Inleiding In de bovenbouw van de basisschool kunt u de Engelse lessen verrijken door de leerlingen CLIL activiteiten aan te bieden. CLIL kan omschreven worden als het gebruik van Engels (Language) in andere vakken dan het vak Engels. In projecten, gekoppeld aan de kerndoelen kan er in het Engels aangesloten worden op de inhoud van de andere vakken. Op deze manier gebruiken de leerlingen Engels om de wereld te verkennen en door de wereld te verkennen, verbeteren ze hun Engels! Speciaal voor de leerlingen in de bovenbouw die minimaal twee jaar Engels hebben gehad, heeft EarlyBird het project ontwikkeld. Uitgangspunten Vier uitgangspunten zijn bij dit project van groot belang: 1. Het project sluit aan bij de kerndoelen van het basisonderwijs. 2. We bouwen voort op de kennis en vaardigheden die de kinderen al beheersen in het Engels. Het geboden materiaal waaronder verschillende digitale bronnen - is geselecteerd op geschiktheid wat betreft de inhoud en de taal. Ook de verwerkingsopdrachten zijn deels aangepast op taalniveau. Er wordt rekening gehouden met de moeilijkheidsgraad wat betreft de inhoud en met de verschillende leerstijlen van de leerlingen. EarlyBird is immers voor alle kinderen! 3. Het project wordt geheel in het Engels aangeboden. 4. Het hoofddoel van EarlyBird is de kinderen communicatief vaardig te maken in het Engels. Dit betekent dat er in de werkvormen zoveel mogelijk gestreefd wordt naar samenwerking en verschillende coöperatieve structuren. Nb: Een basiskenmerk van coöperatief leren is wederzijdse verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten het gevoel hebben elkaar nodig te hebben bij de samenwerkingsopdracht. Zij weten dat ze elkaar nodig hebben om een activiteit met succes uit te kunnen voeren. De leerlingen hebben een groepsdoel en dat doel kan alleen maar bereikt worden, wanneer elk groepslid een bijdrage levert. Voordat u begint aan het samenwerkend leren is het goed om afspraken te maken over: de manier van praten (volume, respect), over de rolverdeling en de verwachtingen van de groep en een individueel groepslid. 1 Copyright EarlyBird 2015
Materialen Bij het project horen de volgende materialen: 1. De website. Op deze website vindt de leerkracht een handleiding, presentaties voor iedere les en links naar flimpjes en worksheets. De Picture dictionary is op twee niveaus te gebruiken. Level 1 is het basisniveau en level 2 is voor leerlingen met een gemiddeld/bovengemiddeld niveau. Hier wordt van de kinderen meer taalproductie verwacht. Ook zijn er bij les 1, 2, 3, 4 en 5 Challenges te vinden. Dit zijn extra opdrachten die buiten de lestijd vallen. Leerlingen die meer willen kunnen deze opdrachten uitvoeren. De leerlingen vinden op de website ook alle informatie, documenten en links die ze nodig hebben bij iedere les. Opbouw en tijdsinvestering Het project vraagt een tijdsinvestering van 270 minuten en is als volgt opgebouwd: Les 1 The history of money 45 minuten Les 2 Trade Fair trade 45 minuten Les 3 The Euro and other currencies 45 minuten Les 4 Money makers 60 minuten Les 5 Groupwork 45 minuten Les 6 Debate 30 minuten De EarlyBird methodiek Het CLIL project is gestoeld op de drie belangrijkste pijlers van de EarlyBird methodiek: 1. Het vergroten van de woordenschat Het belangrijkste doel van dit project is het vergroten van de woordenschat en tot productief taalgebruik te komen. 2. Meervoudige intelligentie Bij de warming and wrapping up activities en ook bij de verwerkingsopdrachten zijn er activiteiten die verschillende leerlingen aan zullen spreken, of ze nu word smart, people smart of self smart zijn. 3. Digitale leeromgeving In dit project vindt u een aantal links naar verschillende digitale bronnen. 2 Copyright EarlyBird 2015
Doelen: Inhoud en Taal De C van CLIL (Content) De eisen die aan de inhoud gesteld kunnen worden zijn gebaseerd op de volgende kerndoelen: Kerndoel 14: De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij zij zich durven uit te drukken in die taal. Kerndoel 33: De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. Kerndoel 47: De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. De L van CLIL (Language) De eisen die u aan het productieve taalgebruik van de leerlingen kunt stellen zijn uiteraard afhankelijk van de hoeveelheid Engels die de leerlingen aangeboden hebben gekregen en de vorderingen van de individuele leerling. Centraal in dit project staan de volgende kernwoorden: Money (geld), trade also known as swapping or bartering (handel), coin (munt), banknote (bankbiljet), fair trade, currency (munteenheid), to buy (kopen), to sell (verkopen), to save (sparen), bank (bank), to pay (betalen), to invest (investeren), value (waarde), costs (kosten), Daarnaast