Behandeling van slokdarmkanker en pancreaskanker. Dr. Jelle Ruurda, chirurg Elles Steenhagen, diëtist, lid CHIODAZ



Vergelijkbare documenten
Slokdarmkanker. Behandeling van slokdarmkanker en pancreaskanker. Toename incidentie slokdarm ca NL

Slokdarmkanker. Chirurgie enige curatieve behandeling. Transhiataal: via de buik. Transthoracaal: via de buik en de borstkas

Slokdarm resectie. MDL onderwijs, M. de Maat, chirurg

Voedingbijhoofdhals-en slokdarmkanker: Wanneer aanvullende voeding opstarten?

Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019

Voeding bij kanker. Rolverdeling diëtist, patiënt en verpleegkundige. Multidisciplinaire Zorg: Samen Werken. Liesbeth Haverkort MSc - 10 januari 2014

Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht

Exocriene pancreasinsufficiëntie

27/09/2018. Casus. Impact van chirurgie. Impact van voeding. thv spijsverteringsstelsel postoperatief voedingsbeleid. anesthesie herstel

Robot-geassisteerde minimaal invasieve slokdarmresectie. R. van Hillegersberg J. Ruurda Afdeling Heelkunde

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Robot Chirurgie R. van Hillegersberg

Postoperatief opklimmende voeding

Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien

Verpleegkundige aspecten bij pancreasinsufficiëntie. MDL scholing, 25 maart 2019 Annemarie Roele, verpleegkundig specialist HPB

Pancreas enzyminsufficiëntie

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

TRAUMATISCH PANCREASLETSEL

Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen. Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout

De rol van voeding bij darmkanker

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het ziekenhuis

Exocriene pancreasinsufficiëntie. Annemarie Roele Verpleegkundig specialist HPB MDL scholing

ROL VAN DE DIËTISTE IN HET ONCOLOGISCH PROCES. Gebracht door Nadieh Verhoest

Voeding bij kanker. Elles Steenhagen, diëtist Oncologische Gastro-Intestinale Chirurgie

Voedingskundige ondersteuning bij ALS

Samenvatting en conclusies

Acute en chronische pancreatitis. Dr. Hjalmar van Santvoort, arts onderzoeker, chirurg i.o. Elles Steenhagen, diëtist, lid CHIODAZ

Het Pancreas. Klinisch beloop van acute pancreatitis. 80% van de overleden patiënten heeft een infectie! Acute en chronische pancreatitis

Dieetadviezen bij een ontstoken alvleesklier

Oesophaguscarcinoom curatief behandeltraject Wat moet je (w)eten?

Richtlijn bespreking Anorexie en gewichtsverlies

Neuroendocriene Tumoren in het Pancreas: Hoe behandel je? Els Nieveen van Dijkum, Chirurg AMC 10 januari 2014

Anorexie en gewichtsverlies

Better in, better out, goede voeding voor en na een operatie bij ouderen. zaterdag 15 maart 2014, Marion Theuws

Voorstellen. Wanneer naar de diëtist?

Workshop Volwassen en energietekort. Heidi Zweers, diëtist Mirian Janssen, Internist Paul de Laat, onderzoeker

Ondervoeding bij ouderen

Vroege detectie van naadlekkage. Marcel den Dulk 25 juni 2013

Situatie na een pylorussparende Whipple operatie

The RIGHT food is the best medicine

Bariatrische Chirurgie: een gewichtige ingreep

ENZYMDEFICIËNTIE EN BACTERIËLE OVERGROEI NA PANCREAS CHIRURGIE

Operatie aan de slokdarm

Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker

Coby Wijnen diëtist VSN

Pancreascarcinoom anatomie, diagnostiek en behandeling. Dr. Maarten Nijkamp Chirurg i.o. UMC Utrecht

Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans

Laatste inzichten over voeding bij kanker. Dr. Sandra Beijer, diëtist / senior onderzoeker Integraal Kankercentrum Nederland

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden

Fasen zorgpad. Verwijzing / screening Diagnose Behandeling: eventueel nader uit te splitsen Nazorg, follow up Terminale fase. 1

Het Pancreas. Acute en chronische pancreatitis. Achtergrond: Acute Pancreatitis

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

5.4 Gastro-intestinaal

Classificatie Post-Operatieve Pancreas Fistel (POPF) vanaf 2016

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC

Voeding bij patiënt met gemetastaseerde ziekte. Herma ten Have, oncologiediëtist

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 0-3 maanden postoperatief

Ondervoeding: een niet te onderschatten probleem

Voeding: een onderdeel bij de oncologische behandeling. Paulien Voogt Verpleegkundig specialist intensieve zorg voedingszorg

Epidemiologie van ondervoeding en cachexie bij kankerpatiënten

Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie. Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Ondervoeding bij kanker

Ondervoeding. 1.1 Begrippen

St. Antonius Ziekenhuis

Patiënteninformatiedossier (PID) COLONCARE. onderdeel. Voeding. COLONCARE Voeding

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

oncologiepatiënt Screening en diagnose Behandeling ondervoeding Nazorg, follow up Comfortvoeding / als de ziekte niet meer behandeld wordt

Patiënteninformatiedossier (PID) COLONCARE. onderdeel. Operatie volgens ERAS. COLONCARE Operatie volgens ERAS

Risico's reguliere sedatie (dormicum / fentanyl):

Voedingsadvies bij kanker door de diëtist

De gastric bypass (maagomleiding) Afdeling Chirurgie

dr. Bianca Buijck en Martijn van Gemst

De slokdarm. Behandeling van slokdarmkanker

Ondervoeding bij kanker

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief

Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen

Om foto s voor de casus te verkrijgen zal een fotosessie met een icterische patiënt nodig zijn. Dit kan niet eenvoudig van te voren gepland worden.

