Complexe wondzorg. ~ Beroepsopdracht 21 ~

Vergelijkbare documenten
Wondzorg. ~ Beroepsopdracht 10 ~ Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit

Zorgen voor het slaap en waakritme

Kwaliteitszorg en eigen deskundigheids bevordering ~Beroepsopdracht 27 ~

Ondersteunen en begeleiden bij mobiliteit ~Beroepsopdracht 5~

Zorgdragen voor de lichamelijke verzorging

Zorg en begeleiding geven aan ouderen

Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken ~ Beroepsopdracht 17 ~

Levenseindebegeleiding

Het verpleegkundig proces

Werken binnen de organisatie ~Beroepsopdracht 25 ~

Inleiding en leerdoelen

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

Vitale functies bewaken

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

De klinische zorgvrager

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 6 Persoonlijke ontwikkeling Feedback

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Samenwerken

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

Regionaal wondzorg formulier

Training. Wondverzorging en zwachtelen

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

EE 5 Professioneel handelen

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2

Preventie toepassen ~Beroepsopdracht 9~

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Klinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt.

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Zorgplan van een chronische zieke, een lichamelijk gehandicapte of revaliderende zorgvrager bespreken en vervolgens bijstellen

Verzorging van een wonddrain

Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

De beroepsopdracht orale medicatietoediening. Voor studenten verpleegkunde: topklinische, BOL, HBO-V, AMV.

Beroepsopdracht 14. Zorg en begeleiding geven aan een zorgvrager met een verstandelijke beperking

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

OPLEIDING tot Verzorgende-IG. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak D Startbekaam

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

Portfolio opleiding Zorghulp

Dagprogramma opstellen voor een geriatrische zorgvrager

Assisteren bij medische ingrepen

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken. Beroepstaak E. Niveau Gevorderd 2

Observaties uitvoeren

Je oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand van het handelingsformulier Voorlichting geven.

Wondzorg & positie in de regio. Pieter Boele van Hensbroek traumachirurg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Het voeren van een evaluatiegesprek

Decubitus en smetten verzorgen

Stageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde

Het verzorgen van rode en gele wonden bij een zorgvrager

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Zorg & Welzijn Opleiding Verzorgende IG Periode 3-1 integrale opdracht

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

Beroepsopdracht 3: Voeding en Hygiëne / Zorghulp / september

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

In de praktijk wat kan, op school wat moet

Een zorgvrager begeleiden bij het uit- en aankleden

Instituut voor Gezondheidszorg

2 Stappen en fasen bw.indd :35

Gezondheidsproblemen bespreekbaar maken

2017 exameneenheid 4 kwaliteitszorg

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Beroepsopdracht/ leermenu 5. Verpleegtechnische handelingen deel 2

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Observeren en interpreteren

De polsslag van een zorgvrager opnemen

Beoordelingsformulier tweedelijns toezicht

Naam student: Naam loopbaanbegeleider:

ADL-vaardigheidstraining geven

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT

Een zorgvrager ontspanningstechnieken aanleren bij pijn

Handleiding VTV BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Verzorgende-IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 5 oefenopdracht C

kempelscan P2-fase Studentversie

Handleiding examinering student eind stage

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Zorg en begeleiding geven aan chronisch zieken

H Wondzorgboek

PROJECTHANDLEIDING. Deel 3 Bedrijf onder de loep Het verbeterplan BBL-PW4

Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit. Medicatie. ~ Beroepsopdracht 18 ~

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

Kinderen begeleiden in een kraamgezin

Wondtoilet toepassen op zwarte wonden

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (3) Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Proeve van Bekwaamheid. Onderzoeken en presenteren. Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

Transcriptie:

Werkproces 1.3 en 2.2 Voert verpleegtechnische handelingen uit Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Complexe wondzorg ~ Beroepsopdracht 21 ~ BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 1 van 25

