1. Normale nieren en nierfunctie 2. CKD stadium I-II 3. CKD stadium IIIa 4. CKD stadium IIIb-IV 5. CKD stadium V: HD, PD 6. Niertransplantatie



Vergelijkbare documenten
Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair

Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken?

Wie start er met dialyse? Vlaamse Nefrologie dag. Johan De Meester Commissie Registratie, NBVN

Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014

Medicatie Risico bij Nierschade. Nictiz symposium 15 november 2016 Chris Hagen nefroloog

Scharniermomenten bij terminale nierinsufficiëntie

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?

DIALYSE-EFFICIËNTIE ROUTINE OF PROTOCOL?

Chronische nierinsufficiëntie bij de oudere patiënt

NBVN. Jaarverslag 2012 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG

Gezonde Nieren. Triple Aim Congres. Almere, 21 juni Concept en Business Case Shared Savings. Chris Hagen, nefroloog, Meander MC Amersfoort

Renal function? Landelijke standaardisatie nierfunctiemeting is nodig

Predialyse informatie

Welkom Dialyse als nierfunctievervangende behandeling

MDRD: Diagnostiek en interpretatie

Chapter 10. Begrippenlijst

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald

Chronische nierschade

Peritoneaal dialyse. Ziekenhuis Bernhoven Ania Szalek

Dialysepatient van vandaag. Dr. Carmen Verhelst AZ Sint Blasius Dendermonde

Levende Donor Niertransplantatie anno Nierziekte Nierfalen

Chronische nierinsufficiëntie

Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.

Diabetes Mellitus en Nierfunctie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Functie van de nieren en wat kan fout gaan

Chronische nierinsufficiëntie Wat doet de nefroloog?

Herkennen van kans op mortaliteit en palliatieve zorgbehoeften bij dialyse patiënten d.m.v surprise question en 4 meter loop test

nefrologie - endocrinologie informatiebrochure Predialyse

Tips en trics voor de nefrologie anno Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen

Welkom. Namen presentatoren

Glomerulaire hyperfiltratie. Maren Schütz - ANIOS

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen

Predialysebegeleiding: de multidisciplinaire approach

Reis door het Nephron. Hilde de Geus

VUmc Basispresentatie

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring

centrumdialyse in een veilige omgeving

nefrologie - endocrinologie - diabetologie informatiebrochure Predialyse

Oost West Thuis Best!?! Klinische resultaten van thuisdialyse. Strategieën om thuisdialyse te bevorderen.

CAT: Plaatsbepaling van Cystatine C als Biomarker voor de Nierfunctie. Jolien Claessens Supervisor: Steven Pauwels , UZ Leuven

Preventieve zorg in de pre-dialyse de verpleegkundige rol

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

1 ste Vlaamse nefrologiedag

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Chronische nierinsufficiëntie

Ouderen en niertransplantatie

Oorzaken nierfalen De meest voorkomende bekende oorzaken van nierfalen zijn diabetes,

De nieren begrijpen... van hun normale werking tot CNI

Chronische Nierschade

Acute dialyse Nierfunctievervangende behandeling

Geen. Cognitieve achteruitgang bij nierfalen en het effect van dialyse. Disclosures. Ouderen groter risico op slechte uitkomst.

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

PATIËNTEN INFORMATIE. Chronische nierschade en nierfalen

Gestructureerde multidisciplinaire educatie en begeleiding bij chronisch nierlijden. Katleen De Bondt & Katrien Dierickx

Nierfalen en behandeling

NEDERLANDSE SAMENVATTING NIET-INGEWIJDEN

Gert A. Verpooten Dienst Nefrologie-Hypertensie. De falende filter. nierinsufficiëntie - Universiteit Antwerpen Universitair Ziekenhuis Antwerpen

Nierfunctie bij oudere patiënten

EEN JONGEMAN MET DIABETES MELLITUS

VERPLEEGKUNDIGE ASPECTEN ROND HET CONCEPT 'INTEGRATED CARE' VAN PATIËNTEN MET TERMINAAL NIERLIJDEN

Frequente Thuishemodialyse

Nierfalen en pallia+eve zorg: wat is de rela+e?

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog

NBVN. Jaarverslag 2011 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie

Diabeteszorg bij patiënten bij begin van dialyse behandeling

Haagse Nieren 2.0. Disclosure belangen spreker

Nierinsufficiëntie en voeding

FORUM. bij dialysepatiënten in Nederland

Niervervangende therapie op de IC

GEZONDE NIEREN VOOR IEDEREEN

Als uw nieren niet meer goed werken Voorlichtingsfolder voor de prédialyse patiënt

DIABETESREGULATIE RONDOM HEMODIALYSE. Dialyse patiënt met diabetes Mellitus. Insulinebehoefte rond start van HD. Vraag. Hemodialyse & hypoglykemie

De patiënt met een falend transplantaat. De andere realiteit van transplantatiezorg. Bouke Hepkema en Stefan Berger

Q& A. Dialyse bij de oudere. Q1: Op dialyse staat geen leeftijd. Q2: Dialyse is meestal levensverlengend

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn?

