Didactiek van het vreemdetalenonderwijs. Opdrachten. Erik Kwakernaak. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2009



Vergelijkbare documenten
INTERVIEWEN 1 SITUATIE

Werkkaarten GIGO 1184 Elektriciteit Set

Opdrachten bij hoofdstuk 2

Ontleden? Leuk! Inleiding. Opzet van deze lesbrief. Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op Niveau tweede fase

Didactiek van het vreemdetalenonderwijs. Opdrachten. Erik Kwakernaak. Tweede, herziene druk. u i t g e v e r ij c o u t i n h o.

Getallenverzamelingen

1 Uw secretaresse vraagt u wie u voor deze sessie wilt uitnodigen. Aan welke mensen denkt u?

Rapportage Enquête ondergrondse afvalinzameling Zaltbommel

1.3 Wortels. x x 36 6 = x = 1.5 Breuken. teller teller noemer noemer. Delen: vermenigvuldig met het omgekeerde.

opgaven formele structuren procesalgebra

Handreiking voor zij-instroom in de zuivelindustrie

Crossculturele psychologie

Ajodakt. Rekenen Tijd groep 5. Colofon. Tijd. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 5

Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase, eerste editie. Pesten en klikken

Assertiviteit. Agressiviteit

Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit. Er zal veel belastinggeld nodig zijn om al die problemen op te lossen.

Hoe plan je een grote taak?

Verschil zal er zijn hv bovenbouw WERKBLAD

1a Een hoeveelheid stof kan maar op één manier veranderen. Hoe?

Praktische Opdracht Lineair Programmeren V5

Verschil zal er zijn mvbo bovenbouw WERKBLAD

AFLEIDING. Apparatuur tijdens het rijden

DOEL: Weten wat de gevolgen en risico s kunnen zijn van het plaatsen van (persoonlijke) informatie op internet.

Praktische opdracht Optimaliseren van verpakkingen Inleidende opgaven

De tijdens de training aangeboden ski-imitaties gebruiken we zowel als middel maar ook als doel.

6.4 Rekenen met evenwichtsreacties

In dit hoofdstuk introduceren we de hoofdrolspelers van het college: eindige automaten.

Leesvaardigheidsexamens moderne vreemde talen in Europees verband

Werkblad TI-83: Over de hoofdstelling van de integraalrekening

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 20 mei uur

1.3 Wortels. = a b c. x = 1.5 Breuken. teller teller. noemer noemer. Delen: vermenigvuldig met het omgekeerde.

De oppervlakte van de rechthoek uit de vorige opgave hangt van dezelfde variabelen af.

Opgave 1. Waarom kun je bij het Noorden twee getallen neerzetten? Geldt dit ook voor andere windrichtingen? Hoeveel graden hoort er bij het Oosten?

Opdrachten Hoofdstuk 7

Opgave 1 Stel je eens een getal voor, bijvoorbeeld: 504,76. a b c

WERKBLAD. weblink: vmbob. Let op: volg de aanwijzingen in het lesmateriaal bij het beantwoorden van de vragen!

Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen?

De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde.

Ajodakt. Rekenen. Cijferen. Cijferen groep 6. Colofon. Optellen, a rekken en vermenigvuldigen. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen.

Route F - Desert. kangoeroerat

Hoofdstuk 2 DE STELLING VAN PYTHAGORAS

Opdrachten bij hoofdstuk 3

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet.

Hoofdstuk 0: algebraïsche formules

Pak jouw passer en maak de afstand tussen de passerpunten 3 cm.

6.0 INTRO. 1 a Bekijk de sommen hiernaast en ga na of ze kloppen = = = = = 2...

HOOFDSTUK 1 BASISBEGRIPPEN

Mytylschool De Trappenberg Peter van Sparrentak

Onder Auditoren. Zestien praktijksituaties door de ogen van. milieuauditors. Stichting Coördinatie Certificatie Milieuzorgsystemen

HOEVEEL KEREN WIJ UIT? 5.1 Keren we altijd alles uit? WANNEER KEREN WIJ NIET UIT? WAT DOEN WIJ BIJ FRAUDE? 9.1 Wat zijn de gevolgen van fraude?

ja, studentaccount is groter dan standaard account en nog steeds gratis. Wel moet je mail adres van school en website van school invoeren ter controle

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus

Lucht in je longen. Streep de foute woorden door. Hoe komt lucht in je longen? Zet een cirkel om de dieren met longen.

Voorbereidende opgaven Stoomcursus

schets 10 Bergrede: tweeërlei fundament (7:24-29)

Wat doen we met de vuile was?

Ajodakt. Rekenen. Breuken. Breuken groep 8. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 8

Mode. Inleiding. Opzet van deze lesbrief. Uitgangsteksten. Tekst 1. Tekst 2. Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase 1 e editie

Voorbereidende opgaven Stoomcursus

Uitvoeringsregeling Dienstreizen Wageningen UR

JOB-monitor 2016 Vragenlijst

Welke van de volgende beweringen over de kromme snavel is of welke zijn juist voor jonge flamingo's? Maak het hokje met een juiste bewering zwart.

1.3 Wortels. = a. x = 1.5 Breuken. teller teller. noemer noemer. Delen: vermenigvuldig met het omgekeerde.

Privacyverklaring Donné Vastgoed

Inhoudsopgave LES 1: NAAR SCHOOL LES 2: VRIJE TIJD LES 3: THUIS LES 4: NEDERLAND LES 5: TOEKOMST 126

columbus Onrust in Iran: het begin van het einde of het einde van het begin? HAVO/VWO brengt het beste uit twee werelden samenlesbrief

Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Rekenrijk. Handleiding. Derde editie. Ceciel Borghouts Nicole Bus. Noordhoff Uitgevers

Inhoud. 1 Handgereedschappen 6. 2 Verbindingen Elektrische techniek Pompen Verbrandingsmotoren 128

Hoofdstuk 5: Vergelijkingen van de

Hoe maak je een huiswerkplanning?

Ajodakt. Rekenen. Grote getallen. Hoofdrekenen. Hoofdrekenen groep 8 Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Colofon. Zelfstandig werken

Hoeveel betaal je in totaal? Hoe kun je dat bedrag narekenen? Hoe bereken je het bedrag dat je van de 20 euro terug krijgt?

REGLEMENT BETREFFENDE DE SPAARLOONREGELING

Digitale informatieverwerking

Moderne wiskunde: berekenen zwaartepunt vwo B

Lijn, lijnstuk, punt. Verkennen. Uitleg. Opgave 1

Het reëel getal b is een derdewortel van het reëel getal a c. Een getal en zijn derdewortel hebben hetzelfde toestandsteken.

Examenreglement september 2015 GEERT GROOTE COLLEGE AMSTERDAM. Stichting voor Voortgezet Vrijeschoolonderwijs Noord-Holland

Kennismaken. Wie zitten er bij jou in de klas? 4. Welke afspraken maak jij met je klas? 8

8 Kostenverbijzondering (I)

Wiskunde A voor 4/5 havo

Ajodakt. Rekenen. Hoofdrekenen Tot Hoofdrekenen groep 6 Optellen en aftrekken tot Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden.

Privacyverklaring Rademaker Vastgoed V.O.F.

Wiskunde voor 1 havo/vwo

Een feestmaal. Naam: -Ken jij nog een ander speciaal feest? Typ of schrijf het hier. a

Zelfstudie practicum 1

V2.1 Eerlijk verdeeld?

e u z e B L O K K E N K L A S V M B O

Ajodakt. Rekenen. Hoofdrekenen. Tot Hoofdrekenen groep 5 Optellen en aftrekken tot Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden.

De standaard oppervlaktemaat is de vierkante meter. Die is afgeleid van de standaard lengtemaat, de meter.

Formeel Denken. Herfst Contents

Hoofdstuk 8 Beslissen onder risico en onzekerheid

Het leesdossier of de leesportfolio

Inhoudsopgave. Voorwaarden Hypotheek SpaarVerzekering Model Delta Lloyd Levensverzekering NV. 1 Wat bedoelen wij met? 3

Natuurlijke getallen op een getallenas en in een assenstelsel

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN SUBFACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN HUB HANDELSWETENSCHAPPEN

REKENEN MACHTEN MET. 5N4p EEBII 2013 GGHM

De supermarkt. a Welk karretje heeft de duurste boodschappen? Leg uit waarom je dat denkt. b Hoeveel klanten nog tot de 1000ste klant? Reken uit.

