Toekomstvisie. Productschap MVO



Vergelijkbare documenten
Productschap Margarine Vetten Oliën

toekomstvisie Productschap Margarine, Vetten en Oliën Productschap Margarine, Vetten en Oliën Ampèrelaan 4D Postbus GB Rijswijk Nederland

MVO Internationaal Wim Oosterhuis

Marktontwikkelingen vloeibare biobrandstoffen

Jaarplan Inleiding... 1 Algemeen... 2 Duurzame ontwikkeling... 3

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën

Manifest Task Force Duurzame Palmolie

Beleidsprioriteiten MVO 2009

Het Productschap Tuinbouw. 13 november 2012 / Agnes van Ardenne

VERORDENING MVO ADMINISTRATIEVE HEFFINGEN 2009

AGENDA VERDUURZAMING VOEDSEL

SBIR Verduurzamen voedselproductie

GEDRAGSCODE DUURZAAMHEID NEDERLANDSE PRODUCENTEN VAN BAKKERIJGRONDSTOFFEN GEDRAGSCODE DUURZAAMHEID NEDERLANDSE PRODUCENTEN VAN BAKKERIJGRONDSTOFFEN 1

natuurlijke oorsprong

In het belang van sector en samenleving

Jaarplan Inleiding... 1 Algemeen... 2 Duurzame ontwikkeling... 3

RESULTATEN % 53% 30%

Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017

Behoort bij punt 7 van de agenda van de 245 ste vergadering van het bestuur dd. 19 januari Jaarverslag Concept

Samenvatting. economy.

Behoort bij punt 5 van de agenda van de 242 ste vergadering van het bestuur dd. 20 januari Jaarverslag Concept

Jaarverslag Concept Jaarverslag MVO

Productschap. Margarine Vetten Oliën

Is er nog eten over 20 jaar. Fred Klein Productschap Akkerbouw

Jaarplan Inleiding... 1 Algemeen... 2 Duurzame ontwikkeling... 3

Bio-olie voor warmtekrachtkoppeling. Frank Bergmans

Internationale handel visproducten

Internationaal Palmolie-inkoopbeleid

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

Productschap Margarine, Vetten en Oliën 20 januari Nieuwjaarsspeech Wim Oosterhuis, voorzitter. Dames en heren,

DE NEDERLANDSE OLIËN- EN VETTENINDUSTRIE

Klik Studiebijeenkomst. bewerken. Ontwikkelingen op de voermarkt. Klik om de ondertitelstijl van het. R. Tijssens

VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE

DUTCH DATACENTER ASSOCIATION

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief

Duurzaam en helder naar de toekomst

Jaarplan 2013 Productschap MVO

Netwerkbijeenkomst VAVI, VIGEF & NEBAFA

Internationale varkensvleesmarkt

Impact analyse van de transitie in Nederland naar verantwoorde soja

NATUURLIJK VERANTWOORD

Leveranciersdag categorie management bedrijfskleding. MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD Ondernemen RIJK. Hanneke op den Brouw 23 april 2015

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Waardeketen Verantwoord en sociaal jaarverslag 2016

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

BIJLAGE 3 CONSULTATIE DUURZAAMHEIDEISEN BIOMASSA

Internationaal dierenwelzijnsbeleid

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

Lidmaatschap van de Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie

Duurzaamheid en Responsible Care

Behoort bij punt 5 van de agenda van de 251 ste vergadering van het bestuur d.d. 3 juni Jaarverslag Concept Jaarverslag MVO

Voorproefje Cosun MVO-verslag 2011

Jaarverslag Productschap Margarine, Vetten en Oliën. Productschap Margarine, Vetten en Oliën

SustainaBul 2016 #3 Universiteit Utrecht

Umsetzungsmaßnahmen CO 2 - Footprint aus Kundensicht/ Realisatie van CO 2 - Footprint uit visie van de klant

Toekomst verkenning. Productschap Margarine, Vetten en Oliën

Twee jaar na de nota Duurzaam Voedsel

Een duurzame boodschap. Duurzaamheidsbeleid en resultaten over 2013

Actieprogramma Task Force Duurzame Palmolie 2012

Biologisch, Inherent duurzaam. VBP Ledenvergadering Mariëtte van Amstel 20 mei 2010

Internationaal dierenwelzijnsbeleid

Rotie: Cleaning & Services Amsterdam: Tankstorage Amsterdam: Orgaworld: Biodiesel Amsterdam:

Op weg naar een duurzame sojateelt

Werken bij Havenbedrijf Amsterdam

Visie Registerplein. Kwaliteit van sociale professionals. (goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 8 juli 2014) Pagina 1 van 6

Duurzaam ondernemen Musea

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

Missie visie document

Deelconvenant consument en vrije tijd

1. BATEN De totale inkomsten worden geraamd op en zijn hoger dan begroot.

Presentatie netwerkbijeenkomst Nebafa 2013

Samen werken aan voedselveiligheid

Communicatie CO2 footprint. versie mei 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ACTIVITEIT PRODUCTSCHAP AKKERBOUW RISKPLAZA DEEL A: OMSCHRIJVING RISKPLAZA. 14 juni 2013

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen?

Brancheverduurzamingsplannen: Circulaire economie in de praktijk. Karen van de Stadt

Een Groene Generatie met Energie voor de Toekomst. René Wijffels

Draaiboek incident / crisismanagement in MVO keten

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

1. kwaliteitssystemen en voedselveiligheid 2. organiseren 3. projecten. 1 Kwaliteitssystemen & voedselveiligheid

De agrarische handel van Nederland in 2012

Startbijeenkomst keten innovatieprogramma Klimaat voor Verandering

Van Afval Naar Grondstof

De Overheidsvisie op de bio-based economy in de energietransitie

Innovatieagenda Melkveehouderij

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Effectmeting

Kenniscentrum Duurzaam Verpakken

CONCEPT. Op weg naar omgevingsafspraken Aviation Valley MAA

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Zuivelperspectief 2030: samen duurzaam en economisch gezond. Toekomstvisie van de Nederlandse Zuivel Organisatie

KRUISBESTUIVINGEN TUSSEN LUCHT EN ZEEHAVEN

Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie

Transcriptie:

Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015

Inhoudsopgave Inleiding... 2 De koers van het Productschap MVO... 3 1. Missie en kernwaarden... 3 2. Positie... 3 3. Kerntaken... 5 4. Platform... 6 5. Thema s, ambities en activiteiten... 7 Duurzame ontwikkeling... 7 Biotechnologie... 8 Voeding en gezondheid... 9 Kwaliteit en voedselveiligheid... 10 Arbeidsmarkt en scholing... 10 Marktontwikkelingen en innovatie... 11 6. Organisatie en financiën... 12 6.1 Bestuurlijke organisatie... 12 6.2 Interne organisatie, efficiency en waarden en normen... 12 6.3 Financieel beleid... 13 Bijlage A Evaluatie Visie 2006-2010... 14 Bijlage B Marktontwikkelingen 2006-2010... 17 Bijlage C Trends en ontwikkelingen... 19 Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 1

