Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Sylvia Bol 10 January 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/92529 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Weer en klimaat Inleiding Planning Weer en klimaat Leven in de Amazone tropisch regenwoud ontbossing en duurzaamheid Neerslag Opdrachten Neerslag Leven in een droog gebied Mali Aride klimaten De Inuit op Groenland Koude klimaten zee-ijs en landijs Hoge en lage breedte Samenvatting of mindmap Over dit lesmateriaal Pagina 1
Weer en klimaat Inleiding Inleiding. Welkom bij het thema weer en klimaat. Je hebt nodig: * Handboek de Geo hoofdstuk 2 par. 1 t/m 3 * Handboek de Geo hoofdstuk 5 par. 1 t/m 3 * De opdrachten ga je maken in een worddocument. Leerdoel: 1. In deze opdracht leer je de verschillende klimaten op de aarde kennen. 2. Je leert de kenmerken van deze klimaatzones te benoemen. 3. Je leert de klimaatzones op de wereldkaart aan te wijzen. 4. Je leert in deze opdracht de klimaten te herkennen aan de hand van klimaatdiagrammen. 5. Je weet aan het einde van deze opdracht welke gevolgen klimaatverandering heeft voor de flora, fauna en de mens. 6. Je krijgt inzicht in de manier waarop klimaten worden ingedeeld. Veel plezier en succes!! Planning Planning. Voordat je aan deze opdracht begint, ga je eerst de opdracht plannen. Vul de datum in wanneer jij denkt dat jij bepaalde opdrachten hebt afgerond. Elke paragraaf wordt afgesloten met een kleine toets. Formuleer (bedenk) ook twee leerdoelen: "Wat wil jij aan het einde van deze lessenserie weten? en "Wat kan jij aan het einde van deze lessenserie?" Laat de planning en je leerdoel zien aan je docent voor je verder gaat! https://docs.google.com/document/d/1tnv5yurwgu5qvxovpsrioxvjye27so5bjmb_rffas- Y/edit Pagina 2
Weer en klimaat Op de Noordpool is het weer anders dan in de tropen. Dat komt omdat er op de noordpool een ander klimaat is dan in de tropen. Het weer is niet hetzelfde als het klimaat, maar het weer en het klimaat hebben wel veel met elkaar te maken. Het weer is de temperatuur, de neerslag en de wind op een bepaalde plaats, op een bepaald moment. Het weer is elke dag anders, de ene dag zonnig en warm het volgende moment nat en kil. Je kunt van ook het gemiddelde berekenen over een groot aantal jaar. Dat doe je niet plaatselijk, maar voor een groot gebied. Dat is het klimaat: het gemiddelde weer in een bepaald gebied en over een langere tijd (dertig à veertig jaar). De opdrachten schrijf je in een worddocument + maak je docent mede-eigenaar van jou document. Zodat je docent je kan helpen waar nodig is. Opdracht 1: a) Schrijf de definitie op van het weer. b) Wat is de definitie van het klimaat? c) Schrijf kort het verschil op tussen weer en klimaat. Pagina 3
Leven in de Amazone tropisch regenwoud Lees de korte samenvatting van het tropisch regenwoud hieronder. Gebruik ook je lesboek!! Tropisch klimaat. In Zuid-Amerika ligt het Amazonegebied, dit is vernoemd naar de rivier de Amazone. De op één na langste rivier. het gebied bestaat uit dichte, ondoordringbare bossen (tropisch regenwoud). Dit gebied ligt dichtbij de evenaar, tussen 23,5 graden NB en 23,5 graden ZB. In de warme, vochtige omgeving is een dichte begroeiing, er ontstaan verschillende verdiepingen (etages) van bomen. Er leven vele verschillende planten en dieren in het oerwoud. De biodiversiteit is enorm! Bekijk het filmpje hieronder: https://www.youtube.com/watch?v=bgtrzdb5arw Opdracht 2: 1. Tussen welke breedtegraden liggen de tropen? 