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)

Chronische alvleesklierontsteking

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Voedingsadvies bij short bowel

11.2 Chronische bovenbuikpijn

Het Refeeding Syndroom

Relatie voeding en valpreventie

It takes two to tango

Obesitas is een dodelijke ziekte!

Diab-eten. Voeding en hartchirurgie. Jacobien Hiemstra Diëtist, St Antonius Ziekenhuis 9 april 2013

Transcriptie:

Behandeling van slokdarmkanker en pancreaskanker Dr. Jelle Ruurda, chirurg Elles Steenhagen, diëtist, lid CHIODAZ

Slokdarmkanker

Toename incidentie slokdarm ca NL Harbers MM (RIVM), Wilk EA van der (RIVM), Wijnhoven BPL (Flinders Medical Centre, South Australia). Zijn er verschillen tussen Nederland en andere landen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Gezondheid en ziekte\ Ziekten en aandoeningen\ Kanker\ Slokdarmkanker, 11 december 2006.

Behandeling slokdarmkanker Chirurgie enige curatieve behandeling Transhiataal: via de buik Transthoracaal: via de buik en de borstkas

Anatomie slokdarm en lymfeklieren

Oesofagusresectie en buismaagreconstructie

Transhiataal: via de buik

Operatie Losmaken slokdarm in de hals Doorknippen slokdarm in de hals Strippen van de slokdarm

Operatie Maken van de buismaag

Operatie Verwijderen slokdarm en maaggedeelte De buismaag

Operatie Anastomose tussen buismaag en oesofagus in de hals

Operatie voedingsjejunostomie

Complicaties operatie (Cervicale) naadstenose Naadlekkage Halsfistel Pulmonale complicaties Chyluslekkage (abdominaal/thoracaal) Stembandparese (letsel n. recurrens)

Overleving na slokdarmresectie Transhiataal versus Transthoracaal TT 39% TH 29% Hulscher et al. NEJM 2002; 347(21):1662

Vergelijking open transthoracaal vs hiataal Transthoracaal n = 114 Transhiataal n = 106 Bloedverlies (ml) 1900 1000 Pulmonale complicaties (%) 57 27 IC opnameduur (d) 6 2 Ziekenhuis opnameduur (d) 19 15 Mortaliteit (%) 4 2 Hulscher et al NEJM 2002;347:1662

Verbeteren uitkomsten van chirurgie Verbeteren uitkomst na slokdarmresectie Minder chirugisch trauma Uitgebreide resectie Transhiataal Transthoracaal Minder morbiditeit Oncologisch beter Robot geassisteerde thoracoscopische resectie

Pancreaskanker

Pancreas Exocriene en endocriene functie Indeling: kop, hals, corpus, staart

Anatomie Pancreaskop Pancreaskop

Pancreaskop tumoren compressie galwegen en ductus pancreaticus

Periampullaire tumoren pancreaskop papil distale galweg duodenum

Algemeen incidentie 9/100.000, - met stijgende tendens verhouding man: vrouw = 1,5 : 1 mediane leeftijd ten tijde van diagnose 70 74 jr 95% van de pancreastumoren zijn van exocriene origine (adenoca.) pancreas carcinomen: 75% gelokaliseerd in pancreaskop gebied vaak reeds lymfkliermetastasen bij pancreasca (carcinomen < 2 cm > 80% regionale kliermetastasen). Papilcarcinomen van dezelfde diameter vertonen zelden kliermetastasen.

Anamnese vaak aspecifiek: anorexie, vermagering, pijn in epigastrio of rugpijn, misselijk en braken. Daardoor delay meer specifiek: (koliek)pijnloze obstructie icterus vaak met jeuk verschijnselen van nieuw ontstane diabetes mellitus 5% van de patiënten presenteren zich met het beeld van een pancreatitis

Diagnostiek beeldvormend Echografie (bij 15-20% onbetrouwbaar i.v.m. lucht, adipositas) CT abdomen - Proces en relatie tot vaten - Metastasen op afstand ERCP/ endoecho - (double duct sign): - plaatsen endoprothese (evt. brush cytologie: vaak vals negatief) - evt. biopsie van duodenum of papiltumor CT Thorax/X-thorax ter uitsluiting longmetastasen PM Sensitiviteit van CT t.a.v. mogelijkheid resectabiliteit is maximaal 70-80% Vergrote klieren kunnen reactief zijn Vaatingroei in V.portae/VMS is geen contraindicatie voor resectie

