Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren



Vergelijkbare documenten
KAPSTOK REKENEN inhoud

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

TOELICHTING METRIEK STELSEL

11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten

spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep LEERHULP.NL

Rembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN

handelingswijzer rekenen

Spiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Metriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

1.Tijdsduur. maanden:

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Schaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen.

Wat is een standaardmaat?

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Leerstofoverzicht groep 3

1. Opbouw van getallenverzamelingen

spiekboek De beste basis voor het rekenen

SAMENVATTING BASIS & KADER

Gebruik van dit aanvullingskatern Maten en gewichten is alleen toegestaan aan gebruikers van NOI-uitgaven voor (bedrijfs)rekenen.

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE

Meten is weten ANTWOORDENBOEK Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm

Overstapprogramma 6-7

Kommagetallen. Twee stukjes is

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Deel 2. Zelfstandig aan de slag

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Handig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten

Optellen van twee getallen onder de 10

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

Bijlage Cijfervaardigheid

Module Rekenvaardigheid in havo als voorbereiding op pabo. AN nr

Overzicht rekenstrategieën

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 2

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:...

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Op stap naar 1 B Minimumdoelen wiskunde

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

De laatste loodjes...

Deel 1. het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 5

Handig met getallen. Antwoorden Meten

Inhoud kaartenbak groep 8

klas "Eenheden"

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

Takenoverzicht. Rekenrijk Groep 8.

2 meter. MEET HET ZELF MAAT boekje. Joost Baardman V23

Een uitgave van IVV Sint-Vincentius

Takenoverzicht. Talrijk Groep 8.

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

wat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

Toelichting bij de kaartjes van het opzoekboekje Rekenen

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm

Curriculum Leerroute 4 Rekenen, meten, tijd en geld

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 3

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125, ,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

Meting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie

x x x

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep SPECIMEN

tafels van 6,7,8 en 9 X

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Leerstofoverzicht groep 6

Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Gecijferdheid II. Reader bij cursuscode PABCIJ2 (Rotterdam) PABCIJD2 (Dordrecht)

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben.

Het weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool

spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep

Onthoudboekje rekenen

Leerlijnenmatrix De wereld in getallen 4 e editie

Leerlijnenoverzicht groep 3 t/m 8

Transcriptie:

Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week 7 dagen 1 maand 30 of 31 dagen, behalve februari * 1 jaar 365 behalve in een schrikkeljaar ** 1 jaar 52 weken en één of twee dagen 1 decennium 10 jaar 1 eeuw 100 jaar

Romeinse cijfers op de klok I 1 II 2 III 3 IV 4 V 5 VI 6 VII 7 VIII 8 IX 9 X 10 XI 11 XII 12

Romeinse cijfers: Jaartelling I 1 V 5 X 10 L 50 C 100 D 500 M 1000 MXM 1900 Lager cijfer achter een hoger cijfer: optellen (CX110) Lager cijfer voor een hoger cijfer: aftrekken (XC90)

Duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden Een getal kun je splitsen in duizendtallen (D), honderdtallen (H), tientallen (T) en eenheden (E). Neem bijvoorbeeld het getal 3526. D H T E 3 van 3000 5 van 500 2 van 20 6 van 6

Optellen van grote getallen 387 + 439 1. Bedenk bij deze sommen dat een getal bestaat uit een honderdtal (H), tiental (T) en eenheden (E). 2. Tel de H s, de T s en de E s apart bij elkaar op. 3. Daarna tel je de antwoorden die je bij 2 hebt gekregen bij elkaar. 300 + 400 700 80 + 30 1 10 7 + 9 16 Samen 826

Cijferend optellen van grote getallen 387 + 439 1. Zet getallen onder elkaar. 2. Begin rechts te rekenen. 3. Tel de eenheden bij elkaar op, dat is 7+916. 4. Schrijf de 6 op en onthoud 1. 5. Die 1 schrijf je boven de tientallen. 6. Tel de tientallen bij elkaar, dat is 11+112. 7. Schrijf 2 op en onthoud 1. 8. Die 1 schrijf je boven de honderdtallen. 9. Tel dan de honderdtallen bij elkaar, dat is 7+18. Cijferend: 1 1 387 439+ 826

