Onderzoek 2 op de 3 werkgevers maakt zich zorgen over opgepotte vakantiedagen Uitgevoerd door Multiscope in opdracht van UNICEF Nederland Vrije dagen, vakantie, verlof: het zijn woorden die je niet meteen associeert met een probleem. Toch is die associatie er wel. Er bestaat in Nederland een groot overschot aan vrije dagen, een stuwmeer. Werknemers hebben jaarlijks wettelijk recht op twintig vrije dagen, maar de meeste mensen zitten daar inclusief ADV-dagen ver boven en krijgen die bovenwettelijke dagen lang niet allemaal op. Werknemers houden gemiddeld 14,5 vakantiedagen per persoon over, blijkt uit een enquête van werkgeversvereniging AWVN. Dit stuwmeer van totaal 93 miljoen dagen vertegenwoordigt, omgerekend tegen het gemiddelde uurloon, ruim 17 miljard euro. Dat drukt flink op de balans en gaat ten koste van het bedrijfsresultaat. Voor werkgevers wordt het uitbetalen van deze dagen duurder naarmate het loon stijgt. Vooral de chemische en farmaceutische industrie, de transport- en logistiek branche en de publieke sector hebben te maken met een groot aantal niet opgenomen vrije dagen. Werkgevers geven aan met hun personeel te overleggen om tot een oplossing te komen, zo blijkt uit de AWVN-enquête. De nieuwe wettelijke vervaltermijn van zes maanden voor de 20 wettelijke vakantiedagen zou helpen, evenals afspraken in cao s om vrije dagen af te romen, maar in beperkte mate. IS ER SPRAKE VAN EEN STUWMEERPROBLEEM? JA 62% Het probleem wordt zowel door financiële (69%) als bij HR-beslissers (54%) redelijk tot sterk gevoeld. NEE 38% Uit onderzoek van Multiscope (in juli 2016 in opdracht van UNICEF Nederland uitgevoerd, zie kader) blijkt dat 62% van de bedrijven en overheidsorganisaties het stuwmeer van vrije dagen als een probleem herkent. HR en financieel verantwoordelijken voelen de problematiek van het stuwmeer aan vrije dagen in ongeveer gelijke mate. Beiden maken zich zorgen over de continuïteit van de organisatie, indien grote groepen werknemers veel verlofdagen opnemen. Zo ziet bijna twee derde van de ondervraagden het als een gevaar, indien veel medewerkers gelijktijdig hun vrije dagen overschot zouden opnemen. Niet alleen zou dan werk kunnen blijven liggen, ook opdrachten zouden geweigerd moeten worden. Onderzoek: 2 op de 3 werkgevers maakt zich zorgen over opgepotte vakantiedagen 1
HOE STERK WORDT HET STUWMEER-PROBLEEM GEVOELD? 50% 40% 30% 20% niet enigzins 10% sterk 0% Bij financieel verantwoordelijken Bij HRverantwoordelijken elders in organisatie zeer sterk Onvrede bij medewerkers wanneer opgebouwde vrije dagen vervallen, wordt als tweede risico aangeduid. Er kan sprake zijn van een afspraak bijvoorbeeld in de cao dat het meenemen van verlofuren naar een volgend kalenderjaar gemaximeerd wordt. Dit heeft als keerzijde dat personeelsleden het als onrechtvaardig ervaren wanneer hun dagen op die manier verdwijnen. WAT ZIJN IN UW ORGANISATIE DE EFFECTEN VAN HET STUWMEER? 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Druk op balans Risico lange tijd verlof medewerkers Grote impact op cash flow bij uitbetaling Onvrede medewerkers bij verval of andere maatregelen Andere effecten Daarnaast bestaat er financieel risico door het aanhouden van reserves voor de uitbetaling van al die vrije dagen. Deze druk op de balans wordt door 30% als problematisch ervaren. Het is daarom niet verrassend dat bij 84% van de werkgevers de stuwmeerproblematiek op de managementagenda staat. Bij 35%, ofwel één derde van de Nederlandse werkgevers, zelfs redelijk hoog tot zeer hoog. Onderzoek: 2 op de 3 werkgevers maakt zich zorgen over opgepotte vakantiedagen 2
