Updates in hartfalen: Epidemiologie en diagnose. Bert Vaes, MD, PhD IRSS UCL ACHG KUL

Vergelijkbare documenten
De oudere patiënt met comorbiditeit

Hartfalen: kunnen we het beter doen?

Hoe hartfalen te herkennen. Mark Valk, huisarts onderzoeker

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Hartfalen: pompen of verzuipen

Hartfalen : diagnose en definities

Nederlandse samenvatting

Hartfalen bij ouderen Hora, Hora, Hora est!

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?

Updates in Hartfalen. Dr. Walter Droogne Dr. Gabor Vörös Dr. Miek Smeets Prof. Dr. Bert Vaes

VUmc Basispresentatie

Hartfalen. in een notendop. Dr. Riet Dierckx 22/05/2018

chronisch hartfalen Johan Van Cleemput, MD, PhD cardiologie UZL

Programma. Atriumfibrilleren (AF) Ketenzorg. Welkom en inleiding NHG standaard AF. Hoofdbehandelaar 1 e en 2 e lijn 2014

Rol van ST2 in ADHF. CAT 23 februari 2016 AZ Sint-Lucas Gent Marie-Astrid van Dievoet Hendrik De Puydt

Hartfalen. Duo-avonden Jaco Houtgraaf, cardioloog

Hart- en vaatziekten bij vrouwen: meer aandacht gewenst

Samenvatting. Samenvatting

Hartfalen bij verpleeghuisbewoners; waar liggen de uitdagingen?

Cardio-oncologie. Hartfalen en chemotherapie. dr. M.L. (Louisa) Antoni aios cardiologie LUMC. Geen disclosures

Versie juni

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Hartfalen. Lianne van der Leeuw & Joke van Driel

HARTFALEN BEHANDELRICHTLIJNEN

Programma. Pijn op de borst Hartkloppingen AF en Nieuwe behandelmethodes

Quiz. Hart en Vrouw. Doel. Opzet. Juist / Onjuist? Onjuist Hart en vaatziekten als doodsoorzaak. Het herkennen van sekseverschillen in risicofactoren

INTERACT-in-HF. Improving knowldege To Efficaciously RAise level of Contemporary Treatment in Heart Failure. A European Heart Failure Network

Moderne Behandeling van Hartfalen

LTA Hartfalen, perspectief vanuit de huisarts

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen

Hartfalen en Nierfunctiestoornissen

Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli s in Zweden en Nederland

Kanker en diabetes Introductie. Co-morbiditeit. Kanker en comorbiditeit. Kanker en diabetes

Terminaal hartfalen, palliatie en thuisbegeleiding. Louise Bellersen cardioloog Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen

Chronische nierinsufficiëntie bij de oudere patiënt

Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Hartfalen voor de huisarts. Dr Katrien Gijsbers Cardioloog-intensivist

Myocard infarct Diagnostiek en transmurale afspraken OLVG regio. dr. Geert-Jan Geersing Huisarts Buitenhof Prof.dr. Freek Verheugt Cardioloog OLVG

April 2016 Alexandra Kleberger, M ANP. Palliatieve zorg omtrent Hartfalen

SCHEMA CVR SECUNDAIRE PREVENTIE

Chronisch Atriumfibrilleren

April & September 2016 Alexandra Kleberger, M ANP. Palliatieve zorg omtrent Hartfalen

HARTFALEN PATHOFYSIOLOGIE HIGHLIGHTS

Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij

CBO RICHTLIJN. Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011

Inspanningsgerelateerde hypertensie: geruststellend of onheilspellend? Dr. Joost H.W. Rutten Internist-vasculair geneeskundige

Sessie Electrofysiologie

Disclosure. Wat steekt u op. Waar denkt u over na. Rode vlaggen en co-morbiditeit bij COPD INLEIDING HET IS ZWARTWIT EN HET LOOPT IN DE WEI

