DCCG dag December 2018

Vergelijkbare documenten
Lage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum

ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken

Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017

Onderste deel tractus digestivus: behandeling colorectaal carcinoom

OLIJFdag 3 oktober 2015

Het colorectaal carcinoom en immunotherapie; wat is de huidige stand van zaken en wat biedt de toekomst?

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?

Wel of Niet starten?

Chemotherapie en stolling

Behandeling op maat. Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk. Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

Nieuwe ontwikkelingen binnen de GE Oncologie: wordt de behandeling te duur? Hanneke Wilmink Internist- oncoloog

Precisie geneeskunde in de longoncologie. Michel van den Heuvel, longarts

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg

Flash: chemotherapie en allergie

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Post-ASCO 2014 Nieuwe geneesmiddelen. Hans Gelderblom

MSI/ KRAS/ NRAS consequenties behandeling? Hanneke Wilmink Internist-oncoloog AMC

Stage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery

Update sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Deze presentatie is bedoeld voor het ontbijtsymposium tijdens de V&VN oncologiedagen en zijn gemaakt door I.O Baas.

Coloncarcinoom. Inleiding 13/11/2009. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC)

Symposium Borstkanker bij jong en oud. Chemotherapie bij jonge patiënten K. Punie

Oncologische geneesmiddelen langs de lat. Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Chemotherapie en de witte bloedcel

Als er vragen zijn over een specifieke studie neem gerust contact op met de desbetreffende contactpersoon.

Micrometastasen helpen je echt niet voor de indicatie voor aanvullende chemotherapie TEGEN: debat AvL 3 november Vivianne Tjan-Heijnen

De BOOG: Kan het nog beter en waar gaan we naar toe? S. Sleijfer, Erasmus MC-DDHK

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017

Ontwikkelingen immuuntherapie. C. Steendam C. van der Leest

Post-ASCO. Behandeling van melanoom en niercelcarcinoom John Haanen

SUPPLEMENTARY FIGURES AND TABLES

Behandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017

Flash: Klinische aanpak van hypertensie en proteïnurie tijdens behandeling met angiogeneseremmers

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT

Scholing colorectaal carcinoom. Jeanine Roodhart, internist-oncoloog i.o. 9 april 2018

Castraatresistent prostaatcarcinoom - waar staan we nu? Martijn Lolkema, MD/PhD Medical Oncologist ErasmusMC Cancer Center

Systeemtherapie bij erfelijke borstkanker (BRCA mutatie) Hans Wildiers Medisch oncoloog, UZLeuven, MBC

Treatment strategies in colorectal cancer patients with initially unresectable liver-only metastases a randomized phase 3 study

IMMUNOTHERAPIE BIJ LONGTUMOREN

JACOB (Slokdarmkanker, maagkanker) / maagkanker, slokdarmkanker

Mw. dr. C.P. Schröder Medisch Oncoloog UMCG. Systeembehandeling mammacarcinoom: San Antonio and beyond. Groninger Mammasymposium 2014

INTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN

Oncologische zorg bij ouderen

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Osteonecrosis of the jaw (ONJ)

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog

Bloedplaatjes (over) belicht

Pharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie

Impact of age, tumor characteristics, an d treatmen t on local con trol an d disease outcome in early stage breast can cer.

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Immuuntherapie bij GE tumoren: hoe werkt het? 20 september, 4e Masterclass Gastro-Enterologie, Amersfoort Miriam Koopman, UMC Utrecht

Update richtlijn colorectaal carcinoom Medische Oncologie 2017 ( )

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST

Behandeling Hodgkin lymfoom PET-gestuurde behandeling Immunotherapie

vrijdag 16 december 2016

Wanneer geen chemo? Sabine Linn Internist-oncoloog NKI-AVL

AnneClaire GNM Zaman, MSc. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC - 3 oktober 2017 Amsterdam Public Health research institute

Prof.dr. Epie Boven Medisch oncoloog

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

DISCLOSURE BELANGEN SPREKER

Borstkanker behandeling bij ouderen: One size fits all? Nienke de Glas AIOS Interne geneeskunde & Postdoc geriatrische oncologie

DUOS & Testiskanker. Jourik Gietema Sjoukje Lubberts Medische Oncologie Universitair Medisch Centrum Groningen

Behandelingsmogelijkheden van het colorectaal carcinoom anno Hans Pruijt

Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom M. Wumkes, Medische Oncologie VUmc

Landelijk Diabetes Congres 2016

Update PCSK9 trials. Vascular Rounds MUMC

ASCO 2015 Behandeling van oesofagus/maag en pancreas carcinoom: The future starts now?