Verhoudingstabel: Tabellen invullen Doos 1 2 3 6 Bonbons 5??? 1. Als er in 1 doos 5 bonbons passen, hoeveel passen er dan in 2 dozen? 2. Dat is 2x zoveel, dus 1x22 en ook 5x210 3. Hoeveel bonbons passen er in 3 dozen? 4. Je had de uitkomsten van 1 doos en 2 dozen al, die kun je dan bij elkaar optellen: 5+1015 5. Hoeveel bonbons passen er dan in 6 dozen? 6. 6 is 3x2, dus dan moet je ook 15x2 doen. Dat worden dan 30 bonbons.

Wat is een breuk? 1 3 Teller (telt hoeveel stukken) Noemer (zo noem je de breuk) 1 stukje van de 3 of één derde Je zegt één derde, dus eerst de teller dan de noemer.

Breuken: een deel van het geheel

Hoeveelste deel? 1. Hoeveelste deel is gekleurd? 2. Tel eerst alle stukjes, dat zijn er 7. 3. Tel nu de gekleurde stukjes, dat zijn er 4. 4. Dus 4 van de 7 zijn er gekleurd. 5. Vier zevende deel, 4 7 1 2 3 4 5 6 7

Teken het zoveelste deel 1. Hoelang is de strook als ¼ deel gekleurd is? 2. ¼ deel betekent een deel van 4, 1+34. 3. Je tekent dan nog 3 delen die net zolang zijn als ¼ deel. 4. Als je 1/3 deel moet inkleuren, verdeel je de strook eigenlijk in 3 delen. 5. De strook blijft net zolang als bij een ¼, de verdeling is alleen anders. 6. Zo verdeel je bij vijfden, de strook in vijf stukjes, enz.

Delen met rest 1. Hoeveel dozen kun je maximaal vullen bij 50 pakken melk als in een doos 8 pakken passen? 2. Met 50 pakken melk kun je 6 volle dozen maken, want 6x848. 3. Je houdt er dan 2 over. 4. De som die erbij hoort is: 50 : 8 6 rest 2

Oppervlakte: vierkante meters (m2) Vierkante meters kort je af met m2 Het gaat om hoe groot het vlak is. Kijk maar naar je klaslokaal. Je kijkt dan naar de lengte en de breedte. Hoeveel vierkanten van een meter passen er in het lokaal?

Delen met tientallen en honderdtallen 100:50? 1. Als er voor het deelteken een getal staat eindigend op nul en na het deelteken een getal eindigend op nul, dan mag je ze wegstrepen. 2. De deelsom wordt dan een stuk eenvoudiger: 100 : 50 10 : 5 2 350:7? 1. Staat er nu alleen een nul in het getal voor het deelteken, dan mag je deze nul tijdelijk wegdenken. 2. De deelsom wordt dan even eenvoudiger gemaakt: 35(0):7 3. 35 : 7 5, maar vergeet die nul die je even hebt weggehaald niet terug te zetten. 4. Het antwoord wordt dan 350 : 7 50

Handig optellen 323+398? 1. Kijk altijd eerst of een getal dicht in de buurt ligt van een getal dat je makkelijk kunt optellen. 2. Zo ligt 398 dicht in de buurt van 400, dat is 2 meer. 3. 323+400 723 4. maar je hebt er 2 teveel bijgeteld (400-3982) 5. je krijgt dus nog de volgende som: 723-2721

Handig aftrekken 2645-1198? 1. Kijk altijd eerst of een getal dicht in de buurt ligt van een getal dat je makkelijk kunt aftrekken. 2. Zo ligt 1198 dicht in de buurt van 1200, dat is 2 meer. 3. 2645-12001445 4. maar je hebt er 2 teveel afgetrokken (1200-11982). 5. Je krijgt dus de volgende som: 1445+21447

Aftrekken: Reken handig uit Als de som iets lastiger is, kun je de getallen het best onder elkaar zetten. Belangrijk is dat je de eenheden, tientallen, honderdtallen en duizendtallen goed onder elkaar schrijft. 4172 2415 dhte 4172 2415-2000 4000-2000 -300 100-400, dus 300 tekort 60 70-10 -3 2-5, dus 3 tekort 1757 2000 300 + 60-3