Ajodakt. Rekenen. Hoofdrekenen Tot Hoofdrekenen groep 7 Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Colofon. Zelfstandig werken

Formeel Denken 2012 Uitwerkingen Tentamen

Transcriptie:

Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs Opdrhten Erik Kwkernk o u t i n h o ussum 2009

Deze opdrhten horen ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs vn Erik Kwkernk 2009 Uitgeverij Coutinho.v. Alle rehten voorehouden. Behoudens de in of krhtens de Auteurswet vn 1912 gestelde uitzonderingen mg niets uit deze uitgve worden verveelvoudigd, opgeslgen in een geutomtiseerd gegevensestnd, of openr gemkt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronish, mehnish, door fotokopieën, opnmen, of op enige ndere mnier, zonder voorfgnde shriftelijke toestemming vn de uitgever. Voor zover het mken vn reprogrfishe verveelvoudigingen uit deze uitgve is toegestn op grond vn rtikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de drvoor wettelijk vershuldigde vergoedingen te voldoen n Stihting Reproreht (Postus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reproreht.nl). Voor het overnemen vn (een) gedeelte(n) uit deze uitgve in loemlezingen, reders en ndere ompiltiewerken (rtikel 16 Auteurswet 1912) kn men zih wenden tot Stihting PRO (Stihting Pulitie- en Reprodutierehten Orgnistie, Postus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.edr.nl/pro). Uitgeverij Coutinho Postus 333 1400 AH Bussum info@outinho.nl www.outinho.nl Noot vn de uitgever Wij heen lle moeite gedn om rehtheenden vn opyright te hterhlen. Personen of instnties die nsprk mken op eplde rehten, wordt vriendelijk verzoht ontt op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0137 3 NUR 842/846 o u t i n h o

Inhoud 1 Belngrijke egrippen 4 2 Vto en ntuurlijke verwerving 7 3 Luisteren en lezen: wt je drij doet, en oefenprmeters 10 4 Spreken en shrijven: wt je drij doet, en oefenprmeters 13 5 Toetsen 15 6 Curriulum en leergng 18 7 Het vto in mtshppelijk perspetief 21 8 Leesvrdigheid 23 9 Luistervrdigheid 27 10 Shrijfvrdigheid 31 11 Gespreks- en spreekvrdigheid 36 12 Uitsprk en spelling 39 13 Woordensht 44 14 Grmmti 50 15 Kennis vn lnd en volk 55 16 Litertuur 59 De opdrhten zijn onderverdeeld in vier types of tegorieën: fkorting 1 Reprodutie RP 2 Toepssing in een nlyse vn eigen ervringen ls tlleerder vn leermteril vn geoserveerde lesprktijk 3 Toepssing in de produtie vn leermteril vn een lespln 4 Eigen positieepling en theorieontwikkeling TA TP EP o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 3/53

1 Belngrijke egrippen Opdrht 1.1 Bij 1.1 Vrdigheden en deelvrdigheden (RP) Vul deze mtrix n, d.w.z. zet de vier tlvrdigheden erin en enoem ze in de eerste rij en de eerste kolom. vrdigheden e vrdigheden e vrdigheden e vrdigheden e d (RP) Geef in eigen woorden n wt deelvrdigheden zijn. (RP) Noem de vier deelvrdigheden die in dit oek ondersheiden worden. Het komt niet op de exte terminologie n; noem rustig meerdere vn de in omloop zijnde termen. (RP) Reonstrueer de geomineerde mtrix met horizontl vier tlvrdigheden en vertil vier deelvrdigheden. (De nummering vn de ellen dient lleen om in opdrht e mkkelijker n te kunnen geven in welke ellen de leerlingen het meest tief zijn.) 1 5 9 13 2 6 10 14 3 7 11 15 4 8 12 16 Vrdigheden en deelvrdigheden in een mtrix o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 4/62

e (TA) Hieronder volgt een ntl leertiviteiten. Bepl en eredeneer met ehulp vn de mtrix wt telkens geoefend wordt, d.w.z. in welke ellen telkens het zwrtepunt of de zwrtepunten liggen vn de leertiviteit vn de leerlingen. 1 De leerlingen shrijven een e-mil n een fitieve Duitse vriend(in) n de hnd vn gegeven inhoudspunten. 2 De leerlingen leren een woordenlijst Nederlnds-Frns uit hun hoofd. 3 De leerlingen mken een invuloefening, wrij het in te vullen Spnse woord telkens in het Nederlnds is ngegeven. 4 De leerlingen leiden de etekenis vn een onekend Engels woord f uit de ontext. 5 De leerlingen luisteren nr de doent die een medeleerlinge in het Engels vertelt dt ze de kls uit moet en zih moet gn melden ij de oördintor. 6 Een leerling zegt de veruiging vn de tegenwoordige tijd vn wollen op: ih will t/m sie wollen / Sie wollen. 7 De leerlingen doen mondeling de volgende oefening: Klus du wir Klus und Peter ih ihr Klus will immer helfen, wenn er knn. Du willst immer helfen, wenn du knnst. immer helfen, wenn. 8 De leerlingen vertlen shriftelijk een ntl zinnen uit het Nederlnds in het Spns: De mn shijnt door de omen. Willem hoort drie vliegtuigen overkomen. Het grntieewijs moet innen drie dgen ingestuurd worden. Wie het weet, mg het zeggen. 9 De leerlingen ekijken een Frnse film zonder ondertitels. 10 Een leerling geeft mondeling in het Frns een smenvtting vn de film. f g (TA) Kies een vijftl oefeningen of onderdelen uit een leergng, epl wt de leertiviteit vn de leerling is (dt is niet ltijd eenduidig) en doe drmee hetzelfde ls in opdrht e. (TA) Oserveer één of twee lessen en noteer de vershillende onderdelen of fsen ervn met de tijdsduur ervn. Benoem zoveel mogelijk of in elk onderdeel (hoofdzkelijk) een vrdigheid (.q. omintie vn vrdigheden) of een deelvrdigheid (.q. omintie vn deelvrdigheden) geoefend wordt. Reken uit hoeveel proent vn de tijd esteed wordt enerzijds n vrdigheden en nderzijds n deelvrdigheden. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 5/62

Opdrht 1.2 Bij 1.2 Situties, rollen, tekstsoorten, tlfunties, tlhndelingen, tlmiddelen (RP) Noem twee eigen vooreelden vn situties met ijehorende soile rollen die tot duidelijk vershillend tlgeruik nleiding geven. Benoem ook de vershillen in dt tlgeruik. (RP) Noem drie eigen vooreelden vn shriftelijke en drie vn mondelinge tekstsoorten. (RP) Noem drie eigen vooreelden vn indirete tluitingen, die tehnish, oppervlkkig genlyseerd een eplde tlfuntie (tlhndeling, ommunitieve intentie) uitdrukken, mr in werkelijkheid iets nders willen ereiken. Opdrht 1.3 Bij 1.3 Strtegieën (RP) Noem twee vooreelden vn tlleerstrtegieën. (RP) Noem twee vooreelden vn tlgeruiksstrtegieën, nmelijk een tlreeptiestrtegie en een tlprodutiestrtegie. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 6/62

2 Vto en ntuurlijke verwerving Opdrht 2.1 Bij 2.1 Vrdigheden innen en uiten het vto (TA) Noem de volgorde vn elngrijkheid vn de vier of vijf vrdigheden in het onderwijs dt jij in jouw doeltl gehd het, op shool en in je verdere opleiding. (EP) Geef n of je vindt dt in jouw tlleerproes de mondelinge vrdigheden een juiste positie hdden, of dt ze meer op de voorgrond hdden moeten stn. (EP) Kies een speifiek vto vn nu dt je kent, ijvooreeld dt in je eigen doeltl op je (stge) shool. Geef n of volgens jou de mondelinge vrdigheden voldoende n od komen. Opdrht 2.2 Bij 2.2 Is vto eter dn ntuurlijke vreemdetlverwerving? (TA) Geef n welke ndere tl of tlen dn je eerste tl (moedertl) je geheel of grotendeels volgens de ntuurmethode geleerd het. Geef ook n in welke mte je jouw doeltl (de tl die je onderwijst) vi onderwijs dn wel volgens de ntuurmethode geleerd het, ijvooreeld de mondelinge tegenover de shriftelijke vrdigheden. Opdrht 2.3 Bij 2.3 Wt vto minder goed kn (RP) Noem drie of meer punten wrop gestuurde verwerving in het vto in het ndeel is ten opzihte vn ntuurlijke verwerving in een doeltlomgeving. Opdrht 2.4 Bij 2.4 Wt vto wel goed kn (RP) Noem drie of meer punten wrop vto ls het goed is eter kn soren dn ntuurlijke verwerving in een doeltlomgeving. (TA) Interview enkele volwssenen (geen vreemdetldoenten) over het vto dt ze op shool heen gehd en het profijt dt ze dr sindsdien vn heen ervren. Formuleer voorf interviewvrgen n de hnd vn de shem s 2.1 en 2.2 in 2.3 Wt vto minder goed kn en 2.4 Wt vto wel goed kn. Opdrht 2.5 Bij 2.5 Tken en feedk doseren (RP) Noem drie mogelijke oorzken vn het niet of sleht werken vn feedk. Illustreer die met eigen vooreelden. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 7/62