Inleiding en leerdoelen Complexe wondzorg Diabetes Mellitus, vaatproblematiek en oncologische ziekten. Drie voorbeelden van ziektebeelden die verregaande gevolgen kunnen hebben in het kader van wondzorg. Zorgvragers, met wonden ontstaan door bovenstaande ziekten, zijn niet gebaad bij de standaard wondzorg. Deze wonden zijn van dien aard dat zij onder andere moeilijk te genezen zijn en dat specifieke wondzorg vereist is. Naast deze ziekten zijn er andere oorzaken voor het ontstaan van ernstige verwondingen die specifieke wondzorg vereisen. Denk bijvoorbeeld maar eens aan brandwonden, postoperatieve wonden of traumatische wonden. In deze opdracht ga jij je verdiepen in de complexe wond en de verschillende methoden van wondbehandeling die hier op toegepast kunnen worden. In onderstaand kader vind je de doelen die je tijdens de uitvoering van deze opdracht moet behalen. Complexe wondzorg De student: Legt uit wanneer van complexe wondzorg wordt gesproken Benoemt verschillende behandelmethoden en de werking hiervan bij complexe wonden Voert tenminste 1 behandelmethode bij complexe wondzorg uit Toont kennis van de wondzorg materialen tijdens de wondzorg Werkt aseptisch tijdens de wondzorg Past een van de diverse protocollen t.a.v. complexe wondzorg toe Beheerst observatietechnieken Kan de observaties verwerken in het verpleegkundig dossier Houdt de beroepskennis ten aanzien van complexe wondzorg actueel, door bijvoorbeeld bij- en nascholing, themabijeenkomsten, klinische lessen, lezen van vakliteratuur of bespreken van actuele onderwerpen Vergelijkt resultaten van onderzoek en het protocol van de RdGG ten aanzien van de behandeling van tenminste 1 soort complexe wondzorg Past nieuw verworven beroepskennis en beroepsvaardigheden ten aanzien van complexe wondzorg toe Analyseert, oordeelt en geeft advies om een werkwijze t.a.v. wondzorg aan te passen Competenties H overtuigen en beïnvloeden K vakdeskundigheid toepassen L materialen en middelen inzetten T instructies en procedures opvolgen BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 2 van 25

Opdracht met een beschrijving van de context waarin de opdracht plaatsvindt In de vorige opdracht wondzorg heb je al geleerd hoe je de rode en gele wond kan verzorgen. Tevens heb je geleerd hoe de wondgenezing plaatsvindt. Sommige wonden hebben echter een afwijkende wondgenezing. Dit kan worden veroorzaakt door bepaalde ziekten die het genezingsproces beïnvloeden. Soms zijn de wonden van een dergelijke omvang dat extra verpleegkundige aandacht vereist is. In deze opdracht ga jij je verdiepen in het afwijkende genezingsproces en de wondbehandeling die hierbij nodig is. Specifiek zal tijdens deze opdracht aandacht gegeven worden aan: de diabetische voet, de ulcus cruris, brandwonden, oncologische wonden, skin tears, postoperatieve wonden en traumatische wonden. Vanwege de frequentie waarin dergelijke wonden op de verpleegafdelingen voorkomen, zal de ene wond een specifieker aandeel krijgen in deze opdracht ten opzichte van de andere. Complexiteit De student voert de wondbehandeling uit bij zorgvragers van een wisselende complexiteit. De student bespreekt met de werkbegeleider of de complexiteit van de zorgsituatie geschikt is voor het uitvoeren van de handeling. Verantwoordelijkheid De student geeft uitvoering aan deze opdracht onder verantwoordelijkheid van de werkbegeleider. Transfer De student voert de wondbehandeling uit bij zorgvragers met verschillende culturele en/ of sociale achtergronden en met verschillende opname-indicaties. De opdracht: 1. Geef een presentatie aan de verpleegkundigen van de afdeling. Deze presentatie dient te gaan over een door jou gekozen soort complexe wondzorg. Er dient in de presentatie in ieder geval aandacht te zijn voor het huidige wondzorgprotocol (van de RdGG) en in hoeverre deze overeenkomt met de huidige (landelijke) inzichten in wondzorg. De presentatie wordt beoordeeld door de coach aan de hand van de presentatietechnieken uit de studiewijzer (zie bijlage 6). De ingevulde presentatiecriteria worden toegevoegd aan het portfolio. 2. Kies een zorgvrager bij wie je complexe wondzorg kunt uitvoeren. Bespreek met je werkbegeleider: a. waarom je deze zorgvrager kiest voor de opdracht b. waarom de wond van deze zorgvrager onder het kopje complexe wondzorg valt c. hoe je de wond wilt gaan verzorgen en waarom op deze manier (materialen en steriliteit) Voer de wondzorg uit, rapporteer je bevindingen in het verpleegkundig dossier en evalueer de gegeven zorg met de werkbegeleider. De werkbegeleider beoordeelt de uitvoering van de wondzorg op basis van het protocol van de RdGG. Tevens wordt de gedragscriterialijst beroepshouding tijdens het uitvoeren van complexe wondzorg door de werkbegeleider ingevuld. Alle onderdelen dienen met een voldoende te worden afgetekend om de opdracht te kunnen afronden. BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 3 van 25