komen de volgende herhalings-/uitbreidingswoorden voor: Fair (eerlijk), goods (goederen), gold (goud), security features (beveiligingsfuncties), trade chain (handelketen), a bunch (een tros), worker/grower (werker), farm owner (eigenaar van de plantage), exporting company (exportbedrijf), importing company (importbedrijf), supermarket (supermarkt), math (rekenen), guard (bewaker), thief (dief), feel (voelen), look (kijken), tilt (schuin houden), paper (papier), raised print ( verhoogde druk), watermark (watermerk), seethrough number (doorkijknummer), hologram (hologram), glossy stripe (glanzende strip), security thread (veiligheidsdraad), perforations (perforaties), uv light (uv licht), microprinting (microprint), debate (debat), proposal (stelling), lines of argument (redeneringen), agree (eens), disagree (oneens) Aan het eind van het project kennen de leerlingen de kernwoorden passief en kunnen ze de woorden actief gebruiken, m.a.w de leerlingen kunnen deze woorden uitspreken, lezen en schrijven. 3 Copyright EarlyBird 2015
Werkwijze Onder het kopje Opbouw heeft u gelezen dat het project uit zes lessen bestaat. Er wordt regelmatig in kleine groepjes samengewerkt. Het is aan te raden vanaf les 1 steeds in dezelfde kleine groepjes samen te werken. Het project start met het lied Price Tag van Jessie J. In les 1 leren de kinderen meer over het ontstaan van geld zoals dat vandaag de dag bestaat. Naar aanleiding van een filmpje maken de kinderen de cash quiz op werkblad 1. Vervolgens worden de kernwoorden aangeboden. De kinderen gaan met deze kernwoorden een picture dictionary maken. In de eerste les deelt u het werkblad hiervoor uit. Level 1 vraagt bij ieder kernwoord een label (één of twee woorden). Level 2 vraagt naast een label ook een korte omschrijving in een zin. Deze activiteit kunnen de kinderen op ieder moment gedurende het project verder afmaken als er tijd voor is. In les 2 staat handel en Fair Trade centraal. Wat houdt Fair Trade precies in? Wie heeft met wie te maken? Dat ervaren de kinderen in de warm up (werkblad 2). In een filmpje maken de kinderen kennis met Foncho. Hij heeft een bananenplantage en ontvangt voor zijn bananen een eerlijke prijs. In een rollenspel schatten de kinderen welk deel iedere schakel in de handel krijgt van de prijs die de consument voor de bananen betaalt. Is dit eerlijk verdeeld? In les 3 wordt de komst van de Euro behandeld. De verschillende Euromunten van de landen in de Eurozone worden bekeken. Daarna wordt er naar verschillende munteenheden gekeken buiten Europa. De les wordt afgesloten met een spel waarbij een dief een sok met munten probeert te stelen. Wie is er handig, slim, heel stil en een hele goede dief? In les 4 worden de kenmerken van bankbiljetten aandachtig bekeken. Vervolgens gaan de kinderen met behulp van werkblad 4 zelf een bankbiljet ontwerpen. Aan het einde van de les presenteren ze aan elkaar de ontwerpen in een inner-outer circle. In les 5 bereiden de kinderen zich voor op het slotdebat in de laatste les. Eerst wordt aan de hand van verschillende filmpjes gekeken hoe zo n debat eruit kan zien. De keuze voor het debat met redeneringen (niveau 1) of het debat in de vorm van een bokswedstrijd (niveau 2) is aan u. De eerste vorm is eenvoudiger en tegelijkertijd al een hele uitdaging! Mocht de groep het aankunnen, dan is het debat in de vorm van een bokswedstrijd zeker de moeite waard. Ook zou u de groep op kunnen splitsen. De groep (of een deel ervan) kiest voor een debat met lines of argument. De kinderen gaan zich voorbereiden op een debat met redeneringen. Aan de hand van stellingen kiezen zij voor eens of oneens. Dit kunnen ze laten zien door de ruimte te verdelen met een eens/oneens kant. De kinderen kiezen een kant en krijgen daarna gelegenheid om te verwoorden waarom zij het eens of oneens zijn met de stelling. 4 Copyright EarlyBird 2015
De groep (of een deel ervan) kiest voor een boxing match debate. Er zijn vier stellingen opgenomen in de presentatie. Met 8 kleine groepjes kunnen steeds twee groepjes zich bezighouden met één van de vier stellingen. Eén groepje is daarbij voor de stelling en het andere groepje tegen. Werkblad 5 helpt bij het formuleren van de ideeën voor beide debatten. Ook geeft het een opzet voor het boxing match debate plan. In beide debatten is het streven om alle leerlingen een actieve bijdrage te laten leveren. Les 6 is de laatste les. In deze les is het tijd voor het debat. Na een korte laatste voorbereiding brengt u steeds een stelling naar voren. Deze stellingen worden in een lines of argument debat of in een boxing match debate besproken. Tot slot wordt het project afgerond met het lied Price Tag van Jessie J. 5 Copyright EarlyBird 2015