2. Waarom is het het warm op de tropen? 3. In welk werelddeel ligt het grootste tropische regenwoud? 4. Wat is biodiversiteit? 5. Maak opdracht 1 op blz 23 in je werkboek. ontbossing en duurzaamheid Sinds 1970 verdwijnt 1/5 deel van het bos door het kappen van bomen. Dat is dertig keer zo oppervlakte van Nederland. Opdracht 3. 1. Hoe wordt het kappen van bossen genoemd? 2. Wat heeft ontbossing te maken met de ongelijke bevolkingsspreiding? 3. Leg uit wat er wordt bedoeld met: "Het tropisch regenwoud wordt gebruikt voor de winning van Pagina 4
natuurlijke hulpbronnen." 4. Geef twee reden waarom het tropisch bos belangrijk is voor het Amazonegebied? 5. Leg uit wat het woord "duurzaam" betekent. 6. Geef twee duurzame oplossingen om het verminderen van het tropisch regenwoud tegen te gaan. Opdracht 4. 1. In welk werelddeel ligt het grootste tropische regenwoud? 2. In welke twee werelddelen is het meeste bos verdwenen? 3. Schrijf in 100 woorden een betoog: a. Waarom is het behoud van het regenwoud belangrijk? b. Wat zijn de bedreigingen voor het tropisch regenwoud? c. Wat kun jij ertegen doen? Neerslag Neerslag (regen, mist, hagel of sneeuw) heeft te maken met opstijgende lucht. Hoe hoger je komt, hoe kouder het is. Lucht die opstijgt, koelt dan ook af. Koude lucht kan minder water bevatten dan warme lucht. Door het opstijgen van lucht kan het dus gaan regenen, sneeuwen of hagelen. Er zijn drie soorten situaties waarbij lucht gaat stijgen: 1. als de wind vochtige lucht tegen een gebergte omhoog duwt: stuwingsneerslag (B49) 2. Door het bosten van warme en koude lucht 3. In een warm en zonnig klimaat is de verdamping hoog. Vaak is de verdamping zelfs groter dan de neerslag. de neerslag minus de verdamping noem je de nuttige neerslag. Bekijk het filmpje, op de volgende bladzijde staan vragen die je kan beantwoorden door middel van dit filmpje https://youtu.be/sklpqkhrgvg Opdrachten Neerslag Opdracht 5 1. Wat is neerslag? 2. Geef 5 vormen van neerslag. 3. Geef de definitie van stijgingsneerslag. 4. Waar (op de aarde) vindt dit plaats? 5. Wat is stuwingsregen? Pagina 5
6. Geef een voorbeeld waar dit plaats kan vinden. 7. Zoek of maak een tekening die uitlegt wat stuwingsneerslag is en waar dit voorkomt. 8. Zoek of maak een tekening die uitlegt wat stijgingsneerslag is en waar dit voorkomt. Opdracht 6. Vul de volgende woorden in: opstijgen - stijgingsregen (2x) - neerslag - stijgingsregen - loefzijde - minder - omhoog - kouder - meer - warmer - omlaag -regenschaduw - lijzijde - evenaar (2x) Let op! niet alle woorden worden gebruikt! A heeft te maken met opstijgende lucht. Wanneer lucht stijgt koelt deze af en kan het B water bevatten. door het C van lucht kan het gaan regenen.eén van deze vormen van regen is D. Doordat de wind tegen een gebergte komt moet de lucht E. Wanneer de lucht omhoog gaat wordt de lucht F dus kan het minder water bevatten. Om te stijgen gaat het dus regenen, de kant waar het regent op de berg wordt de G genoemd. Aan de andere valt er bijna geen neerslag deze kant wordt de H genoemd. Het gebied achter de berg waar wordt de I genoemd. Een andere vorm van neerslag is J. Door de warmte bij de K stijgt de warme lucht op, door het opstijgen koelt de lucht af. Lucht die afkoelt daarbij ontstaan wolken en kan het gaan regenen. De regens in het gebied rond de L worden M genoemd. Leven in Amazone kn.nu/lrgfb Hoe zit dat nu? Welke begrippen (2x) horen tot een oorzaak van het verdwijnen van het tropisch regenwoud klimaat? a. Ontbossen b. Bevolkingsdichtheid c. Bevokingsspreiding d. Etages Begrippen Wat zijn de tropen? a. Een warme luchtstreek rond de 0 graden NB en ZB b. Het gebied rondom de evenaar. c. Een warme luchtstreek tussen de 23,5 NB en de 23,5 ZB Stelling Iemand zegt het volgende: "De tropische bossen zijn de longen van de aarde." Wat wordt hiermee bedoeld? a. De aarde heeft net als de mens een stel longen. b. De bomen en planten "ademen'" zuurstof in net als de mens c. De bomen en planten produceren veel zuurstof Pagina 6
