Jaarverslag en Jaarrekening 2013

Vergelijkbare documenten
Jaarverslag en Jaarrekening 2012

: agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: juni 2015

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Algemeen Bestuur 9 juli Agendapunt 4. Onderwerp Jaarplan 2015 en gewijzigde Begroting 2015.

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12

Dagelijks Bestuur 10 april Agendapunt 3. Onderwerp Jaarverslag en Jaarrekening 2014, versie DB.

Raadsmededeling - Openbaar

Gewijzigde begroting 2015 Breed als zelfstandige GR, geen onderdeel Werkbedrijf

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Eerste Kwartaal verslag

Meerjarenbegroting. 22 april 2014, definitieve conceptversie

Jaarplan & Begroting. Conceptversie DB d.d. 9 oktober 2015

BEGROTING bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis

uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: juni 2014

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013

3 e Tussenrapportage Transitie Hameland. Bestuursrapportage 1 e kwartaal 2016

5 e Tussenrapportage Transitie Hameland. Bestuursrapportage 3 e kwartaal 2016

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

Oplegnotitie begroting 2017

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR

Financieel verslag Derde Kwartaal d.d. 13 december DSW Rijswijk en omstreken

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Coen van Hoorn raad

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

B&W Vergadering. Dossiernummer 1637 Vertrouwelijk Vergaderdatum 25 april 2017 Agendapunt Zaaknummer Gemeenteraad

2014 In cijfers SOCIALE WERKVOORZIENING

Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Raadsvoorstel Nummer:

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Concept Advies. Begroting 2015 Gemeenschappelijke Regeling BREED

Portefeuillehouder van der Laan Datum collegebesluit 28 april 2015 Opsteller Cor Tiemersma Registratie GF Agendapunt

On-line versie IROKO Rekenmodel Participatiebudget: maak uw eigen Wat als analyses

Subsidieresultaat A V. NTW (netto toegevoegde waarde) B

Aa en Hunze, Assen, Hoogeveen, Midden-Drenthe, Tynaarlo en De Wolden

Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt!

Ingekomen stukken. Vergadering : 22 januari 2015

Managementsamenvatting

Financieel economisch verslag

BEGROTING 2015 WERKVOORZIENINGSSCHAP ZUID-KENNEMERLAND

De raad van de gemeente Emmen Ontwikkeling, Beleid en Directiestaf. uw kenmerk bijlage behandeld door M.J. Visser

Raadsinformatieavond. dinsdag 22 april Transitieplan UW

Overeenkomst over wijziging van de uitvoering van de WSW i.v.m. de toetreding van de gemeente Aalten tot de GR Laborijn per 1 januari 2017

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Managementsamenvatting

Afwijking Prognose vs Begroting

Begroting 2017 NV Empatec

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Financieel verslag 2017

Eerste Kamer der Staten-Generaal

RAADSINFORMATIEBRIEF 12R R.00167

Onderwerp: Conceptbegroting 2012 van het Werkvoorzieningschap Weert e.o. De Risse en De Risse Holding BV.

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Behandeld door: J.Woltersd.d Afdeling/Cluster: SEM Telefoonnr.

Voorstel raad en raadsbesluit

Financiële vertaling Bestuursakkoord

op grond van het bepaalde in artikel 10:4 Awb instemming benodigd is met het mandaat. Wet sociale werkvoorziening

Benchmark laat zien: betere bedrijfsprestatie en doorstroming dan landelijk gemiddelde, maar ook hogere lonen en hoger ziekteverzuim

Subsidieresultaat A V. NTW (netto toegevoegde waarde) B N

VOORGESCHIEDENIS / WAT IS ER AAN DE HAND?

Raadsvoorstel nr.: Raad d.d.: Portefeuillehouder: J.A. de Boer Budgethouder: W.J. Krijgsman Registratienummer:

7 e Tussenrapportage Transitie Hameland

2 e Tussenrapportage Transitie Hameland

Doetinchem, 15 juni 2018

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

De missie van DZB en de Wet werken naar vermogen

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Inhoud. Voorwoord 5. Begroting NTW overzicht per bedrijf 10. Begrote investeringen [3]

JAARSTUKKEN Stichting De Wissel

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

De werkschijf van 5. Hoe werkt IBN? 190 mm. 240 mm. IBN Postbus AR Uden T F E info@ibn.nl I

Onderwerp: Dienstverleningsovereenkomst en begroting Werkplein Fivelingo 2018

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld kennis te nemen van het jaarverslag en de jaarrekening 2017 van Werkplein Fivelingo.

Een financieel toekomstperspectief voor het sw-bedrijf na 2013

2. De van het rijk ontvangen bonus begeleid werken over 2011 ter hoogte van aan Breed verstrekken.

BEGROTING Werkvoorzieningschap De Sluis

Een financieel toekomstperspectief voor het sw-bedrijf na 2013

t ^ nveq.íĩ? ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^- ^

Coen van Hoorn raad

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Transitieplan Hameland

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

Trots op onze medewerkers!

Bijlage 1 : Beschut werk

BaanStede. Denkt mee. Werkt mee.

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Zienswijze op Transitieplan Toekomst Breed. Vergadering Datum Agendapunt Rondetafelgesprek 19 maart Raad 29 maart 2012

Datum: Bestuur Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten. Onderwerp: Begroting 2017

YISSeGROE. Holding b.v. PASSIE VOOR MENS EN WERK VAN RISSE GROEP. directie. Weert, 21juli Geachte Gemeenteraad,

Notitie. Deze notitie is bedoeld voor de 12 deelnemende gemeenten in de gezamenlijke communicatie naar hun raden toe.

Transcriptie:

Jaarverslag en Jaarrekening Lichtenvoorde, versie AB d.d. 22 april 2014

Personalia Bestuur, directie en management Algemeen Bestuur Gemeente Berkelland de heer J.B. Boer voorzitter Gemeente Berkelland de heer F.H.C. Mulkens Gemeente Berkelland de heer L.J.H. Scharenborg Gemeente Aalten de heer J. Teeuwsen Gemeente Aalten de heer H.J. Rijks Gemeente Haaksbergen de heer J.M. van Rees Vicevoorzitter Gemeente Oost Gelre de heer K.J.M. Bonsen Gemeente Oost Gelre de heer R.H.M. Hoijtink Gemeente Winterswijk mevrouw I.G. Saris Gemeente Winterswijk de heer G.J.W. te Gronde Hameland de heer H. Wullink Secretaris Tot 23 april fungeerde de heer Teeuwsen als voorzitter en de heer Boer als vicevoorzitter. Vanaf 23 april fungeert de heer Boer als voorzitter en de heer Van Rees als vicevoorzitter. Dagelijks Bestuur Gemeente Berkelland Gemeente Aalten Gemeente Haaksbergen Gemeente Oost Gelre Gemeente Winterswijk de heer J.B. Boer de heer H.J. Rijks de heer J.M. van Rees de heer K.J.M. Bonsen mevrouw I.G. Saris Tot 23 april fungeerde de heer Teeuwsen als DB-lid, vanaf 23 april is zijn plaats ingenomen door de heer Rijks. Directie en management Algemeen directeur Manager serviceorganisatie & werken Manager ontwikkelen de heer H. Wullink de heer H.G.G. Engelberts mevrouw G.T.H. Nijstad

Voorwoord Na de eind 2012 doorgevoerde personele reorganisatie is Hameland in volledig afgeslankt gestart met het verbeteren van haar kerntaak: het aan het werk krijgen en houden van de 1.550 sw-medewerkers. Er is ten eerste veel energie gestoken in het goed in beeld brengen van de kwaliteiten van onze sw-medewerkers. Veel van hen beschikken inmiddels over een actueel medewerkersprofiel en indien relevant is er een begeleidingskaart opgesteld. Deze kaart geeft concrete handvatten voor de juiste begeleiding op de werkvloer. Ten tweede is de bemiddelingstak geprofessionaliseerd. De jobhunters werken vanuit drie rayons en proberen zoveel mogelijk passende vacatures uit de markt te halen. Dit was in niet eenvoudig, maar is toch goed gelukt met ruim 300 nieuwe plaatsingen. Ten derde richten de werkcoaches zich op een adequate begeleiding van de sw-medewerker. Deze begeleiding wordt vormgegeven aan de hand van het trajectplan. Eind beschikte 85% van de sw-medewerkers over zo n trajectplan. Een prima resultaat. Maar er gebeurde nog meer in. Het jaar begon onrustig met de verhuizing van de groep beschut werken van Aalten naar Lichtenvoorde. En doordat Hameland in te maken had met een teruglopend aantal detacheringen, werd de druk op de centrale locatie in de loop van steeds groter. Het was druk en er was niet altijd voldoende werk voor de sw-medewerkers. Dat leidde logischerwijs tot ontevredenheid en is ook ten dele een verklaring voor het hoge ziekteverzuim. In september hebben we extra capaciteit aangetrokken ten behoeve van het binnenhalen van voldoende werkpakketten voor onze sw-medewerkers op de centrale locatie. Na enkele maanden zijn op dit gebied de resultaten verbeterd, waardoor er gelukkig weer meer te doen is voor de medewerkers van werken binnen. Daarnaast is eind ook de detacheringsmarkt aangetrokken en zijn er verschillende detacheringen gerealiseerd. We hebben voldoende signalen dat de vraag naar ons personeel in 2014 groter zal zijn dan in, dus dat is een positief vooruitzicht. was ook het jaar dat we ons (voorzichtig) hebben voorbereid op de nieuwe Participatiewet. Het landelijke politieke klimaat bleef onrustig en door de ervaringen in de afgelopen jaren was ons credo: eerst maar eens zien wat er wordt besloten, daarna gaan we wel in de versnelling. Eind is het wetsvoorstel dan toch voorgelegd aan de Tweede Kamer en inmiddels weten we dat de resterende besluitvorming in de Eerste Kamer hoogstwaarschijnlijk niet meer tot uitstel zal leiden. Op 1 januari 2015 wordt de nieuwe wet ingevoerd en sluit gelijktijdig de instroom in de Wet sociale werkvoorziening. Medio heeft het Dagelijks Bestuur de notitie Hameland in transitie, een nieuwe horizon opgesteld. In deze notitie wordt de huidige koers bestendigd (iedereen aan de slag, zo regulier mogelijk) en wordt aangegeven dat Hameland meebeweegt met de gemeenten. Die gemeenten willen niet gezamenlijk de Participatiewet uitvoeren, waardoor Hameland niet wordt gezien als hét vehikel in de uitvoering. De kennis en kunde van Hameland mag echter niet verloren gaan, dus gaan we een transitie in naar nieuwe organisatievormen en op termijn een ontmanteling van de gemeenschappelijke regeling Hameland. Tot slot van dit voorwoord sta ik stil bij de financiën. We begonnen met een begroot tekort van 6,1 miljoen. Doordat een aanzienlijk deel van de reorganisatiekosten al eind 2012 was ingeboekt en het subsidieresultaat - door een positieve bijstelling van het subsidiebedrag vanuit de rijksoverheid - veel minder negatief zou uitvallen, is de begroting gewijzigd naar een verwacht tekort van 3,9 miljoen. Uiteindelijk is Hameland uitgekomen op een tekort van 2,5 miljoen (zie ook tabel in paragraaf 2.4 op pagina 15). Hierbij dient te worden opgemerkt dat met dit tekort de reorganisatie van eind 2012 in financiële zin is afgewikkeld. De reservering in de meerjarenbegroting van 0,575 miljoen in 2014 komt hiermee dan ook te vervallen. Het tekort wordt veroorzaakt door de reorganisatiekosten ( 2,5 miljoen) enerzijds en het subsidieresultaat ( 1,7 miljoen) anderzijds. Tegenover deze negatieve posten staat ten eerste de gemeentelijke bijdrage. Deze is in door Hameland voor de laatste keer ontvangen ( 750 per SE; totaal 1,048 miljoen). Ten tweede is het operationeel resultaat uitgekomen op 746.000. Dit saldo van opbrengsten en kosten is, in tegenstelling tot het subsidieresultaat, direct door Hameland te beïnvloeden. Komend jaar zijn er zoals gezegd geen reorganisatiekosten meer en resteert dus alleen nog het negatieve subsidieresultaat. Dit zal deels door het operationeel resultaat worden gecompenseerd maar een positief eindresultaat is helaas nog geen reëel scenario. Neemt niet weg dat Hameland in weer goede stappen heeft gezet. Een compliment aan alle medewerkers van Hameland is dan ook op zijn plaats! Algemeen Bestuur, J.B. Boer, voorzitter

