UITLOKKEN VAN ONBEWUST MOTORISCH LEREN MARJAN KOK (M.J.KOK@VU.NL) 1 Hoe krijg je studenten in beweging? Congres 2015
DOELEN WORKSHOP Na deze workshop kunt u uitleggen wat: het onderwerp motorisch leren inhoudt; het verschil is tussen bewust (expliciet) en onbewust (impliciet) leren; de voor- en nadelen zijn van een bewust en onbewust leerproces Na deze workshop kunt u uitleggen hoe: met behulp van diverse leermethoden een (meer) onbewust leerproces uitgelokt kan worden. 2
PROGRAMMA motorisch leerproces expliciet en impliciet leren uitlokken van impliciet leren analogie leren externe focus manipuleren taak (dwingend vormgeving bewegingssitua^e) foutloos leren differen^eel leren # 3 Het Hoe begint krijg je met studenten een idee in beweging? Congres 2015 3 Het begint met een idee
BEWEGINGSSTURING 5
WAT IS MOTORISCH LEREN? Leren: een proces dat leidt tot rela%ef duurzame veranderingen in het gedrag(spoten^eel) als gevolg van specifieke ervaringen met de omgeving (Schmidt & Lee, 2005) 6
RETENTIE EN TRANSFER 7
MOTORISCH LEERPROCES TRADITIONEEL MODEL (FITTS & POSNER, 1967) 8
EXPLICIET EN IMPLICIET LEREN Is de beweger zicht ^jdens het leerproces bewust van het hoe van het bewegen? Ja? à Expliciet (bewust) leren de beweger doet kennis op die hij expliciet kan verwoorden Nee? à Impliciet (onbewust) leren de beweger doet impliciete kennis op die hij niet kan verwoorden 9
EXPLICIET EN IMPLICIET LEREN 10
VOORDELEN EXPLICIET EN IMPLICIET LEREN Expliciet leren Ø Sneller oefenresultaat? Impliciet leren Ø Geleerde is beter bestand tegen stress (Masters, 1992) Ø Geleerde is beter bestand tegen vermoeidheid (Poolton et al., 2007; Masters et al., 2008) Ø Aandacht over voor andere aspecten 11
ZO MOET HET NIET.. 12 Schmidt & Wrisberg (2008)
IMPLICIET LEREN METHODEN De trainer- coach/docent als crea^eve vertaler: 1. Analogie leren (Liao &Masters, 2001; Lam et al., 2009) 2. Externe focus van aandacht ^jdens leerproces 3. Manipuleren taak (ontwerpen dwingende bewegingssitua^e) De trainer- coach/docent als crea^eve ontwerper: 3. Manipuleren taak (ontwerpen dwingende bewegingssitua^e) 4. Foutloos leren Ø (Maxwell et al, 2001; Poolton et al. 2007; Masters et al. 2008) 5. Differen^eel leren 1 en 4 zijn bewezen impliciete methoden, 2, 3 en 5 veronderstelde impliciete methoden 13
CASUS EIGEN PRAKTIJK 1. Kennis over bewegen Kennis over de leerlingen/ sporters 14
CASUS Bewegingsuitdaging (wat?) Twee rotaties breedteas in vluchtfase Succesfactoren voor bewegingsoplossing (hoe?) Zo snel mogelijk rotatie inzetten (schouders naar achteren/ beneden) Zo klein mogelijk maken Wat (instructie of feedback) hoor je jezelf het vaakst zeggen? Letterlijk! 15
ANALOGIE LEREN Gebruik maken van beeldspraak: Ø Krach^ge bewegingsregel Ø Vat meerdere aandachtspunten samen Ø Spreekt tot de verbeelding (doe alsof..) 16
ANALOGIE LEREN VOORBEELDEN 17 tafeltennis backhand tafeltennis topspin tafeltennis verdedigen volleybalsmash zwemmen: ligging in het water aannemen bal in hockey grip in het hockey drijven in het hockey sprinpraining Doe alsof je.. een frisbee werpt; Iemand over zijn bol aait; met een mes hakt; met pijl en boog schiet; een high- five maakt (strakke hand); Een plank bent; een dakje maakt voor de bal; een kniebuiging maakt voor de koning; een pannenkoekenpan vasthoudt; op je horloge kijkt; onder een laag plafond loopt In een plas stampt en zoveel mogelijk water moet laten opspapen; je met een touwtje omhoog getrokken wordt.
