Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Vergelijkbare documenten
Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 6 WERK ZOEKEN

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

werkbladen thema 5 werk

CP11. op zoek naar werk

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente

EXTRA SCHRIJFOPDRACHTEN

van tevoren vragen opschrijven om bij een sollicitatiegesprek te stellen.

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN

CP1. op zoek naar werk

Spreekopdrachten thema 5 Gemeente

HOOFDSTUK 14. En wat doe jij? Lees de woorden. Hoort het bij een baan of bij werk zoeken?

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

Thema Op zoek naar werk

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

Je kunt zoeken naar werk dat bij je past. Je kunt praten met een medewerker van een uitzendbureau. Je kunt informatie vragen over vacatures.

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Thema 6 Werk zoeken. Inhoudsopgave

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 5 GEMEENTE

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Gezond thema: DE HUISARTS

Thema Op zoek naar werk

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Informatie vragen bij een instelling

Uitdaging Workshop 3 Een keuze maken Kun jij goed kiezen?

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 8 OPLEIDINGEN

DOE-TIPS ONA VOOR VRIJWILLIGERS EEN REALISTISCH BEROEPSBEELD

Dit is een oefentoets KNM voor het inburgeringsexamen. Print deze toets uit. Elke vraag is multiple choice. U mag geen woordenboek gebruiken.

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Heb je misschien zin om straks een kopje koffie te komen drinken? Dat lijkt me gezellig. Ik kom er zo aan. Gezellig. Tot straks!

Thema Op zoek naar werk

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam kom je vandaan? a Hoe b Waar

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

ANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 2 WERK ZOEKEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

Schrijfoefeningen Onderweg

Thema In en om het huis.

2.7 In de supermarkt **

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

Werkboek Het is mijn leven

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Wat kan ik voor u doen?

Inleiding. Succes! In dit boek lees je dat werken leuk is. Maar dat werken ook zwaar kan zijn. Met dit boek leer je hoe het werkt in de praktijk!

Aflevering 1: Oriëntatie op de arbeidsmarkt

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 58 naar Verschillende vormen van werkwoorden. Onderstreep nu de werkwoorden in je zinnen.

dat ouders vaak afspraken maken om hun kinderen bij elkaar thuis te laten spelen.

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Op zoek naar werk

Antwoordenmodel. Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1. Oefening 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/ euro per maand 272 euro per maand

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag

Doe-tips Beroepskansen 1

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Onderwerpen. Kennismaken met verschillende manieren van solliciteren. Zich voorbereiden op een sollicitatie. Wat kun je meenemen?

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag

werkbladen thema 4 gezondheid

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Transcriptie:

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een uitzendbureau? 4. Zoek je op een andere plek naar vacatures? Waar dan? 5. Heb je andere tips om werk te vinden? Opdracht 2 bij 6.1 ** Zoek een vacature die je leuk vindt. Kijk bijvoorbeeld in de krant of op internet. Beantwoord de volgende vragen: 1. Voor welke functie is de vacature? 2. Bij welk bedrijf is de vacature? 3. Voor hoeveel uur per week is de vacature? 4. Wat moet je kunnen voor de functie? 5. Wat vind je leuk aan de vacature? 6. Wat vind je niet leuk aan de vacature? 7. Zou je op deze vacature willen solliciteren? Bewaar deze vacature, want je hebt hem in volgende opdrachten nog eens nodig! Opdracht 1 bij 6.2 Cursist A: je werkt bij Thuiszorg Rotterdam. Cursist B: je hebt een vacature voor thuishulp gezien. Je hebt hier een paar vragen over en belt naar cursist A Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-1

Cursist A 1. Goedemorgen. Thuiszorg Rotterdam, met (noem je eigen naam). Cursist B 1. Goedemorgen, met (noem je eigen naam). Ik heb uw vacature voor een thuishulp gezien. Ik heb een paar vragen. Heeft u daar tijd voor? 2. Ja hoor, wat wilt u weten? 3. Ja, dat kan, want dat is ook werkervaring. 2. In de eisen staat dat je minimaal 1 jaar werkervaring moet hebben. Ik heb een half jaar werkervaring in de thuiszorg en ik heb ook een paar jaar voor mijn ouders gezorgd. Kan ik dan toch solliciteren? 4. Nee hoor. U kunt met het openbaar vervoer reizen. En als u in de buurt woont, kunt u ook op de fiets komen. 5. Graag gedaan en succes. 3. Fijn. En heb je een rijbewijs nodig voor deze functie? 4. Oh, gelukkig. Dank u wel voor de informatie. Ik ga snel een brief schrijven. Opdracht 2 bij 6.2 ** Als je een leuke vacature ziet, is het goed om naar het bedrijf te bellen. Je kunt dan vragen stellen over de vacature. Kijk naar de vacature. Bedenk samen minstens drie vragen die je hierover kunt stellen. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-2