Inleiding Voor u ligt de Toekomstvisie 2011-2015 van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO). Deze Toekomstvisie geeft antwoord op vragen zoals: Wat is de missie en wat zijn de kernwaarden van MVO? Hoe is de positie van het productschap ten opzichte van brancheorganisaties, vakbonden en externe stakeholders? Op welke aandachtsgebieden is MVO actief en met welke ambities? En tevens: op welke wijze wordt het bedrijfsleven betrokken bij de activiteiten en wat doet MVO voor de werknemers in de sector? Het Productschap MVO zet zich samen met het bedrijfsleven in voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. We zijn ervan overtuigd dat we deze missie alleen kunnen vervullen als we nauw samenwerken met de bedrijven en de werknemers in de sector. Werkgevers en vakbonden staan dan ook aan het roer van het productschap. In deze visie past het dan ook dat onze toekomstagenda het afgelopen jaar in nauw overleg met de brancheorganisaties, de vakbonden en de werkgroepen van MVO tot stand is gekomen. Tijdens een Voorstudie traject in 2009 waaraan veel experts uit de sector hun medewerking hebben verleend, zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen voor de MVO-sector in kaart gebracht. Tijdens een Strategische Sessie in september van dat jaar zijn deze analyses met de gehele sector besproken (zie bijlage c). In 2010 hebben we de visie 2006 2010 geëvalueerd (bijlage a) en zijn de ontwikkelingen in de markt in kaart gebracht (bijlage b). De afgelopen maanden hebben we in de werkgroepen en in gesprekken met brancheorganisaties en vakbonden de Toekomstvisie 2011-2015 ontwikkeld. Voor u ligt dan ook een stuk dat voor en door de sector is geschreven. We danken eenieder die hieraan heeft meegewerkt. De MVO-sector staat er goed voor. Het imago van oliën en vetten is de afgelopen jaren verbeterd en er zijn veel investeringen gedaan. Aan de andere kant zijn er ook nog genoeg uitdagingen. Deze Toekomstvisie geeft aan hoe de agenda er voor de komende jaren uitziet. Met veel enthousiasme en overtuiging en in nauwe samenwerking met de sector zullen we deze visie de komende jaren in de praktijk brengen. Wim Oosterhuis Voorzitter Frans Claassen Secretaris / Directeur Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 2

De koers van het Productschap MVO 1. Missie en kernwaarden Missie Het Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) zet zich samen met het bedrijfsleven in voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Kernwaarden Het Productschap MVO opereert vanuit een visie op de toekomst waarbij zowel het belang van de sector als het algemeen belang centraal staan. Bij het realiseren van onze toekomstvisie zijn wij: Betrokken Wij zetten ons in voor de gehele oliën- en vettenketen en bieden een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. Omgevingsbewust Wij werken aan goede relaties met de (nationale) overheid, maatschappelijke organisaties, politiek, wetenschap, ketenpartijen en media. Dienstverlenend Wij bieden toegevoegde waarde aan bedrijven in de gehele oliën- en vettenketen gebaseerd op professionaliteit. Hierbij kiezen we voor een creatieve en proactieve houding, waarbij het continue streven naar goede interne en externe samenwerking en open communicatie ons gedrag bepalen. 2. Positie MVO is door zijn positie als ketenorganisatie en publiekrechtelijke instantie de intermediair tussen bedrijven, werknemers en externe partijen. Wij zijn informatiebron, dienstverlener, coördinator, initiatiefnemer en aanjager. In de Wet op de Bedrijfsorganisatie is bepaald dat het productschap de belangen van de ondernemingen en de in die ondernemingen werkzame personen behartigt waarvoor het productschap is ingesteld, terwijl ook een het algemeen belang dienende bedrijfsvoering moet Het productschap is het verlengstuk van individuele bedrijven, brancheorganisaties en vakbonden en kan de door maatschappij en sector gewenste activiteiten en doelstellingen op een doelmatige wijze uitvoeren en nastreven. MVO wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen wat de prioriteiten zijn en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 3

worden bevorderd. Het algemeen belang is op deze wijze verankerd in de doelstellingen van het productschap. MVO geeft hieraan invulling door met betrekking tot zaken die de hele keten aangaan en die dus de capaciteit en reikwijdte van individuele bedrijven of brancheorganisaties te boven gaan, de rol te vervullen van informatiebron, dienstverlener, platform voor discussie, coördinator, initiatiefnemer en aanjager. MVO onderscheidt zich dus van private brancheorganisaties doordat het zich richt op ketenissues waarbij niet alleen het sectorbelang maar ook het algemeen belang aan de orde is. Daar waar ontwikkelingen de belangen van een afzonderlijke schakel overstijgen, neemt MVO het initiatief tot een gezamenlijke aanpak. Dit alles ten behoeve van een economisch gezonde sector die in staat is nieuwe maatschappelijke uitdagingen op te pakken en die in internationaal opzicht concurrerend is. De Wet op de Bedrijfsorganisatie biedt de oliën- en vettensector de mogelijkheid om door middel van het productschap hun gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid op een doelmatige wijze in te vullen. Het productschap is daarbij het verlengstuk van individuele bedrijven en brancheorganisaties om de door maatschappij en sector gewenste activiteiten en doelstellingen na te streven. Met een publieke organisatie en dankzij een publieke heffing is er geen discriminatie tussen leden van brancheorganisaties en niet-leden. Dit schept gelijkwaardige concurrentieverhoudingen. Alle MVObedrijven profiteren van de resultaten van de activiteiten van het productschap. Hierbij zij opgemerkt, dat door de verscheidenheid aan bedrijven - en dus belangen - uiteraard niet elke activiteit voor alle ondernemers hetzelfde voordeel zal opleveren. De variatie in activiteiten zorgt echter voor een brede spreiding over meer sectoren. MVO wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen waar de prioriteiten in de keten liggen en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien. Door de mogelijkheid om verordeningen aan de hele sector op te leggen kan het productschap indien noodzakelijk freerider -gedrag voorkomen. MVO maakt beperkt gebruik van de verordenende bevoegdheid omdat wordt gestreefd naar zelfregulering op basis van overeenstemming. Het hebben van een verordenende bevoegdheid op de achtergrond is een stimulans om het bereiken van overeenstemming te bespoedigen. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 4

3. Kerntaken Wat doet het productschap MVO voor de sector en voor de maatschappij: Platform Wij brengen partijen uit de gehele MVO-keten samen en bieden een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. De sector (werkgevers en werknemers) beslist zelf over de prioriteiten en activiteiten van het productschap. Door samen op te trekken werkt de sector effectief en efficiënt. Belangenbehartiger Wij behartigen het sectorbelang en treden op als woordvoerder bij sectorbrede thema s en activiteiten. Bij onderwerpen als gezondheidclaims, duurzaamheid van de productie van palmolie of soja, genetische modificatie, handelspolitiek, kwaliteit en voedselveiligheid, vet-tax, etc. treden wij namens de sector op als woordvoerder en gaan wij de dialoog aan met ketenpartijen, de overheid, politiek, maatschappelijke organisaties, wetenschap, onderwijs en media om onze ambities te realiseren. MVO is dus de spreekbuis van de MVO-sector en zal hier de komende jaren extra op investeren. We bekijken wat dit betekent voor de organisatiestructuur en/of competenties van de medewerkers. Zelfregulering Wij realiseren doelstellingen die de hele keten aangaan en niet alleen het bedrijfs- of sectorbelang maar ook het algemeen belang dienen. Wij zijn overtuigd van de kracht van zelfregulering voor het realiseren van strategische (maatschappelijke) doelen. Op het gebied van bijvoorbeeld duurzame grondstoffenvoorziening, energiebesparing, ketentransparantie, voedselveiligheid en verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding, heeft zelfregulering haar waarde bewezen. Het belang van zelfregulering wordt de komende periode groter als de overheid mede als gevolg van bezuinigingen zich verder terugtrekt. MVO werkt waar mogelijk samen met ketenpartijen, overheid en maatschappelijke organisaties om onze doelstellingen te realiseren. Kennis Wij fungeren als bron van betrouwbare en genuanceerde informatie en analyseren en delen onze kennis actief met de sector (bedrijven en medewerkers). Kennis is de basis van onze activiteiten. Wij zijn het kenniscentrum van de sector en namens de sector leggen wij verantwoording af over producten, productiewijzen, ontwikkelingen, prioriteiten, visies en standpunten. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 5