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA

Afgelopen week in de pers

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors

University of Groningen. BNP and NT-proBNP in heart failure Hogenhuis, Jochem

Dyspnoe. Duo-dagen IJsselland ziekenhuis. Jaco Houtgraaf, Cardioloog. 16 en 17 april 2015

InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM

Jicht belicht. Laura Kienhorst Arts-onderzoeker

NT pro BNP bij hartfalen De biochemische achtergronden van de BNP bepaling CWZ 23 maart 2005

Integrale cardiovasculaire zorg (Comprehensive CV care)

Prevalentie en impact van symptomen bij patiënten met hartfalen NYHA III/IV in een Zuid Afrikaans ziekenhuis

Hartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG

Concept Zorgprogramma hartfalen zorggroep Synchroon versie 4

Hartfalen en cardiomyopathie. POH symposium Ikazia ZH 16 okt 2018 Mireille Emans, cardioloog Kati Messemaker, vios hartfalen

Feedback rapport per huisarts

Verbetering van zorg voor patiënten met stabiele angina pectoris vanuit de 1 e lijn

Tijdig herkennen van palliatieve zorgbehoeften bij mensen met hartfalen

Samenvatting van de standaard Atriumfibrilleren (eerste herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap

(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen

Auteur(s): B. Smit Titel: C.V.A. Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt. Loes Klieverik WES

The Box wearables in de zorg voor myocardinfarct patienten. Dr. Saskia LMA Beeres, cardioloog

Markeermeter bij Hartfalen. Toon Hermans, gespecialiseerd verpleegkundige Olga Kruit, Verpleegkundig Specialist

Ouderen en COPD. Programma BAREND VAN DUIN, KADERARTS ASTMA/COPD 2017

Atriumfibrilleren, je zou er hartkloppingen van krijgen!

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Hartfalen. Programma UFO 1 november 2012 Tom Schalekamp

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

24 september Van harte welkom!

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

Wat zeggen de guidelines 2016 over hartfalen en comorbiditeit

Wanneer faalt het hart? Wanneer faalt het hart? . een rondje langs de toehoorders. Hartfalen in de Middeleeuwen. Hartfalen in de loop der eeuwen

CVRM: patiënten selectie en registratie!! cvrm(anagement!!) Registratie Maak een (verbeter)plan!!

Troponine bij ACS in 1 e en 2 e lijn. Tom van Loenhout interventiecardioloog Ede - Arnhem

Klinische les Links Hartfalen. IC/CC specialisatie Marco van Meer

Ga verder. Duid alles aan wat van toepassing is. Indien er niets van toepassing is kan je verder gaan zo

Syncope met betrekking tot cardiologie

Dr. Matthias Dupont Ziekenhuis Oost-Limburg Genk Symposium Belgisch Cardiologische Liga 13/05/2017

Zorgzaam Leuven: Zorgpad Hartfalen

Palliatieve zorg bij hartfalen en de nieuwe richtlijn. Nationale Hartfalendag, Zeist, 28 september 2018

UITGANGSPUNT HUIDIGE SITUATIE


Chronische Nierschade in Nederland

Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga

diagnostiek en pathofysiologie Jan Hein Cornel Medisch Centrum Alkmaar

5-jaars Follow-up van de FAME studie

Medicatie Risico bij Nierschade. Nictiz symposium 15 november 2016 Chris Hagen nefroloog

Achtergronden bij casusschetsen 18 oktober 1999

TAVI (Un) limited. transcatheter aorta valve implantation. NVVC 1 April Anjo van Staaveren Verpleegkundig specialist TAVI team

Diagnostiek van hartfalen in het verpleeghuis

Beweegprogramma s bij hartfalen. Nicole Uszko-Lencer, cardiologe MUMC+, CIRO+

Transcriptie:

Updates in hartfalen: Epidemiologie en diagnose Bert Vaes, MD, PhD IRSS UCL ACHG KUL

