LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Vergelijkbare documenten
LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Workshop Studio Globo + Bezoek Open Veld

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Aan de slag met geografische werkbladen

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

LESVOORBEREIDING ALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESVOORBEREIDING ALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Integratie van creatieve en alternatieve werkvormen

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Didactiek aardrijkskunde Portfolio. Taak Werkbladen

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Gebruikte bronnen voor de leerlingen: bundel verzorging - ziek zijn, instrumenten van een dokter

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Lesonderwerpen Excursie-items Kennismaking, overzicht leerstof en afspraken

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

1. BEBOUWDE RUIMTE TEGENOVER OPEN RUIMTE

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Seminarie4: Differentiatie in de lessen aardrijkskunde.

DIDACTISCHE OPDRACHT AARDRIJKSKUNDE 3

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Les 5: Factoren van weer en klimaat

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

VOETen Leerinhouden Leermiddelen Taken / zelfstandige opdrachten 01-02/ Kennismaking + overzicht leerstof

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

Uw gemeente in cijfers: Leuven

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

HFDST 6. HET WEER IN ONZE STREKEN

Les 14 Bevolkingsspreiding in Europa

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: klas:1 nr: Datum: Lesuur:

OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE

Uw gemeente in cijfers: Bierbeek

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Transcriptie:

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Benjamin Van Steyvoort Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: Nederlands - aardrijkskunde Stagebegeleider DLO: An Steegen School: Koninklijk Atheneum 2 Ring Onderwijsvorm: A-stroom Richting: later in te vullen Klas: later in te vullen Lokaal: later in te vullen Aantal leerlingen: later in te vullen Les gegeven door: Benjamin Van Steyvoort Vak: Aardrijkskunde Onderwerp: Invloed van klimaat + bevolkingsgegevens Vakmentor: Stein Cras Datum/Data: later in te vullen Lesuur/-uren: later in te vullen BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks zagen reeds: hoe belangrijk het weer voor de mens is; weer- en klimaatelementen (temperatuur, luchtdruk en wind, bewolking en neerslag) factoren die het weer en klimaat beïnvloeden (temperatuur, neerslag, het verhoogde broeikaseffect); het klimaat in België. de klimaat- en vegetatiezones in Europa de invloed van het klimaat Tijdens deze les zullen de leerlingen: werken vandaag het hoofdstuk weer en klimaat af en starten met het volgende hoofdstuk, namelijk bevolking en maatschappij. leren dat de invloed van het klimaat economische gevolgen heeft in eigen land o voor handel in landbouwproducten; o voor de gebruikte bouwmaterialen; o voor het toerisme. leren dat het bevolkingsaantal het aantal inwoners van een gemeente, stad, is; leren dat de bevolkingsdichtheid het aantal inwoners per vierkante kilometer is; de bevolkingsdichtheid leren berekenen. behandelen volgende lessen: bevolkingsgegevens (vervolg); multicultureel samen wonen; het stedelijk landschap; leven in de stad; steden in België en elders. Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) kennen: het verschil tussen weer en klimaat; wat een temperatuurcurve is; wat temperatuur, luchtdruk, wind en neerslag is; wat isothermen, isobaren en isohyeten zijn; verschillende weerselementen; factoren die de temperatuur bepalen; de factor die de neerslag bepaald; het klimaat in België en de kenmerken hiervan; de Europese klimaat- en vegetatiezones; De elementen waar het klimaat invloed op heeft (woning, vegetatie, voeding, kleding, verkeer, ).