(RP) Noem twee of meer voordelen vn onderlinge feedk door leerlingen, met ijehorende eigen vooreelden. (RP) Noem één of meer prolemen ij onderlinge feedk door leerlingen, zo mogelijk met (gedeeltelijke) oplossingen drvoor. Opdrht 2.6 Bij 2.6 Feedk-.q. orretietehnieken ij produtieve tken (RP) Geef n wt het vershil is tussen ommunitieve feedk en tlgerihte feedk, door omshrijving of n de hnd vn vooreelden. Geef ook een eigen vooreeld vn een rest. (RP) Noem drie dilemm s ij het geven vn feedk en geef telkens n welke keuze in prinipe de este is. (TP) Kies een ntl vker ij leerlingen voorkomende grmmtile of lexile fouten in je doeltl. Ontwikkel voor elke fout meerdere feedkmogelijkheden n de hnd vn shem 3. Opdrht 2.7 Bij 2.7 Tlgerihte ndht en tlnlyse (TA) Geef een inshtting vn je eigen positie op de shl tlgeriht ommunitief geriht. Vergelijk jezelf met minstens één ndere persoon met een duidelijk ndere instelling tegenover tl en tlgeruik dn jezelf het. Geef n welke onsequenties dt zou moeten heen voor het meest geshikte vto voor jou.q. die ndere persoon. (TA) Geef n of je wel eens gemerkt het dt het leerproes dt je met één vreemde tl het doorgemkt, het leren vn een tweede, derde vreemde tl vergemkkelijkte. Zo j, noem vooreelden die lten zien dt vormen vn tlewustzijn (lnguge wreness) nuttig kunnen zijn ij het leren vn meer vreemde tlen. Opdrht 2.8 Bij 2.8 Oefenen (RP) Oefenen is hetzelfde herhlen in telkens ndere ominties en ontexten. Liht toe wrom dt juist ook in het vto geldt. Opdrht 2.9 Bij 2.9 Hulpvrdigheden en strtegieën (TA) Noem vooreelden vn hulpvrdigheden of strtegieën die je wel of niet, te weinig, te veel of in de juiste mte het geleerd te hnteren in het vto dt je zelf gehd het. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 8/62

Opdrht 2.10 Bij 2.10 Invloed vn de shool ls leeromgeving en vn tlonderwijstrdities (TA, EP) Het oek stelt: Op shool wordt de doent gedwongen tot vrij sterk disiplinerend gedrg. Dt eperkt vk zijn didtishe mogelijkheden. Dt gt voorl ten koste vn: groepswerk; lngere tken; mondelinge vrdigheden; omplexere tken. Geef n in hoeverre je het hiermee eens ent, met rgumenten en zo mogelijk met vooreelden. (EP) Geef n in welke mte je je veronden voelt met.q. je los voelt stn vn de mnier wrop je zelf op shool en in je studie vreemde tlen geleerd het. Noem vooreelden vn zken die je net zo zou willen doen of, indien vn toepssing, vn zken die je nders zou willen doen. Opdrht 2.11 Bij 2.11 Een goede mix en de doeltl ls voertl (TA) Oserveer één of meer vreemdetllessen in je doeltl of een ndere vreemde tl met ijzondere ndht voor het geruik vn de doeltl ls voertl. Geruik het shem om vershillende vormen vn ommunitie te ondersheiden. Vrgen: 1 Welke soorten vn ommunitie gingen in de doeltl, welke niet? 2 Wt kunnen in die vershillende soorten ommunitie oorzken of redenen zijn wrom de doeltl niet geruikt werd? 1 orgnistorishe, disiplinire en soile ommunitie stndrdnwijzingen: egin vn de les, nieuw lesgedeelte, oek pkken, huiswerk, einde les enz. omplimenten, ge-/veroden, wrshuwingen, strfdreigingen, strfopleggingen prtjes met de kls of groepjes of individuele leerlingen 2 instrutie, tlgerihte feedk instruties voor oefeningen en opdrhten inleiding op en vrgen/opgven ij luister- en leesteksten uitleg vn grmmti, strtegieën, geruik hulpmiddelen, ijv. woordenoek, enz. feedk en orreties op luister-, lees- spreek- en shrijfprestties eoordelingen 3 geprogrmmeerd tld luisterteksten leesteksten gespreks- en spreekvrdigheids opdrhten shrijfvrdigheidsopdrhten (EP) Inventriseer rgumenten tegen het geruik vn de doeltl ls voertl in de les. Geef n welke jij steekhoudend vindt en welke niet. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 9/62

3 Luisteren en lezen: wt je drij doet, en oefenprmeters Opdrht 3.1 Bij 3.1 Tl egrijpen: ottom-up en top-down (RP) Kies een shooltype en een kls, en stel je voor dt je n deze leerlingen uit wilt leggen hoe het egrijpen vn tl in zijn werk gt. Geruik drij de egrippen ottom-up en top-down. (RP) Leg n dezelfde kls ook uit hoe het proes verloopt ls persoon A gedurende ijvooreeld twee minuten n persoon B een verhl vertelt, en persoon B vervolgens dt verhl n persoon C overrengt. Vrint: leg n dezelfde kls uit hoe het proes verloopt ls leerling A een tekst leest of eluistert en vervolgens de inhoud vn die tekst weergeeft of smenvt. Opdrht 3.2 Bij 3.2 Weergeven, smenvtten, interpreteren (RP) Geef in eigen woorden definities of omshrijvingen of vooreelden vn weergeven (ongeveer in een een-op-eenverhouding), smenvtten en interpreteren. Opdrht 3.3 Bij 3.3 Zoekend (seletief) luisteren of lezen en struturerend luisteren of lezen (RP) Kies een shooltype en een kls. Leg n deze leerlingen het vershil uit tussen zoekend (seletief) lezen/luisteren en struturerend lezen/luisteren. (TA) Geef ij elke vn de onderstnde eindtermen ntwoord op de vrgen: gt dit over zoekend of struturerend luisteren/lezen? gt dit over weergeven, smenvtten en strutureren of interpreteren? 1 de hoofdgedhte vn een tekst(gedeelte) ngeven; 2 ngeven welke informtie relevnt is, gegeven een vststnde ehoefte; 3 de etekenis vn elngrijke elementen vn een tekst ngeven; 4 onlusies trekken met etrekking tot intenties, opvttingen en gevoelens vn de uteur; 5 ntiiperen op het meest wrshijnlijke vervolg vn een gesprek; 6 relties tussen delen vn een tekst ngeven; 7 ntekeningen mken ls strtegie om een tekst n te pkken; 8 gegevens uit één of meer teksten met elkr vergelijken en druit onlusies trekken. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 10/62

Opdrht 3.4 Bij 3.4 Vershillen tussen luisteren en lezen (RP) Kies een shooltype en een kls, en stel je voor dt je n deze leerlingen uit wilt leggen wrom luisteren moeilijker is dn lezen. Denk drij n: het lineire luisterproes tegenover het niet-lineire leesproes; de mte vn gesegmenteerdheid vn de klnken.q. de letters; de mte wrin luister- en leestempo opgelegd worden; mr ps je terminologie n n de doelgroep. (TA) Anlyseer dit getrnsrieerde frgment uit een voetlverslg en geef n wt de typishe vershillen zijn tussen spontn gesproken tl en geshreven tl. Het meest intensief onfronteer je jezelf drmee door het frgment te hershrijven in shrijftl. j t ws in de eenentwintigste minuut. toen uh rk op de rehterknt Bs Shij door hij omspeelde z n mn mooi legde de l terug. in de zestien meter kwm uh Rikken innengelopen die werd ngetikt tenminste zo oordeelde sheidsrehter uh Tempelr. hij gf drvoor een strfshop een gele prt gele krt voor Felior Peters en die werd uh de strfshop werd verzilverd door uh Lu vn Rij. en nog geen twee minuten lter ws de l uh in één keer werd ie diep gegeven en werd er wederom gesoord. nu ws het Mrio Lmmers met een uh knp fstndsshot. het is dus nul twee voor Htert. (TA) Neem een nieuwsuitzending op in je doeltl vn 3 of 4 minuten, vn de rdio (dit kn ook vi internet). 1 Sht in voor welke klssen deze uitzending geshikt zou kunnen zijn ls luisteroefening. 2 Stel per item (onderwerp) vst welke speifieke voorkennis verondersteld wordt wrover de leerlingen wrshijnlijk niet eshikken. Het gt hier dus niet primir om ontrekende woordenkennis, hoewel die ntuurlijk mede een rol kn spelen. 3 Kies een moeilijk item uit en hershrijf dt zodnig dt het geshikter wordt voor je doelgroep. 4 Leg de hershreven tekst vn het item terzijde en vertel spontn sprekend in de doeltl dezelfde inhoud n je doelgroep (in simultie). Proeer tegelijkertijd te nlyseren wt er n je tlgeruik verndert. Opdrht 3.5 Bij 3.5 Oefenprmeters ij luisteren en lezen 3.5.1 Oefenprmeter 1: lees- of luistertempo, herhling, onderreking 3.5.2 Oefenprmeter 2: inhoudelijke moeilijkheidsgrd 3.5.3 Oefenprmeter 3: tlige moeilijkheidsgrd 3.5.4 Oefenprmeter 4: lees-/luisterdoel (TA) Doe een experiment. Neem twee teksten, één in je moedertl, één in je doeltl, lleei vn gelijke lengte (ijvooreeld 750 woorden) en vn ongeveer gelijke inhoudelijke moeilijkheidsgrd (ijvooreeld een vergelijkr onderwerp uit twee vergelijkre tijdshriften). Deel het ntl woorden door 150, dt is het ntl woorden per minuut in spreek-/voorleestempo (ijvooreeld 750 : 150 = 5). Stel die tijd in op een stopwth of een keukenwekker en geef jezelf zoveel minuten om elk vn die teksten door te lezen. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 11/62