1. Definitie 2. Epidemiologie 3. Diagnose 4. Take home messages

1. Definitie hartfalen A - acute onset - slow onset McMurray et al. Eur Heart J 2012; 33:1787-

1. Definitie hartfalen

2. Epidemiologie hartfalen Prevalentie hartfalen: Rotterdam studie (n=5540) 18 16 14 12 10 8 women men 6 4 2 0 55-64 65-74 75-84 85-94 all Mosterd et al, Eur Heart J 1999;20:447-

2. Epidemiologie Devroey et al. Int J Clin Pract 2010;64:330-335

3. Prognose no HF HFpEF HF HFrEF Oudejans et al. J Card Fail 2012;18:47-52

2. Epidemiologie >20 jaar Intego databank! - 380.000 verschillende patiënten - >2,5 miljoen patiëntenjaren - 3,5 miljoen diagnosen - 36 miljoen laboratoriumresultaten - 15 miljoen medicatievoorschriften - 740.000 gegevens over vaccins

2. Epidemiologie Stage A hartfalen: hypertensie (K86), TIA (K89), CVA (K90), angina pectoris (K74), ischemische hartziekte (K76), perifeer arterieel lijden (K92), diabetes mellitus (T89 en T90) Stage B hartfalen: acuut myocardinfarct (K75), hartklepziekte (K83), cardiomyopathie (K84) Stage C+D HF: hartfalen (K77)

Prevalence (%) 2. Epidemiologie 30 Prevalence of different stages of heart failure 25 20 15 Stad C+D Stad B Stad A 10 5 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Smeets et al. Paper under construction.

Prevalence (%) 2. Epidemiologie 14 Prevalence of heart failure Stage C + D 12 10 8 6 4 2 Men 40-49 Men 50-59 Men 60-69 Men 70-79 Men80+ Women 40-49 Women 50-59 Women 60-69 Women 70-79 Women 80+ 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Smeets et al. Paper under construction.

Prevalence (%) 2. Epidemiologie 20 Prevalence of heart failure stage B 18 16 14 12 10 8 6 4 Men 40-49 Men 50-59 Men 60-69 Men 70-79 Men80+ Women 40-49 Women 50-59 Women 60-69 Women 70-79 Women 80+ 2 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Smeets et al. Paper under construction.

Prevalence (%) 2. Epidemiologie 50 Prevalence heart failure stage A 45 40 35 30 25 20 15 10 Men 40-49 Men 50-59 Men 60-69 Men 70-79 Men80+ Women 40-49 Women 50-59 Women 60-69 Women 70-79 Women 80+ 5 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Smeets et al. Paper under construction.

Incidence (/1000 patient years) 2. Epidemiologie 40 Incidence of different stages of heart failure 35 30 25 20 15 Stad C+D Stad B Stad A 10 5 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Smeets et al. Paper under construction.

Incidence (/1000 patient years) 2. Epidemiologie 20 Incidence of heart failure stage C + D 18 16 14 12 10 8 6 4 Men 40-49 Men 50-59 Men 60-69 Men 70-79 Men80+ Women 40-49 Women 50-59 Women 60-69 Women 70-79 Women 80+ 2 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Smeets et al. Paper under construction.

Incidence (/1000 patient years) 2. Epidemiologie 18 Incidence of heart failure stage B 16 14 12 10 8 6 4 Men 40-49 Men 50-59 Men 60-69 Men 70-79 Men80+ Women 40-49 Women 50-59 Women 60-69 Women 70-79 Women 80+ 2 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Smeets et al. Paper under construction.