kunnen: de atlas op een efficiënte manier gebruiken; elementen van het weer terugvinden in het weerbericht; overeenkomsten en verschillen tussen weer en klimaat verwoorden; temperatuurcurves lezen en begrijpen; dag-, maand- of jaargemiddelden bepalen; dag-, maand- of jaarschommelingen bepalen; op een isothermenkaart de temperatuur aflezen; gegeven windrichtingen verwerken in een windroos; een neerslagdiagram aflezen; van enkele factoren uitleggen hoe ze weer en klimaat beïnvloeden; oorzaken en gevolgen van het verhoogde broeikaseffect opnoemen; op een klimatogram temperatuur- en neerslaggegevens aflezen; de naam van het klimaat bepalen met een determineertabel; klimaatverschillen in ons land aangeven; Europese klimaten bepalen aan de hand van een determineertabel; Europese klimaat- en vegetatiezones aflezen op een kaart; kenmerken van Europese vegetatiezones herkennen; Europese vegetatiezones in verband brengen met temperatuur en neerslag; klimaatverschillen in Europa aangeven; Kaarten met gegevens i.v.m. het klimaat analyseren. Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit Leerlingen horen of zien bijna dagelijks het weerbericht van België, maar ook van Europa. Ze hebben dus enig idee van de aanwezige verschillen in weer en klimaat. Leerlingen maken op vakantie kennis met ander weer en andere klimaten. Wanneer de leerlingen zich binnen of buiten hun leefomgeving bevinden, merken zij op dat er heel wat verschillen zijn op vlak van bebouwing, bevolking, verstedelijking, leven in een multiculturele samenleving. Naast Belgen leven er in ons land ook heel wat mensen met een vreemde nationaliteit en zij hebben uiteraard een eigen cultuur. Ook in de actualiteit komt het thema bevolking en maatschappij vrij frequent aan bod. Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, Later in te vullen DIDACTISCHE VERANTWOORDING Herhalingsprincipe: de leerlingen krijgen na elke lesfase een synthese van welke kennis werd aangereikt. Structuurprincipe: de les wordt duidelijk onderverdeeld in lesfases. Het aanschouwelijkheidsprincipe: er wordt gebruik gemaakt van figuren, maar ook van foto s. Omdat er een gebrek is aan onderwijsmedia, worden figuren, foto s op groter formaat afgedrukt, zodat deze aan het bord kunnen worden bevestigd. Op deze manier wordt het denken van de leerlingen ondersteunt of bijgestuurt. Activiteitsprincipe: de leerlingen zoeken, per twee of individueel, op in hun atlas. Ook andere taken worden de ene keer klassikaal gemaakt, de andere keer individueel of per twee. Deze activiteiten moeten de leerlingen stimuleren, met het oog op een actieve deelname aan de les. De leerkracht is hier in de meeste gevallen de begeleider en stimulator. Motivatieprincipe: vanaf de lesinstap wordt er getracht de leerlingen te motiveren en de interesse aan te wakkeren. Het geleidelijkheidsprincipe: in deze les gaat men van gemakkelijke naar moeilijke leerstof. De oefeningen worden steeds complexer. EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: ET 19 met voorbeelden illustreren dat weer en klimaat de plantengroei en de activiteiten van dier en mens beïnvloeden. ET 06 aan de hand van regionale voorbeelden redenen opnoemen die de lokalistatie, de spreiding en de eventuele wijzigigngen verklaren van landbouwactiviteiten, industriële activiteiten en tertiaire activiteiten. Situering in het leerplan: GO!, leerplan Aardrijkskunde 1 e graad A-stroom, Brussel, september, 2010. Weer en klimaat en menselijke activiteiten 36. Met voorbeelden illustreren dat weer en klimaat activiteiten van mens en dier beïnvloeden.

Bevolkingsgegevens en -kenmerken 38. Elementaire bevolkingsgegevens en demografische variabelen in ruimte en tijd opzoeken en aflezen in statistieken en op kaarten. ALGEMEEN LESDOEL Welke economische gevolgen heeft de invloed van het klimaat in eigen land? Welke bevolkingsindicatoren zijn er? Wat is de bevolkingsdichtheid, hoe berekenen we deze en hoe is deze verspreid in België? SCHOOLAGENDA Thema 24: Invloed van het klimaat (blz. 99 t.e.m. 100) + bevolkingsgegevens (blz. 101 t.e.m. 102) BRONNEN ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK, Bevolkingsgegevens Leuven, http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/, 15 april 2014. GOYVAERTS, E., & VERSPAGEN, F., Meridiaan 1A, Plantyn, Mechelen, 2013. NEYTS, R., TIBAU, G., VAN BROECK, C., VAN CLEEMPUT, A., VERSTAPPEN, H., Geogenie 1, De Boeck, Antwerpen, 2010. LEERMIDDELEN & MEDIA Niet vergeten: Papieren bord Lokaal bevat: Krijtbord Leerlingen voorzien: Atlas Krijt Meridiaan 1A Magneten Atlas