1 Proeer tijdens het lezen te oserveren hoe je leest: lineir vn voor nr hter en regelmtig door de tekst heen, of met sprongetjes of sprongen vooruit of hteruit, met puzes ij lstige pssges of woorden enzovoort. 2 Noteer hoeveel tijd je ij elke tekst overhoudt of tekort komt. 3 Trek (voorlopige) onlusies over: je mnier vn lezen en eventuele vershillen ij een tekst in je moeder- of je doeltl; je leestempo in de twee tlen ten opzihte vn het spreektempo vn. 150 woorden per minuut. (TA) Kies een leestekst uit een leergng, mr kijk nog niet wt de leergnguteurs ermee doen. 1 Mk een inshtting vn de inhoudelijke en de tlige moeilijkheidsgrd vn de tekst in verhouding tot de doelgroep (shooltype en kls). 2 Bepl het mogelijke leesdoel of een omintie vn mogelijke leesdoelen: glol of gedetilleerd egrip, zoekend of struturerend lezen, weergeven, smenvtten, interpreteren. 3 Bepl hoe je in een klssikle les met het leestempo om zou gn: voorlezen? Door jezelf of door een leerling? Een mximl ntl minuten geven wrinnen de leerlingen de tekst stil gelezen moeten heen? 4 Vergelijk dt wt je zelf epld of ingesht het met wt de leergnguteurs met de tekst gedn heen: opdrhten/vrgen vóór of tijdens het lezen, opdrhten/vrgen n het lezen. (TA) Kies een luistertekst uit een leergng, mr kijk nog niet wt de leergnguteurs ermee doen. 1 Mk een inshtting vn de inhoudelijke en de tlige moeilijkheidsgrd vn de tekst in verhouding tot de doelgroep (shooltype en kls). 2 Bepl het mogelijke luisterdoel of een omintie vn mogelijke luisterdoelen: glol of gedetilleerd egrip, zoekend of struturerend luisteren, weergeven, smenvtten, interpreteren. 3 Bepl hoe je de tekst zou presenteren in de kls: hoe vk lt je hem horen? Met of zonder onderrekingen of puzes? 4 Vergelijk dt wt je zelf epld of ingesht het met wt de leergnguteurs met de tekst gedn heen: opdrhten/vrgen vóór of tijdens het luisteren, opdrhten/vrgen n het luisteren. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 12/62

4 Spreken en shrijven: wt je drij doet, en oefenprmeters Opdrht 4.1 Bij 4.1 Een tlprodutiemodel (RP) Leg n de hnd vn het shem uit wt jij egrijpt vn het tlprodutiemodel vn Levelt. Stel je drij voor dt je die uitleg geeft n een olleg-doent (l dn niet in opleiding) geshiedenis of een nder niet-tlenvk. Coneptulizer messge genertion disourse model, sitution knowledge, enylopedi, et. monitoring preverl messge prsed speeh Formultor grmmtil enoding surfe struture phonologil enoding Lexion lemms forms Speehomprehension system phoneti pln (internl speeh) Artiultor Audition phoneti string overt speeh Tlprodutiemodel uit Willem J. M. Levelt (1989) Speking: from intention to rtiultion. Cmridge, Mss.: MIT Press, p. 9 Opdrht 4.2 (RP) Bij 4.2 Wrom is spreken moeilijker dn shrijven? Stel, een olleg vn een niet-tlenvk zegt: Shrijven is toh veel moeilijker dn spreken! Geef minstens twee rgumenten wrom je dt ook ndersom kunt zien. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 13/62

Opdrht 4.3 Bij 4.3 Oefenprmeters ij spreken en shrijven 4.3.1 Oefenprmeter 1: tijd (tempo) 4.3.2 Oefenprmeter 2: ommunitief geriht of tlgeriht 4.3.3 Oefenprmeter 3: vrij, geleid of (sterk) gestuurd 4.3.4 Oefenprmeter 4: monologish tegenover dilogish 4.3.5 Oefenprmeter 5: reprodutief tegenover produtief 4.3.6 Oefenprmeter 6: gefingeerde situtie tegenover reële klssensitutie 4.3.7 Oefenprmeter 7: mkkelijk tegenover moeilijk inhoudelijk en tlig (TA) Kies een hoofdstuk uit een leergng. Seleteer druit een tientl produtieve oefeningen vn vershillende types zols spreken, shrijven, uitsprk/spelling, woordensht, grmmti, gestuurd, geleid, open. Loop voor elke oefening de zeven oefenprmeters lngs en nlyseer: wrop stt de shuifregelr ij elke prmeter ingesteld? Overweeg drij: De meeste prmeterinstellingen zijn epld door de leergnguteurs. Mr sommige prmeters kn (of soms: moet) de doent regelen of ijregelen. Noem, wr dt vn toepssing is, die mogelijke (of soms: noodzkelijke) invloed vn de doent. Als dt hndig is voor een helderder egrip, geruik dn de onderdelen vn het tlprodutiemodel vn Levelt (oneptulizer, formultor, lexion, rtiultor) om je nlyse vn het oefengeeuren toe te lihten. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 14/62

5 Toetsen Opdrht 5.1 Bij 5.1 Toetsen versus oefenen (RP) Noem miniml twee redenen wrom het elngrijk is om oefenen en toetsen duidelijk gesheiden te houden. Tip. denk n: 1 het doel vn oefenen en het doel vn toetsen; 2 ongewenste gevolgen vn het geruik vn toetsen ls oefeningen. (TA) Neem de kerndoelen of de eindtermen uit het exmenprogrmm vn een shooltype nr keuze. Bekijk ze één voor één n de hnd vn de vrg: hoe mkkelijk of moeilijk meetr zijn ze? Opdrht 5.2 Bij 5.2 Meten en eoordelen; funties vn eoordelen (RP) Beshrijf wt meten is en wt eoordelen. (RP) Noem de twee elngrijkste funties vn toetsing voor de getoetste. (RP) Noem de funtie die toetsing in elk gevl heeft voor de doent, en nog een funtie die toetsing kn heen, mr meestl inoffiieel lijft. Opdrht 5.3 Bij 5.3 Meten 5.3.1 Vliditeit 5.3.2 Betrouwrheid (RP) Noem de twee elngrijkste riteri wr toetsen n moeten voldoen, en leg uit wt die twee riteri inhouden. (TA) Stel, op een eplde shool wordt in een eplde kls: 1 een shrijfvrdigheidsijfer gegeven op grond vn een ntl shriftelijke overhoringen vn woorden (wrvn vertlingen in de doeltl gevrgd werden) plus een ntl vertlingen vn zinnen in de doeltl; 2 een gespreksvrdigheidsijfer gegeven op grond vn een ntl shriftelijke overhoringen vn woorden, prktishe uitdrukkingen en zinnetjes (wrij de spelfouten niet werden ngerekend) plus een uitsprktoets in de vorm vn het voorlezen vn een geshreven tekst plus een mondelinge overhoring vn enkele eerder geoefende geleide gesprekjes; 3 een grmmtiijfer gegeven op grond vn een ntl shriftelijke invulzinnen. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 15/62