4. Platform Wij hanteren de volgende structuur voor overleg, meningsvorming en afstemming: Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de kaders en de hoofdlijnen van het te voeren beleid. Het dagelijks bestuur beheert het vermogen en de inkomsten en uitgaven van het productschap. Werkgroepen MVO heeft werkgroepen voor alle aandachtsgebieden. Samen met de sector worden in de werkgroepen standpunten en activiteiten voorbereid en uitgevoerd. Voor actuele onderwerpen zijn er ad-hoc werkgroepen. Elk MVO-bedrijf kan in een werkgroep participeren, ongeacht of het lid is van een MVO-brancheorganisatie. MVO zal regelmatig externe deskundigen uitnodigen om de werkgroepen te ondersteunen. Samenwerking MVO werkt nauw samen met nationale en Europese / internationale brancheorganisaties, ketenpartijen, maatschappelijke organisaties en overheden om onze ambities te realiseren. Strategische sessie Met enige regelmaat organiseert MVO strategische sessies / bestuurdersbijeenkomsten met de bedrijven en vakbonden op voor de sector belangrijke thema s. Deze strategische sessies creëren betrokkenheid bij het beleid en de activiteiten van MVO en versterken de gezamenlijke visie op onze toekomst. Het voorlichtingsbureau heeft als doelgroepen: voedingsvoorlichters, medewerkers (jeugd) gezondheidszorg, onderwijs, horeca, retail en media. Het voorlichtingsbureau is een onafhankelijke stichting met een eigen bestuur. De kosten worden gedekt door het productschap en de Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF). Het voorlichtingsbureau (VB) wil gezien worden als een betrouwbare en geloofwaardige afzender van voorlichting over oliën en vetten. Ambitie: Kennis over vetten (gezondheid en duurzaamheid) in de voeding bevorderen, met als doel het gebruik van oliën en vetten in een gevarieerde en verantwoorde voeding te stimuleren. Kernwaarden: Het voorlichtingsbureau stelt zich op als een betrouwbare, kundige en geloofwaardige afzender van voorlichting over vetten. Activiteiten: verstrekken van informatie over de rol van vetten in een gezonde gevarieerde, eigentijdse en duurzame voeding; verstrekken van productinformatie over margarine, halvarine, bak- en braadproducten, oliën en frituurvet; bevorderen van het gebruik van MVO-producten met een gezonde vetzuursamenstelling. MVO is de spreekbuis van de MVO-sector en zal hier de komende jaren extra op investeren. De communicatie- en woordvoerderfuncties worden uitgevoerd door het Productschap MVO en het Voorlichtingsbureau MVO. Het versterken van het imago van de oliën- en vetten sector is daarbij voor beide organisaties het uitgangspunt. Het productschap richt zich daarbij op ketenpartijen, overheden, politiek, media, maatschappelijke organisaties en wetenschap. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 6

5. Thema s, ambities en activiteiten Thema s: In overleg met de MVO-sector is ervoor gekozen om de komende jaren de inzet te concentreren op een zestal thema s waar het Productschap MVO een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van individuele bedrijven of nationale brancheorganisaties. Het zijn thema s die niet alleen onze bedrijven raken, maar die tevens maatschappelijk relevant zijn: Duurzame ontwikkeling Biotechnologie Voeding en gezondheid Kwaliteit en voedselveiligheid Arbeidsmarkt en scholing Marktontwikkelingen en innovatie Duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling is een geïntegreerd onderdeel van ons denken en handelen. Duurzame ontwikkeling is en zal ook de komende jaren in onze sector een werkwoord blijven. We streven naar duurzame productiewijzen, producten en oplossingen voor de sector. Daarbij gaat het niet alleen om duurzame grondstofvoorziening maar ook om bijvoorbeeld energiebesparing, onze ecologische en watervoetafdruk, milieubelasting en het hergebruiken van reststromen/afval. Niet alleen individuele bedrijven moeten verantwoording afleggen; ook het productschap neemt verantwoordelijkheid in de vorm van het faciliteren, coördineren en communiceren van ambities en resultaten van maatschappelijk verantwoord ondernemen op sectorniveau. Ambitie: De Nederlandse MVO-sector is agendazettend op het gebied van duurzame ontwikkeling. Activiteiten De Nederlandse MVO sector wil agendazettend zijn op het gebied van duurzame ontwikkeling, zowel in Nederland als op Europees/internationaal niveau (Fediol, Imace, EU-lidstaten, RSPO en RTRS) uitgaande van een level playing field. we ondersteunen de sector in zijn streven to Rethink (grondstofvoorziening), Reduce (energieverbruik, ecologische voetafdruk en milieubelasting) & Reuse (hergebruik reststromen); we nemen actief deel aan duurzame ontwikkelingstrajecten in aanverwante sectoren (diervoeder-, biobrandstof-, levensmiddelenindustrie en retail), binnen de overheid en met maatschappelijke organisaties; we zetten de komende jaren meer in op transparantie binnen en communicatie over inzet en behaalde resultaten van onze sector en de ketens waarin wij actief zijn. In dit kader komt MVO onder andere met een duurzaamheidverslag voor de sector. Rethink verduurzaming van de grondstofvoorziening Ambitie: Eind 2015 worden er alleen nog maar duurzame grondstoffen (palm, soja, dierlijk vet) gebruikt en zijn er voor andere grondstoffen concrete stappen gezet voor verduurzaming. Activiteiten we zetten ons nationaal en Europees/internationaal in voor verbreding van het draagvlak voor internationale initiatieven (RSPO, RTRS) gericht op verduurzaming van de productie van palmolie en soja; we werken samen met ketenpartijen, overheid (IDH, Platform Verduurzaming Voedsel) en maatschappelijke organisaties om de omschakeling naar duurzame grondstoffen daadwerkelijk te realiseren (Task Force Duurzame Palmolie / Task Force Duurzame Soja); we communiceren over productie en consumptie van duurzame grondstoffen (palmolie, soja, dierlijk vet) binnen voedingsmiddelenindustrie, de retail en richting consumenten; Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 7