Vacature: medewerker slagerij Jouw functie: Als medewerker slagerij doe je verschillende dingen. Je snijdt het vlees en bedenkt nieuwe recepten. Maar je helpt ook de klanten die in de winkel komen. Aan het eind van de dag help je mee met schoonmaken. Eisen: Je bent sociaal. Je kunt zelfstandig werken. Je hebt een mbo-diploma. Je hebt minimaal drie jaar werkervaring. Salaris: Het salaris is 1.700,- per maand (voor 40 uur per week). Solliciteren: Je kunt je brief voor 18 november sturen naar: Slagerij van Kampen Dorpsstraat 15, 1847 SC Den Bosch g.van.kampen@slagerij.nl Bel voor meer informatie naar Gerard van Kampen: 073-1122334 of stuur een e- mail naar g.van.kampen@slagerij.nl. Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Opdracht 3 bij 6.2 ** Gebruik de vacature die je in opdracht 2 bij 6.1 gevonden hebt. Bedenk samen minimaal drie vragen die je over deze vacature kunt stellen. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-3

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Bedenk nu een gesprek. Cursist A: je werkt bij het bedrijf van de vacature. Cursist B: je belt cursist A om meer informatie over de vacature te vragen. Stel de vragen die je net bedacht hebt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A stelt de vragen over zijn vacature. Opdracht 1 bij 6.3 Cursist A: je werkt bij het uitzendbureau. Cursist B: je zoekt werk en wilt je inschrijven bij het uitzendbureau. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemorgen. Waarmee kan ik je helpen? 2. Dat kan. Wat voor soort werk zoek je? Cursist B 1. Goedemorgen. Ik wil me graag inschrijven, want ik zoek werk. 2. Ik wil graag als kok werken. 3. Heb je daar een opleiding voor gedaan? 3. Ja, ik heb vorig jaar mijn diploma gehaald. 4. En heb je ook al werkervaring als kok? TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-4

5. En waarom ben je daar gestopt? 4. Ja. Ik heb vier maanden stage gelopen bij een restaurant. En ik heb een half jaar bij een hotel gewerkt. 6. Dat begrijp ik. Heb je een cv meegenomen? 5. Ik ben vorige week verhuisd naar Baarn. Het is nu te ver reizen. 7. Dank je wel. Hoeveel uur wil je per week werken? 6. Ja, alstublieft. 8. Oké. En heb je een rijbewijs? 7. Ik wil het liefst 24 uur per week werken. 9. Er is een vacature bij een hotel in Hilversum. Ik denk dat jij geschikt bent voor die functie. En het is voor drie dagen per week. Heb je interesse in die baan? 8. Ja, ik heb een rijbewijs. 9. Ja, het klinkt erg leuk! 10. Dan stuur ik je cv naar de baas van het hotel. Ik bel je op als zij je uitnodigt voor een gesprek. 10. Bedankt! Ik hoop dat ik op gesprek mag komen. Opdracht 2 bij 6.3 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt bij het uitzendbureau. Cursist B: je zoekt werk als schoonmaker. Je schrijft je in bij het uitzendbureau. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-5

Opdracht 1 bij 6.4 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. 1. Staat Karin altijd om 7.00 uur op? 1. Nee, zij staat nooit om 7.00 uur op. 2. Ga jij vaak naar het strand? 2. Ja, ik ga vaak naar het strand. 3. Eet Sander vaak pizza? 3. Nee, hij eet soms pizza. 4. Draagt Leon altijd een pak? 4. Ja, hij draagt altijd een pak. 5. Doe jij meestal het huishouden? 5. Ja, ik doe meestal het huishouden. 6. Heeft Elma regelmatig ruzie? 6. Nee, zij heeft nooit ruzie. 7. Knip jij altijd zelf je haar? 7. Nee, ik knip nooit zelf mijn haar. 8. Slaapt Ada regelmatig in een hotel? 8. Nee, zij slaapt nooit in een hotel. 9. Werkt Corné vaak via een uitzendbureau? 9. Ja, hij werkt vaak via een uitzendbureau. 10. Gaat de tv steeds kapot? 10. Ja, de tv gaat steeds kapot. 11. Eet jij meestal brood bij je ontbijt? 11. Nee, ik eet nooit brood bij mijn ontbijt. 12. Slaapt Evi steeds pas laat? 12. Ja, zij slaapt steeds pas laat. 13. Heb je in het weekend altijd vrij? 13. Nee, ik heb in het weekend af en toe vrij. 14. Kookt die kok vaak soep? 14. Nee, hij kookt nooit soep. 15. Is dat hotel regelmatig vol? 15. Ja, dat hotel is regelmatig vol. Opdracht 2 bij 6.4 * Vraag en antwoord. Kijk nog een keer naar de vragen in de vorige opdracht. Cursist A: lees de vraag hardop. Lees ook het eerste woord van het antwoord: ja of nee. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen! Gebruik het woord dat cursist A heeft gezegd. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-6