Te behalen resultaat Theorie/ Resultaat Beoordelaar Behaald Praktijk T Puzzel Skin tears bijlage 2 Docent T T Antwoorden bijlage 3 Ulcus cruris Ingevuld schema bijlage 5 Resultaten onderzoek Docent Docent P P Ingevulde presentatiecriteria - Uitgevoerde wondzorg volgens protocol RdGG - Ingevulde gedragscriteria beroepshouding tijdens het uitvoeren van complexe wondzorg Coach Werkbegeleider BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 4 van 25

Orientatie met daaruit volgend een PAP (60 min.) Bij elke beroepsopdracht wordt van jou verwacht dat je zelf een plan schrijft hoe je de opdracht in de praktijk wil gaan behalen. In de beroepsopdracht wordt aangegeven wat van jou wordt verwacht om de opdracht af te ronden (de praktijkopdrachten). Ook bieden we opdrachten in de theorie aan die je helpen om de kennis en vaardigheden op te doen om de praktijkopdracht te gaan uitvoeren (ondersteunende opdrachten). Het is nu aan jou om te bepalen hoe je aan de praktijkopdrachten gaat werken zodat je deze kan behalen. Dit doe je door een zogenoemd POP en PAP te schrijven. Dit staat voor Persoonlijk Ontwikkelings Plan en een Persoonlijk Activiteiten Plan. In het onderstaand schema staat aangegeven welke stappen je moet doorlopen om een volledig, concreet en bruikbaar POP en PAP te schrijven. Elk POP en PAP is weer anders. Iedereen heeft immers andere kennis en ervaring opgedaan in het leven, dus het leerproces is bij iedereen anders. Het leren opstellen van een POP en PAP maakt onderdeel uit van het leren plannen van het leerproces en het gestructureerd vormgeven van het leerproces. Ook dit zijn vaardigheden die jij je tijdens de opleiding eigen gaat maken! Bij elke beroepsopdracht dien je de opgestelde POP en PAP bij de coach in te leveren. Pas wanneer het POP en PAP door de coach is goedgekeurd, mag je in de praktijk aan de opdracht gaan werken. 1. Oriëntatie Beschrijf wat nu je praktische ervaring is met het onderwerp van de beroepsopdracht. Beschrijf wat nu je kennis is aangaande het onderwerp van de beroepsopdracht 2. Te behalen resultaat Welk resultaat wil je bereiken met deze beroepsopdracht Uit welk specifiek gedrag blijkt je bekwaamheid bij de uitvoering van je werk op deze afdeling (competenties, SWOT) Welke producten kan je laten zien (zie beroepsopdracht) 3. POP: Waarin wil je jezelf nog ontwikkelen om deze beroepsopdracht te behalen (leervragen) Welke kennis Welke praktijkvaardigheden Welke persoonlijke leerdoelen 4. PAP: Stel acties op bij de leervragen die je in je POP hebt geformuleerd B.v. Ik ga.. B.v. Ik wil.. B.v. Ik doe. B.v. Ik maak.. Gebruik werkwoorden die een actie weergeven 5. Wat heb ik hiervoor nodig: B.v. -begeleiding van de werkbegeleider, mijn SLB-er, mentor. B.v -tijd B.v. -stukjes B.v. -internet/ boeken/films 6. Kortom: Je werkbegeleider moet direct kunnen zien uit je PAP en POP: WAT je al WEET over dit onderwerp WAT je WILT WETEN over dit onderwerp WAT je gaat DOEN aangaande dit onderwerp WAT je hiervoor nodig hebt tijd, stukjes, begeleiding, internet, boeken BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 5 van 25