we gaan de dialoog aan met maatschappelijke organisaties, politiek, overheid en media over de inzet en behaalde resultaten van de sector bij de verduurzaming van de grondstofvoorziening. Reduce verminderen van energieverbruik, ecologische en watervoetafdruk en belasting van het milieu Ambitie Energiebesparing in het kader van de MJA3 (20% in 2020) ligt op schema. Er zijn concrete resultaten behaald voor het verkleinen van de ecologische voetafdruk. De sector heeft inzicht in de watervoetafdruk en heeft concrete verbeterstappen gezet. Activiteiten we maken in het kader van de MJA3 streefwaarden en resultaten inzichtelijk; we analyseren de ecologische voetafdruk van de sector, stellen een concreet actieplan op om deze te verkleinen en gaan in discussie met ketenpartijen om de carbon voetafdruk van de gehele keten te verminderen; we doen onderzoek en delen kennis op het terrein van logistieke optimalisatie en voor strengere milieueisen t.a.v. afvalwater, lucht, geur- en geluidsoverlast; we nemen deel aan discussies over de belasting van het milieu in aanverwante sectoren (diervoeder-, biobrandstof-, levensmiddelenindustrie en retail). Reuse - hergebruik van bij-/restproducten Ambitie Bij- en restproducten uit de MVO-sector worden hoogwaardig ingezet / toegepast. Activiteiten versterken van het hoogwaardig gebruik van bij- en restproducten zoals dat past in een bio-based economy; de sector neemt zijn verantwoordelijkheid voor het inzamelen van gebruikt frituurvet. Biotechnologie De toelating en acceptatie van genetisch gemodificeerde organismen (ggo s) in Europa is een onderwerp dat de komende jaren steeds actueler wordt. Nieuwe ggo-variëteiten en introductie van een technische oplossing voor (nog) niet toegelaten variëteiten zijn van groot belang voor de gehele MVOsector. Ambitie De toelating en acceptatie van ggo s in Europa loopt gelijk met die in de rest van de wereld. Activiteiten we zetten ons samen met ketenpartijen fors in richting nationale en Europese overheid en politiek voor oplossing op korte termijn van de problematiek rondom (nog) niet toegelaten ggo s in Europa; we zetten ons in voor een snellere toelating van nieuwe ggo s in Europa; we richten, samen met andere partijen, een informatieplatform op voor groene biotechnologie om het draagvlak voor deze groene biotechnologie te versterken bij maatschappelijke organisaties, overheid, levensmiddelenindustrie en consumenten; we volgen en ondersteunen waar mogelijk internationaal onderzoek; we informeren overheid en politiek over het belang en de consequenties van ggo s; we zetten ons in voor het overbruggen van de kloof tussen realiteit en perceptie met betrekking tot genetisch gemodificeerde organismen. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 8

Voeding en gezondheid Gezonde voeding is een onderwerp met een grote maatschappelijke impact. Het imago van oliën en vetten in relatie tot gezondheid is mede dankzij inzet van MVO en de MVO-sector de afgelopen jaren verbeterd. Mede dankzij de resultaten binnen de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling is de vetzuursamenstelling van de Nederlandse voeding verbeterd. Door activiteiten van het voorlichtingsbureau is de kennis over vetten in een gezonde voeding en over het onderscheid tussen verzadigde en onverzadigde vetten verbeterd. Gezonde voeding staat ook de komende jaren in de belangstelling. Alhoewel het imago van oliën en vetten in Nederland sterk is verbeterd, blijft het belangrijk deze situatie verder te versterken en kennis om te zetten in gedragsverandering. Doelgroepen zijn levensmiddelenindustrie, retail, politiek, overheid, wetenschap en intermediaire voedingsvoorlichters. Tevens zal MVO zich inzetten om ook op Europees niveau het imago te verbeteren. Ambitie Toename in het gebruik van oliën en vetten die passen in een gezonde voeding. Activiteiten we zetten ons in voor het verder verbeteren van de vetzuursamenstelling van de Nederlandse voeding via een vernieuwde opzet van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling; we verbreden en verdiepen de kennis over gezondheid en duurzaamheid van oliën en vetten bij de retail en levensmiddelenindustrie; we voeren voorlichtingsactiviteiten (voorlichtingsbureau) uit ter ondersteuning van het imago van oliën en vetten en ter bevordering van het gebruik van MVO-producten die passen in een gezonde en duurzame voeding; we volgen en initiëren wetenschappelijk onderzoek naar ontwikkelingen op het terrein van vetzuursamenstelling, verzadigd vet versus koolhydraten, en aanbevelingen vet en delen onze kennis met de sector; we zoeken in onze activiteiten nauwe samenwerking met overheid, ngo s, wetenschappers en andere industriële partijen (m.n. de zuivel); we behartigen de belangen van de sector bij de ontwikkeling van nieuw beleid en wetgeving op het gebied van voeding en gezondheid over onder meer claims en reclame, etikettering, microvoedingsstoffen en notificaties op het gebied van transvetzuurbeperkingen; we doen dit op nationaal en Europees niveau in nauwe samenwerking met de brancheorganisaties; we werken proactief mee aan het verbeteren van het gezondheidsimago van oliën en vetten op Europees niveau. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 9

Kwaliteit en Voedselveiligheid De continu hogere wensen van de moderne consument, retail, diervoeder- of levensmiddelenindustrie, de impact en risico s van voedselveiligheidskwesties (3-MCPD, acrylamide, etc.), de opkomst van genetisch gemodificeerde organismen en een terugtredende overheid bepalen het belang van een proactieve houding van MVO op het terrein van kwaliteit en voedselveiligheid. Zelfregulering, het vergroten van transparantie en belangenbehartiging richting nationale, Europese en internationale overheden en organisaties worden steeds belangrijker. Ambitie Een transparante sector die kwaliteit en voedselveiligheid goed heeft geborgd. Activiteiten we zijn de spreekbuis en belangenbehartiger voor de sector op het gebied van kwaliteit en voedselveiligheid; we volgen en behartigen de belangen van de sector bij de totstandkoming van nationaal en Europees beleid en wetgeving (m.n. hygiëneregelgeving, contaminanten en pesticiden, veterinaire regelgeving). We streven daarbij naar een geharmoniseerde aanpak en interpretatie van wetgeving. We onderhouden daarvoor een actieve relatie met nationale (ministeries, nvwa, NEN), Europese en internationale (Codex) overheden en organisaties. Waar mogelijk werken we daarbij samen met ketenpartijen en (Europese/nationale) brancheorganisaties; we bevorderen Good Agricultural Practices en voedselveiligheid(systemen) in samenwerking met nationale en internationale ketenpartijen (o.a. in belangrijke grondstofproductiegebieden in Oost- Europa); we ondersteunen actief het EFISC-systeem; we ondersteunen actief de Food Standard; we coördineren de inhoudelijke inbreng GMP+; we treden op bij voedselveiligheidskwesties en zijn het coördinatiecentrum in samenwerking met relevante (EU) brancheorganisaties tijdens crises; we onderhouden en ontwikkelen (margarineindustrie) risicoanalyses; Arbeidsmarkt en scholing Om medewerkers met talent en ambitie te kunnen aantrekken en behouden moeten zowel de MVO-sector als de MVO-bedrijven zich profileren en waarmaken als aantrekkelijke werkgever. MVO ondersteunt bedrijven in hun streven naar een goede afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Door het aanbieden van diverse mogelijkheden voor medewerkers om zich te ontwikkelen, zet MVO zich verder in om de kennispositie van werknemers te verbeteren. Ambitie Huidige en toekomstige werknemers zijn goed opgeleid en vinden de MVO-sector een interessante sector om in te werken. Activiteiten we continueren de samenwerking tussen de vakbonden en de productschappen binnen het project Verankering Arbeid; we geven concrete invulling aan het Programma Arbeidsmarkt en Opleiding van de Nederlandse overheid en de productschappen wij versterken de relatie tussen de MVO-sector en de onderwijsinstellingen; we onderhouden het MVO Kenniscentrum en breiden dit verder uit; we organiseren cursussen en studiedagen: Food Safety of vegetable oils and fats course Sustainability of oils and fats course Cursus Preventiemedewerker Cursussen op het terrein van de arbeidsmarkt we ontwikkelen concepten voor maatschappelijke stages en voeren deze uit. we zetten ons in voor versterking van de samenwerking op het vlak van arbeid met de bedrijven en vakbonden. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 10