Opdracht 3 bij 6.4 ** Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: Hieronder vind je een blad met opdrachten. Geef iedere cursist dit blad. De cursisten gaan elkaar vragen stellen. Bespreek eerst een van de opdrachten klassikaal. Laat de cursisten bedenken welke vragen ze hierbij kunnen stellen. Schrijf deze vragen op het bord. Bijvoorbeeld: - Ga jij weleens naar een museum? - Ga jij vaak naar een museum? - Hoe vaak ga jij naar een museum? De cursisten lopen door de klas en zoeken een gesprekspartner. Ze stellen de vragen aan elkaar en geven antwoord. Ze schrijven de naam op van de persoon die positief geantwoord heeft. Daarna gaan ze op zoek naar een nieuwe gesprekspartner en stellen ze de vragen opnieuw aan elkaar. Naam Zoek iemand die soms naar een museum gaat. Zoek iemand die meestal rijst eet. Zoek iemand die nog nooit heeft gefietst. Zoek iemand die regelmatig op vakantie gaat. Zoek iemand die altijd met de bus reist. Zoek iemand die steeds vragen stelt. Opdracht 4 bij 6.4 ** Hoe vaak doe je dit? Gebruik de woorden soms, vaak, altijd, nooit, steeds, meestal, af en toe, regelmatig. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-7

Voorbeeld: zwemmen Ik zwem regelmatig. 1. solliciteren 6. huilen 2. twijfelen 7. lesgeven 3. iemand uitnodigen 8. iemand waarschuwen 4. ruzie maken 9. oppassen 5. een vraag stellen 10. schoonmaken Opdracht 1 bij 6.5 * Je ziet een inschrijfformulier van uitzendbureau Werktijd. Vul het formulier voor elkaar in. Cursist A: vraag om de gegevens van cursist B. Vul de gegevens in op het inschrijfforumlier. Klaar? Dan vraagt cursist B om de gegevens van cursist A en vult ze in. Gegevens Voornaam Achternaam Geslacht UITZENDBUREAU WERKTIJD Inschrijfformulier Geboortedatum Straat + Huisnummer Postcode + Woonplaats Telefoonnummer E-mailadres Rijbewijs O ja O nee TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-8

Opleiding Meest recente opleiding Start- en einddatum Diploma O ja O nee Werkervaring Meest recente functie Werkgever + Plaats Start- en einddatum Opdracht 2 bij 6.5 ** Doe de opdracht in kleine groepjes. Uitleg voor de docent: Onder aan deze pagina zie je twee personen. Op de volgende pagina zie je drie vacatures. Deel de personen en de vacatures uit per groepje uit. De cursisten lezen en bespreken samen de beschrijving van de personen en de vacatures. Ze bedenken welke vacature geschikt is voor welke persoon. Bespreek de opdracht na afloop klassikaal. Vraag waarom de cursisten voor deze combinatie gekozen hebben. Hoi, ik ben Bart. Ik heb een mbo-opleiding op niveau 3 gevolgd. Ik heb de opleiding niet afgemaakt, omdat ik bij een supermarkt ging werken. Daar heb ik zeven jaar op de afdeling brood en banket gewerkt. Helaas moest ik daar weg. Daarom ben ik nu op zoek naar werk. Hallo, ik ben Angela. Ik wil graag in een kinderdagverblijf werken, want ik help graag andere mensen. Daarom doe ik nu de opleiding Helpende Welzijn. Ik hoop dat ik over twee jaar klaar ben. De opleiding is duur. Ik wil twee dagen per week werken, zodat ik mijn opleiding kan betalen. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-9