Leerdoelen Lesfasen & timing Didactisch lesontwerp KRACHTIGE LEEROMGEVING Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud kunnen het juiste elementen dat wordt beïnvloed door het klimaat linken aan een gevolg dat dit teweeg brengt. Instapfase 10 MEMORY krijgen per 2 een bundel kaartjes. Op 6 van deze kaartjes staat een element dat beïnvloed wordt door het klimaat, op de 6 overige kaartjes staat een gevolg dat dit teweegbrengt. Men legt de kaartjes op tafel, met de bedrukte kant naar beneden. De bedoeling is dat de leerlingen, samen met hun buur, memorygewijs de juiste paren vormen. Wanneer een combinatie niet klopt, worden de kaartjes weer op dezelfde plek terug gelegd enz. KAARTJES BORD Het gaat er niet om wie van de twee de meeste kaartjes heeft. Belangrijker is dat de leerstof die vorige les werd behandeld nog eens wordt herhaald. Ze krijgen hier 5 minuten voor. Welke kaartjes horen bij elkaar? Voeding: daar waar er een gemengd klimaat heerst, is aardappelteelt mogelijk. Gezondheid: bij droog weer hangen er pollen in de lucht. Veel mensen hebben hierdoor last van hooikoorts. Verkeer: Sabine Hagedoorn waarschuwt haar kijker. Morgen kunnen er her en der rijmplekken zijn. Woning: palen ter bescherming voor overstromingen tijdens het regenseizoen. Vegetatie: tropische plantengroei door hoge temperaturen en regen het hele jaar door. Toerisme en recreatie: door het hevige regenweer kan de schooluitstap naar Walibi niet doorgaan. Zijn er nog vragen over de leerstof van vorige les?

De leerkracht herhaalt dat het weer en klimaat invloed hebben op de woning, de vegetatie, het toerisme en de recreatie, het verkeer, de gezondheid en de kleding van mensen. Dit alles heeft economische gevolgen in ons land. De leerkracht overloopt het lesschema van vandaag. 24. Invloed van het klimaat 24.8 Economische gevolgen in eigen land 24.8.1 Ten zuiden van Samber en Maas 24.8.2 De kustzone 24.1 Mijn gemeente in België en Vlaanderen 25.2 De bevolkingsdichtheid kunnen enkele economische gevolgen voor de streek ten zuiden van Samber en Maas en de kustzone door de invloed van weer en klimaat opsommen. Lesfase 1 13 24.8 Economische gevolgen in eigen land 24.8.1 Ten zuiden van Samber en Maas OLG Voor we aan de slag gaan met Meridiaan 1A worden de Samber en Maas en het gebied ten zuiden van deze rivier gesitueerd: Wie komt er op de kaart van België de Samber en Maas situeren? Wat ligt er ten zuiden van de Samber en Maas? PAPIEREN WB BORD 24.8 Economische gevolgen in eigen land 24.8.1 Ten zuiden van Samber en Maas Een groot deel van Wallonië, Hoog-België (met de Ardennen)

Nu het gebied ten zuiden van Samer en Maas werd gesitueerd, gaan de leerlingen aan de slag met figuren 24.10 en 24.11: Welke plaatsen, die vermeld worden op figuren 24.10 en 24.11, bevinden zich ten zuiden van Samber en Maas? Wat valt er op als je kijkt naar de tijdspanne tussen de eerste en laatste vorstdag in Rochefort (24.10)? Wat valt er op als we kijken naar de eerste en laatste dag met sneeuwbedekking in Sint- Hubert? Rochefort en St. Hubert De tijdspanne is veel langer dan die van Oostende en Essen. De tijdspanne is veel langer dan die van Koksijde en Ukkel. weten nu dat de tijdspanne tussen de eerste en laatste vorstdag en dag met sneeuwbedekking ten zuiden van Samber en Maas beduidend langer is, kunnen de nodige woorden worden geschapt in de tekst. X, lees jij het tekstje eens voor? De winter ten zuiden van Samber en Maas is kouder en ook in de zomer blijft het er fris. Er zijn ook veel meer vorst-, regen- en sneeuwdagen. Dit heeft enkele nadelen: X, lees jij het eerste puntje over de nadelen eens voor? Welke problemen ontstaan er voor het verkeer door deze langere winterperiode? Door de langere winterperiode is het bewerkingsseizoen voor de landbouw korter en er zijn ook heel wat problemen voor het verkeer. Toch heeft zijn er niet enkel nadelen: X, lees jij het eerste puntje over de voordelen eens voor? Ten zuiden van Samber en Maas is de winter koud/zacht, de zomer blijft fris/warm. Het aantal vorst- en sneeuwdagen ligt er hoger/lager dan elders in België. Er valt meer/minder neerslag dan in de rest van het land. Door de kortere/langere winterperiode is het bewerkingsseizoen voor de landbouw korter/langer. Vorst en sneeuw zorgen voor gladde wegen OF gladde wegen door vorst en sneeuw. Wegens de lagere temperaturen is er minder/meer waterverdamping. Het wateroverschot is dan ook groter/kleiner. Denk hierbij aan de drinkwatervoorziening.