Marktontwikkelingen en innovatie Marktontwikkelingen Het productschap beschikt over nietconcurrentiegevoelige informatie op het gebied van import, export, productie en consumptie die van belang is voor gehele MVO-sector. Door expertise en een goed netwerk signaleert, analyseert en rapporteert MVO over de ontwikkelingen in overheidsbeleid, politiek, wetenschap en bij maatschappelijke organisaties. Hiermee ondersteunt MVO de bedrijfsvoering in de sector. Ambitie Het productschap is het kenniscentrum voor oliën en vetten Activiteiten we volgen de actuele markt, handelspolitieke ontwikkelingen, trends en innovaties; we volgen nationaal en internationaal onderzoek en werken samen met belangrijke kenniscentra; we analyseren marktontwikkelingen en concurrentiegegevens; we houden statistieken bij; we maken informatie actief beschikbaar via websites, nieuwsbrieven, factsheets, quickscans en op maat. Innovaties Ambitie Het productschap is goed geïnformeerd over de kansen en bedreigingen van de Biobased Economy waardoor de sector zich kan voorbereiden op toekomstige ontwikkelingen Activiteiten we verkennen samen met wetenschappers en specialisten in de sector de kansen en bedreigingen van op dierlijke en plantaardige oliën en vetten gebaseerde producten. De focus zal daarbij liggen op hoogwaardige toepassingen waarvan de grondstoffen niet direct concurreren met bestaande (food) afzetmarkten. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 11

6. Organisatie en financiën 6.1 Bestuurlijke organisatie In het MVO-bestuur hebben de werkgevers (brancheorganisaties) en werknemers (vakbonden) zitting. De samenstelling van het bestuur, de benoemende organisaties en de zetelverdeling worden door de SER vastgesteld. Het bestuur kent een zittingsperiode van twee jaar. Het bestuur telt in zijn huidige samenstelling 14 leden (9 leden van ondernemerszijde en 5 leden van werknemersorganisaties). De voorzitter van het bestuur wordt voor een periode van twee jaar benoemd. MVO zal zich de komende jaren inzetten dat ook de FNV daadwerkelijk bestuursverantwoordelijkheid neemt. 6.2 Interne organisatie, efficiency en waarden en normen MVO kiest voor een kleine efficiënte organisatie van professionals. De huidige formatie van circa 16 fte s wordt gehandhaafd. MVO kiest voor een duurzaam inkoopbeleid en verdere efficiency bij de uitvoering van administratieve en BackOffice-activiteiten. MVO zoekt daarbij de samenwerking met andere productschappen en brancheorganisaties. MVO wil een organisatie zijn waar de volgende waarden en normen leidend zijn: open communicatie; creativiteit; samenwerking; ontplooiing medewerkers; langetermijnperspectief; klanttevredenheid; professionaliteit; betrokkenheid medewerkers; kwaliteit; samenwerking met klanten. Een intensieve samenwerking met onze eigen achterban en externe partijen is belangrijk voor ons functioneren waarbij de vragen wat, waarom, wie en wanneer centraal staan. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 12

6.3 Financieel beleid Het financieel beleid van MVO heeft de volgende uitgangspunten: wij werken op basis van een evenwichtige begroting; wij handhaven een eigen vermogen van rond de EUR 1 mln.; wij gaan uit van een gelijkblijvend kostenniveau van EUR 2,4 mln. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 13

Bijlage A Evaluatie Visie 2006 2010 Om tot een evaluatie te komen van de Toekomstvisie 2006-2010 worden de genoemde doelstellingen die verbonden waren aan de kerntaken herhaald en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. In deze bijlage treft u een compleet overzicht aan per kerntaak van de concrete activiteiten die tot deze resultaten hebben geleid. Tot slot wordt gekeken naar de financiën en de interne organisatie. Kerntaken Zelfregulering Doelstelling: MVO zet zich in voor een maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering in de sector. Hiertoe initieert en coördineert MVO ketenactiviteiten met concrete doelstellingen. Resultaat: MVO heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in zelfregulering op het gebied van voeding & gezondheid, duurzame ontwikkeling (energiebesparing, palmolie, soja) en voedselveiligheid (risicoanalyses, dierlijk vet, foodstandard). Er zijn diverse concrete positieve nationale en internationale resultaten behaald. Met deze inzet heeft MVO de concurrentiepositie van de MVO-sector versterkt, maatschappelijk verantwoord ondernemen in de sector fors gestimuleerd en daarvoor veel waardering ontvangen van externe stakeholders (overheid, maatschappelijke organisaties en ketenpartijen) en zichzelf nationaal en Europees / internationaal positief geprofileerd. Serviceverlening en informatievoorziening bedrijfsleven Doelstelling: Ontsluiten van relevante informatie over beleid, wetenschap, markt en maatschappelijke ontwikkelingen en analyseren van de mogelijke consequenties. Tevens versterken van input / sturing van de achterban. Resultaat: Er is geïnvesteerd in professionalisering van (inhoud en digitaal) en uitbreiding van het aantal nieuwsbrieven en organisatie van vele informatiebijeenkomsten. Ter versterking van de input / sturing van de achterban heeft MVO voor alle relevante aandachtsgebieden werkgroepen (WG) en/of ad-hoc werkgroepen opgericht. Onder deze kerntaak heeft MVO fors geïnvesteerd in uitbreiding van activiteiten op het gebied van arbeid en scholing (Project Verankering Arbeid, www.mvo-kenniscentrum.nl en cursussen). Belangenbehartiging Doelstelling: Belangenbehartiging gericht op het zorgen voor een transparante en werkbare wetgeving die een vrije grondstoffenvoorziening mogelijk maakt en ruimte biedt voor innovaties. Resultaat: Belangenbehartiging is in eerste instantie vooral een taak van de brancheorganisaties. Daar waar MVO een toegevoegde waarde heeft, werken we vooral samen met brancheorganisaties richting de nationale of EU-overheid. Op nationaal en Europees niveau heeft deze samenwerking succes gehad met de proactieve inzet voor versnelling van toelating van nieuwe ggo s en het vinden van een technische oplossing. Op handelspolitiek terrein heeft MVO een sterk netwerk en een goede informatiepositie opgebouwd waardoor de belangen goed konden worden behartigd. Ondanks Nederlandse overheidssteun is invloed van BNMF/MVO op Europese ontwikkelingen op het terrein van claims, voedingsprofielen en etikettering beperkt gebleken. Samenwerking tussen VVS en MVO heeft ertoe geleid dat belangrijke wijzigingen in de Europese bijproductenverordening konden worden gerealiseerd. Gezien verschillende belangen in de deelsectoren was de rol van MVO richting het biobrandstoffenbeleid vooral beperkt tot het ondersteunen van de multisourcing strategie binnen de Commissie Cramer en de Commissie Corbey. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 14