2. Diagnose 25% HF behandeld door cardiologen Hartfalen behandeld door huisartsen Ongekend hartfalen (ondanks symptomen!) Asymtomatische ventrikel dysfunctie

2. Diagnose 1. case-finding in hoog-risico groepen? 2. Diagnose in symptomatische patiënten - Patiënten gaan vaak niet naar de HA met HF symptomen hoort bij het ouder worden - Artsen herkennen vaak HF niet tijdens de consultatie atypische presentatie, comorbiditeit - Patiënten meestal gezien door de huisarts/niet-cardiologen

2. Diagnose The very essence of cardiovascular medicine is the recognition of early heart failure Sir Thomas Lewis, 1933

Diabetes 605 patiënten > 60 jaar 27% ongekend hartfalen 2. Diagnose: case-finding in diabetes en COPD patiënten Ongekend hartfalen: 83% HFpEF!!! diabetes: 5% ongekende HFrEF, 22% HFpEF COPD 405 COPD patiënten in eerste lijn 20% ongekend hartfalen Ongekend hartfalen: 50% HFpEF!!! COPD: 10% ongekend HFrEF, 10% HFpEF Boonman-de Winter et al, Diabetologia 2012;55:2154 Rutten et al. Eur Heart J 2005; 26: 1887

2. Diagnose: hoe accuraat is de diagnose van de huisarts? Vaes et al. BMC Geriatr. 2010;10:39

2. Diagnose: hoe accuraat is de diagnose van de huisarts? N = 525, 85±3.7 jaar, 37% man Heeft deze patiënt HF volgens u? Hoe zeker bent u hiervan (Likert scale)? Waarom denkt u dat HF aan- of afwezig is? HF aanwezig in 29% (n = 154) In 90 patiënten (58%) >75% zekerheid Smeets et al. Int J Cardiol 2015;191:120-7

2. Diagnose: hoe accuraat is de diagnose van de huisarts? Referentie test was cardiale dysfunctie (echo) of gestegen NT-proBNP (35%, n = 183)!Overeenkomst met de diagnose van de HA in 54% Sensitiviteit 45% Specificiteit 79% PPV 54% NPV 73% Smeets et al. Int J Cardiol 2015;191:120-7

2. Diagnose: hoe accuraat is de diagnose van de huisarts? Smeets et al. Int J Cardiol 2015;191:120-7

2. Diagnose Georges, 84 jaar oud

2. Diagnose Medische voorgeschiedenis - Ex-roker (40 pakjaren, tot 1992) - COPD stadium II-III - Artrose met knieprothese (2003) - Hypertensie en hypercholesterolemie - Myocardinfarct waarvoor CBAG (1992) - Haat ziekenhuizen Medicatie Ramipril 5mg, simvastatine 20mg, paracetamol 3g/d, aspirine, Inhalatie CS en β-mimeticum Klachten Toegenomen dyspnoe en vermoeidheid als hij de trap opgaat, sinds een week

2. Diagnose

2. Diagnose

2. Diagnose: natriuretische peptiden Maisel et al. Eur J Heart Fail 2008;10:824-839

2. Diagnose: natriuretische peptiden Differences between BNP and NTproBNP BNP NT-proBNP Half-life 20 120 Clearance Increase with age NPR-C/ endopeptid ase / renal Renal +++ + +++ Stability 4-24h >72h Variability (significant changes) +++ (>130%) ++ (>90%)

2. Diagnose: natriuretische peptiden Natriuretische peptiden zijn markers van pancardiale ziekte 1 Cardiovasculair continuüm van Braunwald en Dzau 2 1 Struthers A et al. Eur Heart J 2007;28:1678-82, 2 Dzau E, Braunwald E. Am Heart J 1991;121:1244-63.

2. Diagnose: natriuretische peptiden Factoren die de spiegel van natriuretische peptiden beïnvloeden Verlagen Verhogen BMI Mannelijk geslacht Diabetes Hartfrequentie Leeftijd Achteruitgang nierfunctie Voorkamerfibrillatie Inname van β-blokkers Inflammatie (hscrp) Maisel et al. Eur J Heart Fail 2008;10:824-839; Vaes et al. Peptides 2012;38:118-126

2. Diagnose: natriuretische peptiden ESC guidelines 2012

2. Diagnose: natriuretische peptiden Guidelines Domus Medica 2011

2. Diagnose: natriuretische peptiden 1. Wat is de diagnostische waarde van de medische voorgeschiedenis, anamnese en klinisch onderzoek 2. Wat is de toegevoegde waarde van NTproBNP voor de diagnose van hartfalen / cardiale dysfunctie