Vacature: medewerker kinderdagverblijf Wij zoeken een nieuwe medewerker voor in ons kinderdagverblijf. Wat vragen we van jou? - Je kunt goed met kinderen omgaan. - Je hebt een mbo-diploma Helpende Welzijn niveau 3. - Je hebt minimaal één jaar werkervaring. Wat zijn je taken? - De kinderen verzorgen. - De kinderen eten geven. - Luiers verschonen. - De kinderen aankleden en uitkleden. - De kinderen naar bed brengen. Vacature: bakker Voor onze winkel in Leiden zijn wij op zoek naar een bakker. Je taken zijn: brood snijden, taarten maken, koekjes bakken, klanten helpen en schoonmaken. Eisen: Je hebt minimaal vijf jaar werkervaring. Je bent sociaal, je kunt goed met mensen omgaan. Je spreekt en begrijpt de Nederlandse taal uitstekend. Je kent veel recepten. Werktijden: Dinsdag tot en met zaterdag tussen 5.00 uur en 14.00 uur. Vacature: kantoorhulp Wij zoeken een hulp voor op ons kantoor. Je gaat onze medewerkers steunen met de volgende taken: post openen en verdelen printen brieven versturen koffie zetten Werktijden: Maandag en donderdag van 8.30 uur tot 17.00 uur. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-10

Opdracht 1 bij 6.6 ** 1. Welke opleiding of opleidingen heb je gedaan? 2. Welke diploma s heb je gehaald? 3. Welke opleiding vond je het leukst? Waarom? 4. Welke werkervaring heb je? 5. Welke baan vond je het leukst? Waarom? 6. Welke baan vond je het minst leuk? Waarom? Opdracht 1 bij 6.7 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. 1. Gaat Sam morgen naar Londen? 1. Nee, Sam is vorige week naar Londen geweest. 2. Heb je gisteren pizza gegeten? 2. Nee, ik ga morgen pizza eten. 3. Wil je een kopje koffie? 3. Ja, ik wil een kopje koffie. 4. Heb je al op deze vacature gesolliciteerd? 5. Heeft je dochter haar diploma gehaald? 4. Ja, ik heb vanochtend op deze vacature gesolliciteerd. 5. Nee, mijn dochter haalt volgend jaar haar diploma. 6. Ben je ziek? 6. Nee, ik was gisteren ziek. 7. Gaan jullie straks naar het park? 7. Ja, wij gaan straks naar het park. 8. Werkt Ben nog in dat hotel? 8. Nee, Ben werkte vroeger in dat hotel. 9. Heeft Natalia morgen een sollicitatiegesprek? 9. Nee, Natalia heeft gisteren een sollicitatiegesprek gehad. 10. Loopt Maxim stage bij dat bedrijf? 10. Ja, Maxim loopt stage bij dat bedrijf. 11. Ga je straks naar het museum? 11. Ja, ik ga straks naar het museum. 12. Heb je ruzie met je broer? 12. Nee, ik had gisteren ruzie met mijn broer. 13. Heb je contact opgenomen met je werkgever? 13. Nee, ik zal morgen contact opnemen met mijn werkgever. 14. Heeft Brahim de tafel gedekt? 14. Nee, Brahim dekt straks de tafel. 15. Gaan we vanavond naar het theater? 15. Ja, we gaan vanavond naar het theater. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-11

Opdracht 2 bij 6.7 Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij morgen gaat doen. Bijvoorbeeld: Ik ga morgen werken. Laat de eerste cursist herhalen wat de docent gaat doen en wat hij zelf gaat doen. Bijvoorbeeld: De docent gaat morgen werken en ik ga naar school. Laat de tweede cursist herhalen wat de docent gaat doen, wat de eerste cursist gaat doen en wat hij zelf gaat doen. Bijvoorbeeld: De docent gaat morgen werken, Karin gaat naar school en ik ga voetballen. Ga zo door. Variatie 1 Is dit te moeilijk? Laat dan alleen herhalen wat de vorige cursist gaat doen en wat hij/zij zelf gaat doen. Variatie 2 Maak er een spel van, zoals Ik ga op vakantie en neem mee. Laat alle zinnen herhalen zoals in de uitleg staat beschreven. Wanneer een cursist vergeet wat een voorgaande cursist gaat doen, is hij af. Wie als laatste overblijft, heeft gewonnen. Variatie 3 Je kunt dit spel ook in kleine groepjes laten spelen. Opdracht 3 bij 6.7 * Knip de volgende pagina door. Cursist A: stel de vragen aan cursist B. Cursist B: geef antwoord. Klaar? Dan stelt cursist B zijn vragen. Voorbeeld Cursist A: Waar woonde je vorig jaar? Cursist B: Vorig jaar woonde ik in Utrecht. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-12