Informatievoorziening externe stakeholders Doelstelling: Namens de MVO-sector informeert het productschap externe stakeholders over standpunten van de sector. Doelstelling was alle relevante externe stakeholders meer te informeren over inzet van de MVO-sector. Tevens versterking dialoog met maatschappelijke organisaties en overheid. Resultaat: Relaties met nationale overheden (ministeries van LNV, EZ, VROM, OS en VWS) zijn goed en de afgelopen jaren duidelijk versterkt. Ministeries en ministers zijn goed op de hoogte van de positie en werkzaamheden van MVO en de MVO-sector. De sector wordt regelmatig als voorbeeld genomen. Contacten en dialoog met diverse maatschappelijke organisaties (Solidaridad, Oxfam Novib, WNF, IUCN) zijn intensief. Met anderen meer incidenteel (Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu, etc.). Relaties met politieke partijen zijn op de belangrijkste thema s (voeding, duurzame ontwikkeling en biotechnologie) goed maar verdienen naar de toekomst toe blijvend aandacht. MVO heeft geïnvesteerd in goede informatievoorziening naar de voedingsmiddelenindustrie en retail. MVO onderhoudt daarnaast relaties met voor de sector belangrijke organisaties zoals Voedingscentrum, VWA, KHN, FNLI, IDH, SER, Agentschap NL en wetenschap (universiteiten van Wageningen, Maastricht, Amsterdam). De inzet van MVO en de MVO-sector is echter weinig herkenbaar bij het grote publiek (wat overigens geen concrete doelstelling was). Productvoorlichting Doelstelling: MVO voorziet in eenduidige informatie over de rol van oliën en vetten in een gezonde, gevarieerde voeding en kiest daarbij voor productvoorlichting. Focus in de periode 2005-2010 lag op stimulering vloeibare margarine en vloeibaar frituurvet. Samen met de BNMF wordt het Voorlichtingsbureau MVO gefinancierd. Resultaat: Imago van vetten en oliën is duidelijk veranderd. Was het eind 2005 nog Let op Vet, nu is er duidelijk een genuanceerd beeld over belang van essentiële vetzuren, de verschillen tussen verzadigd en onverzadigd vet, belang van vloeibaar boven vast vet, etc.. Het VB MVO heeft zich bij overheid, wetenschap en intermediaire voedingsvoorlichters een duidelijke positie verworven als een Voorlichtingsbureau dat genuanceerde en betrouwbare informatie verschaft. VB heeft tevens de mogelijkheid om doelgroepen te benaderen (peuters via smeerdiploma) die voor het bedrijfsleven zelf niet bereikbaar zijn. Ook wetenschappers, overheid en Voedingscentrum spreken zich meer publiekelijk uit over belang van oliën en vetten. Vanaf 2010 zal VB ook gaan communiceren over duurzaamheid van oliën en vetten (palmolie, soja en gebruikte frituurvetten). De inzet van het VB, in nauwe samenwerking met de bedrijven vanuit de BNMF-sector, heeft duidelijk positief bijgedragen aan het bredere imago van de oliën- en vettenketen in Nederland. Marktonderzoek Doelstelling: Inzichtelijk maken van de Nederlandse, Europese en een groot aantal exportmarkten. Ontwikkelen van markttrends, exportkansen en effecten van overheidsbeleid op de concurrentiepositie. Belangrijke prioriteit lag op monitoring en analyse van de biobrandstoffenmarkt. Resultaat: MVO beschikt over een bijzondere informatiepositie als het gaat om statistische informatie (productie, handel, prijzen, etc.) over de Nederlandse en in mindere mate ook de Europese markt. Via diverse publicaties wordt deze info gedeeld met de sector. Daarnaast publiceert MVO marktonderzoeken over landen in ontwikkeling (BRIC) en de relevantste producten (palmolie, soja, raap). MVO heeft een goede positie opgebouwd m.b.t. kennis over overheidsbeleid en marktontwikkelingen op het gebied van biobrandstoffen en daarover regelmatig via onderzoeksrapporten (Oils and Fats for Fuel) gerapporteerd. Voor een betere afstemming van de activiteiten heeft MVO een nieuwe werkgroep marktonderzoek opgericht die meer verantwoordelijk zal zijn voor de aansturing van activiteiten op het gebied van marktonderzoek. Een kwalitatieve analyse van diverse statistische rapportages ontbreekt tot nu toe. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 15

Financiën Uitgangspunten en beleidsprioriteiten: de begrotingsopzet moet transparant zijn voor de interne sturing van en verantwoording aan het bestuur; de beheersing van de kosten is een prioriteit; er wordt gestreefd naar een eigen vermogen dat schommelt rond de 1.000.000; er wordt gestreefd naar een begroting waarin de structurele inkomsten en uitgaven zoveel mogelijk in evenwicht zijn; de hoogte van het tarief van de administratieve heffing is gebaseerd op een kostendekkend niveau. Door de forse groei van de binnenlandse productie kon door de positieve effecten van deze groei op de inkomsten van het productschap het basistarief van de administratieve heffing worden verlaagd van 0,40 in 2005 naar 0,35 in 2006 tot een niveau van 0,32 per 1.000 kg in 2007 en 2008. In 2009 is de basisheffing verhoogd naar 0,35 per 1.000 kg en voor de begroting 2010 weer op 0,40 per 1.000 kg gebracht. De huidige administratieve heffing bedraagt 0,40 per 1.000 kg en daarbij is voor de komende jaren ook al deels rekening gehouden met nieuwe capaciteitsuitbreidingen. Omvang van het Eigen Vermogen Het Eigen Vermogen heeft een bufferfunctie om (tijdelijke) exploitatietekorten op te vangen ongeacht de economische en/of politieke oorzaken daarvan. Het bestuur heeft er daarbij voor gekozen om te streven naar een eigen vermogen dat schommelt rond de 1 miljoen. De afgelopen jaren is ingeteerd op het Eigen Vermogen. In 2002 bedroeg het Eigen Vermogen nog meer dan 2 miljoen. Dit daalde geleidelijk tot het huidige niveau van 1.080.852 in 2009. De huidige omvang van het Eigen Vermogen is daarmee gelijk aan die van het doelvermogen. Ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven 2002-2010 Het niveau van de lasten zal in 2010 iets onder het niveau van 2002 liggen. In 2001 en 2002 is een bezuinigingsoperatie doorgevoerd (het aantal fte s verminderde van 18,6 in 2001 tot 13,4 in 2003). In het verlengde daarvan daalden de lasten in 2004 aanzienlijk. Als gevolg van o.a. een uitbreiding van de activiteiten van het Voorlichtingsbureau MVO en meer taken op met name het terrein van duurzame ontwikkeling zijn de lasten in de jaren daarna geleidelijk toegenomen. Personeelsbezetting In 2001 en 2002 is de MVO-organisatie gemoderniseerd en is het aantal fte s in enkele jaren teruggebracht van 18,6 fte in 2001 tot 13,4 fte in 2003. Als gevolg van de eerder vermelde uitbreiding van activiteiten groeide het aantal fte s in de daarop volgende jaren tot circa 16,0 fte. De ondersteunende activiteiten zijn in de afgelopen jaren zoveel mogelijk afgebouwd. Er is gekozen om zoveel mogelijk gebruik te maken van elektronische informatievoorziening. De huidige organisatie kent twee beleidsunits, met een brede inzetbaarheid, gerichte samenwerking en een grote flexibiliteit. Diverse werkzaamheden (salarisadministratie, automatisering, administratie) zijn uitbesteed en op afroep beschikbaar. Feitelijk zijn de afgelopen periode stafmedewerkers vervangen door beleidsmedewerkers waardoor met dezelfde formatie een aanzienlijke toename is gerealiseerd van de activiteiten op het vlak van de aandachtsgebieden en daarmee op de output van de organisatie. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 16

