingen en een toekomstvisie kunt ontwikkelen en vertalen naar een concreet plan. In de markt zijn trends te herkennen die aangeven wat de behoefte aan multimedia en technologie over 5 tot 10 jaar is. 4.3 Relatie met andere onderwijseenheden In de modulelijn Media en Creativiteit word je aangemoedigd om een nieuwsgierige houding aan te nemen en jezelf open te stellen voor een veelheid aan (nieuwe) bronnen en ontwikkelingen op het vakgebied. Daarnaast ontwikkel je visie en gevoel voor innovatie en beeld, zodat de concepten die je in het creatieve proces ontwikkelt en de ontwerpen en producten die je maakt tijdens het projectonderwijs aan kwaliteit zullen winnen. Vooral tijdens de praktijkgeoriënteerde multidisciplinaire projecten zul je profijt hebben van deze technieken. DMEDMEC05 V1.5 25/08/2010 14

- Tenslotte bestaat verwantschap met onder andere Usability, Prototyping, Creative Marketing, waarbinnen de ontwikkeling van concepten een centrale positie inneemt. 4.4 Leerdoelen 1 De student herkent de momenten waarop creatief probleem oplossen (toepassen van creatieve technieken) noodzakelijk is in zijn ontwerpproces. 2 De student is in staat om naar aanleiding van een multidisciplinaire vraagstelling op zoek te gaan naar inspiratiebronnen, informatie te selecteren, nieuwe ervaringen op te doen en ontmoetingen te ensceneren. 3 De student benoemt technologische, multimediale, maatschappelijke, culturele en politieke ontwikkelingen voor een product en/of concept en geeft daarmee een logische verklaring voor de toepasbaarheid van dit product en/of concept voor nu en in de toekomst. 4 De student kan de waarde en betrouwbaarheid van verschillende bronnen onderbouwd aangeven door deze bronnen te vergelijken met andere (meer dan een) bronnen. Specifiek voor deze module: 5 De student is in staat een actueel vraagstuk op het gebied van nieuwe media te plaatsen in de context van de geschiedenis en te vertalen naar mogelijke toekomsten. 6 De student kan werken met regelmatig toegepaste methodes voor trendanalyse te weten, de hype cycle en het ontwikkelenen van scenario s. 4.5 Werkvorm(en) Om aan de doelstelling van deze module te voldoen, is gekozen voor activerend onderwijs. Actieve deelname: de leerdoelen zijn te behalen door actieve deelname aan de lessen en het zelfstandig uitvoeren van praktijkgerichte opdrachten. Er is gekozen voor een actieve ondersteuning in de bijeenkomsten. De docent leidt de opdrachten in, begeleidt de opdrachten en geeft aanwijzingen. De studenten bereiden zich voor op de volgende les en kunnen de vorderingen tot dat moment in de bijeenkomst laten zien. Het programma is zó opgezet, dat de behandelde onderdelen op elkaar aansluiten. Het spreekt voor zich dat een dergelijke vorm van onderwijs alleen werkt als de studenten altijd aanwezig zijn. Om deze reden geldt een aanwezigheidsplicht! Dit heeft als gevolg dat als je meer dan 2 bijeenkomsten mist je het vak een jaar later opnieuw moet volgen. Het programma bestaat uit wekelijkse bijeenkomsten. Daarnaast verricht je 40 uur zelfstudie en zelfwerkzaamheid. Theorie en praktijkopdrachten: elke les heeft een theoriegedeelte met voorbeelden en praktische oefening van de geleerde lesstof. De studenten werken tijdens en buiten de lessen, zowel in groepjes als zelfstandig, aan praktijkgerichte opdrachten. Zodanig dat de inhoud van deze module gericht wordt toegepast en daardoor de praktische inzetbaarheid wordt ervaren. Gastcolleges: elke periode worden 1 à 2 gastcolleges georganiseerd waarin gastsprekers uit de beroepspraktijk het modulethema vanuit verschillende invalshoeken bespreken. Feedback en werkbijeenkomsten: de module kenmerkt zich door werkbijeenkomsten en feedbackbijeenkomsten. In de werkbijeenkomsten wordt in groepjes aan de opdrachten gewerkt en de docent begeleidt de studenten hierbij. In de feedbackbijeenkomsten geeft het werkgroepje een korte update van de stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van de opdracht. De studenten uit de andere groepjes en de docent geven hierop feedback. Op deze wijze kan de desbetreffende werkgroep gericht verder werken aan de opdracht en tegelijkertijd worden andere werkgroepen door deze feedback geïnspireerd. Reflectie: de student beschrijft aan het einde van de periode zijn/haar leermomenten, inzichten en acties en geeft tips en tops. Excursies: Voor aanvang of tijdens het kwartaal kan bekend worden gemaakt dat er een excursie plaatsvindt. Excursies zijn officieel onderdeel van het programma, ook als ze nog niet vermeld staan in de modulewijzer. DMEDMEC05 V1.5 25/08/2010 15