Inhoudsopgave Personalia Bestuur en Directie Voorwoord 1. Hameland in transitie 5 2. Programmaverantwoording arbeidsontwikkeling 7 2.1 Sw-medewerkers 7 2.1.1 Volumeontwikkeling 7 2.1.2 Plaatsingen 8 2.1.3 Arbeidsontwikkeling 8 2.1.4 Ziekteverzuim 10 2.1.5 Onder- en bovengrenzers 10 2.1.6 Bedrijfsvoering 11 2.2 Taakstelling en wachtlijst 12 2.3 Overige activiteiten 14 2.4 Financieel beleid 15 3. Verplichte Paragrafen 20 3.1 Weerstandsvermogen 20 3.2 Financiering 20 3.3 Verbonden partijen 22 3.4 Bedrijfsvoering 23 4. Jaarrekening 26 Bijlagen 4.1 Balans per 31 december 26 4.2 Programmarekening arbeidsontwikkeling 27 4.3 Kasstroomoverzicht over 28 4.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 28 4.4.1 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening 28 4.4.2 Balans 29 4.4.3 Programmarekening 30 4.5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 31 4.5.1 Activa 31 4.5.2 Passiva 33 4.6 Toelichting op de onderscheiden posten van de programmarekening arbeidsontwikkeling 35 1. Normenkader en controletoleranties 2. Sisa Wsw 3. Controleverklaring accountant

1. Hameland in transitie In de periode 2010-2012 heeft Hameland aan de hand van het plan Hameland Fundamenteel Anders (HFA) een enorme herstructureringsoperatie uitgevoerd. Wij zijn getransformeerd van productiebedrijf naar arbeidsontwikkelbedrijf. Begin is vervolgens nagedacht over het vaststellen van een nieuwe koers. De leden van het Dagelijks Bestuur hebben hierover samen met de algemeen directeur intensief gesproken. Ook gemeentelijke adviseurs zijn hierbij betrokken geweest. Dit heeft medio april geresulteerd in de notitie Hameland in transitie, een nieuwe horizon. Na consultatie van de Colleges van Burgemeester en Wethouders en de Gemeenteraden is de notitie in september door het Dagelijks Bestuur van Hameland vastgesteld. Het nadenken over de nieuwe koers van Hameland is eigenlijk al begin 2011 gestart. Reden hiervoor was het vooruitzicht dat de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) zou ophouden te bestaan. Aangezien het bestaansrecht van Hameland grotendeels wordt ontleend aan de Wsw is het niet meer dan logisch dat wij proberen in te spelen op aanstaande wetswijzigingen. Toch heeft het Dagelijks Bestuur in geconcludeerd dat we, voor zover mogelijk, autonoom onze koers dienen te bepalen. Deze conclusie is getrokken op basis van onze ervaringen in de afgelopen jaren. In 2011 en 2012 hadden we namelijk het vooruitzicht op de Wet Werken Naar Vermogen (WWNV) en werd er een herstructureringsfaciliteit van - in ons geval - 6,4 miljoen beschikbaar gesteld. Dit ging niet door als gevolg van de val van het kabinet Rutte I en het daarna gesloten voorjaarsakkoord van 2012. Vervolgens werd in het najaar van 2012 het regeerakkoord van Rutte II gepresenteerd, met daarin opgenomen de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2014. De hoofdlijnen van deze wet zouden overeenkomen met de concepttekst van de WWNV. Maar de Staatssecretaris heeft op basis van het gesloten sociaal akkoord van werkgevers- en werknemersorganisaties weer diverse zaken aangepast. Ook later in, na het begrotingsakkoord voor 2014, zijn er weer aspecten in de Participatiewet gewijzigd. Het Dagelijks Bestuur van Hameland heeft geconcludeerd dat inspelen op wetswijzigingen voor de hand ligt maar ook dat het niet allesbepalend moet zijn. Reden voor het Dagelijks Bestuur van Hameland vooral uit te gaan van de eigen behoefte en de eigen kracht. In de notitie Hameland in transitie, een nieuwe horizon is en blijft de sociale werkvoorziening de basis van de gemeenschappelijke regeling Hameland. Deze doelgroep dient gewoon te worden bediend, Participatiewet of niet. Hameland legt haar focus op de kerntaak: het aan het werk krijgen en houden van nu nog 1.500 sw-medewerkers. Dat doet Hameland door een goed inzicht in de kwaliteiten van de mensen te krijgen, een goede match dankzij met name detacheringen bij reguliere werkgevers en een adequate begeleiding aan de hand van een trajectplan. Verder is duidelijk dat de gemeenten in transitie zijn - gelet op de uitbreiding van het gemeentelijke takenpakket dat voor de toekomst is voorzien - en dat dit voor Hameland betekent dat zij dient aan te sluiten bij de veranderende behoefte van de gemeenten. In bleek dat de vijf gemeenten niet gezamenlijk de nieuwe doelgroep van de Participatiewet bij Hameland willen onderbrengen. Gemeenten kunnen er wel voor kiezen onderdelen van Hameland in te zetten. Dat wordt in principe niet gedaan onder de vlag van de gemeenschappelijke regeling. Zo zullen er nieuwe entiteiten ontstaan vanuit nieuwe samenwerkingen. Een belangrijk uitgangspunt is dat de opgebouwde expertise van Hameland niet verloren gaat. Binnen enkele jaren kan dit er toe leiden dat onderdelen van Hameland buiten de gemeenschappelijke regeling worden geplaatst in een andere entiteit (publiek- dan wel privaatrechtelijk) en dat er onvoldoende bestaansrecht van de gemeenschappelijke regeling zal zijn. Op basis van deze horizon is een plan van aanpak opgesteld, dat voor de jaren - 2016 een aantal aandachtspunten benoemt. Hierna zijn deze aandachtspunten puntsgewijs weergegeven: verrekening tekort in gemeenschappelijke regeling reeds besloten, vanaf mogelijke vervreemding Hacron en Hameland Facilitair eind 1 meewerken aan maatwerkoplossingen (ongeveer 20%) en 2014 meewerken aan lokale invulling afdeling beschut werken en 2014 mogelijk separaat organiseren van de afdeling beschut werken 2015 standpunten gemeenten vertalen in definitief toekomstbeeld Hameland 2015 Al deze stappen dienen te worden bezien in het licht van de daling van het aantal sw-medewerkers. Uitgaande van de Participatiewet stopt de instroom in de Wet sociale werkvoorziening per 1 januari 2015. Tot en met 2018 stromen, op basis van een schatting, 1 De beslissing hierover zal in 2014 worden genomen. Hameland 5

afgerond 350 sw-medewerkers uit en daalt de populatie naar 1.100 sw-medewerkers. Dit is een daling van afgerond 25%. Op basis van deze aandachtspunten vaart Hameland dus voor zover mogelijk haar eigen koers. Een koers die is gebaseerd op de huidige opdracht, de lokale behoeften van de gemeenten en de doorontwikkeling die Hameland in de afgelopen jaren al heeft doorgemaakt. De houdbaarheid van de beschreven koers is daarbij logischerwijs afhankelijk van de mogelijke wijzigingen in de landelijke wetgeving. Met het vaststellen van de Participatiewet in de Tweede Kamer begin 2014 en een naar verwachting geruisloze besluitvorming in de Eerste Kamer, zullen de gemeenten na de gemeenteraadsverkiezingen besluiten op welke wijze zij de Participatiewet willen uitvoeren. Deze besluitvorming kan mogelijk zorgen voor het bijstellen van de hiervoor beschreven koers. Hameland 6