Oppervlakte uitrekenen Als je het oppervlakte van een tuin gaat uitrekenen, moet je de lengte en de breedte van de tuin weten. 1. Je gaat eigenlijk kijken hoe vaak 4 meter (4 hokjes) passen in de 3 meter (rijen). 2. Dat kun je eenvoudig uitrekenen door lengte x breedte te doen. 3. De som wordt dan 4x312 m 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 4 meter 3 meter

Kalender: aantal dagen van de maanden Het aantal dagen van de maanden kun je onthouden met dit ezelsbruggetje:

Tijd: De klok

Delen: door tientallen, honderdtallen, duizendtallen Als je bij delen in beide getallen nullen ziet staan, dan mag je bij beide getallen even nullen wegstrepen. Dat maakt de som een stuk eenvoudiger. 48 : 6 8 480 : 60 8 4800 : 600 8 48000 : 600 80 48000 : 6000 8

1. Als je geldbedragen bij elkaar optelt, zet je ze onder elkaar. 2. Let goed op dat de komma s onder elkaar staan. 1 kilo appels 1, 50 1 komkommer 1, 00 1 pak melk 1, 00 + Samen 3, 50

Meten: uit het hoofd Van de standaardmaten kun je grotere en kleinere maten afleiden. Kilometer (km) bestaat uit kilo en meter. Bijvoorbeeld kilo betekent 1.000, een kilometer is 1.000 meter. Kilo 1.000 Hecto 100 Deca 10 Deci 1/10 deel of 0,1 Centi 1/100 deel of 0,01 Milli 1/1000 deel of 0,001

Meten: lengte De standaard lengtemaat is de meter. De andere lengtematen zijn daarvan afgeleid. millimeter centimeter decimeter meter decameter hectometer kilometer mm cm dm m dam hm km 1 mm 1 cm 1 dm 1m 1 dam 1 hm 1 km 0,001 m 0,01 m 0,1 m 1m 10 m 100 m 1.000 m 1m 1m 1m 1m 1m 1m 1m 1,000 mm 100 cm 10 dm 1m 0,1 dam 0,01 hm 0,001 km Je moet weten wanneer je welke maat gebruikt. De lengte van een plank meet je in meters of centimeters, de breedte in centimeters en de dikte in millimeters. Een brug meet je in meters en zelfs kilometers. Om rechte lijnen te meten, gebruik je meestal een liniaal of een rolmaat. Voor ronde, bolle vormen of voor het meten van je lichaamsmaten kun je een meetlint gebruiken.

Meten: gewicht Bij gewicht gaat het erom hoe zwaar iets is. De standaard gewichtsmaat is de gram. De andere gewichtsmaten zijn daarvan afgeleid. milligram mg 1 mg 0,001 g 1 g 1,000 mg centigram cg 1 cg 0,01 g 1 g 100 cg decigram dg 1 dg 0,1 g 1 g 10 dg gram g 1 g 1 g 1 g 1 g decagram dag 1 dag 10 g 1 g 0,1 dag hectogram hg 1 hg 100 g 1 g 0,01 hg kilogram kg 1 kg 1.000 g 1 g 0,001 kg Om gewicht te meten gebruik je een weegschaal. Voor kleine gewichten gebruik je een keukenweegschaal of een brievenweger. Personen weeg je op een personenweegschaal en voor hele zware voorwerpen zoals een auto gebruik je een weegbrug. Er zijn drie bijzondere maten. ons pond ton 100 g 500 g 1.000 kg

Meten: inhoud Als de inhoud vloeibaar of korrelig is, gebruik je de liter als standaardmaat. Bijvoorbeeld als je wilt weten hoeveel zand in een emmer of hoeveel melk in een pak past. milliliter centiliter deciliter liter decaliter hectoliter kiloliter ml cl dl l dal hl kl Om vloeistoffen te kunnen meten, wordt vaak een maatbeker gebruikt, bijvoorbeeld in de keuken of in een laboratorium. Op grote bekers staan deciliters en centiliters aangegeven. Op kleine staan centiliters en milliliters.