Nederlandse Samenvatting

Minisymposium Zorg voor de patient met een nierziekte: het perspectief in Nederland in 2016

Cover Page. Author: Rothuizen, Carolien Title: Tissue engineered blood vessels for hemodialysis vascular access Issue Date:

Dit is een manuele techniek voor het uitvoeren van een dialyse, dit wil zeggen dat u geen machine nodig heeft.

Wie start er met dialyse: de nieuwe dialyse patiënt

nierfalen in leven. Als dialysepatiënten ophouden met functioneren van de nieren.

Niertransplantatie. Patiënteninformatie. 1. Algemene informatie over de mogelijkheden

Preëmptieve transplantatie: waarom?

INVLOED VAN DIALSYE OP WONDHELING

H Niertransplantatie

Chronische nierschade bij volwassenen

De oudere patient met chronische nierschade

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen.

(N.B. Delen van dit verslag zijn overgenomen uit ons verslag van een lezing door dr. van den Wall Bake in 2006)

Predialyse Polikliniek

Voorlichting. diabetespatiënten. Waarom. in de Prédialyse. 19 november voor. Als ik dat geweten had!

Hart & Nieren Siamese tweeling?

Inleiding. Dr. Stas, nefroloog

Hemodialyse Peritoneale Dialyse

Normaal- en streefwaarden, formules

Schatting van de nierfunctie met de CKD-EPI formule: stand van zaken & aanbevelingen voor invoering

Transcriptie:

Chronologie van nierinsufficiëntie 1. Normale nieren en nierfunctie 2. CKD stadium I-II 3. CKD stadium IIIa 4. CKD stadium IIIb-IV 5. CKD stadium V: HD, PD 6. Niertransplantatie

DEEL 1 Normale nieren en nierfunctie

1 a Dwarse doorsnede

1 2 x 1 milj nierfilters

1 b Taken van de nier: Bewaking van het intern milieu (homeostase): A Verwijderen van uremische Afvalstoffen B Regeling vocht of totaal lichaamswater Regeling Bloeddruk, samen met hart- en bloedvaten C Correctie van zuurtegraad samen met de longen D Activatie van vitamine D, samen met de bijschildklieren E Productie van Erytropoëtine

Glomerulaire filtratiesnelheid (ml/ ) = klaring Klaring = de hoeveelheid plasma dat per minuut van één product wordt gezuiverd Ideale merker voor klaring wordt volledig gefilterd, niet reabsorbeerd noch gesecreteerd of gemetaboliseerd

2 A I Uremische afvalstoffen: geen ideale merkers voor klaring spier eiwitten celafbraak IN UIT Creatinine Ureum Urinezuur

2 A III Relatie tussen klaring en serumspiegel van de merker productie X 2 klaring / 2 bloedspiegel X 2 bloedspiegel X 2

To measure is my pleasure

Solute output Which solute? Answer: those with the most toxicity The most practical one..

Solute output Which solute? Answer: those with the most toxicity The most practical one..

Jaffé reaction measures also non-creatinine chromogens Different ways to get «rid» of non-creatinine chromogens So each creatinine methodologie gives different results differences in methodology/reagents/machines Differences in fine tuning of the same machine (e.g. temperature and timing of reaction

Serum Creatinine in different labs Van Biesen W., NDT 2006

Creatinine versus Klaring

2 A V Berekening van de klaring 1 Bloedname: formule van Cockcroft en Gault Klaring = (140-leeftijd) x gewicht 72 x serumcreat Klaring = 0.85 x (140-leeftijd)x gewicht 72 x serumcreat Urinecollectie: berekenen van creatinine klaring Klaring = excretie / serumconcentratie Klaring = debiet x urinecreat / serumcreat

Berekening van klaring 2 Bloedname: MDRD-formule GFR (ml/min/1.73 m 2 ) = 175 x (Scr) -1.154 x (age) -0.203 x (0.742 if female) x (1.210 if African American)