Welke (positieve) gevolgen heeft de strengere winter op het toerisme? Wat zijn enkele wintersportmogelijkheden? Wintersportmogelijkheden Langlaufen, sleeën en eventueel skiën. 24.8.2 De kustzone OLG Voor er weer aan de slag wordt gegaan met Meridiaan 1A, wordt de kustzone gesitueerd op de kaart van België: Wie komt er op de kaart van België de kustzone aanduiden? Nu de kustzone werd gesitueerd, gaan de leerlingen aan de slag met de tabel (aantal uren zonneschijn) op pagina 100: Waar situeren zich de meeste uren zonneschijn? Is dat in elk seizoen zo? Zijn de zomers in de kustzone nu warmer of frisser? Waarom? Zijn de winters zachter of kouder in de kustzone? Waarom? In Oostende zijn de meeste uren zonneschijn en dit is elk seizoen het geval. Frisser Zachter zullen waarschijnlijk het tegenovergestelde antwoorden aangezien er meer uren zonneschijn zijn, MAAR: Het zeewater warmt in de zomer traag op. De winden die dan over zee naar ons waaien, zijn fris. Daardoor is het in de zomer bij ons niet té warm. In de winter koelt het zeewater erg traag af. De zeewinden zijn dan zacht. Hoe verder van de zee, hoe minder de verzachtende invloed. Duowerk + verbetering lossen per twee de laatste zin van het tekstje op. Ze gaan in hun atlas op zoek naar de kaart met het aantal vorst- en sneeuwdagen per jaar (6E en 6F).

Wat hebben jullie omcirkeld/doorgeschrapt? Valt er in alle seizoenen meer of minder neerslag aan de kust? Welke (positief) gevolg heeft dit alles? Nergens in België komen zo veel/zo weinig vorst- en sneeuwdagen voor. In alle seizoenen valt er meer/minder neerslag. Meer toeristen trekken naar de kust. Synthese + lesovergang De leerkracht overloopt het lesschema van vorige en deze les en vertelt wat er de rest van het lesuur op het programma staat. 24. Invloed van het klimaat 24.1 Woning 24.2 Plantengroei 24.3 Voeding 24.4 Kleding 24.5 Recreatie en toerisme 24.6 Gezondheid 24.7 Verkeer 24.8 Economische gevolgen in eigen land 24.8.1 Ten zuiden van Samber en Maas 24.8.2 De kustzone 25. Bevolkingsgegevens kunnen de juiste bevolkingsgegeve ns over hun schoolgemeente selecteren en toepassen in een oefening. kunnen hun schoolgemeente, de buurgemeenten en de provincie Vlaams-Brabant situeren op de administratieve kaart van België. Lesfase 2 10 24.1 Mijn gemeente in België en Vlaanderen Duowerk + verbetering moeten op de kaart van België hun schoolgemeente aanduiden in het rood. Hiervoor zoeken ze de schoolgemeente, samen met hun buur, op in de atlas. Na 2 minuten wordt er een leerling naar voor geroepen om de schoolgemeente aan te duiden op de kaart. Welke kaart hebben jullie hiervoor gebruikt? Op de administratieve kaart van België staat nog heel wat extra informatie, zoals het aantal inwoners en de bevolkingsdichtheid. Ook de buurgemeenten van Leuven en de provincie waartoe het behoort, kunnen worden afgelezen. Deze gegevens hebben de PAPIEREN WB BORD EXTRA WB 24.1 Mijn gemeente in België en Vlaanderen België administratief

leerlingen nodig om opdracht 25.1 tot een goed eind te brengen. Het gaat hier echter om gemiddelden, dus krijgen de leerlingen ook een extra werkblad met exacte cijfergegevens. Tot welk arrondissement Leuven behoort en de oppervlakte, kunnen de leerlingen eveneens terugvinden op het extra werkblad. Ze doen dit weer per twee en krijgen hier enkele minuten voor. Hoeveel inwoners telt Leuven? Wat is de bevolkingsdichtheid van Leuven? Wat is de oppervlakte in km 2? Wat zijn enkele buurgemeenten? Tot welke provincie behoort Leuven? In welk arrondissement ligt Leuven? 97.692 1725,03 inw./km² 56,63 km 2 Herent, Haacht, Rotselaar, Holsbeek, Lubbeek; Bierbeek, Oud-Heverlee Vlaams-Brabant arrondissement Leuven Lesovergang Alle gegevens over de schoolgemeente werden verzameld. vonden de bevolkingsdichtheid van Leuven, maar wat dit net is en hoe deze wordt berekend, komen ze in de volgende lesfase te weten. kunnen aangeven aan de hand van landschapsfoto s waar de menselijke aanwezigheid het grootst is. kunnen in eigen woorden definiëren wat de bevolkingsdichtheid is. kunnen de Lesfase 3 15 25.2 De bevolkingsdichtheid OLG Op het werkblad staan foto s van de Ardennen, de Kustvlakte en Brussel. Wat voor landschap zien we op de foto van de Ardennen? Wat voor landschap zien we op de foto van de kustvlakte? Wat voor landschap zien we op de foto van Brussel? Waar leven de meeste mensen volgens jou? Waar is de invloed van de mensen het grootst? Wat kunnen we besluiten, nu we weten dat er in Brussel de meeste mensen wonen en de PAPIEREN WB BORD 25.2 De bevolkingsdichtheid natuurlandschap cultuurlandschap (landelijk) cultuurlandschap (stedelijk) Brussel Brussel Hoe groter het aantal mensen in een landschap, hoe groter de invloed van deze