Gedragscriteria Gedragscriteria beroepshouding tijdens het uitvoeren van complexe wondzorg Voorbereiding Bespreek met de werkbegeleider waarom de wond van deze zorgvrager een complexe wond is Draagt zorg voor de privacy van de zorgvrager Zorgt voor een comfortabele houding van de zorgvrager Draagt zorg voor eventuele pijnstilling voor de zorgvrager Geeft uitleg over de handeling en maakt afspraken over de uitvoering van de handeling Vraagt toestemming voor de handeling Uitvoering Observeert de wond, legt uit hoe de wond verzorgd gaat worden en waarom op deze manier Maakt gebruik van het protocol van de RdGG en verantwoord waarom eventueel van het protocol wordt afgeweken Gebruikt voor de wondzorg de juiste materialen Werkt aseptisch Geeft volgens afspraak uitleg tijdens de handeling Heeft aandacht voor verbale en non-verbale reacties van de zorgvrager Houdt rekening met de beleving van de zorgvrager Toont begrip Luistert aandachtig naar de zorgvrager Houdt zich aan de gemaakte afspraken Rapporteert observaties en bevindingen in het verpleegkundig dossier Evalueert de handeling met de zorgvrager Laat de zorgvrager verzorgd en comfortabel achter Terugkijken Je bespreekt met je begeleider de uitvoering van deze opdracht. Je hebt hierbij extra aandacht voor: je gehanteerde gesprektechnieken. Zichtbaar Niet zichtbaar Paraaf begeleider BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 6 van 25

Ondersteunende opdrachten/ lesactiviteiten A. (30 min.) In beroepsopdracht 10 heb jij je al eerder verdiept in wonden en het toepassen van wondzorg. Lees als voorbereiding op deze beroepsopdracht de reader van beroepsopdracht 10 nog eens door. B. (120 min.) Lees de volgende documenten door om de puzzel van bijlage 2 te kunnen maken: Beleid wondzorg skin tears Reinier de Graaf Groep, te vinden op idocument.(klik op een afdeling en vul in gele blok ziekenhuisbreed zoeken skin tears in; resultaat is protocol skin tear, zonder of met gedeeltelijk weefselverlies ). Artikel Nursing 2010, Skin Tears, bijlage 1 Maak de puzzel van bijlage 2. Neem het verkregen antwoord mee naar les C.. C. (2 lesuur) Volg de les van de verpleegkunde docent met als onderwerp skin tears. D. (45 min.) Ga naar de site http://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzendingen, klik op de letter B en zoek de video brandwondenportret en de video brandwondencentrum op en bijk de video s (de video s staan op alfabetische volgorde). Beantwoord de volgende vragen en neem de antwoorden mee naar les D. 1. Noem de top 3 van redenen hoe mensen brandwonden krijgen 2. Bij welke oorzaak van brandwonden is de schade vaak zo groot dat de plastische chirurg beperkte mogelijkheden heeft? 3. Wat is het verschil tussen 1e, 2e en 3e graads brandwonden? 4. Welke disciplines zijn er betrokken bij de zorg voor een zorgvrager met brandwonden en wat is hun rol hierbij? 5. Hoe verwijdert men bij de verbandwissel het verband bij een zorgvrager met brandwonden? 6. Hoe lang (hoeveel dagen) blijft een donorhuid ongeveer zitten? 7. Hoe lang duurt het voordat een wond met een skin graft (eigen huid) dicht is? 8. Hoe heeft men bij Marjorie de huid verkregen die op haar gezicht is geplaatst? 9. Onderstaande vragen kunnen worden beantwoord met behulp van de brandwondenprotocollen van de RdGG op idocument. Maak weer gebruik van het ziekenhuisbreed zoeken op brandwonden. 10. In de video s wordt niet gesproken van 4e graads brandwonden, terwijl deze wel degelijk bestaan. Zoek op wanneer gesproken wordt van 4e graads brandwonden. 11. In de video wordt niet gesproken over eerste hulp bij brandwonden. Welke interventies neemt de verpleegkundige op de SEH bij de verschillende graden van brandwonden? E. (2 lesuren) Volg de masterclass met als onderwerp brandwonden. Tijdens de les worden tevens de vragen van opdracht D behandeld. F. (2 lesuur) Volg de les van de verpleegkunde docent met als onderwerp de diabetische voet. BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 7 van 25