2. Programmaverantwoording arbeidsontwikkeling Na de personele reorganisatie van eind 2012 is in hard gewerkt het kwalitatief verder verbeteren van het arbeidsontwikkelbedrijf. In dit hoofdstuk gaan we in op onder meer de volumeontwikkeling en de arbeidsontwikkeling van de sw-medewerkers, het ziekteverzuim, de taakstelling en de wachtlijst, de overige activiteiten (onder meer de re-integratie van andere doelgroepen) en het financieel beleid. 2.1 Sw-medewerkers 2.1.1 Volumeontwikkeling Hieronder wordt de volumeontwikkeling van het aantal sw-medewerkers weergegeven. Hierbij zijn we uitgegaan van de indeling werken binnen en werken buiten. Bij werken buiten maken we een onderverdeling in groepsdetacheringen, individuele detacheringen, de joint ventures en begeleid werken. Onderdeel 2 2012 Verschil Pers. Fte Pers. Fte Pers. Fte Werken Binnen 625 526,8 671 562,8 46 36,0 Werken Buiten: 944 857,2 840 765,4-104 -91,8 - waarvan groepsdetachering 350 327,6 320 303,4-30 -24,2 - waarvan joint ventures 347 316,1 306 279,1-41 -37,0 - waarvan individ. detachering 207 180,2 172 149,1-35 -31,1 - waarvan begeleid werken 40 33,3 42 33,8 2 0,5 Overig 3 18 15,5 40 34,8 21 19,3 Totaal 1.587 1.399,5 1.551 1.363,0-37 -36,5 Het totaal aantal fte sw-medewerkers is gedaald van 1.399,5 fte naar 1.363,0 fte. Dit is een geringe daling, wat te maken heeft met het redelijk op peil blijven van de gemeentelijke taakstelling (zie paragraaf 2.2). Wat opvalt is de daling van het aantal fte dat buiten aan het werk is. Uitgezonderd het aantal fte begeleid werken laten alle onderdelen hier een daling zien. Logischerwijs is hierdoor ook het aantal sw-medewerkers gestegen dat op de centrale locatie in Lichtenvoorde moest worden opgevangen. Deze trend is al in 2012 ingezet en heeft Hameland heel parten gespeeld. De daling van het aantal werkplekken bij reguliere werkgevers heeft met name verband met de economische crisis waarin Nederland zich bevond. Eind en begin 2014 heeft Hameland de vraag naar personeel weer zien aantrekken. Daarnaast is in de focus gelegd op het investeren in een duurzame relatie met onze opdrachtgevers en dit betaalt zich uit. Inmiddels is al een aanzienlijk aantal nieuwe detacheringsplekken voor onze sw-medewerkers gerealiseerd. Het aantal fte bij werken binnen is hierdoor gedaald van 562,7 fte (eind, 671 personen) naar 499,4 fte (eind februari 2014, 609 personen). De terugloop van het aantal detacheringen betekende enerzijds extra druk op het werkbedrijf en anderzijds veel werk voor de werkcoaches en de jobhunters. Wisseling van werkplek betekent immers een begeleidingsinspanning en er dienden veel sw-medewerkers bemiddeld te worden naar een nieuwe werkplek. Ook de administratieve ondersteuning is door de vele wisselingen in extra belast. Hierna staan we specifiek stil bij het aantal gerealiseerde plaatsingen. 2 In 2012 kende Hameland nog de categorie werken op locatie (80,1 fte). Dit betrof catering en post. Post is eind 2012 een groepsdetachering geworden. Derhalve is de rubriek werken op locatie niet meer opgenomen. De formatie van Post (50,8 fte) is toegevoegd aan groepsdetachering, de formatie van catering (29,3 fte) is opgenomen bij Werken Binnen. 3 Sw-medewerkers die een kaderfunctie bekleden en niet-beïnvloedbare zieken. Hameland 7

2.1.2 Plaatsingen Hameland is meer en meer een detacheringsbedrijf. Onze dienstverlening bestaat uit het invullen van capaciteitsvraagstukken van andere werkgevers. Wij streven naar duurzame plaatsingen, maar gelet op de economische crisis was dit in erg lastig. Zoals hiervoor al is aangegeven, heeft Hameland te maken gehad met een terugloop aan detacheringen. Dit betekent niet dat we hebben stil gezeten. Sterker nog, in heel hebben we meer dan 300 plaatsingen gerealiseerd (dit betreft een nieuwe indicator, daarom geen resultaat 2012): Indicator Doelstelling Aantal plaatsingen sw-medewerkers 319 Rond de 100 Ondanks de aanhoudende economische tegenwind heeft Hameland in 319 plaatsingen gerealiseerd. Dit betekent dat de doelstelling voor van rond de 100 plaatsingen ruim is gerealiseerd. Helaas moesten echter ook veel detacheringen worden beëindigd. Het gerealiseerde aantal van 319 plaatsingen is daardoor dus helaas niet afdoende geweest om het aantal gedetacheerde sw-medewerkers op peil te houden. Per categorie is het aantal geplaatste medewerkers als volgt: individuele detachering 100 groepsdetachering 197 joint ventures 14 begeleid werken 8 ------ totaal 319 Bovenstaande geeft aan hoe bewerkelijk het werkveld van Hameland is. Vacatures moeten worden binnengehaald uit de markt en de sw-medewerkers moeten worden gekoppeld aan de vacature (rol jobhunter en matchingsfunctionaris). Vervolgens betekent iedere plaatsing afstemming tussen sw-medewerker, werkcoach, jobhunter en werkgever. Ook administratief dienen er diverse zaken te worden geregeld. Uiteraard betekent ook het stoppen van een detacheringsplek het nodige: de sw-medewerker krijgt te maken met een andere werkplek en hierin dient qua begeleiding (werkcoach) en qua administratie weer het nodige te gebeuren. 2.1.3 Arbeidsontwikkeling Intake In is, na de reorganisatie van 2012, vanuit nieuwe functies gewerkt aan de taakgebieden onderzoek en advies, re-integratie en arbeidsgewenning, coachen en trainen, en opleiden. Voor het jaarplan is een viertal doelstellingen opgesteld, waarbij is aangegeven dat als leerjaar zou worden gebruikt. De doelstellingen, die hieronder worden toegelicht, kennen dan ook geen referentiekader op basis van voorgaande jaren. Aantal medewerkersprofielen Geschat werd dat er in 500 medewerkersprofielen zouden worden opgesteld. Deze profielen geven inzicht in de kwaliteiten van de sw-medewerkers en worden derhalve gebruikt bij het vinden van een passende werkplek. Ook geven de profielen informatie voor het opstellen van de ontwikkeldoelen, zoals die in het trajectplan worden verwoord. In totaal zijn 317 medewerkersprofielen opgesteld in. Het niet halen van de doelstelling komt ten eerste doordat er loonwaarde-onderzoeken zijn uitgevoerd, die niet waren geraamd. Ten tweede is er meer capaciteit gestoken in het opstellen van begeleidings- en signaleringskaarten (zie volgende bullet). Ten derde heeft er een interne verhuizing plaatsgevonden, die ten koste ging van de vooraf ingeschatte capaciteit. Inmiddels heeft overigens 73% van de sw-medewerkers een actueel medewerkersprofiel. Ten slotte heeft ook de nieuwe instroom (zie wachtlijst, paragraaf 2.2) veel capaciteit gevraagd. De intake en het opstellen van een medewerkersprofiel voor deze personen vergt gemiddeld meer capaciteit dan het opstellen van een medewerkersprofiel van een sw-medewerker die al in dienst is. Aantal begeleidings- en signaleringskaarten Begeleidings- en signaleringskaarten geven specifieke informatie over de wijze waarop de sw-medewerker het beste kan worden begeleid. Ook worden deze kaarten gebruikt indien sw-medewerkers specifiek gecoacht en getraind dienen te worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verbeteren van hun gedrag of werkvloercompetenties. Aan dit product was in Hameland 8

veel behoefte. Het gestelde doel van 50 is dan ook ruimschoots overtroffen met in totaal 243 opgestelde begeleidings- en signaleringskaarten. Aantal re-integratietrajecten Bij de re-integratietrajecten gaat het om het laten werken van sw-medewerkers die enige tijd uit het arbeidsproces zijn geweest en van wie is vastgesteld dat zij eerst in een beschutte omgeving werkritme moeten opdoen alvorens te kunnen worden geplaatst. Gelet op het hoge ziekteverzuim in de afgelopen jaren en de instroom van nieuwe sw-medewerkers is het aantal re-integratietrajecten hoger uitgekomen dan vooraf was ingeschat: 194 re-integratietrajecten (doel was 75). Aantal trainingsproducten Vanuit intake worden trainingen gegeven die in het kader van het uitvoeren van het trajectplan van de medewerker gewenst zijn. Denk bijvoorbeeld aan trainingen op het gebied van assertiviteit en conflicthantering of het geven van intervisie. Naar verwachting zouden 150 trainingsproducten worden gerealiseerd, dit zijn er in totaal 288 geworden. Trajectplannen Het trajectplan vormt sinds medio 2012 binnen Hameland de basis voor het ontwikkelingsproces van de sw-medewerker, met als doel plaatsing in een zo regulier mogelijke werkomgeving. Dit plan is dus toegesneden op het individu. Gedurende het werken wordt de sw-medewerker aan de hand van het trajectplan planmatig begeleid in zijn ontwikkelproces. Voorheen werd ook nog gewerkt met het persoonlijk ontwikkelplan (POP) maar dit is in nagenoeg volledig opgegaan in de trajectplannen. Hieronder staan de resultaten van 2012 en weergegeven: 2012 POP / Trajectplan Aantal % Aantal % POP 267 16,8% nihil nihil Actuele trajectplannen 4 559 36,1% 1.318 85,0% Op dit gebied is een forse prestatie geleverd. Na de reorganisatie van eind 2012 en de definitieve positionering van de werkcoach - die verantwoordelijk is om in samenwerking met de swmedewerker het trajectplan op te stellen - zijn de resultaten op dit gebied aanzienlijk verbeterd. Het is nu uiteraard zaak de trajectplannen actueel te houden. Gelet op de doorlooptijd van een trajectplan van gemiddeld één jaar, is structurele aandacht een vereiste. Opleidingen Hiervoor is al aangegeven dat er vanuit intake bijna 300 trainingen zijn gegeven op het gebied van assertiviteit en conflicthantering of middels intervisiebijeenkomsten. Daarnaast zijn in door sw-medewerkers weer diverse opleidingen gevolgd in het kader van de persoonlijke ontwikkeling. De belangrijkste onderwerpen in waren de volgende: Opleiding Aantal Arbeidsmarkt Kwalificatie Assistent Schoonmaak 6 Assistent Natuur en Groen niveau 1 3 Nederlandse les Alfa beginners 8 Nederlandse les A1 gevorderden 1 Nascholing beroepschauffeur of vorkheftruck 7 In totaal is in voor afgerond 23.000 aan opleidingen en trainingen van sw-medewerkers uitgegeven. In 2012 was dit nog 86.000. De daling kan met name worden verklaard doordat er vanuit het opgestelde trajectplan zeer doelgericht wordt bepaald of een sw-medewerker een opleiding of training dient te volgen. 4 In het jaarverslag 2012 werd onderscheid gemaakt tussen trajectplannen in uitvoering en in concept. Concept trajectplannen betroffen trajectplannen die nog niet waren ondertekend door de sw-medewerker. Aangezien op basis van de Cao Wsw ondertekening niet verplicht kan worden gesteld, is dit onderscheid losgelaten en wordt nu alleen nog gesproken over actuele trajectplannen. Hameland 9