Het stuwmeer wegwerken De oplossing van het stuwmeerprobleem wordt vooralsnog vooral binnen de organisatie gezocht. Een grote meerderheid van de organisaties (85%) probeert de opname of uitbetaling van vakantiedagen door hun medewerkers te stimuleren. Hierover wordt door leidinggevenden overleg gepleegd met medewerkers (46%). Vaak worden medewerkers verplicht met vakantie gestuurd (31%). Bij twee derde van de werkgevers wordt uitbetaling van overgebleven vakantiedagen aangeboden. Daar wordt slechts in 22% van de gevallen door werknemers gebruik van gemaakt. Bij 36% van de organisaties wordt voor dagen die dan nog overblijven een wettelijke vervaltermijn voor vrije dagen toegepast. Duidelijk minder bekend zijn werkgevers met oplossingsmogelijkheden die buiten hun eigen organisatie zijn gelegen. Zo past 11% van de werkgevers inzet van vrije dagen voor vrijwilligerswerk toe, en slechts 4% is bekend met de mogelijkheid vrije dagen te doneren aan een goed doel. Onderzoek naar vrije dagen Onderzoeksbureau Multiscope voerde in juli 2016 in opdracht van UNICEF Nederland onderzoek uit onder directeuren en managers die binnen hun organisatie verantwoordelijk zijn voor human resources (HR), dan wel eindbeslisser zijn op het vlak van de bedrijfsfinanciën (Finance). In totaal zijn 204 eindbeslissers ondervraagd. Onderzocht is in hoeverre zij het aantal opgebouwde vrije dagen als problematisch ervaren, wat zij als grootste risico s ervaren, welke oplossingen zij zien en of er binnen hun organisatie ook een link wordt gelegd tussen verlofuren en maatschappelijk verantwoord ondernemen. UNICEF Nederland: maatschappelijk ondernemen en vrije dagen Dat slechts 4% van de werkgevers in Nederland doneren aan goede doelen inzet als oplossing voor het gevoelde stuwmeerprobleem is volgens UNICEF Nederland een gemiste kans. Te meer daar er bij 59% van de werkgevers bij het grootbedrijf zelfs 73% sprake is van een formeel vastgelegd MVO-beleid waarin vrije dagen doneren aan het MVO-doel een substantiële rol zou kunnen spelen. Bij 69% van de werkgevers tenslotte wordt aan medewerkers de mogelijkheid geboden om de MVO-gedachte van de organisatie te ondersteunen. UNICEF Nederland is van mening dat de organisatie een unieke kans aan werkgevers kan bieden: Bedrijven en organisaties raken in het kader van hun MVO-beleid op een effectieve manier van hun vrije dagen stuwmeer af. UNICEF Nederland kan met deze donaties de kansen voor kinderen, waar ook ter wereld, vergroten. Dit is de basis voor een uitgekiende samenwerkingspropositie tussen werkgevers in Nederland en UNICEF Nederland. Een mes dat aan twee kanten snijdt: werkgevers komen van een probleem af, en UNICEF kan meer kinderen helpen. Onderzoek: 2 op de 3 werkgevers maakt zich zorgen over opgepotte vakantiedagen 3
UNICEF geef-een-dag programma UNICEF introduceert een nieuw programma: geef-een-dag. Hiermee kunnen werkgevers hun eigen werknemers de mogelijkheid bieden om de nettowaarde van één of meer (bovenwettelijke) vrije dagen uit te laten betalen aan UNICEF. Werknemers krijgen de keuze aan welk thema hun donatie van een vrije dag besteed mag worden: zorg, onderwijs of wash (schoon drinkwater). UNICEF ondersteunt bedrijven bij de administratie van dit proces. Deelnemers ontvangen informatie over wat UNICEF met de gegeven dagen kan bereiken voor kinderen wereldwijd. Het programma is inmiddels enthousiast omhelst door o.a. de gemeente Den Haag en de nationale luchthaven Schiphol, met respectievelijk 7.000 en 2.000 werknemers twee relatief grote werkgevers. Deze twee organisaties droegen UNICEF al een warm hart toe. Met het geef-een-dag programma zien zij nu kans om meer strategisch invulling te geven aan hun MVO-beleid door de werknemers er meer bij te betrekken, en tegelijkertijd een effectieve oplossing te vinden voor het vrije dagen overschot binnen de organisatie, aldus Madelon Cabooter, manager Corporate Partnerships bij het in Den Haag gevestigde UNICEF Nederland. Ondernemingen worden door deel te nemen aan het UNICEF geef-een-dag programma voorlopers in een innovatieve beweging van eigentijdse werkgevers die samen met hun werknemers en met UNICEF werken aan een wereld waarin ieder