Bijlage B Marktontwikkelingen 2006 2010 De belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaren in de diverse schakels van de MVO-keten zijn hieronder samengevat. Door met name het herstel van de oliezadencrush en de forse uitbreiding van de raffinagecapaciteit zijn de activiteiten in de Nederlandse oliën- en vettensector sterk toegenomen. De MVO-sector is thans een van de grootste agrosectoren in Nederland. Er werken zo n 5.300 medewerkers bij de Nederlandse productie-, opslag- en handelsbedrijven. Het sterk internationaal georiënteerde karakter en de grote omvang van de goederenstromen benadrukken het belang van de Rotterdamse haven en de rol van Nederland als distributieland en mainport van Europa. De verwerking van oliezaden Er is sprake van een herstel van de Nederlandse productie van ruwe plantaardige vetten en oliën. De productie lag met 1.136 miljoen ton in 2009 weer op het oude niveau van vóór 2001. De sojacrush is in Europa onder druk komen te staan vanwege onder andere de ggo-discussie. Sojaolie is daarom in veel producten en toepassingen vervangen door palm- en raapolie. Momenteel worden er zo n 2,9 miljoen ton sojabonen gecrusht, een forse daling ten opzichte van enkele jaren geleden. Daarentegen is de verwerking van raapzaad de afgelopen jaren gestegen tot zo n 800.000 ton. Raapolie is in toenemende mate ingezet als vervanger voor sojaolie. Naast sojabonen en raapzaad is er een redelijk constante verwerking van zonnebloempitten (290.000 ton per jaar). De overige zaden spelen nauwelijks een rol van betekenis. De Nederlandse uitvoer betreft voornamelijk ruwe zonnebloemolie en sojaolie naar andere EU-lidstaten. Productie van dierlijk vet De productie van ruwe dierlijke vetten schommelt de laatste jaren rond de 200.000 ton per jaar. De productie van geraffineerde dierlijke vetten ligt al jaren iets boven de 20.000 ton per jaar. De ruwe dierlijke vetten vinden voornamelijk hun bestemming in de diervoederindustrie en in de technische industrie. Daarnaast is er een beperkte maar stabiele afzet van dierlijke vetten voor menselijke consumptie. Bij de diervoederindustrie is er, als gevolg van een verslechterd imago en toegenomen concurrentie van plantaardige producten, de afgelopen jaren een verschuiving opgetreden naar plantaardige oliën en vetten (met name palmolie) ten koste van dierlijke vetten. Het binnenlands verbruik van dierlijke vetten is gedaald tot zo n 225.000 ton. De laatste jaren is er sprake van een toename van de invoer en uitvoer van dierlijke vetten vanwege de toegenomen vraag vanuit de energiesector in onder andere Duitsland. Productie van geraffineerde en verder bewerkte plantaardige vetten en oliën In de periode 1995-2009 zijn de activiteiten van de Nederlandse raffinage- en hardingsindustrie meer dan verdubbeld, namelijk van 1,4 miljoen ton in 1995 tot 3,2 miljoen in 2009. De afgelopen 5 jaar is de productie met ongeveer 1,0 miljoen gestegen. In Rotterdam is in 2005 tot en met 2007 geïnvesteerd in ultramoderne palmoliefabrieken en vanaf 2010 zal de raffinagecapaciteit nog verder toenemen. De ggo-discussie in Europa heeft geleid tot een verminderde productie van sojaolie. Er wordt momenteel nog zo n 320.000 ton sojaolie bewerkt. De productie van bewerkte palmolie is daarbij gestegen tot ongeveer 1,8 miljoen ton. De totale productie van kokos-/palmpitvet bedraagt iets meer dan 450.000 ton, terwijl de productie van zonnebloemolie en raapolie met een productie van ieder 200.000 ton per jaar stabiel blijft. De Nederlandse uitvoer van bewerkte plantaardige vetten en oliën laat op hoofdlijnen eenzelfde beeld zien als bij de verschuivingen in de productie. De afzet van bewerkte plantaardige oliën en vetten gaat in toenemende mate naar andere EU-lidstaten (totale uitvoer schommelt rond de 2,2 miljoen ton) met België, Duitsland en Frankrijk als belangrijkste handelspartners. De afzet buiten de EU is de afgelopen jaren gedaald tot zo n 150.000 ton. Productie van margarine, halvarine, bak- en braadproducten en frituurvetten en oliën De aandacht voor de rol van vetten in de voeding is de afgelopen periode toegenomen en in positieve zin veranderd. De afgelopen 10 jaar zijn veel productinnovaties doorgevoerd in margarines, halvarines, bak- en braadvetten en frituuroliën (uitbannen transvetzuren, forse verlaging van verzadigde vetzuren, introductie van vloeibare Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 17

margarine, introductie van margarine met cholesterolverlagende eigenschappen, introductie van vloeibare frituurvetten). Een belangrijk deel van de afzet van margarine en halvarine is bestemd voor West-Europa waar sprake is geweest van een verminderde vraag. Ondanks de verminderde vraag is sprake van een stijging van de margarine en halvarineproductie in Nederland als gevolg van productieconcentratie in Nederland. De Nederlandse productie van margarine ligt iets boven de 200.000 ton per jaar, terwijl er ongeveer 95.000 ton halvarines wordt gemaakt. De afgelopen vijf jaar is er een verschuiving opgetreden naar producten met een lager vetgehalte (halvarine vervangt margarine). De productie van bak-, braad- en frituurvetten laat een kleine groei zien. De productie is gestegen tot ongeveer 140.000 ton per jaar. Het binnenlands verbruik van margarine en halvarine is gedaald en verder concentreert de afzet zich op de Europese markt. Voor deze productgroepen is Duitsland de belangrijkste handelspartner, gevolgd door België en Frankrijk. De afzet buiten de EU is fors afgenomen. Er wordt zo n 60.000 ton naar landen buiten de EU uitgevoerd, met name bestemd voor Afrikaanse landen. Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 18