2.1.4 Ziekteverzuim Hameland kent al jaren een te hoog ziekteverzuim. In 2012 is het gemiddelde ziekteverzuimpercentage uitgekomen op 15,5%. Het doel voor was gesteld op 10% aan het einde van het jaar (dus niet het gemiddelde). Dit doel is niet gehaald, het ziekteverzuimpercentage eind is uitgekomen op 14,1%. Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage over bedraagt 15,5% (gelijk aan 2012). Wat opvalt, is dat van het gemiddelde ziekteverzuimpercentage van 15,5% maar liefst 10,1% wordt bepaald door lang verzuim (langer dan 42 dagen). Hierna is de verdeling van het gemiddelde ziekteverzuimpercentage weergegeven: Duur ziekteverzuim Percentage Kort (< 8 dagen) 1,3% Middel (8-42 dagen) 4,1% Lang (42-365 dagen) 8,0% > 1 jaar 2,1% Totaal 15,5% Verder is er een groot verschil in gemiddeld ziekteverzuimpercentage tussen de verschillende onderdelen. Met name bij werken binnen, de individuele detacheringen en bij Hacron Schoon is het gemiddelde ziekteverzuimpercentage te hoog. Het percentage bij de groepsdetacheringen is daarentegen erg goed, zeker gelet op het landelijk gemiddelde binnen de sociale werkvoorziening van ongeveer 10%. Het hoge ziekteverzuimpercentage van werken binnen is voor een deel te verklaren doordat medewerkers die uitvallen in detacheringen in het kader van re-integratie, tijdelijk of langdurig, teruggeplaatst worden bij werken binnen waardoor het verzuimcijfer daar toeneemt. Hierna het gemiddelde ziekteverzuimpercentage per onderdeel: Onderdeel Percentage Werken binnen 21,8% Groepsdetacheringen 7,2% Hacron Groen 9,8% Hacron Schoon 14,7% Individuele detacheringen 16,3% Het niet halen van de doelstelling, alsmede het gelijk blijven van het gemiddelde ziekteverzuimpercentage is teleurstellend te noemen. De intensieve aanpak, vormgegeven aan de hand van de sociaal-medische teams waarin de ziektegevallen integraal worden besproken, werpt voor wat betreft de gewenste daling van het ziekteverzuimpercentage helaas nog niet de gewenste vruchten af. Desalniettemin zijn wij wel tevreden over de nieuwe aanpak. De ziektegevallen zijn inmiddels goed in beeld en er wordt waar mogelijk gericht gewerkt aan herstel. Het is lastig een eenduidige verklaring te geven voor het structureel hoge ziekteverzuim. Inmiddels zijn wij in gesprek met SBCM, het A&O-fonds voor de sociale werkvoorziening, over de aanpak van het hoge ziekteverzuim bij werken binnen. Een eerste voorlopige analyse leert ons dat een deel van het probleem kan worden gevonden in de werkingssfeer van de nieuwe aanpak. Daarbij kan het verantwoordelijkheidsbesef van de werkbegeleider nog worden verbeterd gelet op zijn verantwoordelijk voor de aanpak van het ziekteverzuim in de eerste zes weken. Na zes weken wordt het ziektedossier in het kader van de Wet verbetering poortwachter overgedragen aan de werkcoach. Naast dit punt is het een feit dat de afgelopen jaren onrustig zijn geweest met grote veranderingen voor de sw-medewerkers: twee personele reorganisaties onder het kaderpersoneel, de verhuizing naar een nieuwe centrale locatie in Lichtenvoorde, eerst een forse groei van het aantal detacheringen en daarna in weer een daling. Onrust zorgt in algemene zin uiteraard eerder tot een stijging van het ziekteverzuim. Verder heeft er een aanscherping van regels plaatsgevonden. Hameland is strakker en zakelijker geworden. Ten slotte was de kwantiteit en de kwaliteit van de werkpakketten in niet altijd optimaal. Ontevredenheid hierover kan uiteraard ook leiden tot een stijging van het ziekteverzuim. Nu de werkpakketten qua hoeveelheid en qua afwisseling steeds beter aansluiten op de behoefte van de sw-medewerkers, verwachten wij dat de negatieve invloed van de werkpakketten op het ziekteverzuim in 2014 veel minder groot zal zijn. In 2014 zal Hameland via de ondersteuning van SBCM extra inzetten op de daling van het ziekteverzuim van de sw-medewerkers die bij werken binnen werken (circa 400 fte). Expertise van buiten met ervaring in dit soort processen, een open blik, en één die dwingend meekijkt wordt Hameland 10

door Hameland als meerwaarde gezien. Uiteraard hopen we hieruit ook lessen te trekken voor de aanpak van het ziekteverzuim in het algemeen. In 2014 dient het gemiddelde ziekteverzuimpercentage te dalen naar 13,5%. 2.1.5 Onder- en bovengrenzers Bij zogenaamde ondergrenzers is op basis van een intern onderzoek vastgesteld dat de betreffende sw-medewerker niet meer aan de kwalificaties van de Wsw voldoet en beter functioneert in een dagbestedingsomgeving. Indien dit is vastgesteld, wordt een traject gestart waarin zowel de sw-medewerker als zijn of haar directe omgeving wordt voorbereid op uitstroom uit de Wsw. In zijn 10 personen uitgestroomd naar de dagbesteding (7,3 fte). In 2012 waren dit nog 20 personen (15,7 fte). De verwachting is dat jaarlijks een aantal van ongeveer 10 personen op basis van ondergrens zal uitstromen. Bij bovengrenzers heeft het UWV bepaald dat de betreffende sw-medewerker in staat wordt geacht zelfstandig een reguliere baan te verkrijgen. Hierna is de situatie van weergegeven: Stand begin 24 Uitstroom reguliere baan -1 Uitstroom anders -3 Nieuwe indicatie Wsw -3 Stand eind 17 Van deze 17 sw-medewerkers zijn inmiddels 4 sw-medewerkers 60 jaar of ouder. Deze sw-medewerkers worden niet meer actief bemiddeld naar een reguliere baan. Hameland kent, afgezien van deze 4 sw-medewerkers, dus nog 13 sw-medewerkers met een indicatie bovengrens. Op dit moment zien wij voor deze groep nauwelijks mogelijkheden hen te bemiddelen naar regulier werk, vooral doordat wij op basis van de dagelijkse praktijk van mening zijn dat een indicatie bovengrens niet op zijn plaats is. Voor minimaal 10 personen zal Hameland dan ook wederom een indicatie Wsw aanvragen. 2.1.5 Bedrijfsvoering Stuwmeer van verlof Een deel van de sw-medewerkers bij Hameland heeft een overschot aan verlofuren, een zogenaamd verlofstuwmeer 5. Het is van belang dat het stuwmeer wordt afgebouwd. In is als doel gesteld dat eind minder dan 517 gesubsidieerde medewerkers een stuwmeer hebben. Hierna is de situatie rondom de verlofuren en het stuwmeer van verlof per eind 2012 en weergeven: Verlofuren Totaal Per fte Aantal uren per 31-12-2012 109.639 80 Aantal uren per 31-12- 85.501 64 Absolute daling -24.138 % daling -22% Stuwmeer van verlof Aantal medewerkers met stuwmeer op 31-12-2012 Aantal medewerkers met stuwmeer op 31-12- Totaal 517 461 In is het aantal verlofuren in absolute zin met 22% gedaald. Het aantal sw-medewerkers met een stuwmeer (meer dan 72 uren aan het eind van het jaar) is gedaald van 517 naar 461. Productieve uren Onder productieve uren wordt het aantal uren verstaan dat bij de inlener kan worden gedeclareerd. Een verhoging van het aantal productieve uren levert direct een hogere omzet op en is daarom voor een financieel gezonde bedrijfsvoering van belang. 5 Het aantal verlofuren boven de 72 uur, uitgaande van een full time (36 uur) dienstverband, dat overblijft aan het eind van het jaar. Hameland 11