Vergelijking tussen beide methodes Cockcroft-Gault formule Gemakkelijk te berekenen (enkel rekenmachine) Richtlijnen voor dosisaanpassing van medicatie MDRD-formule Moeilijker te berekenen (computer noodzakelijk) Onbetrouwbaar zo klaring > 60 ml/ Labo kan de ingekorte MDRD-formule gebruiken (geen kennis nodig van gewicht)

egfr in men and women: The Nijmegen study Wetzels et al, KI, 2007

Same sample, prepared repeatedly and analysed 738.3951 738.5868 A 737.9874 738.7858 Mass (m/z) 738.3701 738.5535 B 12.7 737.9675 738.7631 Mass (m/z) 0 Reproducibility judged by the most abundant polypeptides > 98%

Relation between egfr and different uremic toxins Eloot et al, NDT, 2011

Classification of Renal Function Kidney Function GFR (ml/min/1.73m 2 ) CrCl (ml/min) Stage I Kidney damage CKD Risk Factors/Damage with Preserved GFR Stage II Stage III Stage IV Stage V Mild Kidney Function as expressed by PROTEINURIA Moderate Kidney Function Severe Kidney Function Kidney Failure ESRD 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 15 10 0 ESRD, end stage renal disease National Kidney Foundation. Am J Kid Dis. 2004;43(Suppl 1):S16-S41. Kidney damage as expressed by FILTRATION Chronic Kidney Disease

UREMIC TOXINS WITH VASCULAR IMPACT Polymorphnuclear Neutrophils Advanced glycation products Advanced oxidation protein products Angiogenin (DIP I) Complement factor D (DIP II) Cytokines Ig Light chains Leptin Endothelial Cells Advanced glycation products Advanced oxidation protein products ß2-microglobulin Cytokines Homocysteine Leptin Oxalic Acid Oxidized LDL Platelets Cytokines Leptin Neutrophils i r Adhesion Monocytes Platelets Monophages/Macrophages Endothelial Cells Advanced glycation products Advanced oxidation protein products AGE-ß2-microglobulin ß2-microglobulin Cytokines Homocysteine Leptin Cytokines MPO AOPP ROS Migration Differentiation Resident Macrophage Smooth muscle cells ß2-microglobulin Homocysteine l Vascular Lesion Foam Cells Vanholder et al, IJAO, 24, 695-725, 2001

ATHEROMATOSIS Endothelial permeability Leukocyte permeability Endothelial adhesion Leukocyte adhesion Smooth-muscle Foam-cell migration formation Adherence and Adherence T-cell aggregation of and entry activation platelets of leukocytes Ross New Engl J Med 340 (2) : 115, 1999

Toenemend cardiovasculair risico naarmate GFR daalt 0 0 Vanholder, NDT, 2005

Blood pressure Arterial function and blood pressure Blood pressure Pure Conduit Function Conduit and Cushioning Function Mean pressure Mean pressure Systole Diastole Systole Diastole

Nierfunctie en mortaliteit mortaliteit cardiovasculaire incidenten N Eng J Med, 2004, 351, 13

Wanneer dialysestart? 1. Klachten: 1. Misselijkheid, braken, anorexie, vermagering 2. Gewichtstoename door oedemen, kortademig bij platliggen 3. Tintelingen in de voeten/tenen of paresthesieën 2. Kliniek: 1. Overvulling, belangrijke hypertensie 2. Pericarditis 3. Labo: 1. Nierfunctie 2. Kalium 3. Fosfor

Wat is peritoneale dialyse? 1 : toegangsweg: contact met bloed(baan) door peritoneale membraan 2 : semipermeabele membraan 3 : geen ontstolling noodzakelijk 4 : manier om afvalstoffen te verwijderen 5 : manier om vocht te verwijderen 6 : dialysaat- of substitutievloeistof

Wat is een wisseling? steriel

1 Peritoneale dialysekatheter infectievrij

5 Variaties Continue Ambulante Peritoneale Dialyse Automatische Peritoneale Dialyse

Variaties

7 Voordelen en nadelen Voordelen: Thuis: autonomie, Zelf: patient empowerment Geen antistolling Continu, eenvoudig Nadelen: Intact en goed functionerend buikvlies nodig Gevaar op peritonitis Gevaar op peritoneale degradatie

Wat is hemodialyse?

Wat is hemodialyse (kunstnier)?