Geef n in hoeverre dit vlide toetsen zijn, en wrom. d e f g (RP) Bij de toetsing vn tlvrdigheid zijn vliditeit en etrouwrheid omgekeerd evenredig. Doe lsof je deze stelling uitlegt n een olleg wiskunde. (RP) Leg uit wrom nlytish toetsen etrouwrder is dn glol toetsen. (RP) Noem twee ndelen vn glol toetsen. (RP) Leg uit wrom geleide gespreks- en shrijfvrdigheidstoetsen etrouwrder zijn dn open toetsvormen. (RP) Noem twee mnieren om de toetser etrouwrder te mken. Opdrht 5.4 Bij 5.4 Beoordelen 5.4.1 Weging 5.4.2 Cesuur: ijfers op sis vn goede en foute items 5.4.3 Cesuur: ijfers op sis vn ftrekpunten 5.4.4 Cesuur: indruksijfers, l of niet in omintie met ftrekpunten (TA) G op je (stge)shool n wt er voor jouw vk vstgelegd is n rihtlijnen voor de toetsing in het exmen; dt zl voorl het PTA (progrmm vn toetsing en fsluiting) zijn. Stel vst: welke onderdelen vn het vk ondersheiden worden en hoe die ten opzihte vn elkr gewogen worden; op welke sis de ijfers voor de vershillende onderdelen tot stnd komen: goede/foute items, ftrekpunten, indruksijfers. Vergelijk zo mogelijk deze gegevens met die vn olleg s vn ndere (stge)sholen en stel eventuele vershillen vst. (TA) Doe hetzelfde voor de voor-exmenklssen en stel vst: wt n rihtlijnen vstgelegd is; welke onderdelen vn het vk ondersheiden worden en hoe die ten opzihte vn elkr gewogen worden; op welke sis de ijfers voor de vershillende onderdelen tot stnd komen: goede/foute items, ftrekpunten, indruksijfers. Vergelijk zo mogelijk deze gegevens met die vn olleg s vn ndere (stge)sholen en stel eventuele vershillen vst. (EP) Vergelijk de regeling vn de toetsing in de exmenklssen met die vn de toetsing drvóór. Stel eventuele vershillen vst. Geef je stndpunt n: zijn de vershillen egrijpelijk en nvrdr of niet? Wissel zo mogelijk je stndpunt uit met olleg s vn ndere (stge)sholen. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 16/62

Opdrht 5.5 Bij 5.5 Gevren ij toetsing 5.5.1 Pedgogish ijferen 5.5.2 Hlo-effet 5.5.3 De lerr die zijn eigen onderwijs toetst 5.5.4 Meer toetsen dn je onderwijst, en meer onderwijzen dn je toetst (EP) Bepl je stndpunt ten nzien vn: pedgogish ijferen; het hlo-effet; het element vn zelfeoordeling ij de lerr die de resultten vn zijn eigen onderwijs toetst. Geef n hoe (on)gevoelig je zelf denkt te zijn voor deze gevren ij toetsing, en hoe prinipieel of prgmtish je vindt dt ij toetsing met gelijke mt moeten worden gemeten. (EP) Bepl je stndpunt ten nzien vn de stellingen: Je moet lleen toetsen wt je onderwijst. Je moet niet meer onderwijzen dn je toetst. Opdrht 5.6 Bij 5.6 Tips ij toetsing (EP) Kies één of twee tips uit die je n een eginnende vreemdetldoent zou willen geven die dit oek niet kent. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 17/62

6 Curriulum en leergng Opdrht 6.1 Bij 6.1 Curriulum, leerpln, exmenprogrmm, kerndoelen, pln vn toetsing en fsluiting (RP) Geef in eigen woorden n wt onder de volgende termen verstn wordt: urriulum; leerpln; exmenprogrmm; kerndoelen; pln vn toetsing en fsluiting. Opdrht 6.2 Bij 6.2 Exmenprogrmm s, leergngen (RP) Geef n hoe de tlvrdigheden over entrl exmen en shoolexmen verdeeld zijn en wt drvn de htergrond is. (RP) Geef minstens twee ftoren n die eplen hoe de leergngen in elkr zitten. Opdrht 6.3 Bij 6.3 Methode, npk, endering (RP) Geef de vershillen n tussen de grmmti-vertlmethode, de udiolingule methode en de ommunitieve npk. Doe dt n de hnd vn de volgende speten: te leren soort tl; rol vn de moedertl; grmmti; woordensht; meest voorkomende reeptieve oefenvormen; meest voorkomende produtieve oefenvormen. (RP) Geef in eigen woorden n wt onder de volgende termen verstn wordt: tkgerihte npk/endering; ompetentiegerihte npk/endering; eletishe npk/endering. Opdrht 6.4 Bij 6.4 Drempelniveus en Europees Referentiekder (RP) Doe lsof je n een olleg rdrijkskunde of een nder niet-tlenvk uitlegt wt de volgende egrippen inhouden: drempelniveu(s); het ERK; het Europees Tlportfolio. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 18/62

Opdrht 6.5 Bij 6.5 Leerlijnen (RP) Leg uit wt leerlijnen zijn en geef ht of meer vooreelden vn leerlijnen in het vto. (TA) Kies een leergng en drvn één deel (de oeken voor één kls). 1 Zoek uit welke leerlijnen drin worden ondersheiden. Dit wordt meestl uit de inhoudsopgve duidelijk; zoek eventueel informtie hierover in de doentenhndleiding. 2 Zoek uit welk prinipe wordt gehnteerd voor de indeling in hoofdstukken. Kies één hoofdstuk (niet het eerste vn het eerste deel, omdt dt vk nders opgezet is dn de rest) en g n hoe strikt de uteurs zih houden n het onderwerp dt met de titel (of op ndere wijze) wordt ngeduid. 3 Kies één representtief hoofdstuk en nlyseer in hoeverre de woordenshtleerlijn of de grmmtileerlijn gekoppeld is n of los stt vn de themtiek vn dt hoofdstuk. Opdrht 6.6 Bij 6.6 Leergngnlyse en -eoordeling (TA, EP) Anlyseer en eoordeel een leergng. Doe dt in de volgende stppen: 1 Neem de lijst met ndhtspunten uit het oek, ekijk die kritish en zet hem nr je eigen hnd (d.w.z. vervng onderdelen, dun hem uit, vul hem n). Mk er een profiel vn, dus een lijst vn eisen wrn volgens jou de idele leergng moet voldoen. 2 Kies een leergng. Anlyseer en eoordeel de leergng volgens je eigen lijst. Het kn nuttig zijn om nlytishe eshrijving en eoordeling duidelijk vn elkr te sheiden. Deze omvngrijke opdrht kn ook in geredueerde vorm uitgevoerd worden: niet de hele ndhtspuntenlijst, mr een eperkt ssortiment ndhtspunten; niet de hele leergng, dus niet lle delen (voor lle klssen), mr een keus druit, of lleen één of een eperkt ntl hoofdstukken uit een epld deel. Tip: mk eerst een opzet (inhoudsopgve) voor het verslg vn de opdrht. Een vooreeld: o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 19/62

1 Inleiding 2 Didtishe uitgngspunten een eshrijving en onderouwing vn je vreemdetlenonderwijsfilosofie 3 Leergngprofiel ndhtspunten voor de nlyse, en voor zover vn toepssing ij de ndhtspunten telkens (ee) eis voor de eoordeling 3.1.1 (ndhtspunt 1: nlyse/eshrijving) 3.1.2 (ndhtspunt/eis 1: eoordeling) 3.2.1 (ndhtspunt 2: nlyse/eshrijving) 3.2.2 (ndhtspunt/eis 2: eoordeling) 3.3.1 3.3.2 4 Smenvtting en onlusies Uiterrd zijn llerlei ndere opzetten (inhoudsopgven) ook mogelijk, mr je werkt nzienlijk effiiënter ls je er eerst één mkt, zeker ls je de opdrht smen met nder doet. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 20/62