Het gaat bij de productieve uren met name om de groepsdetacheringen (groepsdeta) en de individuele detacheringen (individuele deta). Hierna wordt voor deze detacheringenvormen 6 het aantal productieve uren van 2012 en weergegeven: 2012 Onderdeel Aantal uren Fte Uren per fte Aantal uren Fte 7 Uren per fte Groepsdeta 410.620 319 1.287 407.968 287 1.422 Individuele deta 202.157 179 1.129 176.303 154 1.150 Totaal 612.777 499 1.228 584.271 441 1.325 Hameland streefde in voor de groepsdetacheringen naar een aantal van 1.286 productieve uren per fte (handhaven niveau 2012). Dit doel is ruimschoots gehaald, het aantal productieve uren in de groepsdetacheringen is uitgekomen op 1.422 uur per fte. Dit heeft mede te maken met het relatief lage ziekteverzuim binnen de groepsdetacheringen: gemiddeld 7,2% in. Het aantal productieve uren per fte bij de individuele detacheringen is daarentegen niet gehaald. Het streven was uit te komen op 1.275 productieve uren per fte, in werkelijkheid is het aantal productieve uren in uitgekomen op 1.150 uur per fte. Dit is wel een lichte stijging ten opzichte van 2012 (1.129 uur per fte). Het doel is met name niet bereikt door het hoge ziekteverzuim bij de individueel gedetacheerden: gemiddeld 16,3% in. Gemiddeld uurtarief Het vaststellen van een reëel en marktconform uurtarief 8 is van belang. De gemaakte afspraken over de uurtarieven vloeien echter voort uit meerjarige uitvoeringscontracten en continuering van bestendige gedragslijnen. Daarnaast heeft Hameland bij het vaststellen van de detacheringstarieven ook last van de voortdurende economische crisis. Het is daarom niet eenvoudig het gemiddelde uurtarief 9 te verhogen. Voor heeft Hameland ingezet op het op peil houden van de uurtarieven. Bij de groepsdetacheringen is het gemiddelde uurtarief 10 gestegen met 8,2%. Bij de individuele detacheringen is sprake van een lichte daling van 0,8%. Hierbij dient te worden opgemerkt dat Hameland in een prijsindexatie van 2,3% heeft doorgevoerd. Kijken we naar het gemiddelde uurtarief van de groeps- en individuele detacheringen, dan is in sprake van een gemiddelde stijging van 3,6%. Dit komt door de stijging van het uurtarief bij de groepsdetacheringen en doordat het aantal fte groepsdetacheringen in omvang het dubbele is van het aantal fte dat werkzaam is in een individuele detachering. De doelstelling, het op peil houden van de uurtarieven, is hiermee gehaald. 2.2 Taakstelling en wachtlijst Taakstelling Jaarlijks wordt door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op gemeentelijk niveau de taakstelling (in arbeidsjaren (SE)) vastgesteld. Op basis van deze taakstelling ontvangen de gemeenten het budget voor de uitvoering van de Wsw. Net als afgelopen jaren is er sprake van een teruglopende taakstelling Wsw voor de gemeenten die deelnemen in de gemeenschappelijke regeling Hameland. Alleen voor Haaksbergen gold dit in niet. De vijf deelnemende gemeenten kregen gezamenlijk een taakstelling toegewezen van afgerond 1.391 SE, ten opzichte van 2012 een daling in taakstelling van 52 SE. Een deel van deze taakstelling van de gemeenten wordt ingevuld door andere sw-bedrijven, de resterende taakstelling wordt door Hameland ingevuld. Voor Hameland resteerde een taakstellingsopdracht voor de vijf deelnemende gemeenten van 1.365 SE. Hiervan heeft Hameland afgerond 1.358 SE kunnen realiseren. De zogenaamde onderrealisatie is dus 7 SE. Daarnaast heeft Hameland op zijn 6 Doordat de detacheringen bij de joint ventures Hacron VOF en Hameland Facilitair VOF niet op uurbasis worden afgerekend zijn deze in onderstaande berekening buiten beschouwing gelaten. 7 Het aantal fte betreft hier het gemiddelde aantal in. Deze aantallen komen dan ook niet overeen met de aantallen in paragraaf 2.1.1 aangezien het daar gaat om de eindstand van. 8 Voor wat betreft het uurtarief gaat het alleen om sw-medewerkers die aan de slag zijn bij inleners (klanten) en waarvoor ook daadwerkelijk een uurtarief wordt afgesproken. 9 Voor de duidelijkheid: het gaat om het bruto uurtarief omdat de kosten voor bijvoorbeeld begeleiding hier nog niet zijn afgetrokken. 10 Vanwege concurrentieoverwegingen wordt het gemiddelde uurtarief niet weergegeven. Hameland 12

beurt voor gemeenten buiten het schapsgebied afgerond 34 SE aan taakstelling uitgevoerd. Hierna is de taakstelling en de realisatie in per gemeente weergegeven: Gemeente Taakstelling gemeente 2012 Taakstelling gemeente Taakstelling Hameland Verschil Aalten 308,68 299,38 295,88 294,76-1,12 Berkelland 357,37 328,18 324,26 321,90-2,36 Haaksbergen 114,78 126,63 111,21 111,01-0,20 Oost Gelre 328,50 316,75 315,75 314,16-1,59 Winterswijk 333,34 319,80 317,69 316,43-1,26 Overige gemeenten 33,99 33,99 0,00 Totaal 1.442,67 1.390,74 1.398,78 1.392,25-6,53 Dankzij de collegiale uitruil door de vijf Colleges van B&W zijn de financiële effecten van de daling van de taakstelling geminimaliseerd en is Hameland ondanks de gedaalde taakstelling in staat geweest om in een behoorlijke instroom in de Wsw te realiseren (zie hierna). Volledigheidshalve is hierna de collegiale uitruil in weergegeven: Ontvangend college Haaksbergen Oost Gelre Winterswijk Totaal Overdragend college Aalten 5,56 0,85 6,41 Berkelland 7,11 0,64 7,75 14,16 Wachtlijst Hameland is verantwoordelijk voor het beheer van de wachtlijst. Op grond van de wettelijke bepalingen en het door de gemeenten vastgestelde wachtlijstbeleid wordt er gezorgd voor een actuele wachtlijst Wsw. Door middel van een halfjaarlijkse enquête wordt er voor zorggedragen dat alleen die personen op de wachtlijst worden geplaatst die ingezetene zijn van de betreffende gemeente en beschikken over een geldige (her)indicatiebeschikking Wsw. Bij de invulling van de taakstelling in heeft Hameland rekening gehouden met de in de gemeentelijke verordeningen wachtlijstbeheer opgenomen bepaling dat inwoners met een Wwb-uitkering voorrang hebben bij plaatsing vanuit de wachtlijst. Hieronder is de ontwikkeling van de wachtlijst in weergegeven: Gemeente 31-12-2012 Instroom Uitstroom 31-12- Aalten 59 4-15 48 Berkelland 69 10-23 56 Haaksbergen 15 10-6 19 Oost Gelre 61 7-19 49 Winterswijk 70 5-30 45 Totaal 274 36-93 217 We zien dat het aantal personen op de wachtlijst in fors is gedaald ten opzichte van 2012, te weten 57 personen. Eind stonden nog 217 inwoners met een sw-indicatie op de wachtlijst, eind 2011 waren dit er nog 327. De daling van de wachtlijst heeft niet alleen te maken met een grotere uitstroom maar ook met een beperkte instroom. In 2011 stroomden er nog 97 personen in, in 2012 waren dit er nog 59 en in slechts 36. Dit betekent concreet dat het UWV in aan (veel) minder inwoners uit de vijf gemeenten een sw-indicatie heeft verstrekt. De uitstroom van de wachtlijst was in overigens ook weer aanzienlijk, namelijk 93 personen. In 2011 waren dit er maar 74 tegenover 112 in 2012. Hierna wordt gespecificeerd aangegeven welke redenen aan de uitstroom ten grondslag lagen: Hameland 13

Reden uitstroom wachtlijst Aalten B land H brgn Oost G W wijk Totaal Intrekking indicatie door gemeente 1 1 Overige redenen 1 3 2 10 16 Plaatsing begeleid werken 1 1 Plaatsing dienstverband Hameland 10 11 3 16 16 56 Reguliere arbeid buiten Wsw 2 2 1 5 Verhuizing naar andere gemeente 1 6 1 2 3 13 Voorziening i.h.k.v. de AWBZ 1 1 Totaal 15 22 6 21 29 93 De hoge uitstroom van de wachtlijst zien we terug bij alle gemeenten met uitzondering van Haaksbergen. Dit komt doordat aan Wsw-geïndiceerden op de wachtlijst uit met name de overige vier gemeenten dienstverbanden bij Hameland zijn aangeboden. Deze gemeenten kenden in hun taakstelling namelijk de meeste ruimte om mensen in te laten stromen in een dienstverband. Haaksbergen had deze ruimte in 2011 en 2012, toen zijn vanuit deze gemeente veel mensen uitgestroomd van de wachtlijst. In totaal hebben 56 personen een dienstverband Wsw gekregen en is voor 1 persoon een begeleid werkenplaats gerealiseerd. Deze instroom betekende een aanzienlijke inspanning op het gebied van intake en afstemming met de gemeenten, het goed in beeld brengen van de persoonlijke mogelijkheden (medewerkersprofiel) en de bemiddeling naar een passende werkplek. Tot slot is hierna de gemiddelde wachtlijstduur per gemeente op 31 december weergegeven en afgezet tegen de stand van 2012: Gemeente < 1 jaar 1 tot 2 jaar > 2 jaar Totaal 2012 2012 2012 2012 Aalten 6 4 16 5 37 39 59 48 Berkelland 13 9 20 11 36 36 69 56 Haaksbergen 7 7 2 7 6 5 15 19 Oost Gelre 15 6 17 9 29 34 61 49 Winterswijk 8 4 12 2 50 39 70 45 Totaal 49 30 67 34 158 153 274 217 Zoals hiervoor is aangegeven is de uitstroom van de wachtlijst zeer divers en vindt er ook weer nieuwe instroom plaats. Bij de uitstroom hebben we daarnaast te maken met de prioritaire doelgroep (eerst uitstroom van inwoners met een bijstandsuitkering, niet op basis van wachtlijstduur). Tevens verschuiven personen in het lopende jaar naar een andere categorie (indien iemand niet is uitgestroomd telde hij in 2012 bijvoorbeeld mee in de categorie 1 tot 2 jaar en in in de categorie > 2 jaar ). Derhalve is het niet goed mogelijk een verklaring te geven waarom de ene categorie harder is gedaald dan de andere. 2.3 Overige activiteiten Re-integratieactiviteiten overige doelgroepen Hameland heeft vanaf 2011 te maken met een afname van re-integratieactiviteiten voor overige doelgroepen (niet zijnde Wsw). Het gaat dan vooral om trajecten voor sociale activering (inclusief sociale activering schoolverlaters VSO/ZMLK), arbeidsgewenning, participatietrajecten of onderzoeken naar de arbeidsmogelijkheden van een individu. De activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd in opdracht van gemeenten en het UWV. Deze organisaties hebben te maken gehad met forse bezuinigingen, waardoor zij minder re-integratietrajecten hebben laten uitvoeren. Hieronder de ontwikkeling van de trajecten in de periode 2010-: Organisatie 2010 2011 2012 Gemeenten 564 400 127 158 UWV 114 80 70 12 Totaal 678 480 197 170 Het aantal trajecten in opdracht van gemeenten is in licht gestegen, het aantal opdrachten vanuit het UWV is nagenoeg weggevallen. De totale omzet van de in de tabel genoemde trajecten bedroeg in afgerond 120.000. In 2012 was dit nog 206.000, in 2011 602.000. Hameland 14