bevolkingsdichtheid van de gewesten en België berekenen. kunnen verklaringen voor de ongelijke bevolkingsspreiding geven aan de hand van de atlas. invloed van de mens er het grootst is? De menselijke aanwezigheid kunnen aangeven met de bevolkingsdichtheid. Wat geeft de bevolkingsdichtheid weer? ( kunnen, indien ze het antwoord niet weten, eens kijken naar de tabel van hun schoolgemeente op pagina 101) Individuele opdracht + verbetering De berekening wordt op het bord genoteerd en de gegevens van Leuven worden als voorbeeld gebruikt. Daarna is het de beurt aan de leerlingen om opdracht 25.2 tot een goed eind te brengen. Na enkele minuten volgt er een klassikale verbetering. Wat is de bevolkingsdichtheid van het Vlaams Gewest? Wat is de bevolkingsdichtheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Wat is de bevolkingsdichtheid van het Waals Gewest? Wat is de bevolkingsdichtheid van België? Welk gewest is het dichtst bevolkt? Welk is het minst bevolkt? De tekst onder de oefening wordt overlopen en de nodige zaken worden geschrapt of omcirkelt. Duowerk + verbetering De ongelijke spreiding geeft een beeld van de bevolkingsdichtheid per regio. Is het noorden van ons land dicht of dun bevolkt? Is het zuiden van ons land dicht of dun bevolkt? gaan nu het dichtbevolkte noorden van mensen op het landschap. het aantal inwoners per km 2 (inw./km 2 ) 455,6 inw./km 2 6 472,2 inw./km 2 205,2 inw./km 2 349,4 inw./km 2 Brussel Hoofdstedelijk Gewest Waals Gewest De bevolking is gelijk/ ongelijk verspreid. dicht bevolkt dun bevolkt

ons land vergelijken met het dunbevolkte zuiden. Deze spreiding moeten ze verklaren aan de hand van het reliëf, de bodem en de industrie. De klasgroep wordt onderverdeeld in 3 groepen: het ene deel onderzoekt het reliëf van België, de anderen de bodem (zij krijgen een extra kaart, aangezien de kaart in de atlas niet zo makkelijk valt te interpreteren) of de industrie. Na enkele minuten volgt er een klassikale verbetering. Wat ben je te weten gekomen over het reliëf in het noorden/zuiden? Welke bodems treffen we aan in het noorden/zuiden? Hoe is het gesteld met de industrie in het noorden/zuiden? Wat zouden nog enkele factoren zijn die de bevolkingsdichtheid kunnen beïnvloeden? noorden: zwak reliëf zuiden: sterk reliëf noorden: vruchtbare afzettingsbodems zuiden: arme verweringsbodems noorden: veel industrie zuiden: weinig industrie tewerkstellingsmogelijkheden, wegennet, klimaat OLG moeten aan de hand van figuur 25.5 het dichtbevolkte Vlaamse Gewest onderscheiden. Omdat het hier gaat om een kaart van Europa, krijgen de leerlingen op hun extra werkblad een kaart van België, die makkelijker te interpreteren is. Hoe kun je het dichtbevolkte Vlaamse Gewest op de figuur onderscheiden? Vlaanderen heeft een rode kleur, dus er is meer luchtvervuiling. Synthese 2 weten nu wat de bevolkingsdichtheid is en kunnen deze ook berekenen. Het dichtbevolkte noorden van België werd vergeleken met het dunbevolkte zuiden aan de hand van reliëf, bodem en industrie. Leerkracht overloopt lesschema. BORD 24.8 Economische gevolgen in eigen land 24.8.1 Ten zuiden van Samber en Maas 24.1 Mijn gemeente in België en Vlaanderen 25.2 De bevolkingsdichtheid