5 D I Vaattoegangsweg 1 Arterioveneuze fistel

Dialysekatheter Vaattoegangsweg 2

De kunstnier Semipermeabele membraan Nood aan ontstolling Technische vereisten: 1. Biocompatiebel: geen allergische reactie opwekkend 2. Hoog permeabel: belangrijk vloeistoflek toelatend (bij hemofiltratie) 3. Weinig drukverlies tussen in- en uitgang (anders meer stollingen) 4. Weinig activerend voor de stollingscascade

Voor- en nadelen Voordelen: Verpleegkundige omkadering (tenzij thuisdialyse) Min of meer gewaarborgde einddoelen Nadelen: Vaattoegang blijft het zwakke punt Ontstolling Hypotensie, krampen Tijdsinvulling tijdens dialyse

Solute removal with Genius over different time phrames 4 6 8 2 1,8 1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 Urea Creatinine Phosphor Beta2microglobulin Eloot, Van Biesen et al, KI 2008

Alternative Hemodialysis Strategieen Conventionele centrumdialyse Hemo study Langere tijd hogere frequentie effectiviteit Nachtelijke hemodialyse Thuishemodialyse American style

Nier (pancreas) transplantatie Cadavernier Levende donatie Voordelen: vrijheid en onafhankelijkheid meestal betere overleving en levenskwaliteit uiteindelijk goedkoper voor maatschappij Nadelen: Patient: niet iedereen is medisch geschikt: ouderen, comorbiditeit... levenslang (veel) medicatie infectiegevaar, risico op afstoting Maatschappij: Gebrek aan (goede) donoren..

Keuze nierfunctievervangende modaliteit Patient past zich aan aan dialyse Dialyse past zich aan aan patient

Niertransplantatie

niertransplantatie: immuunsuppressie steroïden calcineurine-inhibitoren cyclosporine FK-506 mtor inhibitoren everolimus sirolimus antistoffen ATG/OKT3 IL-2 R purine antagonisten azathioprine mycophenolate

niertransplantatie: immuunsuppressie Halloran N Engl J Med 351: 2715, 2004

immuunsuppressie: interacties» Cyclosporine en FK506 Anticonvulsiva decreased Nondihydroperidines increased erythromycine increased fluconazole increased Ketoconazole increased warfarin increased

NBVN 2010 Dialyse & Transplantatie: prevalentie 1 januari 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 Dialyse 2106 2165 2266 2412 2540 2612 2789 2988 3123 3307 3547 3712 3840 3999 4207 4332 59% Transplantatie 1526 1637 1746 1823 1958 2102 2206 2269 2352 2425 2458 2593 2709 2808 2904 3002 41% Totaal 3622 3802 4012 4235 4498 4714 4995 5257 5475 5732 6005 6305 6549 6807 7111 7334 100%

NBVN 2010 Dialyse: prevalentie & instroom instroom 1 januari 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 HD 1565 1546 1594 1715 1798 1812 1809 1901 1920 1985 2129 2220 2274 2402 2508 2640 61% CAD 364 441 484 495 539 598 709 782 876 944 1021 1093 1157 1191 1280 1291 30% PD 177 178 188 202 203 202 271 305 327 378 397 399 409 406 419 401 9% Totaal prevalentie 2106 2165 2266 2412 2540 2612 2789 2988 3123 3307 3547 3712 3840 3999 4207 4332 100%

NBVN 2010 Transplantatie: prevalentie & activiteit txp activiteit 1 januari 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Overleden donor TXP 1511 1619 1726 1797 1923 2064 2168 2227 2311 2375 2400 2524 2624 2711 2798 2879 Levende donor TXP 15 18 20 26 35 38 38 42 41 50 58 69 85 97 106 123 Totaal prevalentie 1526 1637 1746 1823 1958 2102 2206 2269 2352 2425 2458 2593 2709 2808 2904 3002

NBVN 2010 Dialyse: keuze dialyse therapie prevalentie, 1 januari 2011

NBVN 2010 Leeftijdsverdeling: evolutie over de tijd prevalentie (1 januari) dialyse & transplantatie Leeftijd Dialyse Transplantatie 65 2011: 70% 2011: 30%

NBVN 2010 Nierziekte verdeling: evolutie over de tijd prevalentie (1 januari) dialyse Dialyse : oorzaak nierfalen 1996 2000 2004 2008 2009 2010 2011 Tubulo-interstitiële nierziekte 27% 22% 17% 14% 13% 13% 12% Ischemische nierziekte 15% 19% 22% 25% 25% 25% 24% Type 1 & Type 2 diabetes mellitus 16% 20% 22% 23% 23% 24% 23%

NBVN 2010 Uitkomst na start dialyse (alle patiënten) Competing risk analyse instroom jaar 1999, 2004, 2008 Over de jaren heen is de kans op overlijden ongewijzigd (50% na 4 jaar); de wachttijd op een transplantatie is fors toegenomen; aldus meer patiënten blijven voortleven aan dialyse.

NBVN 2010 Doodsoorzaak verdeling: evolutie over de tijd Overlijden per kalenderjaar - Dialyse Meer dan de helft van de patiënten overlijdt nog steeds als gevolg van een cardiovasculaire of infectieuze oorzaak.