Vervoer op maat De kosten voor het vervoer op maat waren in helaas weer aanzienlijk. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de reguliere prijsstijging die de vervoerder heeft doorgevoerd en de prijsstijging doordat de vervoerder minder vervoer van Hameland kon combineren met andere ritten in het publiek domein, bijvoorbeeld in het leerlingenvervoer. De prijs per persoon is hierdoor in aanzienlijk toegenomen. Ook de overgangsfase rondom de verhuizing van de afdeling beschut werken van Aalten naar Lichtenvoorde heeft geleid tot een stijging van de kosten. Het aantal sw-medewerkers dat gebruik maakt van vervoer op maat is in gedaald van 288 naar 260, een daling van afgerond 10%. 17 sw-medewerkers hebben de training van stichting MEE gevolgd (MEE op weg, training gericht op zelfstandig reizen) en reizen nu zelfstandig. De focus blijft ieder jaar een aantal sw-medewerkers te begeleiden naar zelfstandig reizen. De daling van 28 sw-medewerkers in vervoer op maat heeft de stijging in de kosten niet kunnen opvangen. De totale netto kosten (kosten minus de eigen bijdrage van de sw-medewerkers) bedragen afgerond 455.000 11 (2012: 397.000). Gelet op de structureel hoge kostenpost is besloten om in 2014 een aanzienlijk deel van het vervoer op maat zelf uit te voeren. Dit zal Hameland doen middels het zogenaamde klein vervoer. In het najaar van zijn de eerste 6 chauffeurs (sw-medewerkers) getraind en zij worden vanaf 1 januari 2014 ingezet. Met de nieuwe uitvoering wordt een aanzienlijke kostenbesparing gerealiseerd. De verwachte besparing voor 2014 wordt geraamd op ruim 225.000. 2.4 Financieel beleid In is een begrotingswijziging doorgevoerd. De begroting die medio 2012 is opgesteld bleek op een aantal uitgangspunten te zijn ingehaald door de voortschrijdende ontwikkelingen. Denk hierbij aan de gematigde loonontwikkeling Wsw, de herziening van het subsidiebedrag per arbeidsjaar, de verkoop van de bedrijfspanden in Aalten ultimo 2012 en eveneens de uitwerking van de in 2012 ingezette reorganisatie. In de volgende tabel wordt een vergelijking gemaakt met de (gewijzigde) begroting en de realisaties in de jaren 2012 en. Resultatenanalyse (bedragen x 1.000) Rekening Begroting na wijziging Begroting Rekening 2012 Totaal bedrijfsopbrengsten 6.858 6.787 7.991 9.684 Af: Totaal bedrijfskosten 12 6.219 6.588 7.907 11.938 Saldo algemene dekkingsmiddelen 107-90 188 188 Operationeel resultaat 746 109 272-2.066 Wsw-subsidie 36.341 36.382 36.364 37.371 Af: Salarissen Wsw en begeleid werken 38.094 38.305 39.820 39.336 Subsidieresultaat -1.753-1.923-3.456-1.965 Buitengewone baten/lasten -2.498-3.205-3.952-1.483 Mutaties in reserves 0 0 0 0 Resultaat voor gemeentelijke bijdrage -3.505-5.019-7.136-5.514 Gemeentelijke bijdrage 1.048 1.048 1.051 1.080 Garantiestelling gemeenten 2.457 4.434 Resultaat na bestemming 0-3.971-6.085 0 Dat Hameland ook in een behoorlijke herziening qua bedrijfsomvang kende blijkt duidelijk uit bovenstaand overzicht. De resultaten afgezet tegen de resultaten 2012 geven een goed beeld van de kanteling en de afslanking van de organisatie. 11 De totale vervoerskosten Wsw (naast de kosten voor vervoer op maat gaat het dan om de reguliere vergoedingen woon-werkverkeer op basis van de Cao Wsw) bedragen in 963.000 (zie pagina 35). 12 De bedrijfskosten worden gevormd door de salarissen voor de niet-gesubsidieerde kaderformatie, de loonkosten voor de Wwb-personeelsleden, de kosten voor afschrijvingen en de overige bedrijfskosten. Hameland 15

Bij de vergelijking tussen de jaren en 2012 moet de kanttekening gemaakt worden dat in de resultaten voor het jaar 2012 de loonkosten van gedetacheerde niet-gesubsidieerde medewerkers zowel in de bedrijfsopbrengsten als -kosten werden meegenomen. De invloed op beide posten bedraagt afgerond 1,9 miljoen, de loonkosten van deze medewerkers worden volledig bekostigd door de inlenende bedrijven. Het gaat hierbij met name om de detachering van niet-gesubsidieerde medewerkers aan Hacron VOF. Ook als deze zojuist genoemde opbrengsten en kosten worden geëlimineerd uit de cijfers 2012 blijkt dat met name de omvang van de bedrijfskosten fors gedaald is. In 2012 drukte de bovenformatieve formatie nog zwaar op de exploitatie. Operationeel resultaat en subsidieresultaat Het operationeel resultaat, gedefinieerd als het resultaat waarop Hameland in de bedrijfsuitoefening zelf invloed kan uitoefenen, is in ten opzichte van het voorgaand jaar substantieel verbeterd. Deze verbetering kan worden toegeschreven aan een aantal omvangrijke besparingen, met name op het gebied van loonkosten voor de kaderformatie en de huisvesting. De thans resterende bedrijfskosten zijn passend bij de omvang van de gekantelde organisatie. De bedrijfskosten omgeslagen over het aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen (zowel in dienstverbanden alsmede in begeleid werken) bedragen afgerond net geen 4.500 per arbeidsjaar en behoren hiermee inmiddels tot de laagste binnen de sector. Het subsidieresultaat, zijnde de resultante van de ontvangen Wsw subsidie en de personele kosten 13 voor de sw-medewerkers, is door Hameland slechts zeer beperkt te beïnvloeden. Dit resultaat is nagenoeg volledig afhankelijk van twee factoren, te weten: de hoogte van de Wsw subsidie per arbeidsjaar zoals deze jaarlijks wordt vastgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; de loonkosten ontwikkelingen vanuit de Cao Wsw, deze afspraken worden op landelijk niveau tussen VNG en de vakbonden overeengekomen. In het subsidieresultaat vallen naast de reiskostenvergoedingen woon-werk volgens de Cao Wsw, ook de kosten voor Vervoer op maat, het door Hameland georganiseerde vervoer naar de werkplek. Het subsidieresultaat heeft zich in positieve zin ontwikkeld, zowel ten opzichte van 2012 alsook ten opzichte van de oorspronkelijke begroting voor. Ten tijde van het opstellen van deze oorspronkelijke begroting in 2012 werd nog geanticipeerd op loonkosten ontwikkelingen binnen de Cao Wsw zowel voor 2012 als, omdat de Cao Wsw op dat moment reeds ruim een jaar verstreken was. De loonontwikkeling binnen de Cao Wsw is uiteindelijk beperkt gebleven waardoor een behoorlijke afwijking ten opzichte van de begrote loonkosten Wsw zichtbaar is in de resultaten. Verder is door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een looncompensatie doorgevoerd in de verstrekte subsidie per arbeidsjaar, 100,- per SE structureel en 70,- per SE eenmalig (alleen voor ). Ten slotte heeft de instroom (zie paragraaf 2.2) een positief effect gehad op het subsidieresultaat. Deze groep sw-medewerkers stroomt namelijk in tegen het Wettelijk Minimum Loon (voor maximaal 5 jaar uitgaande van een geldig trajectplan), waardoor de huidige rijkssubsidie (ruim) voldoende is voor het betalen van de loonkosten. Bedrijfsopbrengsten De totale bruto omzet bedraagt in afgerond 13,6 miljoen, waarmee na aftrek van directe kosten een toegevoegde waarde is gerealiseerd ter hoogte van 6,1 miljoen. De toegevoegde waarde in valt in vergelijking met vorig jaar 771.000 lager uit. De economische recessie heeft ook op Hameland zijn weerslag gehad. Als gevolg van deze marktomstandigheden kon niet worden voorkomen dat in het aantal detacheringen en de tarieven onder druk stonden, met name bij de detacheringen die een individueel karakter kennen. Ook bij de joint-ventures van Hameland - Hacron Groen en Schoon - stond de omzet en marge onder druk. Hierdoor bleef het aantal gedetacheerde sw-medewerkers aan de joint ventures achter bij de verwachting. Dit heeft uiteraard een directe invloed op de detacheringsopbrengsten die Hameland voor deze groepen medewerkers kan realiseren. 13 De personele kosten Wsw bestaan uit de loonkosten, inclusief werkgeverspremies, de opleidings- en vervoerskosten (zowel woon-werkvergoedingen alsook kosten voor Vervoer op Maat) en de uitgekeerde loonkostensubsidies in het kader van begeleid werken. Hameland 16