G. (2 lesuren) Volg de masterclass van de oncologieverpleegkundige. Tijdens deze les zal de oncologische wond centraal staan. H. (2 lesuren) Volg de masterclass van de wondverpleegkundige. Tijdens deze les zal de postoperatieve wond/traumatische wond centraal staan waarbij er specifieke aandacht geschonken zal worden aan de vac-therapie. I. (1 lesuren) Volg de les van de verpleegkunde docent. Met als onderwerp madentherapie. J. (60 min.) Zoek op internet informatie over het ulcus cruris en beantwoordt de vragen in bijlage 3. Neem de antwoorden mee naar les L. K. (90 min.) Lees het artikel in bijlage 4. Het artikel is afkomstig uit het tijdschrift WCS (Woundcare Consultant Society, jaargang 25 nr.2). Het artikel betreft een literatuurstudie dat is geschreven naar aanleiding van de onderzoeksvraag kan fysiologisch zout veilig vervangen worden door kraanwater als spoelvloeistof voor het spoelen van een wond bij een patiënt? Vul het schema van bijlage 5 in. Neem je bevindingen mee naar les L. L. (2 lesuren) Volg de les van de verpleegkunde docent over de ulcus cruris. In deze les zullen de opdrachten J en K worden nabesproken. M. (3 lesuren) Volg de les van de verpleegkunde docent. Met als thema psychosociale zorg bij complexe wondbehandeling. BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 8 van 25

Bijlage 1 BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 9 van 25

BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 10 van 25

BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 11 van 25

Bijlage 2 Puzzel skin tears Horizontaal Wanneer er bij de skin-tears nog een mogelijkheid is om de wondranden tegen elkaar aan te leggen noemen we dit skin-tears zonder (5). (neem de 3 de letter op 4) De leeftijdsgroep (8) zijn door veranderingen die optreden in de huid voornamelijk een risicogroep voor skin-tears. Voor een goede wondgenezing is het belangrijk dat de wond wordt beschermd tegen bacteriën van buitenaf. Ook is het belangrijk (9) te voorkomen. (neem de laatste letter op 8) Medicijnen die vallen onder de (10) vergroten de kans op skin-tears doordat zij de wondheling remmen. (neem de laatste letter op 3) De risicogroep voor skin-tears heeft over het algemeen een droge, dunne, doorschijnende, kwetsbare, gerimpelde huid waarvan de (11) sterk is gereduceerd. (neem de 5 de letter op 6) Verticaal Verschillende ziektebeelden beïnvloeden de heling van een wond negatief, zoals diabetes en cardiopulmonaire aandoeningen en maligniteiten. Dit komt omdat de circulatie en de (1) van de weefsels hierdoor in het gedrang komen. (neem de 5 de letter op 9) De wond wordt verbonden met een zacht siliconen verband, ook wel (2) genoemd. (neem de 3 de letter op 1) In het verbinden van de wond mag het wondmateriaal niet (3) zijn. Het verband wordt na (4) dagen verwijderd. (neem de laatste letter op 7) De wond wordt ruim gespoeld met (6). (neem de 2 de letter op 2) Skin tears zijn voor 80% gelegen op de (7) van het menselijk lichaam. (neem de 3 de op 10 en de laatste letter op 5) Vul de betreffende letters uit bovenstaande antwoorden in onderstaande schema in en lees het bericht! De aandachtspunten in de verpleegkundige zorg bij zorgvragers met skin tears zijn: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 12 van 25

BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 13 van 25

Bijlage 3 Ulcus cruris Beantwoordt onderstaande vragen: Geef bij vraag 1 t/m 3 het enige onjuiste antwoord. 1. Wat is geen mogelijke oorzaak voor het ontstaan van een ulcus cruris a) Neurologische afwijkingen b) Maligniteit c) Recent trauma 2. Wat is geen kenmerk van een ulcus cruris venosum a) Er zijn tekenen van chronische veneuze insufficiëntie in de omgeving van het ulcus b) Het ulcus ontstaat minstens 2 weken of er wordt niet verwacht dat deze binnen 2 weken zal genezen c) Het ulcus bevat een groenachtige substantie. 3. Welk onderzoeken wordt niet gebruikt ter diagnose van een ulcus cruris? a) Een doppleronderzoek b) Een MRI-scan c) Een lichtreflectie reografie Geef bij vraag 4 t/m 9 het enige juiste antwoord. 4. Wat is de juiste letterlijke beschrijving van een ulcus cruris? a) Infectie aan het onderbeen b) Zweer aan het onderbeen c) Wond aan de onderste extremiteiten 5. Wat is het juiste antwoord wanneer het gaat om het belang van mobiliseren bij zwachtelen bij een ulcus cruris? a) Door het lopen neemt de temperatuur in het bloed toe en zo ook de bloeddoorstroming b) Door het lopen worden de kuitspieren aangespannen en de bloeddoorstroming neemt toe c) Door het lopen wordt bloed vanuit de slagaderen toegevoerd met hierin leukocyten die de wondinfectie laat afnemen 6. Wat is er, gezien de locatie van de wond, wel te zien bij figuur 1? a) Een ulcus cruris op basis van veneuze insufficiëntie b) Een ulcus cruris op basis van arteriële insufficiëntie c) Een decubitus wond BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 14 van 25

7. Wat is er, gezien de locatie van de wond, wel te zien bij figuur 2? a) Een ulcus cruris op basis van veneuze insufficiëntie b) Een ulcus cruris op basis van arteriële insufficiëntie c) Een decubitus wond 8. Wat is er, gezien de locatie van de wond, wel te zien bij figuur 3? a) Een ulcus cruris op basis van veneuze insufficiëntie b) Een ulcus cruris op basis van arteriële insufficiëntie c) Een decubitus wond Fig 1 Fig 2 Fig 3 BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 15 van 25

Bijlage 4 Artikel: Literatuurstudie: kan fysiologisch zout veilig vervangen worden door kraanwater als spoelvloeistof voor het spoelen van een wond bij een patiënt? BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 16 van 25

BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 17 van 25

BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 18 van 25

BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 19 van 25

Bijlage 5 Resultaten onderzoek Deelvraag Is de kans op wondinfectie groter als de wond met water gespoeld wordt in vergelijking met NaCL 0.9%? Als water het beste blijkt te zijn, is de temperatuur van dat water dan van invloed? Verkregen antwoorden Is steriliteit belangrijk bij het gebruikt van NaCL0.9%? Is wondspoeling wel echt noodzakelijk? Welke reinigingsmethoden geeft de hoogste patiënttevredenheid? BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 20 van 25