kind de kans krijgt om gezond op te groeien en zich te ontwikkelen. En kunnen tegelijkertijd de financiële reserves verminderen die voor al die niet opgenomen vrije dagen moet worden aangehouden. Madelon Cabooter vat samen: Zo snijdt het mes aan twee kanten: als werkgever helpt u uzelf én UNICEF. Of zoals één van de respondenten uit ons onderzoek aangaf: een probleem oplossen door een probleem op te lossen. Dat lijkt mij geniaal! Dit is voor Nederland volstrekt nieuw en heel lovenswaardig, stelt Theo Schuyt, hoogleraar filantropische studies aan de Vrije Universiteit. Mensen zijn maatschappelijk betrokken, en bedrijven zijn collectiviteiten van mensen. Dit innovatieve plan biedt voor bedrijven en medewerkers de mogelijkheid om in bedrijfsverband hun maatschappelijke betrokkenheid te uiten. Een fantastisch idee. Bedrijven zijn positief over het idee om werknemers een vrije dag aan UNICEF te laten geven. Volgens het onderzoek door Multiscope staat 48% van de werkgevers daar welwillend in. Met het geef-een-dag programma biedt UNICEF een win-win propositie voor medewerkers, het bedrijf en de maatschappij. Het programma versterkt motivatie, reputatie en sociale impact waardoor meedoen voor bedrijven ook vanuit strategisch perspectief interessant is. Annet Aris, Commissaris bij onder andere ASR en ASML en Adjunct Professor Strategy bij INSEAD Mooie invulling van MVO Maria van der Heijden, directeur van MVO Nederland spreekt haar steun uit aan het concept: Dit is een mooie invulling van maatschappelijk ondernemen voor bedrijven en medewerkers. Het saldo van opgespaarde vrije dagen op de balans neemt af en het geld wordt besteed aan de toekomst van kinderen met minder kansen. Onderzoek: 2 op de 3 werkgevers maakt zich zorgen over opgepotte vakantiedagen 4
Als AWVN staan wij positief tegenover initiatieven om dat stuwmeer aan vrije dagen te verminderen door werknemers de mogelijkheid te bieden een dag te doneren aan een goed doel, zoals de campagne van UNICEF, stelt Harry van de Kraats, voorzitter van de werkgeversvereniging AWVN. We vinden het namelijk van belang dat bedrijven ook oplossingen zoeken die bijdragen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, en die maatschappelijke waarde creëren. UNICEF en de vierde P Een heldere en ambitieuze MVO-strategie kan positieve invloed hebben op de werknemerstevredenheid. Medewerkers vinden het van belang dat hun organisatie meewerkt aan een betere wereld, en hen daarbij actief betrekt. Op die manier zorgen MVO-activiteiten niet alleen voor externe branding in de zin van een goede reputatie, maar geven die tegelijk ook intern een boost aan de company pride. Dit kan weer helpen om het (in sommige sectoren schaarse) talent aan te trekken en te behouden voor het bedrijf. Bovendien vormt MVO-beleid steeds vaker onderdeel van de bedrijfsstrategie en wordt dit ook direct verbonden met de merkwaarden. Tegenwoordig wordt die strategie ook wel omschreven in termen van een vierde p van purpose, naast de bekende drie p s people, planet en profit. Wat is eigenlijk het existentiële doel van een organisatie? Zo kan de purpose van een natuurbeschermingsorganisatie eruit bestaan om zoveel mogelijk mensen van de natuur te laten genieten, of van een bedrijf dat zich specialiseert in voeding om mensen zo gezond mogelijk te laten leven. Met purpose als drijvende kracht kunnen financiële factoren, zoals de return on investment, en het HR-beleid gekoppeld worden aan maatschappelijke doelstellingen. Financieel resultaat, goed werkgeverschap en MVO: ondernemen vanuit purpose zorgt ervoor dat deze drie in elkaars verlengde komen te liggen. Uit onderzoek blijkt dat werknemers het zeer op prijs stellen als hun organisatie dat doet, dat dit leidt tot een hogere medewerkersbetrokkenheid en daarmee indirect ook tot betere resultaten. Onderzoek: 2 op de 3 werkgevers maakt zich zorgen over opgepotte vakantiedagen 5