7 Het vto in mtshppelijk perspetief Opdrht 7.1 Bij 7.1 Wrom eigenlijk vto? 7.2 Geshiedenis vn het vto in Nederlnd: een korte shets (EP) Een olleg zegt: Om goed te funtioneren ls vreemdetldoent hoef ik niets te weten over de geshiedenis en de mtshppelijke positie vn het vk. Ik leef vndg en het gt erom dt ik mijn lessen in mijn shool en met mijn leerlingen goed doe. Regeer drop. Opdrht 7.2 Bij 7.2 Geshiedenis vn het vto in Nederlnd: een korte shets 7.2.1 De moderne vreemde tlen ls shoolvkken 7.2.2 De opleiding tot lerr Frns, Duits, Engels 7.2.3 Meer dn honderd jr grmmti-vertlmethode 7.2.4 Jren zeventig: de Mmmoetwet en de udiolingule methode 7.2.5 Vnf de tweede helft vn de jren thtig: de ommunitieve npk d e (RP) Shets in grote trekken wrom en in welke volgorde Duits, Engels en Frns in de Nederlndse sholen doordrongen. (RP) Geef n wrom het jr 1863 eshouwd wordt ls een mijlpl in de geshiedenis vn het Nederlndse seundire onderwijs. (RP) Geef n hoe het komt dt in Nederlnd de didtiek vn het vto zo lt, eigenlijk ps n 1970, reder onder lerren ekend werd. (RP) Geef n hoe het komt dt het vto lnge tijd zo gefixeerd ws op geshreven tl, dt grmmti en vertlen zo domineerden en dt er zo weinig n de mondelinge vrdigheden gedn werd. (RP) Shets in grote lijnen welke vernieuwingen het Nederlndse vto in de jren zeventig vn de vorige eeuw onderging, en hoe het kwm dt dt op zo rede shl geeurde. Denk ij de vernderingen n: de doelen vn het vto; de mondelinge vrdigheden; de grmmti; de leesvrdigheid. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 21/62

f (RP) Geef n wt het lo-/mvo-exmenprogrmm vn 1986 en de sisvormingskerndoelen vn 1993 in het Nederlndse vto teweegrhten. Denk n: de spreekvrdigheid; de grmmti; de doeltl ls voertl. Opdrht 7.3 Bij 7.3 Kwliteit en vernieuwing in het vto 7.3.1 De onderwijskundigen, de vto-deskundigen, de leergnguteurs 7.3.2 De overheid, de leergnguteurs 7.3.3 De shoolleidingen, de leerlingen en hun ouders 7.3.4 De lerren, de olleg s, de leerlingen 7.3.5 De lerren tegenover de ndere groepen (EP) Geef n wt in jouw visie op de kwliteitshndhving en -veretering vn het vto de rol moet zijn vn elk vn de volgende groepen: de overheid: onderwijspolitii en onderwijseleidsmtenren in Den Hg, de onderwijsinspetie; de shoolleidingen; de onderwijskundigen; de vto-deskundigen: vto-speilisten vn onderwijs verzorgings instellingen ls SLO, Cito en Pedgogishe Centr, vreemdetlendidtii, toegepstetlwetenshppers; de leergnguteurs en edutieve uitgevers; de leerlingen en hun ouders; de vreemdetldoenten. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 22/62

8 Leesvrdigheid Opdrht 8.1 Bij 8.1 Lezen en leren lezen 8.1.1 Funtie vn het lezen ij het leren vn een vreemde tl 8.1.2 Vn hrdop nr stil lezen d (RP) Noem twee of meer oorzken wrdoor veel leerlingen lezen mkkelijker vinden dn luisteren. (RP) Noem ook een oorzk wrdoor dt voor eplde leerlingen in mindere mte of niet geldt. (RP) Noem twee of meer ndelen vn het presenteren vn een nieuwe leestekst door hem door één of meer leerlingen te lten voorlezen. (EP) Noem één of meer voordelen vn het presenteren vn een nieuwe leestekst door hem door één of meer leerlingen te lten voorlezen. Geef je eigen fweging vn voor- en ndelen vn deze werkwijze n. Opdrht 8.2 Bij 8.2 Mnieren vn lezen 8.2.1 Zoekend en struturerend lezen 8.2.2 Lineir en onentrish lezen 8.2.3 Intensief en extensief lezen 8.2.4 Omgng met onekende woorden d e f (RP) Geef het vershil n tussen zoekend en struturerend lezen. (EP) Sht in welke mnier vn lezen (zoekend of struturerend) uiten het vto het meest voorkomt en geef n of je vindt dt eide mnieren vn lezen in het vto vk genoeg geoefend worden. (RP) Geef het vershil n tussen lineir en onentrish lezen. Noem miniml drie stppen uit een veel voorkomend stppenshem voor onentrish lezen. (RP) Noem twee vooreelden vn tekstsoorten die typish geshreven zijn om lineir gelezen te worden, en twee vooreelden vn tekstsoorten die er niet onder lijden om onentrish gelezen te worden (of die zelfs effiiënter onentrish gelezen kunnen worden). (RP) Geef twee of meer vooreelden vn tekstsoorten die meestl intensief gelezen worden, en idem vn tekstsoorten die meestl extensief gelezen worden. (RP) Geef twee of meer redenen wrom het zinvol is om leerlingen systemtish te trinen in tempolezen. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 23/62

g h (TA) Voor de epling vn de moeilijkheidsgrd vn een tekst wordt in het oek de volgende (niet wterdihte) proef gesuggereerd: Vernder in tekst X elk 9e woord in een gt, tot je ijvooreeld 20 of 30 gten het. Als een leerling nu zo n 50 à 55 proent vn die gten kn invullen met de etekenis (ij endering, in de moedertl) vn het weggelten woord, dn heeft tekst X voor hem een geshikt niveu. Anlyseer welke soort kennis (eheersing vn welk spet vn de doeltl) met deze proef gemeten wordt. Eventuele extr opdrht: lees ook 3.5.3 Oefenprmeter 3: tlige moeilijkheidsgrd en 13.3.1 Seletie, niedingsvolgorde en -tempo voor reeptieve en produtieve eheersing en geef het vernd n tussen het onderwerp vn die prgrfen en de proef. (EP) Geef n wt volgens jou het este moment is ij de ehndeling vn een leestekst om in te gn op de etekenis vn onekende woorden drin (ngenomen dt hij de juiste moeilijkheidsgrd heeft). Opdrht 8.3 Bij 8.3 Leesvrdigheidsmethodiek 8.3.1 Fsemodel 8.3.2 Vormen vn egripsontrole: weergeven, smenvtten en interpreteren 8.3.3 Weergeven 8.3.4 Smenvtten 8.3.5 Interpreteren (TA, EP) Anlyseer en eoordeel een gedidtiseerde leestekst n de hnd vn het fsemodel vn shem 8.2. 1 Kies uit een leergng een leestekst met lles wt erij hoort: instruties, informtie, vrgen of opdrhten, woordehndeling. Vergelijk dt lles met het fsemodel vn shem 8.2 (ekijk ook de vooreeldinvullingen). 2 Geef n in welke opzihten het leergngmteril overeenkomt dn wel fwijkt vn het fsemodel (ontrekende onderdelen, elementen die in het fsemodel niet voorkomen, vershillen in volgorde). 3 Bepl je positie: op welke punten zou jij ls doent de leergng volgen, op welke niet, wt zou jij nvullen? (TA) Kies uit een leergng één of meerdere leesteksten met vrgen of opdrhten erij. Proeer elke vrg/opdrht onder te rengen ij één vn de tegorieën weergeven, smenvtten, interpreteren. (TA, EP) Mk weergvevrgen/-opdrhten ij een zelf gevonden uthentieke tekst. 1 Kies een doelgroep en zoek drvoor een geshikte uthentieke tekst om struturerend lezen mee te oefenen. Een ron kn ijvooreeld een tijdshrift, krnt of internet zijn. 2 Sn de tekst op pssges of zinnen die jou voor de doelgroep dusdnig lstig én elngrijk voor de tekst ls geheel lijken dt je er gedetilleerd op in zou willen gn. Mk ij één of meer vn de gevonden pssges of zinnen een weergvevrg/-opdrht in zes vrinten: inhoudsvrg, gtenzin, j-neevrg, goed-foutopgve, weergve met fouten, tweekeuzevrg/-opdrht. 3 Bespreek met een olleg welke vrint voor de gegeven doelgroep het meest pssend lijkt. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 24/62