Begrippen Wat is een duurzame oplossing voor het tegengaan van ontbossing? a. Biodiversiteit b. Herbebossing. c. Etages Begrippen Welke beschrijving past het beste bij het begrip "Duurzaamheid"? a. Ervoor zorgen dat iets blijft bestaan. b. Ervoor zorgen dat iets beter wordt. c. Ervoor zorgen dat iets net zo wordt als vroeger. Pagina 7
Leven in een droog gebied Mali Mali is een van de armste landen ter wereld. Zoek informatie op over het land. Opdracht 7. a) In welk werelddeel ligt Mali? b) Wat is de hoofdstad van Mali? c) Welk klimaat heeft Mali? d) Maak de topografie op blz. 26 in je werkboek (vraag 1 paragraaf 2) Aride klimaten Mali kent een aride klimaat. Er zijn drie verschillende soorten aride klimaten. Opdracht 2. a) Wat betekent aride? b) Welke drie soorten aride klimaten zijn er? c) Zoek voor elk klimaat op hoeveel neerslag ervalt en wat de temperatuur daar is. d) Wat betekent het woord vegetatie? e) Schrijf voor elk klimaat welke vegetatie er te vinden is. Opdracht 3. De landbouw in bijvoorbeeld Mali is vaak nomadische veeteelt; bij oases of langs rivieren komt vaar irrigatie-akkerbouw voor. a) Leg uit wat nomaden zijn. b) Leg uit wat irrigatie is. c) Waarom zal men in droge gebieden vaker gebruik maken van extensieve veeteelt dan van intensieve veeteelt? d) Waarom vinden we extensieve veeteelt en irrigatie-akkerbouw veelal bij oases/rivieren? opdracht 8. a) Wat is het belangrijkste verschil tussen het landschap in een tropisch regenwoud en in een savanne? b) Geef (vraag a) hiervoor een verklaring. c) Op welke manieren past de plantengroei in de steppen zich aan de droogte aan? Opdracht 9. Waarom regent het in het tropisch regenwoud (0 graden) zoveel terwijl er tussen de 20-40 graden NB en ZB juist minder tot bijna niet regent. Leg dit uit aan de hand van een tekening. Pagina 8
droog klimaat kn.nu/2aw5x Zet de klimaten op de goede volgorde. Je begint op de evenaar en loopt naar de 40graden NB a. Woestijn b. Savanne c. Tropisch regenwoud d. Steppe In dit klimaat valt er neerslag minder dan 250 mm per jaar Het is er altijd gemiddeld boven de 18 graden. a. Savanne b. Tropisch regenwoud c. Steppe d. Woestijn Verwoestijning is een gevolg van de zandige plekken door bijvoorbeeld overbeweiding a. juist b. onjuist de etalates (verschillende verdiepingen) zijn te vinden in het Savanne klimaat. a. juist b. onjuist De klimaatzone die het dichtst bij de evenaar ligt heet de "droge klimaatzone" a. juist b. onjuist De klimaatzones lopen in mooie rechte lijnen van oost naar west Pagina 9
a. juist b. onjuist Pagina 10
