Functies van de tweede graad



Vergelijkbare documenten
Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

11 ) Oefeningen. a) y = 2x 1 f) y = x 2 + 3x 4. b) y = 1 3 x2 x g) y = 1 x 2. c) y = x 3 x 2 +1 h) y = 6. d) y = x 2 4 i) y = x 2 5.

2. Kwadratische functies.

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms

3.1 Kwadratische functies[1]

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

2.1 Lineaire functies [1]

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Oef 1. Oef 2 Geef het functievoorschrift van g, h en k als a = 1

7.1 Ongelijkheden [1]

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Tweede graadsfuncties

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken Gelijksoortige termen samennemen Rekenen met machten Rekenen met wortels 4

Tweede graadsfuncties

SOM- en PRODUCTGRAFIEK van twee RECHTEN

Noordhoff Uitgevers bv

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Noorderpoortcollege school voor MBO Stadskanaal. Reader. Wiskunde MBO Niveau 4 periode 3. M. van der Pijl. Transfer Database

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

De onderstaande waarden in de tabel zet je dan netjes uit in een xy-assenstelsel: naar boven, een negatief getal schuift de parabool naar beneden.

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Basiskennistoets wiskunde

Praktische opdracht Wiskunde Vermenigvuldiging en deling van lijnen en parabolen

Wiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2011

Noordhoff Uitgevers bv

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

Voorkennis. 66 Noordhoff Uitgevers bv 11 0, en y = = ,33 = y = 4x(x 2) y = 19x(1 2x) y = 3x( x + 5) y = 4x(4x + 1)

MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Kwadratisch verband vmbo-kgt34

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

Tweedegraads functies. Introductie 89. Leerkern 89

Verbanden en functies

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: functieverloop. 22 juli dr. Brenda Casteleyn

wiskunde B pilot havo 2015-I

x 3x x 7x x 2x x 5x x 4x G&R havo B deel 1 3 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/12 TOETS VOORKENNIS

Meerkeuzevragen. Antwoord 2. Rekenregels voor machten p.334. Notatie-afspraken voor niet-gehele exponenten A e is een

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

Hoofdstuk 1 : De Tabel

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

( ) Hoofdstuk 4 Verloop van functies. 4.1 De grafiek van ( ) Spiegelen t.o.v. de x-as, y-as en de oorsprong

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Leerplandoelstelling Delta Nova 4 hoofdstukken en paragrafen. I Meetkunde. M1 B Bewijzen dat door drie niet-collineaire punten juist één cirkel gaat.

Antwoorden Wiskunde B Hoofdstuk 1 boek 2

Standaardfuncties. x c

WISKUNDETOETS FPP. Oefentoets Deze wiskundetoets bestaat uit 30 vierkeuzevragen

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Tussenhoofdstuk - oplossen tweedegraads vergelijkingen

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

KWADRATISCHE VERGELIJKINGEN, HET GULDEN ZADELVLAK, EN DE REGELMATIGE VIJFHOEK.

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2007

WISKUNDETOETS FPP. Instructies

Grafieken 1. a) de snijpunten met de x-as. b) het snijpunt met de y-as. c) de coördinaten van de top.

Studie van functies en de analytische meetkunde in het vierde jaar van het ASO-TSO-KSO

Antwoordmodel - Kwadraten en wortels

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Antwoordmodel oefentoets - Formules en grafieken

2.1 Lineaire formules [1]

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

REËLE FUNCTIES BESPREKEN

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

Rekenvaardigheden voor klas 3 en 4 VWO

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei uur

Uitgewerkte oefeningen

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Toegepaste Wiskunde deel 1

1 Overzicht voorkennis algebraïsch rekenen

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

Oplossing zoeken kwadratisch verband vmbo-kgt34

Antwoorden Veranderingen van functies vwo5a

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

FORMULARIUM. Inhoudsopgave. 1 Algebra 2. 2 Lineaire algebra 4. 3 Vlakke meetkunde 5. 4 Goniometrie 7. 5 Ruimtemeetkunde 10

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Is er afstemming tussen economie en wiskunde?

wiskunde B pilot havo 2015-I

buigpunt (0,0) randpunt (0,0) domein [0, > asymptoot y=0 snijpunt y-as (0,1) bereik <0, >

ICT Practicumboek (4e JAAR secundair onderwijs)

Functieonderzoek. f(x) = x2 4 x Igor Voulis. 9 december De functie en haar definitiegebied 2. 2 Het tekenverloop van de functie 2

Wiskunde. voor. economie. drs. H.J.Ots. Hellevoetsluis

5.1 Lineaire formules [1]

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2008

Hoofdstuk 2 - Algebra of rekenmachine

Hogeschool Rotterdam. Voorbeeldexamen Wiskunde A

7.0 Voorkennis. tangens 1 3. Willem-Jan van der Zanden

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Transformaties Grafieken verschuiven en vervormen

Transcriptie:

Functies van de tweede graad Waarschijnlijk heb je wel al eens gehoord van functies van de eerste graad. Deze functies hebben het functievoorschrift y = ax + b en zien er als het volgt uit: Zoals je ziet stellen deze functies gewoonweg rechten voor. Maar zoals je natuurlijk al wel vermoedde zal een functie van de tweede graad er anders uitzien, het voorschrift van zo n functie ziet er als volgt uit: y = x 2 Dit is de simpelste vorm van een functievoorschrift van de tweede graad.op het einde van dit documentje ga je weten hoe je een functievoorschrift dat er zo uitziet moet begrijpen: y = ax 2 + bx + c Maar laten we eerst beginnen met het gemakkelijkste. Ik teken even het voorschrift dat ik hierboven heb geschreven (y = x 2 )

Zoals je ziet heeft deze functie een soort van kegelvorm, dit soort figuur noemen we een parabool, meer bepaald deze figuur noemt men een dalparabool. Als we nu van dat voorschrift het volgende maken: y = -x 2

Zoals je ziet krijgen we een omgekeerde dalparabool dit soort parabool noemen we een bergparabool. Maar waarom is dat nu een bergparabool? De reden brengt ons naar het volgende: y = ax 2 Die - die ik voor de x 2 had geplaatst stelde eigenlijk de a voor die gelijk was aan -1 en bij het andere voorschrift was de a gelijk aan 1. Hierdoor kunnen we stellen dat als de grafiek een dalparabool is wanneer a > 0 en een bergparabool is wanneer a < 0 Maar die a vertelt ons nog andere dingen over de parabool, ik toon het aan met de volgende twee functies: y = 2x 2!!!!!! y = ½!x 2 Zoals je ziet is de grafiek waarbij a groter is smaller dan de grafiek waarbij a het kleinst is. Pas wel op het gaat hier over de absolute waarde van a. We kunnen hierdoor het volgende zeggen: Naarmate de absolute waarde van a groter is, wordt de grafiek smaller Bij dit soort voorschrift is de top ook altijd T (0,0). Het maximum bij een bergparabool is 0 en het minimum bij een dalparabool is 0, bij beide grafieken wordt dit bereikt in x = 0

Nu we de gemakkelijkste grafieken gevonden hebben, kunnen we overgaan naar de iets moeilijkere dingen. We gaan nu het functievoorschrift y = ax 2 + ß Zoals je ziet is de grafiek naar boven opschoven, dit is nu precies wat die beta daar staat te doen, beta zorgt ervoor dat het minimum bij een dalparabool en het maximum bij een bergparabool gaat stijgen of dalen. In dit geval was het volledige voorschrift: y = ½!x 2 + 3 Dit wil zeggen dat de grafiek met 3 naar boven is geschoven hierdoor wordt de top ook T(0,ß) Nu wie die beta gezien hebben gaan we die even weglaten en gaan we over naar y = a (x - α) 2

Zoals je misschien al kan raden gaat die alpha de grafiek juist opschuiven naar links of naar rechts. Ik zal weer aantonen hoe het juist in elkaar zit met een tekening: Zoals je ziet is de grafiek met voorschrift y = ½(x-3)^2 naar rechts geschoven met 3. Dit komt omdat de alpha positief is α = 3, pas hier wel op met het minteken dat in de formule staat hier is dus α niet negatief. Hier is dan ook de top gelijk aan T(α,0). Oké nu we dat hebben gehad kunnen we eindelijk overgaan tot de combinatie van alpha en beta, je kunt het al raden de top zal waarschijnlijk T(α,β) zijn.

y = a(x-α) + β Deze grafiek heeft de volgende functie: y = ½ (x - 3) 2 + 2 Je raad het misschien al maar deze functie zal de volgende eigenschappen hebben: - top T(α, β) - bereik = [β, + [ - domein = R - dalparabool (a > 0) Oké, nu wat dat eindelijk achter de rug hebben kunnen we de echte functies van de tweede graad helemaal ontcijferen.

y = ax 2 + bx + c Om dit functievoorschrift helemaal te kunnen ontcijferen moeten we het functievoorschrift omvormen tot de vorm die ik hierboven heb onthult. Dit doen we aan de hand van een klein bewijs dat ik hier niet helemaal uit de doeken ga doen, maar je komt uiteindelijk op de volgende uitkomst: a x b 2a 2 + D 4a Je herkent hier waarschijnlijk wel de volgende formule in a(x - α) + β, en dat is eigenlijk ook de bedoeling want als je het dan goed bekijkt dan krijg je de volgende dingen voor alpha en beta. = b 2a = D 4a Mocht je het nog niet doorhebben die D staat voor discriminant dat gelijk is aan b 2-4ac Op deze manier kun je dus alles gaan uitrekenen en vertellen over de grafiek. Je kunt zeggen wat de top is, wat het minimum is en het maximum, wat het bereik is, wat het domein is, of het het berg of dalparabool is... Je moet gewoon heel goed de bovenstaande formules goed onthouden en hetgeen dat ik op de vorige pagina s beschreven heb goed in je achterhoofd houden. Zo simpel is het!