Verder zijn nog twee belangrijke oorzaken aan te wijzen voor de geslonken toegevoegde waarde. Ten eerste worden door de bezuinigingen op de participatiebudgetten bij de gemeenten, jaarlijks steeds minder re-integratietrajecten vanuit de WWB aan Hameland gegund. De omzet uit deze activiteiten is inmiddels teruggelopen tot een bedrag van circa 120.000. Zoals eerder gememoreerd dient bij de beoordeling van de bedrijfsopbrengsten in ogenschouw te worden genomen dat in het begrotingsjaar 2012 de opbrengsten van de gedetacheerde niet-gesubsidieerde medewerkers als overige opbrengsten zijn aangemerkt. Voor vergelijkingsdoeleinden dient op de in 2012 gerealiseerde opbrengsten dan ook 1,9 miljoen in mindering te worden gebracht. Hiermee resteert voor 2012 een genormaliseerde opbrengst van 918.000. De huuropbrengsten vallen dit jaar lager uit dan oorspronkelijk begroot en in vergelijking met voorgaand jaar, als gevolg van de verkoop van een verhuurd bedrijfsgebouw in Aalten. De overige opbrengsten uit dienstverlening derden liggen eveneens lager dan voorheen, door de wijzigingen van werkpakketten die Hameland uitvoert. Het transport wordt nu grotendeels georganiseerd door de opdrachtgevers zelf. Bedrijfslasten De bedrijfslasten bestaan in grote lijnen uit twee te onderscheiden kostenposten, te weten de Salarissen Wsw inclusief begeleid werken die onderdeel uitmaken van het subsidieresultaat en daarnaast de bedrijfskosten, de kosten gerelateerd aan de bedrijfsuitoefening die onderdeel uitmaken van het operationeel resultaat. Salarissen sw-medewerkers en begeleid werken De personele kosten van sw-medewerkers bestaan uit de loonkosten inclusief sociale lasten en pensioenpremies en daarnaast ook de vervoers- en scholingskosten. Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de personele kosten per fte: Personele kosten Wsw (bedragen x 1.000) Rekening Begroting na wijziging Begroting Rekening 2012 Personele kosten 37.695 37.899 39.430 38.995 Personele kosten per fte 28,3 28,5 29,7 28,2 Ten tijde van het opstellen van de oorspronkelijke begroting werd nog geanticipeerd op loonkosten ontwikkelingen binnen de Cao Wsw, zowel voor 2012 als, omdat de Cao Wsw op dat moment reeds ruim een jaar verstreken was. Uiteindelijk zijn deze ontwikkelingen beperkt gebleven. Daarnaast heeft Hameland in een behoorlijke instroom kunnen realiseren. Deze instroom is op grond van de Cao Wsw tegen het Wettelijk minimum loon gewaardeerd 14. De gemiddelde loonsom per fte is uitgekomen op afgerond 28.300 per fte, en ligt hiermee 0,2% hoger dan de gemiddelde loonsom in 2012. Deze personele kosten liggen fors hoger dan het subsidiebedrag dat voor betrokken medewerkers wordt ontvangen, een ontwikkeling die Hameland niet kan beïnvloeden en de oorzaak van het negatieve subsidieresultaat vormt. Het aantal plaatsingen in begeleid werken kende ondanks de recessie een stijgende lijn ten opzichte van voorgaand jaar (zie paragraaf 2.1.2). De aan werkgevers verstrekte loonkostensubsidies liggen dan ook in lijn met deze ontwikkeling. Bedrijfskosten De bedrijfskosten zijn ten opzichte van vorig jaar ongeveer gehalveerd, en komen uit op 6,2 miljoen. Wel dient hierbij in ogenschouw te worden genomen dat in de bedrijfskosten 2012 een kostenpost van 1,9 miljoen is meegerekend voor loonkosten van met name bij de Joint venture Hacron VOF gedetacheerde niet-gesubsidieerde medewerkers. In worden deze kosten als incidentele lasten beschouwd, omdat deze formatie volledig werkzaam is en betaald wordt door de joint-venture. Gecorrigeerd met deze factor liggen de bedrijfskosten 2012 op een niveau van circa 10,0 miljoen. De bedrijfskosten bestaan voor het merendeel (afgerond 4,2 miljoen) uit de salariskosten van de niet-gesubsidieerde kaderformatie, die in omvang als gevolg van de eind 2012 doorgevoerde 14 Onder de voorwaarde dat de sw-medewerker beschikt over een trajectplan kan het wettelijk minimum loon in principe voor een periode van vijf jaar worden gehanteerd. Hameland 17

personele reorganisatie fors is geslonken. Een en ander vertaalt zich uiteraard ook in een behoorlijk lagere kostenpost. Ook binnen de overige bedrijfskosten zijn besparingen gerealiseerd door onder andere de gecentraliseerde huisvesting en de verdere afbouw van risicovolle bedrijfsactiviteiten. Personele kosten niet-gesubsidieerde medewerkers De personele kosten voor de niet-gesubsidieerde medewerkers zijn fors lager dan voorgaand jaar en eveneens wijken deze kosten in vergelijking met de begroting in positieve zin af. De kanttekening bij de vergelijking met 2012 moet worden gemaakt dat in de resultaten 2012 de loonkosten van de gedetacheerde niet-gesubsidieerde medewerkers volledig onder de loonkosten zijn verantwoord. Gecorrigeerd geeft dit het navolgende beeld: Personele kosten niet-gesubsidieerde medewerkers (bedragen x 1.000) Rekening Begroting na wijziging Begroting Rekening 2012 Personele kosten 4.155 4.212 4.503 8.584 Af: gedetacheerde medewerkers - - - 1.904 Loonkosten niet-gesubsidieerd 4.155 4.212 4.503 6.680 De daling in ten opzichte van voorgaand jaar van in totaal ruim 2,5 miljoen is een direct gevolg van de eind 2012 doorgevoerde reorganisatie, waardoor de loonkosten niet-gesubsidieerd structureel lager zullen uitvallen. Ook in vergelijking met de begroting is een besparing te bespeuren, dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat de niet-gesubsidieerde kaderformatie niet volledig is ingevuld. Daarnaast vallen de kosten ten opzichte van de begroting eveneens lager uit doordat in de oorspronkelijke begroting gerekend was met een mogelijke indexatie gezien de afgelopen Cao CAR-UWO (deze Cao liep af op 31-12-2012 en is nog steeds niet opnieuw afgesloten). Afschrijvingen De afschrijvingslasten in bedroegen 494.000 en liggen lager dan waarmee in de oorspronkelijke begroting rekening was gehouden. Dit wordt veroorzaakt door de verkoop van twee bedrijfsgebouwen in Aalten ultimo 2012 en eveneens het stringente investeringsbeleid. Overige bedrijfskosten De overige bedrijfskosten zijn van afgerond 2,8 miljoen in 2012 teruggelopen naar iets meer dan 1,5 miljoen in het jaar. Binnen de overige bedrijfskosten zijn duidelijk de effecten zichtbaar van de gecentraliseerde huisvesting en de verkoop van bedrijfsgebouwen. De kosten voor gas / water / elektriciteit vallen dit jaar 205.000 lager uit, grotendeels door besparingen. Daarnaast heeft er in ook een vrijval plaatsgevonden van voorziene eindafrekeningen die tot een bate hebben geleid. Ook de onderhoudskosten zijn als gevolg van de verkoop van de panden en de verbouwde centrale locatie fors lager dan begroot en ten opzichte van 2012. De post diverse overige bedrijfslasten kent ten opzichte van vorig jaar de grootste afwijking in positieve zin, in totaliteit vallen deze kosten in 474.000 lager uit dan voorgaand jaar. In 2012 zijn binnen deze kostensoort incidentele kosten meegenomen onder andere als gevolg van de vervreemding van bedrijfsactiviteiten. Daarnaast diende in 2012 voorzien te worden op een aantal vorderingen. Investeringen In is net als in voorgaande jaren een sterk terughoudend investeringsbeleid gevoerd. De totale investeringen bedroegen 947.000 en zijn met name het gevolg van de investering in de verbouwing van de centrale locatie voor werken binnen. Door deze investering is Hameland in staat een behoorlijke besparing te realiseren op de huisvestingslasten. Daarnaast is geïnvesteerd in busjes voor personenvervoer, met als doel de kosten voor vervoer van onze medewerkers naar de werkplek beter te kunnen beheersen en besparingen te kunnen realiseren. De besparing binnen deze kostenpost zullen in 2014 zichtbaar worden. Hameland 18

Algemene dekkingsmiddelen Door de economische recessie staan marges onder druk, waardoor resultaten uit deelnemingen niet die omvang hebben gekend als in 2012 én waarmee in de oorspronkelijke begroting was gerekend. In de gewijzigde begroting is dan ook voorzichtigheidshalve rekening gehouden met een nul resultaat uit deelnemingen. Uiteindelijk kon Hameland een resultaat van 190.000 toeschrijven, grotendeels veroorzaakt door het positieve bedrijfsresultaat van dochteronderneming Beheer Openbare ruimte Gelderland B.V. (BOG BV). Door de verkoop van twee bedrijfsgebouwen en de periodieke bijdragen vanuit de deelnemende gemeenten heeft Hameland in slechts een beperkt beroep moeten doen op de financiële markt. De rentepercentages voor kortlopende financiering zijn gering waardoor de kosten binnen de begroting zijn gebleven. De financiële baten nemen jaarlijks verder af, als gevolg van de afnemende uitstaande geldpositie. (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting 2012 Aandeel in resultaat deelnemingen 190 0 400 326 Financiële baten 63 63 71 70 Financiële lasten 146 153 283 208 Saldo financieringsfunctie -83-90 -212-138 Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen 107-90 188 188 Incidentele baten en lasten In de begroting is een inschatting gemaakt hoe de totale kosten voor de reorganisatie - van naar verwachting maximaal 5,9 miljoen 15 - zich over de jaren 2012, en 2014 zouden kunnen ontwikkelen. Gezien de bepaling in het sociaal plan voor ambtelijke medewerkers dat zij recht hebben op een van werk-naar-werk periode van maximaal 24 maanden, was het niet mogelijk op voorhand de totale afvloeiingskosten en het verloop hiervan over de genoemde jaren te bepalen. Van het totale maximale budget van 5,9 miljoen is in 2012 uiteindelijk 1,0 miljoen meer uitgegeven dan de verwachte 1,4 miljoen. Voor de jaren en 2014 resteerde derhalve in totaliteit 3,5 miljoen. In is maximale inspanning geleverd op de afwikkeling van de betrokken dossiers. Inmiddels zijn de betreffende medewerkers uitgestroomd, dan wel zijn er definitieve afspraken gemaakt. In de incidentele lasten zijn dan ook de lasten meegenomen van de personele reorganisatie en de per balansdatum voorziene kosten voor het jaar 2014. Resultaat voor en na bestemming Uit de bijdragen van de gemeenten in het exploitatietekort is het negatieve resultaat gedekt, waardoor het resultaat voor bestemming op 0 is uitgekomen. Er hebben geen mutaties in reserves plaatsgevonden, waardoor het resultaat na bestemming overeenkomstig het resultaat voor bestemming uitvalt. Overigens zal over, na vaststelling van de jaarrekening, een verrekening plaatsvinden van de reeds verstrekte bijdrage van iedere gemeente in het exploitatietekort. Deze verrekening kent twee belangrijke componenten. Ten eerste zal bij de verrekening worden uitgegaan van het gemiddelde aantal SE per gemeente, terwijl de bijdrage per kwartaal is berekend op basis van het aantal SE op 1 januari. Ten tweede zal de gemeentelijke omzet in kaart worden gebracht en zal op basis hiervan de netto opbrengst per gemeente worden vastgesteld. Deze netto opbrengst wordt verrekend met het bedrijfsresultaat exclusief de netto opbrengst, die wordt verdeeld over de gemeenten op basis van het gemiddelde aantal SE in. Hiermee wordt die gemeente beloond die meer netto opbrengst heeft bijgedragen in het resultaat van Hameland. Bij het uitvoeren van deze rekenexercitie en het uiteindelijk vaststellen van de definitieve gemeentelijke bijdrage worden zowel de gemeenten als de accountant van Hameland betrokken. 15 De kosten bestaan uit afvloeiingskosten en frictiekosten. Hameland 19