Bijlage c Trends en ontwikkelingen Op basis van de MVO Voorstudie en de Strategische Sessie met de MVO-sector in september 2009 worden in deze bijlage de belangrijkste internationale maatschappelijke trends en ontwikkelingen benoemd die de komende 10-20 jaar een impact hebben op de toekomst van de MVO-sector. Toename wereldbevolking Wereldbevolking zal toenemen van 6 miljard nu naar 9 miljard in 2050. Dit zal leiden tot een verdubbeling van de vraag naar oliezaden en dierlijke en plantaardige vetten en oliën in 2030. Het grootste deel van de groeiende vraag zal uit China en India komen. Verwachting is dat deze landen ondanks groei van de eigen productie tot ver na 2030 een groter aandeel in de wereldhandel (import) van zaden en oliën blijven houden. Hierdoor vormen deze landen voor oliehoudende zaden, dierlijk vet en olieproducerende landen de belangrijkste afzetmarkt. Toename van de welvaart De toename van de welvaart in vooral niet-westerse landen zal leiden tot een toenemende vraag naar eiwitrijk voedsel (o.a. vlees). Als gevolg van deze toename zal de wereldwijde vraag naar dierlijke en plantaardige oliën en vetten voor menselijke consumptie en via groeiende vraag naar eiwitrijk meel voor de veehouderijsector fors gaan toenemen. Klimaatverandering Klimaatveranderingen zullen naar verwachting leiden tot meer fluctuaties in weerpatronen (langere periodes van droogte afgewisseld met periodes met veel neerslag in korte tijd). Hierdoor zullen grotere variaties in oogsten ontstaan. Meer dan in het verleden zullen overschotperiodes worden afgewisseld met periodes met tekorten. De landbouwsector staat voor de uitdaging om door middel van efficiencyverbetering in de keten en de inzet van moderne technologieën (gemodificeerd zaad) de nadelige consequenties op te vangen. Klimaatverandering kan op lange termijn ook leiden tot structureel lagere opbrengsten in bestaande landbouwgebieden en groei van de opbrengst in noordelijk gelegen gebieden en dus verplaatsing van landbouwproductie. Klimaatverandering zal de roep om duurzame productie en consumptie (inclusief carbon footprint) de komende jaren versterken. Hoge prijzen van fossiele brandstoffen Door de groei van de bevolking, toename van de welvaart en afname van exploiteerbare beschikbare reserves is de beschikbaarheid van voldoende fossiele brandstoffen niet vanzelfsprekend. Verwachting is dat de prijzen aanzienlijk zullen stijgen. Volgens scenariostudies van het CPB kan dit leiden tot prijsstijgingen van 50 tot 100% in 2030 ten opzichte van de prijzen in 2004. Fossiele brandstoffen zijn een belangrijk onderdeel van de productiekosten van MVOproducten (voor productie grondstoffen, transport, verwerking, etc.). Hogere prijzen voor fossiele brandstoffen zullen leiden tot hogere kosten. Bedrijven zullen nog meer dan in het verleden de kosten voor energie in de keten willen reduceren. Schaarste aan en hogere prijzen van fossiele brandstoffen bieden echter ook mogelijkheden voor ontwikkeling van hernieuwbare biobrandstoffen en de biobased economy in zijn geheel. De vraag naar dierlijke en plantaardige oliën en vetten zal daardoor toenemen. Grotere druk op voorzieningszekerheid Europa afhankelijk van import De voorzieningzekerheid van MVO-grondstoffen komt als gevolg van toenemende wereldbevolking, groeiende welvaart, schaarste aan fossiele brandstoffen en opkomst van biobrandstoffen de komende jaren onder druk te staan. De groeiende vraag zal leiden tot uitbreiding van het aanbod in onder andere Oost- Europa, Azië en Zuid-Amerika. Het aanbod zal worden vergroot door areaaluitbreiding en productiviteitstijgingen (gewassen met hogere opbrengsten, zaden met meer olie). De stijging van de oliezadenproductie zal vooral plaatshebben in Brazilië, Rusland en Oekraïne. De mogelijkheden voor productiestijgingen van tropische oliën zullen zich vooral voordoen in Indonesië, Zuid-Amerika en (voor palmolie) Afrika. Europa zal voor zijn plantaardige oliën en vetten en eiwitbehoefte sterk afhankelijk blijven van importen. Sterke prijsschommelingen Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen is het de verwachting dat de prijzen voor de MVO-grondstoffen sterker zullen fluctueren dan voorheen het geval was. Onderliggende oorzaken zoals klimaatverandering, groeiende wereldbevolking en welvaart, sterke Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 19

fluctuaties in de olieprijs en lagere voorraadniveaus zullen leiden tot een hogere gemiddelde prijs en sterkere prijsschommelingen voor zaden en oliën dan we in de afgelopen decennia gewend waren. Hogere grondstofprijzen hebben grote consequenties voor het benodigde werkkapitaal in de gehele MVO-keten. Globalisering en voortschrijdende handelsliberalisatie Ondanks signalen van overheden en maatschappelijke organisaties wijzend op protectionistische maatregelen en/of lokale productie zullen globalisering en voortschrijdende handelsliberalisatie een belangrijke invloed hebben op de MVO-sector. De in het kader van de WTO (Doha Ronde) beoogde verdere liberalisering van de mondiale handel, in het bijzonder de sterke wereldwijde verlaging van invoerrechten op plantaardige oliën en vetten, zal de internationale handel in deze producten op middellange termijn een sterke impuls geven. Regionale en bilaterale vrijhandelsinitiatieven van de EU met een reeks van derde landen die een sterke positie hebben op de internationale markt voor oliezaden, oliën en vetten (w.o. Oekraïne, Russische Federatie, Mercosur- en Asean-landen) zullen deze ontwikkeling verder versterken. Deze ontwikkelingen zullen leiden tot andere concurrentieverhoudingen tussen productieregio s, verschuiving van productie, en toenemende concurrentie en handel. In dit kader is belangrijk op te merken dat de EU ook in de komende periode voor haar eiwitbehoefte sterk afhankelijk zal blijven van de invoer van sojaproducten uit derde landen (m.n. Noord- en Zuid-Amerika) die momenteel circa 75% van de Europese eiwitbehoefte voor hun rekening nemen. Het stimuleren van alternatieve gewassen binnen Europa zal procentueel weinig effect hebben op de importen. Duurzame productie en consumptie Onder invloed van discussies rondom klimaatveranderingen en schaarste aan grondstoffen en ondersteund door maatschappelijke ontwikkelingen (toenemend overheidsbeleid, activiteiten van maatschappelijke en consumentenorganisaties) zal de vraag naar duurzame productie en consumptie de komende jaren fors toenemen. Het gaat hier dan vooral om: Duurzame productie van grondstoffen / consumptie van duurzame eindproducten Er is in Europa maar zeker ook internationaal een groeiende groep consumenten, maatschappelijke organisatie en overheden die duurzamer wil inkopen. Er zal de komende jaren dan ook meer vraag zijn naar duurzame eindproducten en informatie over de wijze waarop de producten zijn geproduceerd. Duurzaamheidsaspecten van de primaire productie van agrarische grondstoffen krijgen meer aandacht. Zo is er een groeiende belangstelling voor het beperken van het verlies aan biodiversiteit, zorgen omtrent kinderarbeid en andere sociale misstanden of aspecten rechtstreeks gerelateerd aan de productie zoals vermindering gebruik pesticiden, dierenwelzijn, vermindering contaminanten en erosiegevoeligheid van de teelt. Tevens komt er meer aandacht voor het meer lokaal sourcen van grondstoffen (Europa zelfvoorzienend voor wat betreft eiwitvoorziening?). De consumptie van meer duurzame eindproducten zal toenemen. Op korte termijn is het reëel te verwachten dat de levensmiddelenindustrie en andere eindgebruikers van oliën en vetten minder duurzaam geachte grondstoffen (o.a. palmolie) zullen proberen te vermijden in hun producten. Verduurzaming van de bedrijfsvoering: Naast aandacht voor de primaire sector zal er ook steeds meer gekeken worden naar de verduurzaming van de industriële activiteiten, mede ook door de verwachte hogere prijzen voor fossiele brandstoffen. Speciale aandacht valt te verwachten op onderwerpen zoals energiebesparing, transportkilometers, vermindering CO 2 -footprint, strengere milieueisen t.a.v. afvalwater (temperatuur en stofconcentraties), lucht (fijnstof, vluchtige organische stoffen), geur- en geluidsoverlast. Onder invloed van strengere Europese wetgeving op het gebied van milieu worden er steeds meer eisen gesteld aan de productielocaties in Nederland maar ook in andere delen van Europa (incl. voormalig Oost-Europa). Vermindering en hergebruik van afval (sluiten van de kring): Het verminderen en hergebruiken van afval heeft economische en milieuvoordelen. Tevens krijgt het steeds meer maatschappelijke en politieke aandacht. Op het gebied van het sluiten van de keten zijn nieuwe ontwikkelingen te verwachten. Te denken valt aan meer aandacht voor het vermindering van restafval (verpakkingsbelasting) en hergebruik (bijvoorbeeld dierlijk vet, recyclen van frituurvet). Bovengenoemde ontwikkelingen ten aanzien van duurzame productie en consumptie zullen geschieden onder druk van overheden (verpakkingsbelasting, Toekomstvisie Productschap MVO 2011 2015 20