Centrale conclusie onderzoek Welke vragen staan wat betreft de onderzoekers nog open? In hoeverre zijn de punten in de conclusie in overeenstemming met de protocollen van de RdGG BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 21 van 25

Bijlage 6 Presentatiecriteria Naam: Groep: Onderwerp presentatie: Beoordelaar: Paraaf: Voorbereiding Inhoud Spreken Ondersteunende middelen (wanneer van toepassing) Criteria Materialen aanwezig Structuur aanwezig: inleiding, kern, afsluiting Voldoende diepgang in de presentatie Onderlinge samenhang verschillende onderdelen Onderscheid van hoofd- en bijzaken Er wordt gebruik gemaakt van voorbeelden Voldoende ruimte en gelegenheid gegeven voor vragen Vragen konden naar tevredenheid van de vragenstellers worden beantwoord Gehouden aan afgesproken tijd Duidelijk gesproken Rustig gesproken Stemvolume Middelen hadden ondersteunend en toegevoegd effect Gebruikte middelen zijn duidelijk en goed leesbaar Middelen zijn juist gehanteerd Goed/ voldoende/ onvoldoende BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 22 van 25

Evaluatie Beroepsopdracht: Groep: Onderstaande vragen/ opmerkingen gaan over de ondersteunende opdrachten en lessen 5. Hoe heb je de studiebelasting ervaren? 1. Bij de lessen en opdrachten begrijp ik wat er van me wordt verwacht: volledig mee oneens volledig mee eens weinig goed te doen te veel 6. De opdrachten in de bijlagen (bijv. kennistest of vragen maken) zijn zinvol: volledig mee oneens 2. De lessen en opdrachten geven me verdieping in het onderwerp: volledig mee oneens volledig mee eens volledig mee eens 7. In de verpleegkunde-lessen heb ik kennis opgedaan die ik goed in de praktijk kan gebruiken: 3. De voorbereidende opdrachten (bijv. als voorbereiding op een les) zijn zinvol: volledig mee oneens volledig mee eens 8. Bij de skills-lessen is er voldoende tijd om de vaardigheden te oefenen: 4. De studiebelastingsuren van de opdracht komen overeen met de werkelijkheid: volledig mee oneens volledig mee eens Wanneer je ergens volledig mee oneens óf mee oneens hebt aangekruist, geef dan aan welk opdrachtnummer het betreft en wat er volgens jou veranderd kan worden: 9. Bij de TSV-lessen is er voldoende tijd om de vaardigheden te oefenen: 10. In de masterclasses heb ik kennis opgedaan die ik goed in de praktijk kan gebruiken: BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 23 van 25

11. Deze opdracht vond ik het meest leerzaam omdat 12. Deze opdracht vond ik het minst leerzaam omdat 13. Deze les vond ik het meest leerzaam omdat 14. Deze les vond ik het minst leerzaam omdat Onderstaande vragen gaan over de opdracht(en) die je in de praktijk moest doen 15. Bij de opdracht(en) in de praktijk begrijp ik wat er van me gevraagd wordt: volledig mee oneens volledig mee eens 17. De opdracht(en) is/ zijn op de afdeling goed te behalen: volledig mee oneens volledig mee eens 16. De opdracht(en) in de praktijk sluiten aan bij de situatie op de afdeling: volledig mee oneens volledig mee eens 18. De studiebelastingsuren van de praktijkopdracht(en) komen overeen met de werkelijkheid: volledig mee oneens volledig mee eens Omcirkel een cijfer wat je geeft voor de hele beroepsopdracht: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 24 van 25

Welke opmerkingen heb je nog: Wat moet er hierbij volgens jou gebeuren: Hartelijk dank voor het invullen en lever dit formulier in bij je mentor op school. BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Pagina 25 van 25