INTERNE EN EXTERNE FOCUS VAN AANDACHT Interne focus: focus van de beweger is gericht op de bewegingsuitvoering (lichaam) Externe focus: Focus van de beweger is gericht op het bewegingsresultaat (effect van de beweging op de omgeving) 18
EERSTE STUDIES EXTERNE FOCUS VAN AANDACHT (1) (WULF E.A. 1998) Ski- simulator: Interne focus: aandacht op voeten Externe focus: aandacht op wielen plaqorm Controle- groep: geen focus- instruc^es 19
EFFICIËNTE BEWEGINGSSTURING BIJ EXTERNE FOCUS Zachry e.a.(2005) Nemen van een vrije worp Interne focus: aandacht op polsbeweging Externe focus: aandacht op basket 20
EFFECTIVITEIT EXTERNE FOCUS VAN AANDACHT Brede eviden^e: Balanstaken Miktaken Springen Lijkt vooral effectvol bij complexe taken (Marchant, e.a. 2011) weinig asankelijk van individuele voorkeur (Wulf e.a., 2001) effec^ef voor beginners en gevorderden 21
UITLOKKEN EXTERNE FOCUS Op welke manier kan een externe focus uitgelokt worden? instruc^e opdracht arrangement 22
CASUS: VERTALEN NAAR ANALOGIE EN EXTERNE FOCUS 1. Kennis over bewegen Kennis over de leerlingen/sporters Kun je succesfactoren vanuit de casus vertalen naar: Analogie leren? Externe focus? 3. Creativiteit 2. Wetenschappe lijke kennis motorisch leren 23
CONSTRAINTS- LED APPROACH Persoon Bewegingsuitvoering Hands- off benadering Bewegingsuitvoering en leerproces faciliteren door manipula^e taak- factoren Taak Omgeving 24
MANIPULEREN TAAKFACTOREN Veranderen van: spe(e)lregels/opdracht de ruimte materiaal 25
MANIPULEREN TAAKFACTOREN VOORBEELD UIT HET VOLLEYBAL smash: hoge ac^e onderhands: lage ac^e posi^espel strakke service gaten in opstelling tegenstander zien snel spel lange afstanden felle armzwaai ^jdens smash laatste moment in ac^e kunnen komen over obstakel smashen onder het net doorspelen met een stuit over korte afstand extra bal in het veld, die op eigen helv moet blijven lijn spannen aan antennes bal mag 1 keer door het team geraakt worden korte afstanden spelen met een stuit ( tennisregels ) kleine ballen wegwerpen ^jdens sprongfase touwtje springen tussen balcontacten; rekensommen voor aantal vingers; 26
MANIPULEREN TAAK 1. Sportspecifieke kennis Kennis van de sporter Kun je de oefensitua^e zo ontwerpen dat de beweger uitgelokt wordt succesfactoren uit te voeren? 3. Creativiteit 2. Wetenschappel ijke kennis (motorisch leren) 27
PROGRAMMA motorisch leerproces expliciet en impliciet leren uitlokken van impliciet leren analogie leren externe focus manipuleren taak (dwingend vormgeving bewegingssitua^e) foutloos leren differen^eel leren # 28 Het Hoe begint krijg je met studenten een idee in beweging? Congres 2015 28 Het begint met een idee
29 Faculteit der Bewegingswetenschappen