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER. Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden

AIOS special: State of the art Radiotherapie en Proton Therapie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Immuuntherapie bij longkanker

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

Oligometastasen: Echt of wishfull thinking? Dirk De Ruysscher, MD, PhD Radiation Oncologist University Hospitals Leuven/ KU Leuven Leuven, Belgium

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

Oncologische behandeling en fertiliteit. Vivianne Tjan-Heijnen Symposium AYA zorg & (in)fertiliteit Nascholing Maastricht UMC+ 29 november 2018

Diabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures

( O )varia. Gabe Sonke post-asco 2015

AVL symposium 11 juni 2015 Eva Balkenende, arts onderzoeker CVV AMC

New challenges in metastic colo-rectal cancer. Desi van den Boogaard Verpleegkundig Specialist GE Oncologie Jeroen Bosch Ziekenhuis

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Kim Monkhorst Antoni van Leeuwenhoek Thoraxpatholoog

Multidisciplinaire behandeling van renaalcelcarcinoom Heelkunde : nefrectomie, metastasectomie

Preventie van CVA: Zijn NOACS altijd superieur. Stand van zaken klinische trials met NOACS bij VKF

Robot geassisteerde slokdarm chirurgie. Dr. P.C. van der Sluis MD, PhD, Msc. AIOS Heelkunde jaar 6

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen

KANKERONDERZOEK : DE ROL VAN DE COMMISSIES VOOR ETHIEK

Immunotherapie bij ouderen: maakt lee4ijd uit?

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

BRAF mutatie en de behandeling van het melanoom. John Haanen

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

(Neo)adjuvante behandeling: Zijn er nieuwe inzichten?

Belangrijke kenmerken van tumoren in het spijsverteringskanaal. Nicole van Grieken, patholoog Amsterdam UMC, locatie VUmc

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Transcriptie:

DCCG dag December 2018

DCCG dag 13-12-2018, WG Systemische therapie Uitkomst enquete, formulering van advies aan DCCG bestuur Update SALTO studie; indicatie S-1 in adjuvante setting Duur adjuvante chemotherapie bij hoog-risico stadium III (T4/N+ of Tany/N2) coloncarcinoom HER2, TRK fusion bepalingen als standaard bij mcrc Nieuwe studies

Uitslag enquête 2018 WG systemische therapie Respons: 20/23 leden Factoren die de inclusie in mijn centrum in onderzoeker- geïnitieerd onderzoek kunnen verbeteren Meer ondersteunend personeel (research VPK, trialmedewerker, etc.) Meer spreekuurtijd om studies aan patiënten uit te leggen Geen invloed Enige invloed Grote invloed 5% 20% 75% 15% 55% 30% Betere medewerking van afd. apotheek 60% 35% 5% Betere medewerking van afd. radiologie 40% 45% 5% Betere medewerking van afd. pathologie 55% 40% 5% Betere medewerking van directie bij verkrijgen van goedkeuring voor lokale uitvoerbaarheid 50% 35% `15% Betere medewerking van juridische afdeling bij afhandelen contracten (Clinical Trial Agreements) Betere uitleg/informatie van studies door hoofdonderzoeker Betere informatie over de haalbaarheid van de studie in mijn centrum (incidentie van studiepopulatie) Toegevoegd door WG leden 40% 50% 10% 65% 35% 0% 50% 40% 10% Betere medewerking laboratorium 5% Meer financiële middelen 10% Betere afstemming centrale en lokale METC 5%