Cursist A: 1. Wat ga je vanavond doen? 2. Waar werk je? 3. Wanneer ben je op vakantie geweest? 4. Wanneer ga je naar school? 5. Heb je het huishouden al gedaan? 6. Ga je vanavond in een hotel slapen? Cursist A: stel de vragen aan cursist B. Cursist B: geef antwoord. Klaar? Dan stelt cursist B zijn vragen. Voorbeeld Cursist A: Waar woonde je vorig jaar? Cursist B: Vorig jaar woonde ik in Utrecht. Cursist B: 1. Waarvoor gebruik je je computer? 2. Waar was je gisteren? 3. Heb je vandaag al gegeten? 4. Ga je morgen mee naar het museum? 5. Wanneer gaan we verhuizen? 6. Wat eet je graag? Opdracht 1 bij 6.8 ** Gebruik de vacature die je in opdracht 2 bij 6.1 gevonden hebt. Bekijk de vacature en beantwoord de vragen. 1. Welke opleiding moet je voor deze functie gedaan hebben? 2. Welke werkervaring moet je voor deze functie hebben? 3. Wat moet je verder voor deze functie kunnen? 4. Ben jij geschikt voor deze functie? Waarom denk je dat? TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-13

Opdracht 1 bij 6.9 Cursist A: je werkt bij bedrijf ABC. Je hebt cursist B uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Cursist B: je bent uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek bij bedrijf ABC. Je hebt op die datum al een andere afspraak. Je belt om een nieuwe afspraak te maken. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemorgen, met (noem je eigen naam) van bedrijf ABC. 2. Oh, dat is vervelend. Dan zullen we een nieuwe afspraak plannen. Kunt u op 4 maart? Cursist B 1. Goedemorgen, met (noem je eigen naam). Ik heb een uitnodiging gekregen voor een sollicitatiegesprek op 3 maart. Ik kan niet op die dag, want dan heb ik een andere afspraak. 2. Op 4 maart, even kijken. s Ochtends kan ik niet, maar s middags kan ik wel. 3. Oké. Kunt u om 14.30 uur? 4. Goed, dan schrijf ik de nieuwe afspraak in de agenda. Op 4 maart om 14.30 uur. 3. Ja, om 14.30 uur is goed. 4. Fijn, dank u wel. Tot dan. 5. Graag gedaan. Tot ziens. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-14

Opdracht 2 bij 6.9 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt bij bedrijf XYZ. Je hebt een afspraak met cursist B. Cursist B: je hebt een afspraak met cursist A. Je wilt de afspraak verplaatsen naar een andere datum. Je belt cursist A. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Opdracht 1 bij 6.11 Cursist A: je werkt op een basisschool. Cursist B: je hebt gesolliciteerd bij een basisschool. Je hebt een sollicitatiegesprek met cursist A. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemorgen. Ik ben (noem je eigen naam). Ga zitten. Cursist B 1. Goedemorgen. Ik ben (noem je naam). 2. Wilt u koffie of thee? 2. Koffie graag. Lekker. 3. Alstublieft. Ik heb uw sollicitatiebrief en cv gelezen. Uw opleiding en werkervaring passen goed bij onze school. Kunt u nog iets over uzelf vertellen? 4. Waarom wilt u graag op een basisschool werken? 3. Ja hoor. Ik ben (noem je leeftijd). Ik ben getrouwd en ik heb drie kinderen. Ik heb acht jaar op een basisschool gewerkt. Ik ben pas verhuisd en nu wil ik graag in de buurt werken. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-15

5. Oké, dat is duidelijk. Hoeveel uur per week wilt u werken? 4. Omdat ik graag met kinderen werk. En ik vind het leuk om kinderen iets te leren. Ik heb veel ervaring en ben er erg goed in. 6. Dat is prima. Heeft u nog vragen? 5. Ik wil graag 24 uur per week werken. 6. Ja, hoeveel kinderen zitten er in de klas? 7. Er zitten 21 kinderen in de klas. 7. Dat is een mooi aantal. 8. Oké, ik wil u graag bedanken voor dit gesprek. Ik bel u volgende week. Dan hoort u of we u aannemen. Tot ziens. 8. Fijn, ik hoop het. Tot ziens. Opdracht 2 bij 6.11 ** Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je werkt bij een bedrijf. Bedenk zelf wat voor bedrijf. Bijvoorbeeld een kantoor, een winkel of een school. Je hebt een sollicitatiegesprek met cursist B. Cursist B: je wilt bij het bedrijf van cursist A werken. Je hebt een sollicitatiegesprek. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. TaalCompleet A2 Spreken Plus Thema 6-16