d g h i j (TA, EP) Anlyseer en eoordeel een gedidtiseerde leestekst voor struturerend lezen. 1 Kies uit een leergng een leestekst wrmee jij struturerend lezen zou willen oefenen. Kijk nog niet nr de egripsontrolevrgen of -opdrhten ij de tekst. 2 Mk vn die tekst een smenvtting in hoofdpunten in trefwoorden of telegrmstijl. 3 Vergelijk je smenvtting met de egripsontrolevrgen of -opdrhten ij de tekst. Anlyseer of in deze vrgen/opdrhten l of niet nr jouw hoofdpunten gevrgd wordt. 4 Geef n of je lterntieven ziet voor de egripsontrole uit de leergng, en zo j in welke rihting die gn. (TP) Mk een egripsontrole ij een zelf gevonden uthentieke tekst voor struturerend lezen. 1 Kies een doelgroep en zoek drvoor een geshikte uthentieke tekst om struturerend lezen mee te oefenen. Een ron kn ijvooreeld een tijdshrift, krnt of internet zijn. 2 Mk vn die tekst een smenvtting in trefwoorden of telegrmstijl. 3 Kies drie mogelijke vormen uit de zeven opgesomde onder 8.3.4 Smenvtten,. Een gemnipuleerde smenvtting reonstrueren. Mk op sis drvn en vn je smenvtting een egripsontrole in drie vrinten. Noteer ook de verwhte ntwoorden. 4 Bespreek met een olleg welke vrint de geshiktste is voor de doelgroep. (TP) Mk strutureeroefeningen ij een zelf gevonden uthentieke tekst voor struturerend lezen. 1 Kies een doelgroep en zoek drvoor een geshikte uthentieke tekst om struturerend lezen mee te oefenen. Voor deze opdrht is een informtieve of etogende (rgumenterende) tekst met een heldere logishe opouw het geshiktst. 2 Mk vn die tekst een smenvtting in trefwoorden of telegrmstijl. 3 Kies drie mogelijke vormen uit de zes opgesomde onder 8.3.4 Smenvtten,. Strutureeroefeningen, wrvn één uit het kopjes -groepje 3 t/m 5. Mk op sis vn deze keus en vn je smenvtting drie strutureeroefeningen. Noteer ook de verwhte ntwoorden. (TP) Mk een smenvttingsoefening ij een zelf gevonden uthentieke leestekst voor struturerend lezen. 1 Kies een doelgroep en zoek drvoor een geshikte uthentieke tekst om het smenvtten mee te oefenen. 2 Mk vn die tekst een smenvtting in trefwoorden of telegrmstijl die je kunt geruiken ls modelsmenvtting voor de leerlingen. 3 Shrijf een voorereiding voor een les wrin de leerlingen zelf een smenvtting shrijven. Geef werkvormen en geshtte tijden n. (TA) Neem een Cito-toets. Sn de vrgen en vis de interprettievrgen ertussenuit. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 25/62

Opdrht 8.4 Bij 8.4 Leesvrdigheid toetsen (TA) In de exmenprogrmm s vmo, hvo en vwo vn 2007 komen de volgende eindtermen voor leesvrdigheid voor. De kndidt kn: ngeven welke informtie relevnt is, gegeven een vststnde ehoefte; de hoofdgedhte vn een tekst(gedeelte) ngeven; de etekenis vn elngrijke elementen vn een tekst ngeven; relties tussen delen vn een tekst ngeven; (lleen vmo:) gegevens uit één of meer teksten met elkr vergelijken en druit onlusies trekken; (lleen hvo/vwo:) onlusies trekken met etrekking tot intenties, opvttingen en gevoelens vn de uteur. Kies een Cito-leesvrdigheidstoets. Breng elke vrg onder ij één vn deze eindtermen. (TA, EP) Anlyseer een leesvrdigheidstoets die geruikt wordt in een niet-exmenkls vn een shool voor vmo, hvo of vwo. G n welke vn de volgende speten getoetst worden: 1 zoekvrgen entwoorden ( ngeven welke informtie relevnt is, gegeven een vststnde ehoefte ); 2 hoofdgedhte vn een tekst(gedeelte) weergeven; 3 smenvtten in lopende zinnen of trefwoorden of telegrmstijl, met ls opdrht ijvooreeld: Noem de vijf elngrijkste punten vn de tekst ; 4 strutureeropdrhten ( relties tussen delen vn een tekst ngeven ); 5 gt in tekst met pssende inhoud vullen (logishe struturen in een tekst herkennen); 6 etekenis vn lstige zinnen of pssges weergeven ( etekenis vn elngrijke elementen vn een tekst ngeven ); 7 interpreteren ( onlusies trekken met etrekking tot intenties, opvttingen en gevoelens vn de uteur ). Geef n of je vindt dt de toets op een evenwihtige mnier de relevnte speten vn leesvrdigheid toetst. (TP) Kies een doelgroep (geen exmenkls). Mk drvoor een leesvrdigheidstoets op sis vn uthentieke teksten. Zorg dt zowel zoekend ls ook struturerend lezen getoetst wordt. Een omplete toets estt uit: 1 de tekst en de opgven voor de leerlingen; het eoordelingsinstrument: verwhte ntwoorden, nwijzingen voor soring en weging vn 2 de vrgen/opdrhten, voorstel voor de esuur. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 26/62

9 Luistervrdigheid Opdrht 9.1 Bij 9.1 Luisteren en leren luisteren (RP) Noem drie of meer oorzken wrdoor luistervrdigheid in de shool vk tekort komt. Tip: denk n de geshiedenis vn de mvt ls shoolvkken, de shool ls leeromgeving, de doeltl ls leerstof. (RP) Noem twee of meer mogelijke oorzken wrdoor luisteren door leerlingen ls moeilijker ervren wordt dn lezen. Opdrht 9.2 Bij 9.2 Mnieren vn luisteren 9.2.1 Tweezijdig en eenzijdig luisteren, kijkluisteren 9.2.2 Zoekend en struturerend luisteren 9.2.3 Intensief en extensief luisteren 9.2.4 Omgng met onekende woorden d e f g h (RP) Geef n wt het vershil is tussen tweezijdig en eenzijdig luisteren. (RP) Geef n wrom kijkluisteren wel vk, mr niet ltijd mkkelijker is dn luisteren zonder eeld. (RP) Geef twee of meer vooreelden vn tekstsoorten die meestl zoekend eluisterd worden, en idem vn tekstsoorten die meestl struturerend eluisterd worden. (RP) Geef n wt het gevolg is vn de ekende werkwijze eerst de vrgen lezen, dn de tekst eluisteren voor de mnier wrop de leerling luistert. (RP) Geef n wrom het zowel ij zoekend ls ij struturerend luisteren vn elng is om kennis te heen vn tekstsoorten. (RP) Geef een vooreeld vn een situtie in het leven uiten de shool wrin je intensief luistert. (RP) Geef n wt je op welke momenten ls doent kunt doen met onekende woorden in een luistertekst. (TP) Stel, je hoort vn een leerling dt die zijn woordjes lleen stil lezend en nooit hrdop leert. Geef n wt je tegen die leerling zegt. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 27/62

Opdrht 9.3 (RP, TP) Bij 9.3 Luistervrdigheidsmethodiek 9.3.1 Fsemodel 9.3.2 Vormen vn egripsontrole: weergeven, smenvtten, interpreteren 9.3.3 Weergeven 9.3.4 Smenvtten 9.3.5 Interpreteren d e (TA, EP) Anlyseer en eoordeel een gedidtiseerde (kijk)luistertekst n de hnd vn het fsemodel vn shem 9.3. 1 Kies uit een leergng een luister- of kijkluistertekst met lles wt erij hoort: instruties, informtie, vrgen of opdrhten, woordehndeling. Vergelijk dt lles met het fsemodel vn shem 9.3 (ekijk ook de vooreeldinvullingen). 2 Geef n in welke opzihten het leergngmteril overeenkomt dn wel fwijkt vn het fsemodel (ontrekende onderdelen, elementen die in het fsemodel niet voorkomen, vershillen in volgorde). 3 Bepl je positie: op welke punten zou jij ls doent de leergng volgen, op welke niet, wt zou jij nvullen? (TA) Kies uit een leergng één of meerdere (kijk)luisterteksten met vrgen of opdrhten erij. Breng elke vrg/opdrht onder ij één vn de tegorieën weergeven, smenvtten, interpreteren. (TA) Doe een leerervring op met luisteren en trnsrieren. 1 Neem een uthentieke, spontn gesproken onverstie op vn ntive spekers in jouw doeltl. Het kn ook een stukje vn een tv-show, interview of doumentire zijn met een spontn gesproken diloog vn minstens twee personen. Kies een frgment vn ongeveer 400 woorden (drie tot vier minuten). Mk drvn smenvttende notities. 2 Trnsrieer het frgment. Geef n of er, en zo j welke, elementen (woorden, zinnen) ij het luisteren n je ndht ontsnpt wren. Trek druit onlusies over het tlverwerkingsproes en voor de luistervrdigheidsdidtiek. (TA, EP) Doe en ervr een tolkoefening. 1 Neem een interview in de doeltl op vn rdio of televisie (dit kn ook vi internet). Mk er een tolkoefening vn door telkens ls je dt zelf nodig vindt de puzeknop in te drukken en het gesprokene in je moedertl te vertlen. 2 Geef n ls hoe zinvol je deze oefening ervrt ls onderdeel vn luistervrdigheidstrining, en in welke mte je hr inzetr ht in de vto-prktijk. (TA, EP) Anlyseer en eoordeel een gedidtiseerde (kijk)luistertekst voor struturerend (kijk)luisteren. 1 Kies uit een leergng een (kijk)luistertekst wrmee jij struturerend (kijk)luisteren zou willen oefenen. Kijk nog niet nr de egripsontrolevrgen of -opdrhten ij de tekst. 2 Mk vn die tekst een smenvtting in hoofdpunten in trefwoorden of telegrmstijl. 3 Vergelijk je smenvtting met de egripsontrolevrgen of -opdrhten ij de tekst. Anlyseer of in deze vrgen/opdrhten l of niet nr jouw hoofdpunten gevrgd wordt. 4 Geef n of je lterntieven ziet voor de egripsontrole uit de leergng, en zo j in welke rihting die gn. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 28/62