Stelling eens neutraal oneens geen mening Voor een actief lidmaatschap van de DCCG werkgroep systemische therapie is een nader vast te stellen minimum aantal geïncludeerde patiënten per jaar vereist. DCCG studies worden alleen geopend in centra die een minimum aantal patiënten per jaar kunnen garanderen. Dit minimum aantal is afhankelijk van de betreffende studiepopulatie. Participerende centra die 2 achtereenvolgende jaren beneden een vooraf vastgesteld minimum aantal patiënten includeren worden gesloten voor verdere deelname aan de betreffende DCCG studie. DCCG studies worden alleen geopend in centra die een nader vast te stellen minimum inclusie/jaar hebben getoond in eerdere studies binnen dezelfde patiëntenpopulatie. Dit minimum aantal is afhankelijk van de betreffende studiepopulatie. Centra die niet aan deze minimum inclusie hebben voldaan kunnen voorwaardelijk worden toegelaten voor deelname aan nieuwe studies in de betreffende patiëntenpopulatie als er aantoonbare verbeteringen zijn ingevoerd die tot betere inclusie zullen leiden, of, in geval van nieuwe centra, als deze aannemelijk maken dat aan de minimale inclusie kan worden voldaan. De DCCG moet een coördinerende rol spelen in de uitvoering van multicenter farmastudies bij CRC patiënten in Nederland. Afspraken tussen de DCCG en farma zijn noodzakelijk om de inclusie van DCCG studies te waarborgen. Centra die buiten de DCCG om worden benaderd voor multicenter farmastudies moeten de betreffende farma verwijzen naar de DCCG voor verdere afspraken. 60% 15% 25% 65% 15% 20% 60% 30% 5% 5% 45% 30% 25% 80% 15% 5% 75% 15% 10% 65% 25% 10% 55% 25% 20% Stelling eens neutraal oneens geen mening De DCCG moet zich niet mengen in contacten tussen centra en farma. Inkomsten uit farmastudies zijn noodzakelijk om te kunnen participeren aan DCCG studies. Indien een multicenter farmastudie in het DCCG netwerk wordt uitgevoerd betaalt de farma een eenmalig bedrag aan de DCCG voor bekendmaking en relevante updates van de studie via website, nieuwsbrief, DCCG dag, etc. Indien een competitieve farmastudie naast een DCCG studie gaat lopen, dienen alleen centra te worden geselecteerd voor de farmastudie die voldoende inclusie hebben gehad in eerdere DCCG studies. Indien een farmastudie competitief is met een DCCG studie heeft de DCCG studie altijd prioriteit (wordt als eerste aan de patiënt aangeboden). Indien een farmastudie competitief is met een DCCG studie bepaalt het centrum zelf de inclusie per studie. Indien een farmastudie competitief is met een DCCG studie wordt met centra die aan beide studies deelnemen afgesproken dat de inclusie in de DCCG studie tenminste even goed is als in de farmastudie. Indien een competitieve farmastudie naast een DCCG studie gaat lopen heeft de DCCG inzage in het aantal geïncludeerde patiënten in de farmastudie. 15% 45% 30% 10% 75% 5% 20% 65% 35% 25% 35% 35% 5% 45% 40% 10% 5% 15% 50% 30% 5% 40% 45% 10% 5% 45% 10% 35% 10%

Uitslag enquête 2018 WG systemische therapie Meer ondersteunend personeel en te weinig tijdens spreekuur zijn belangrijkste factoren die inclusie in studies zouden kunnen verbeteren Actief lidmaatschap DCCG vereist minimum aantal te includeren patiënten per jaar DCCG studies alleen openen in ZH met voldoende inclusie Slecht-includerende ZH sluiten, mogen alleen onder voorwaarden deelnemen aan nieuwe studie Multicenter farmastudies CRC: coördinerende rol voor DCCG, afspraken over evt. competitieve DCCG studies ZH moeten farma verwijzen naar DCCG wanneer zij benaderd worden voor CRC studies Bij competitieve farmastudies wensen ZH autonomie over inclusie ZH hebben inkomsten farmastudies nodig om aan DCCG studies te kunnen participeren Farma moet DCCG betalen voor gebruik DCCG netwerk

Update SALTO study Capecitabine +/- bevacizumab (n=81) vs S-1 +/- bevacizumab (n=80)in 1st line mcrc Primary endpoint incidence of handfoot syndrome was met: capecitabine S-1 All grade HFS 73% 45% p = 0.0005 Grade 3 HFS 21% 4% p = 0.003 No difference in PFS Kwakman J et al. Ann Oncol 2017

Update SALTO study capecitabine vs S-1 (Teysuno R ) Kwakman J et al. submitted 2018 capecitabine S-1 Median PFS 8.2 m 8.4 m p = 0.89 Median OS 17.1 m 17.0 m p = 0.70

Role of S-1 in daily practice S-1 is approved as an alternative for capecitabine in patients with metastatic CRC/breast cancer not tolerating capecitabine because of HFS Capecitabine-inducved cardiotoxicity opccus in 6% of patients, mostly already during 1 st cycle 1 S-1 appears to be a safe alternative for patients with capecitabine-induced cardiac toxicity 2 1 Kwakman J et al. Eur J Cancer 2017; May, 76:93-99; 2 Kwakman J et al. Eur J Cancer 2017;Aug, 81:13-134

Should S-1 also be used in the adjuvant setting? Asian studies: S-1 is superior to UFT/LV in stage II-III rectal cancer (n=961), 5-yr RFS 66.4% vs 61.7% (HR 0.77, p 0.01), 5 yr OS 82% vs 80.2% 1 S-1 is non-inferior to UFT/LV in stage III colon cancer (n=1518), 3-year DFS 75.5% vs 72.5% (HR 0.85, 95% CI 0.70-1.03) 2 S-1 is not non-inferior to capecitabine in stage III CRC (n=1564), 3-year DFS 77.9% vs 82% (HR 1.23, 95% CI 0.89-1.70) 3 1 Oki E et al. Ann Oncol 2016, 2 Yoshida M et al. Ann Oncol 2014, 3 Hamaguchi T et al. Lancet Gastroenterol Hepatol 2017