2. Diagnose: natriuretische peptiden De toegevoegde waarde van NT-proBNP voor de diagnose van cardiale dysfunctie of new-onset hartfalen BELFRAIL 1 Oudejans et al 2 Kelder et al 3 n 567 206 721 Mean age (±SD) 85 ± 4 82 ± 6 71 ± 12 Women (n,%) 358 (63) 144 (70) 466 (65) Reference standard C statistic clinical model (95% CI) Severe CD (17%) New-onset HF (46%) New-onset HF (29%) 0.79 (0.74 0.85) 0.75 (0.69 0.82) 0.83 C statistic clinical + NP 0.81 (0.75 0.87) 0.92 (0.88 0.95) 0.86 C statistic clinical +ECG 0.80 (0.74 0.85) 0.79 (0.73 0.85) 0.84 1 Am J Cardiol 2013;111:1198-208, 2 Eur J Heart Fail 2011;13:518-527, 3 Circulation 2011;124;2865-2873

2. Diagnose: natriuretische peptiden Oudejans et al. Eur J Heart Fail 2011;13:518-527 Kelder et al. Circulation 2011;124;2865-2873

2. Diagnose: natriuretische peptiden MICE: Male, Infarction, Crepitations, Edema Roalfe et al. Eur J Heart Fail 2012;14:1000

2. Diagnose: natriuretische peptiden Welke diagnostische score of algoritme gebruik ik in de praktijk? N = 365 (symptomatische patiënten), 85±3.8 jaar, 34% man ESC algoritme Mant (MICE) Oudejans diagnostische score Kelder diagnostische score Referentie test: cardiale dysfunctie (echo) Smeets et al. Under review.

2. Diagnose: natriuretische peptiden Test karakteristieken voor de verschillende algoritmen en diagnostische scores voor cadiale dysfunctie Sensitiviteit (95% CI) Niet verwezen NPV (95% CI) Specificiteit (95% CI) Verwezen PPV (95% CI) ESC guideline 93 (84-97) 94 (88-98) 35 (30-41) 29 (23-35) Kelder 81 (71-89) 92 (87-95) 58 (52-64) 35 (28-43) Oudejans 76 (65-85) 92 (88-95) 75 (69-80) 46 Mant 80 (70-88) 90 (84-94) 50 (44-56) 31 (25-38) Smeets et al. Under review.

2. Diagnose: natriuretische peptiden Net reclassification improvement (NRI) voor de identificatie van cardiale dysfunctie NRI (95% CI) P waarde Kelder 0.12 (0.008-0.22) 0.04 Oudejans 0.23 (0.12-0.34) <0.001 Mant 0.022 (-0.09, 0.13) 0.66 Smeets et al. Under review.

2. Diagnose: natriuretische peptiden Smeets et al. Under review.

2. Diagnose: Georges Georges, 84 jaar oud - anamnese en KO: crepitaties bilateraal basaal, systolisch hartgeruis (2/6), minder eetlust - ECG: LBTB (QRS 154ms) - Spirometrie: FEV1 51% - bloedonderzoek: hemoglobine 12.4mg/dl, creatinine 1.4mg/dl (egfr 48ml/min) - NT-proBNP 982pg/ml

2. Diagnose: Georges Georges, 84 jaar oud ESC guidelines echo te doen Oudejans 38 points HF waarschijnlijk Kelder 85 points HF> 80% waarschijnlijk Echografie toont: LVEF 43% met verhoogde vullingsdrukken (E/E = 15)

Take Home Messages Vroege diagnose van hartfalen kan en zou moeten verbeteren Symptomen en klinische tekens: accurater dan vaak gedacht Toegevoegde testen: NT-proBNP meest waardevolle test Diagnostische algoritmen beschikbaar voor de dagelijkse praktijk Bewustzijn van patiënten en artsen rond de mogelijke aanwezigheid van hartfalen is cruciaal