OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

Transcriptie

1 OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van groepsactiviteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau Startbekwaam 1

2 2

3 Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau Uitvoeren van groepsactiviteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Je gaat als helpende minimaal 2 x assisteren bij verschillende groepsactiviteiten. Afhankelijk van waar je werkt of stage loopt kies je voor somatische of psychogeriatrische zorgvragers. Als het uitvoeren van deze opdracht voor het werkveld van de thuiszorg niet mogelijk is om intramuraal te doen, vraag dan de docent om een simulatie op school. Voordat je begint, overleg je jouw taken en bespreek je de planning. De activiteiten moeten aansluiten bij de wensen en behoeften van de zorgvragers. Je let op de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvragers. Tijdens de activiteit zorg je voor een ontspannen sfeer. Je past de vaardigheden toe die je hebt geleerd tijdens de workshops op school. Zoals samenwerken, overleggen en afspraken maken, omgaan met conflicten, omgaan met ongewenst gedrag of (ongewenste) intimiteiten, hanteren van het beroepsgeheim en het omgaan met ethische vragen. Bij het uitvoeren van de beroepsopdracht hoort soms ook het begeleiden of vervoeren van de zorgvrager. Je zorgt er dan wel voor dat je veilig werkt, onveilige situaties herkent en hulp haalt als het nodig is. Je maakt in overleg een keuze uit de volgende activiteiten: een sportieve activiteit een recreatieve activiteit een creatieve activiteit Na afloop van de activiteiten overleg je met de zorgvrager(s) hoe zij de activiteit hebben ervaren. Bij dementerende zorgvragers waarbij overleg moeilijk is,vraag je feedback aan een collega. Tijdens de activiteit observeer je de zorgvrager(s) en geef je, je observaties door. Zodat dit kan worden gerapporteerd in het zorgplan van de zorgvrager. * Als het uitvoeren van huishoudelijke zorg zoals hier beschreven staat, niet goed mogelijk is, kan de student de opdracht mogelijk elders uitvoeren of in een simulatie op school. 3

4 Taaltaken Beroepsopdracht C gevorderd Rekentaken Beroepsopdracht C gevorderd Gesprekken: 1. Je kan de zorgvrager motiveren om deel te nemen aan een activiteit. 2. Je kan de wensen, behoeften en de mogelijkheden van de zorgvrager bespreken m.b.t. een activiteit. 3. Je kan oprechte belangstelling tonen voor de problemen van de zorgvrager. 4. Je kan tijdens een overleg vertellen waarom je een bepaalde keuze hebt gemaakt. 5. Je kan de zelfredzaamheid van de zorgvrager stimuleren als de activiteit dit toelaat. 6. Je kan de zorgvrager advies geven over een activiteit. 7. Je kan de tevredenheid bespreken met de zorgvrager over de aangeboden activiteit. Spreken: 8. Je kan je werkplanning kort formuleren. 9. Je kan je leidinggevende en/of collega s duidelijk en nauwkeurig informeren over een onvoorziene situatie. Luisteren: 10. Je begrijpt de zorgen, gevoelens en problemen van de zorgvrager en toont begrip. 11. Je begrijpt de feedback die je krijgt van je collega s. Lezen: 12. Je begrijpt duidelijk geschreven instructies en procedures. 13. Je begrijpt het begeleidings- en activiteitenplan. Schrijven: 14. Je kan een eenvoudige werkplanning voor je werkzaamheden Maken. 15. Je kan een kort bericht rapporteren aan leidinggevende en/of Collega s. 1. Je kan een werkplanning maken. 2. Je uitleggen welke activiteiten met een groepsactiviteit langer duren en welke korter. 3. Je kan een tijd inschatten in minuten voor een activiteit. 4. Je kan de tijd omrekenen naar een decimaal getal ( 30 minuten = 0,5 uur) 5. Je kan in je werkplanning de materialen numeriek benoemen. 6. Je kan materialen en benodigdheden uitrekenen voor nog grotere groepen door middel van rekenen met verhoudingen. Je kan uitleggen wat horizontaal en verticaal is. 4

5 BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht C Naam student: Datum: Opleiding: Helpende Zorg en Welzijn Niveau: Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak C O V 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan. (J-Q-R-T) 1.4 Handelt in onvoorziene situaties. (J-K) 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten (L-T) 2.1 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied. (D) 2.2 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij de zelfredzaamheid. (R) 3.2 Stemt de werkzaamheden af. (E-J-T) 3.3 Evalueert de werkzaamheden. (J-R) Totaal Oordeel Beroepsopdracht C Voldoende Onvoldoende Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie 5

6 Overzicht Beroepstaak C Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatieindicatoren Beroepstaak C Beroepsproducten Werkprocessen Helpen bij (sociale) activiteiten C.1 Helpen bij (sociale) activiteiten 1.1, 1.4, 1.5, 2.1, 2.2, 3.2, 3.3 Competenties: D, E, J, K, L, Q, R, T. Competenties in de werkprocessen D Aandacht en begrip tonen. E Samenwerken en overleggen. J Formuleren en rapporteren. K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten. Q Plannen en organiseren. R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten. T Instructies en procedures opvolgen. Prestatie-indicatoren De helpende luistert naar de zorgvrager en neemt de tijd om te luisteren. toont interesse in de zorgvrager. leeft zich in, in de emoties en problemen van de zorgvrager. raadpleegt anderen over de verkregen informatie. stemt werkzaamheden af. overlegt met de werkbegeleider over de afstemming. draagt haar werkzaamheden mondeling of schriftelijk over. maakt in overleg met de begeleider een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan. haar werkplanning is in duidelijke taal, vlot en bondig. evalueert de werkzaamheden. gaat na of de zorgvrager(s) tevreden is/zijn met de zorg. stelt in overleg met de begeleider haar zorg zo nodig bij. maakt samen met de begeleider een rapportage waarin zij de uitgevoerde activiteit evenals de beleving van de zorgvrager rapporteert. rapporteert n.a.v. onvoorziene situaties samen met de begeleider het voorval, inclusief oorzaak en ondernomen acties. rapporteert in duidelijke taal, vlot en bondig. overziet in onvoorziene situaties, op basis van haar kennis, snel de actuele stand van zaken. besluit tijdig de leidinggevende te informeren, zodat de ondersteuning op professionele wijze uitgevoerd wordt. kiest de juiste materialen en middelen en draagt er zorg voor. zet de middelen en materialen professioneel in. plant samen met de begeleider de activiteiten en materialen. geeft aan hoeveel tijd de werkzaamheden kosten. maakt duidelijk hoe haar werkzaamheden verlopen en welke materialen zij gaat gebruiken. richt haar werkplanning op de behoeften, verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen van de zorgvragers tijdens de activiteiten. geeft duidelijk aan wat ze wel en niet kunnen verwachten. ondersteunt de zelfredzaamheid op professionele wijze. neemt informatie uit de mondelinge evaluatie in overweging en past zonodig de dienstverlening aan. volgt de instructies en aanwijzingen en houdt zich aan het zorg-,leef-,begeleidings of activiteitenplan. volgt de richtlijnen,standaarden en procedures van de instelling. werkt conform de veiligheidsvoorschriften. bereidt zich altijd voor op een overleg, leest verslaglegging en komt op tijd. 6