S-1 versus capecitabine in the adjuvant setting 3-year DFS 2 nd interim analysis 77.9% vs 82% 3-year OS 95.4% vs 96.3% 3-year DFS updated analysis 81.7% vs 78.3% Hamaguchi T et al. Lancet Gastroenterol Hepatol 2017

Should S-1 also be used in the adjuvant setting? Median time to occurrence of grade 2-3 HFS with capecitabine is 2 months 1 Cumulative incidence of grade 2-3 HFS A minority of patients experience cardiac toxicity, which usually occurs early during treatment 2, in whom adjuvant treatment often is discontinued S-1 is an alternative for capecitabine in the adjuvant treatment of colon cancer 1 Kwakman J et al. Ann Oncol 2017; 2 Kwakman J et al. Eur J Cancer 2017

Duur adjuvante chemotherapie bij hoog-risico stadium III coloncarcinoom (T4/N+ of Tany/N2) Prespecified margin for non-inferiority: upper limit of 2-sided 95% CI of HR does not exceed 1.12 T4 and/or N2 FOLFOX CAPOX Non-inferiority 3 versus 6 m Non-inferiority Absolute difference 3 yrs DFS 1.12 [1.03-1.23] 1.20 [1.07-1.35] 1.02 [0.89 1.17] no no no - 1.7% - 3.2% + 0.1% clinical relevance no no (?) no Aanbevelingen NL richtlijn: CAPOX: 3 maanden is voldoende FOLFOX: bij goede tolerantie na 3 maanden kan worden overwogen door te gaan tot 6 maanden voor een beperkte extra winst Grothey A et al. NEJM 2018

HER2 status in CRC Resistance to anti-egfr therapy may be associated with aberaant MEK-AKT pathway through HER2 upregulation HER2 protein overexpression in 1.3% stage II-III and 2.2% metastatic CRC patients, of whom 83% and 96% showed HER2 amplification, respectively 1 HER2 overexpression is associated with KRAS/BRAF wildtype status, not with PFS/OS HER2 alterated, pretreated mcrc: HERACLES trial: trastuzumab + lapatinib showed RR of 30% (n=27) 2 My Pathway basket trial: trastuzumab + pertuzumab showed RR of 38% (n=37) 3 1 Richman D et al. J Pathol 2016; 2 Sartore-Bianchi A et al. Lancet Oncol 2016; 3 Hainsworth J et al. J Clin Oncol 2018

TRK fusion status in CRC Tropomyosin receptor kinase (TRK) fusion leads to oncogene addiction in 1% of all solid tumors Larotrectinib, a selective TRK inhibitor, results in a RR of 75% in TRK fusion-positive cancers (n=55), of which 71% had a duration of > 1 year 1 FDA approved in December 2018 Patient access program of Bayer in NL 1 Drilon A et al. NEJM 2018

Immunotherapy trial in mcrc/endometrial cancer patients with MSI or MSS tumors Ataluren (oral drug, registered for M. Duchenne) may increase expression of neo-antigens, and thereby increase efficacy of checkpoint-inhibitors Trial design: Ataluren + pembrolizumab Phase I (6-12 patients MSI or MSS) followed by phase II (20 MSI, 15 MSS patients) Endpoints: response rate, PFS Main inclusion criteria: Metastatic CRC or endometrial cancer WHO PS 0-1 Measurable disease Previous treatment with at least one regimen, or refused palliative chemotherapy; no prior immunotherapy Trial will open January/February 2019 in AMC PI Dr. Adriaan Bins, Amsterdam UMC location AMC

Randomisation 1:1 SUNRISE CRC phase II/III trial High-dose sunitinib phase I: MTD 700 mg q 2 weeks 5/25 of mcrc patients had PFS 5 months Fatigue was the only grade 3 toxicity occurring in > 5% of patients Arm A: Sunitinib 700 mg once every 2 weeks Primary endpoint: PFS Arm B: TAS-102 (35 mg per square meter, twice daily, 5 days a week, with 2 days of rest, for 2 weeks, followed by a 14-day rest period). Main inclusion criterium: indication for treatment with TAS-102, WHO PS 0-2 Randomisation 1:1, N = 60 Hypothesis: A clinically relevant increase in median PFS from 2 months (TAS-102) to 5 months (sunitinib) PI Prof. Verheul, Amsterdam UMC location VUmc