3. Verplichte Paragrafen 3.1 Weerstandsvermogen Het resultaat na bestemming over 2012 bedroeg nihil, daar de gemeenten de tekorten over het betreffende begrotingsjaar hebben opgevangen middels een gemeentelijke bijdrage. De algemene reserve van Hameland, het vrij aanwendbaar vermogen, is dan ook ongewijzigd gebleven en bedraagt per balansdatum 279.000. Een vrij aanwendbaar vermogen van deze omvang is te gering voor de omvang van de organisatie, echter door de gemeenten zijn garantiestellingen afgegeven voor het jaar en eveneens voor 2014. Hameland is er in geslaagd om de bedrijfskosten te reduceren, zodat deze passen bij de bedrijfsopbrengsten en daarmee positieve operationele resultaten kunnen worden genoteerd. Het tekort van de programmarekening wordt dan ook veroorzaakt door incidentele lasten als gevolg van de afwikkeling van de doorgevoerde reorganisatie en daarnaast, en niet in de laatste plaats, het subsidietekort op de Wsw. De loonkosten Wsw liggen structureel hoger dan de ontvangen subsidie. Omdat in de periode 2015-2019 de subsidie een afbouw zal kennen van 26.000 naar 22.700 per SE zal het subsidietekort in de komende jaren verder oplopen. De gemeenten hebben zich voor het begrotingsjaar op voorhand voor maximaal 6.085.000 garant gesteld. De ontwikkelingen gedurende het najaar 2012 en het jaar, waaronder de afwikkeling van de personele reorganisatie, vormden de aanleiding een begrotingswijziging door te voeren. In deze gewijzigde begroting werd een tekort, zonder gemeentelijke garantiebijdrage, geprognosticeerd van 3.971.000. Hameland is in staat geweest de personele reorganisatie in volledig af te wikkelen en hierdoor toekomstige kosten in te perken. Daarnaast heeft het operationeel resultaat zich in positieve zin ontwikkeld ten opzichte van de begroting. Het negatieve resultaat over zonder bijdrage uit de garantstelling bedroeg 2.604.000. Hiermee blijft het resultaat ver onder het bovengenoemde maximumverlies waarvoor gemeenten zich op voorhand garant hadden gesteld. De gehanteerde definitie van het weerstandsvermogen is: de mate waarin Hameland in staat is middelen vrij te maken om bestand te zijn tegen ontstane tegenvallers van enige materiële omvang, zonder dat dit leidt tot het moeten herzien van ingezet beleid en de daaraan verbonden doelstellingen en afgeleide activiteiten. Dit komt feitelijk neer op de vrije reserves. Het weerstandsvermogen bedraagt per balansdatum iets meer dan 2% van het balanstotaal. Hierbij moet echter in ogenschouw worden genomen dat de gemeenten sowieso garant staan en zij in hun weerstandsvermogen rekening dienen te houden met de deelname in Hameland. Wat verder meespeelt is de mogelijke invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015. Per balansdatum is door de deelnemende gemeenten nog niet beslist hoe de uitvoering van deze nieuwe wet vorm zal krijgen en welke rol hierin voor Hameland eventueel is weggelegd. Zodra hierover besluitvorming heeft plaatsgevonden zal de doelstelling van Hameland met betrekking tot de opbouw van het weerstandsvermogen opnieuw moeten worden bezien en kunnen de risico s in kaart worden gebracht. De verlieslatendheid van Hameland in en voorgaande jaren legt voor Hameland een extra nadruk op het belang van de sturing en beheersing van de organisatie. In de afgelopen jaren zijn de nodige instrumenten binnen Hameland ontwikkeld en geïmplementeerd om het bestuur, de directie en het management in staat te stellen (meer) grip te krijgen op de bedrijfsvoering en hierover op een transparante wijze verantwoording af te kunnen leggen. 3.2 Financiering Financiering wordt enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Financiering met vreemd vermogen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair het eigen vermogen te gebruiken, teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Het is belangrijk duurzaam toegang tot de financiële markten te behouden tegen acceptabele condities. Ten aanzien van de financiële risico s staat beheersbaarheid voorop. De vermogens- en (rente)resultaten van de organisatie dienen te worden beschermd tegen ongewenste financiële risico s, zoals renterisico s, liquiditeitsrisico s en kredietrisico s. Voor de beheersbaarheid van het renterisico wordt gewerkt met de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Hameland 20

In is Hameland onder de kasgeldlimiet gebleven en Hameland voldeed dan ook aan de wettelijke vereisten voor wat betreft de kasgeldlimiet voor vlottende schulden, als ook voor de renterisiconorm voor langlopende schulden. In deze paragraaf treft u hierna de weergave van de berekening van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm aan. Kasgeldlimiet Omschrijving (x 1.000) 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw Omvang begroting per 1 januari (grondslag) 60.518 60.518 60.518 60.518 1. Toegestane kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 8,20% 8,20% 8,20% 8,20% in een bedrag 4.962 4.962 4.962 4.589 2. Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar 3.000 3.000 3.000 3.000 Schuld in rekening-courant 225 284 750 865 Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar 0 0 0 0 Overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld 0 0 0 0 3. Vlottende middelen Contante gelden in kas 1 1 0 0 Tegoeden in rekening-courant 6 6 856 835 Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar 969 969 969 969 4. Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld 2.249 2.308 1.925 2.061 Toegestane kasgeldlimiet 4.962 4.962 4.962 4.589 Ruimte (+) / overschrijding (-) 2.713 2.654 3.037 2.528 Renterisiconorm Omschrijving 2010 2011 2012 (x 1.000) Basisgegevens 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 0 0 0 0 2 Netto herziening op vaste schuld 0 0 0 0 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 0 0 0 0 3b Nieuw verstrekte lange leningen 0 0 0 0 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld 0 0 0 0 5 Betaalde aflossingen 1.477 1.250 1.477 777 6 Herfinanciering 0 0 0 0 7 Renterisico op vaste schuld 0 0 0 0 Renterisiconorm 8 Stand van de vaste schuld per 1 januari 8.474 6.997 5.748 4.272 9 Het bij Min. Regeling vastgesteld % 20% 20% 20% 20% 10 Renterisiconorm 1.695 1.399 1.150 854 Toets renterisiconorm 11 Ruimte (+) / overschrijding (-) 1.695 1.399 1.150 854 In zijn tijdelijke liquiditeitstekorten ondervangen door kasgeldtransacties aan te gaan of het frictietekort te financieren vanuit een rekening-courantfaciliteit. Deze beslissing is onder meer gebaseerd op de normale rentestructuur. Het koers- en valutarisico is en blijft tot een minimum beperkt. Koersrisico s worden immers beperkt door uitzettingen in de vorm van rekening-courant en deposito s te laten plaatsvinden. Verder worden leningen uitsluitend verstrekt, aangegaan of Hameland 21

gegarandeerd in euro s. Aan- en verkoop in buitenlandse valuta s worden in principe niet aangegaan. 3.3 Verbonden partijen Er is sprake van een deelneming wanneer Hameland aandelen in een B.V. of N.V. heeft. Het aanhouden van aandelen is op zich een risicodragend financieel belang, waarmee stemrecht gemoeid is. Daarmee is er sprake van zowel een bestuurlijk als een financieel belang en dus een verbonden partij. In het kader van de wet FIDO mag Hameland alleen deelnemingen hebben vanwege het publieke belang en indien Hameland ook daadwerkelijk invloed wil kunnen uitoefenen. Het houden van een aandelenbelang als belegging - en dus zonder wenselijk bestuurlijk belang - is op grond van de wet FIDO niet toegestaan. Hameland kent ultimo het begrotingsjaar als gemeenschappelijke regeling zelf twee verbonden partijen: 1. Beheer Openbare ruimte Gelderland B.V. (BOG). Binnen BOG zijn per 1 januari 2010 de buitendienst activiteiten voor de gemeente Oost Gelre ondergebracht, die in onderaanneming worden uitgevoerd door de joint venture Hacron VOF. De vennootschap BOG is gevestigd in Lichtenvoorde en Hameland is enig aandeelhouder. Het eigen vermogen bedroeg bij aanvang van het boekjaar 256.810 en per ultimo boekjaar 265.513 2. Hameland Trading Company B.V. (HTC). HTC fungeert als houdstermaatschappij voor twee verbonden vennootschappen. Aan de ene kant is dit Hameland Hacron Garten- und Landschafstbau GmbH te Bocholt. Hierin vinden de groenvoorzieningactiviteiten in Duitsland plaats die in onderaanneming aan Hacron VOF zijn uitbesteed. Aan de andere kant is dit Hameland Participaties B.V.. Onder deze vennootschap zijn in 2011 Hamel Participatie I B.V. en Hamel Participatie II B.V. opgericht om te fungeren als moedermaatschappij van de in 2011 opgerichte joint ventures, respectievelijk Hacron VOF en Vervoersbedrijf Oost Nederland VOF. Per 1 januari is Vervoersbedrijf Oost Nederland V.O.F. ontbonden. Ten slotte bevindt zich onder Hameland Participaties B.V. de vennootschap Hamel Participatie III B.V., zijnde de moedermaatschappij van Hameland Facilitair VOF. Hieronder is de positie van de gemeenschappelijke regeling en de verbonden partijen schematisch weergegeven: Het resultaat van HTC B.V. is in uitgekomen op - 57.000. Dit is nagenoeg volledig toe te schrijven aan de resultaten die behaald zijn in de joint ventures Hacron VOF en Hameland Facilitair VOF. Het eigen vermogen daalde hierdoor van 491.000 naar afgerond 435.000 per ultimo boekjaar. Hameland 22