f g h i (TP) Mk een egripsontrole ij een zelf gevonden uthentieke tekst voor struturerend (kijk)luisteren. 1 Kies een doelgroep en zoek drvoor een geshikte uthentieke tekst om struturerend (kijk)luisteren mee te oefenen. Bron kn rdio of televisie (internet) zijn. 2 Mk vn die tekst een smenvtting in trefwoorden of telegrmstijl. 3 Kies drie mogelijke vormen uit de zeven opgesomde onder. Een gemnipuleerde smenvtting reonstrueren. Mk op sis drvn en vn je smenvtting een egripsontrole in drie vrinten. Noteer ook de verwhte ntwoorden. 4 Bespreek met een olleg welke vrint de geshiktste is voor de doelgroep. (TP) Mk strutureeroefeningen ij een zelf gevonden uthentieke tekst voor struturerend (kijk)luisteren. 1 Kies een doelgroep en zoek drvoor een geshikte uthentieke tekst om struturerend (kijk)luisteren mee te oefenen. Voor deze opdrht is een informtieve of etogende (rgumenterende) tekst met een heldere logishe opouw het geshiktst. Dt kn een monologishe tekst zijn, mr ook een niet te oppervlkkig interview met een deskundige, met weinig onderrekingen door de interviewer. Anevolen lengte 3 à 4 minuten. 2 Mk vn die tekst een smenvtting in trefwoorden of telegrmstijl. 3 Kies drie mogelijke vormen uit de vijf opgesomde onder 9.3.4 Smenvtten,. Strutureeroefeningen, wrvn één uit het kopjes -groepje 4-5. Mk op sis vn deze keus en vn je smenvtting drie strutureeroefeningen. Noteer ook de verwhte ntwoorden. (TP) Mk een smenvtoefening ij een zelf gevonden uthentieke (kijk)luistertekst voor struturerend luisteren. 1 Kies een doelgroep en zoek drvoor een geshikte uthentieke (kijk)luistertekst om het smenvtten mee te oefenen. 2 Mk vn die tekst een smenvtting in trefwoorden of telegrmstijl die je kunt geruiken ls modelsmenvtting voor de leerlingen. 3 Shrijf een voorereiding voor een les wrin de leerlingen zelf een smenvtting shrijven. Geef werkvormen en geshtte tijden n. (TA) Neem een Cito-(kijk)luistertoets. Sn de vrgen en vis de interprettievrgen ertussenuit. Opdrht 9.4 Bij 9.4 Luistervrdigheid toetsen (TA) In de exmenprogrmm s vmo, hvo en vwo vn 2007 komen de volgende eindtermen voor (kijk)luistervrdigheid voor. De kndidt kn: ngeven welke informtie relevnt is, gegeven een vststnde ehoefte; de hoofdgedhte vn een tekst(gedeelte) ngeven; de etekenis vn elngrijke elementen vn een tekst ngeven; (lleen hvo/vwo:) relties tussen delen vn een tekst ngeven; o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 29/62

(lleen hvo/vwo:) onlusies trekken met etrekking tot intenties, opvttingen en gevoelens vn de spreker(s); ntiiperen op het meest wrshijnlijke vervolg vn een gesprek; (lleen hvo/vwo:) ntekeningen mken ls strtegie om een tekst n te pkken. Kies een Cito-(kijk)luistertoets. Breng elke vrg onder ij één vn deze eindtermen. (TA, EP) Anlyseer een (kijk)luistervrdigheidstoets die geruikt wordt in een niet-exmenkls vn een shool voor vmo, hvo of vwo. G n welke vn de volgende speten getoetst worden: 1 Zoekend luisteren; eindterm ngeven welke informtie relevnt is, gegeven een vststnde ehoefte. 2 Hoofdgedhte vn (een deel vn) de tekst weergeven; deze tk kn uitgereid worden tot het geven vn een smenvtting of smenvttende notities, met ls opdrht ijvooreeld Noem de vier elngrijkste punten vn de tekst ; eindtermen de hoofdgedhte vn een tekst ngeven en ntekeningen mken ls strtegie om een tekst n te pkken. 3 Strutureeropdrhten; vgl. leesvrdigheidseindterm relties tussen delen vn een tekst ngeven. 4 Gt in tekst met pssende inhoud vullen; pieptoets, eindterm ntiiperen op het meest wrshijnlijke vervolg vn een gesprek. 5 Betekenis vn lstige zinnen of pssges weergeven; eindterm de etekenis vn elngrijke elementen vn een tekst ngeven. 6 Interpreteren; eindterm onlusies trekken met etrekking tot intenties, gevoelens en opvttingen vn de sprekers. Geef n of je vindt dt de toets op een evenwihtige mnier de relevnte speten vn (kijk)luistervrdigheid toetst. (TA, EP) Anlyseer en eoordeel een luistervrdigheidstoets die geruikt wordt in een niet-exmenkls vn een shool voor vmo, hvo of vwo met het ijehorende eoordelingsinstrument. G n: of, ls de toets uit vershillende items (vrgen, opgven) estt, die items lleml hetzelfde gewiht heen of onderling gewogen zijn, en of de vershillende items ongeveer de zwrte heen die ze verdienen; of de mnier wrop het ijfer erekend wordt, helder is en gerehtvrdigd lijkt. d (TP) Kies een doelgroep (geen exmenkls). Mk drvoor een (kijk)luistervrdigheids toets, het liefst op sis vn zelf opgenomen, uthentieke teksten. Als dit te veel tijd kost, kun je ook oefenteksten uit een leergng geruiken. Zorg dt zowel zoekend ls ook struturerend lezen getoetst wordt. Een omplete toets estt uit: 1 de tekst en de opgven voor de leerlingen; 2 het eoordelingsinstrument: verwhte ntwoorden, nwijzingen voor soring en weging vn de vrgen of opdrhten, voorstel voor de esuur. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 30/62

10 Shrijfvrdigheid Opdrht 10.1 (RP, TA) Bij 10.1 Shrijven en leren shrijven 10.1.1 Shrijfvrdigheid en deelvrdigheden 10.1.2 Trdities ij het oefenen vn shrijfvrdigheid Geef n welke vn de volgende oefeningen ehte shrijfvrdigheidsoefeningen zijn en welke lleen deelvrdigheidsoefeningen ( op weg nr shrijfvrdigheid ), en wrom: ditee; vertloefening (vn de moedertl in de doeltl); formulier invullen voor het inheken op een mping; geleide opdrht voor het shrijven vn een internetforumijdrge; open opdrht voor het shrijven vn een internetforumijdrge; opstel over jrwisselingsvndlisme. (TA, EP) Denk n over de ndht voor tekstopouw ij shrijfvrdigheid in het vto. Het oek stelt: Vreemdetldoenten rihten trditioneel de lik zelden hoger dn het zinsniveu. 1 Geef n in hoeverre deze ewering klopt met je eigen ervringen zowel in het vto dt je op shool gehd het, ls in het tlvrdigheidsonderwijs dt je in je studie/ opleiding in je eigen doeltl krijgt of gekregen het. 2 Geef n in hoeverre je denkt dt er in het vto op shool meer ndht gegeven zou kunnen of moeten worden n tekstspeten oven zinsniveu (dus hoe zinnen onderling smenhngen, hoe teksten opgeouwd en gestrutureerd zijn), met het oog op shrijfvrdigheid. Opdrht 10.2 Bij 10.2 Mnieren vn shrijven 10.2.1 Tekstsoorten 10.2.2 Anlyseren 10.2.3 Plnnen en reviseren 10.2.4 Opzoeken 10.2.5 Herformuleren (TA, EP) Het oek noemt een httl tektsoortnduidingen die in vto-vernd vk voorkomen: formulieren; eenvoudige riefjes en krten; fx en e-mil; informele en formele rieven in de persoonlijke sfeer of in het kder vn de studie; urriulum vite; verslg; etoog; espreking. o u t i n h o Opdrhten ij Didtiek vn het vreemdetlenonderwijs 31/62