De Inuit op Groenland Koude klimaten In tegenstelling tot de hele warme of juist hele natte klimaten zijn er ook zeer koude klimaten. Deze klimaten vinden we op hoge breedte. Een van de landen die te maken heeft met een echt koud klimaat is Groenland. Ongeveer 85% van het land is bedekt met sneeuw en ijs. Alleen aan de kusten wonen mensen, zij wonen vooral in dorpen. Deze mensen leven voornamelijk van de visserij, de jacht op zeehonden, walvissen, rendieren. Hoewel ze vroeger verplaatsten op kajaks en hondensleeën schieten ze je nu in auto s en sneeuwscooters voorbij. Ga op ontdekking in dit koude klimaat. Bekijk eerst het filmpje en beantwoord daarna de vragen. http://www.schooltv.nl/video/andre-op-aarde-klimaatverandering/#q=groenland Opdracht 10 a) Waar liggen de Polaire klimaatzones? b) Hoe ziet het toendra klimaat eruit (temperatuur, neerslag en vegetatie) c)welke dieren leven er ind dit gebied? d) Leg uit wat de boomgrens is. e) Wat is permafrost? Opdracht 11 a) Rond welke zee ligt het leefgebied van de Inuit? b) Beschrijf de ligging van Groenland met behulp van breedtegraden. c) Wat is de hoofdstad van Groenland. d) Beschrijf de ligging van de bewoonde gebieden op groenland. zee-ijs en landijs Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen https://www.youtube.com/watch?v=2pr9ir4rnbi Opdracht 12 a) Leg uit wat het verschil is tussen zee-ijs en landijs. b) Waardoor ontstaat landijs? c) Waar ligt zee-ijs? d) In welk deel van groenland is de zee in het kustgebied het hele jaar bevroren? Opdracht 13 Maak op blz 31 uit je werkboek opdrachten 6 en 7 Pagina 11
Hoge en lage breedte Invallende zonnestralen Doordat de aarde rond is, is het niet overal even warm op aarde. Op de Noordpool en de Zuidpool is het koud en op de evenaar warm. Hoe zit dit precies? Wat ga je doen? Je leert over de draaiing van de aarde om de zon en om zijn eigen as. Je maakt hier een uitleg over. In je uitleg laat je zien hoe deze draaiing invloed heeft op dag en nacht. Deze leertaak telt mee voor de beoordeling van de module Van Noordpool naar Zuidpool. De uitleg die je maakt, wordt beoordeeld door je docent. De aarde draait om de zon, maar ook om zijn eigen as. Je laat zien dat je de gevolgen hiervan begrijpt Hoe kan je het doen? 1. Bekijk de "Video: Dag en nacht" en de "Video: Zonnestraling". 2. Maak samen met een medeleerling een uitleg maken. Jullie uitleg moet antwoord geven op twee vragen: - Hoe ontstaat dag en nacht? - Hoe ontstaan de seizoenen? Geef daarnaast twee redenen waarom het op de evenaar warmer is dan op de Noord- en de Zuidpool. Bedenk eerst samen hoe jullie de uitleg willen vormgeven. Welke stappen komen aan bod? Beschrijf het eerst in steekwoorden en werk dit vervolgens uit tot een complete uitleg in tekst. Tip: bekijk de video's nog een keer als dat nodig is. 3. Bedenk samen een goede manier om je uitleg in beeld te brengen. Dat mag een tekening zijn of een klein filmpje. Gebruik de "Video: Zaklamp als zon" ter inspiratie. 4. Als jullie de uitleg klaar hebben, zoek dan een ander tweetal op. Laat je uitleg aan elkaar zien. Geef elkaar twee tops (iets wat je goed vond) en één tip (iets wat beter kon). 5. Verbeter zo nodig jullie uitleg. Lever deze in bij de docent Pagina 12
Samenvatting of mindmap Maak een samenvatting of een mindmap van Hoofdstuk 2 paragraaf1 t/m 3. Hoe maak je een mindmap? https://www.youtube.com/watch?v=soj4rkkslmg Hoe maak je een samenvatting? https://www.youtube.com/watch?v=vpayy-qvsui Pagina 13
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur Sylvia Bol Laatst gewijzigd 10 January 2017 om 17:30 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau HAVO 1; Leerinhoud en Weer; Verschillen tussen klimaten op aarde; Invloed van het weer op de doelen samenleving; Systeem aarde; Aardrijkskunde; Klimaat; Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 10 uur en 0 minuten Trefwoorden weer en klimaat Pagina 14