Behandeling periampullaire tumoren Pylorus sparende pancreaticoduodenectomie (PPPD)

Behandeling Whipple operatie

Eventuele problemen of complicaties Aspiratie - MS (op zuig), niet voeden op de maag - Voeding TPV, als niet snel op gang triple lumen Gastroparese - Prokinetica - Primperan 3 dd 20 mg - Erytromycine 3 dd 80 mg iv Naadlekkage (amylase uit drains bepalen) Steatorrhoe (pancrease) DM (internist)

Postoperatieve morbiditeit Overall complicaties PPPD: 30-40% (5-10% ernstig) Pancreasstaart resectie: 10-20% (<5% ernstig) Totale pancreatectomie: 30-40% (10-15% ernstig) Korte termijn infecties, bloedingen, lekkage Lange termijn DM, exocriene pancreasinsufficientie

Wat is het postoperatieve voedingsbeleid na slokdarmresectie met buismaagreconstructie pylorussparende pancreaticoduodenectomie (PPPD)? Elles Steenhagen, diëtist

Diëtistisch / Methodisch handelen stap 1: Aanmelding stap 2: Diëtistisch onderzoek / diagnostisch proces stap 3: Diëtistische diagnose stap 4: Behandelplan en behandeling stap 5: Evaluatie stap 6: Afsluiting

Diëtistisch onderzoek 1. Medische gegevens 2. Onderzoeksgegevens Laboratorium Aan voeding gerelateerde klachten Antropometrie: lengte, gewicht, BMI, % gewichtsverandering Functionele bepalingen: handknijpkracht CBO Richtlijn Perioperatief voedingsbeleid 2007; www.nutritionalassessment.nl 3. Dietistische gegevens

Diëtistisch onderzoek ondervoeding (LPZ 2011)

Diëtistisch onderzoek ondervoeding Preoperatieve screening op ondervoeding (MUST) oncologische zorglijn, UMC Utrecht Conclusie: ± 1/3 van de patiënten matig tot ernstig risico op ondervoeding preoperatief

Slokdarmkanker - buismaag

Diëtistische diagnose: Slokdarmkanker - Buismaag Patiënten met een oesophaguscarcinoom kunnen preoperatief (door de ziekte en/of chemoradiatie behandeling), diverse aan voeding gerelateerde klachten ondervinden, die de voedselinname en daardoor de voedingstoestand bedreigen. Na de operatie (slokdarmresectie, reconstructie met buismaag, aanleg van jejunumfistel) kunnen aan voeding gerelateerde klachten ontstaan (zoals dysfagie, slechte eetlust, reflux, syndroom kleine maag, dumping, gestoorde maagontlediging, diarree, psychosociale klachten). Indien deze klachten een adequate voedselinname belemmeren is er een hoog risico op ondervoeding. Postoperatieve complicaties (naadlekkage, fistelvorming, chyluslekkage) verhogen dit risico.

Behandeling doelstellingen Niet onnodig laten verslechten / handhaven / herstellen voedingstoestand Stabilisatie / toename gewicht Voorkomen / beperken / kunnen hanteren van aan voeding gerelateerde klachten: dysfagie, slechte eetlust, reflux, syndroom kleine maag, dumping, gestoorde maagontlediging, diarree, psychosociale klachten Bijdragen aan wondgenezing

Behandeling adviezen na slokdarmresectie / buismaag Eerste 5 dagen postoperatief, bij (verdenking) naadlekkage, halsfistel: Niet per os Postoperatief binnen 24 uur: start sondevoeding (SV) (jejunumfistel) SV advies conform energie- en eiwitbehoefte

Behandeling adviezen na slokdarmresectie / buismaag Vanaf dag 5 (geen lekkage, goede slikfoto na naadlekkage / halsfistel): SV afbouwen, orale voeding opbouwen Orale voeding: Energie- en eiwitrijk conform behoefte Rustig eten, goed kauwen Frequente kleine maaltijden 1½ - 2 l drinkvocht, goed verdelen over de dag Circa 250-300 ml maximaal volume per eet- en drinkmoment (individueel) Bij geen drink- en sondevoeding: aanvullend multivitamine-mineraalpreparaat Bij steatorroe: suppletie pancreasenzymsuppletie Aangepaste adviezen bij aan voeding gerelateerde klachten: zie Handboek Voeding bij kanker, hoofdstuk 16 Slokdarmkanker www.oncoline.nl

Behandeling adviezen bij specifieke aan voeding gerelateerde klachten Richtlijn Oesophaguscarcinoom, herziening 2012 H 16 Slokdarmkanker, 2012

Behandeling adviezen bij chyluslekkage Chyluslekkage: ± bij 3,7% van de patiënten ¹ Diagnostiek: drainproductie melkachtig, triglyceriden > 1,24 mmol/l of verhoogd % chylomicronen Risico patiënten: transthoracale operatie, uitgebreide lymfeklierdissectie ¹ Kan voedingstoestand verslechteren: verlies eiwit (> 30 gram / liter, vet (4-40 gram / liter), lymfocyten, vocht, natrium, chloor, vetoplosbare vitaminen ¹ ² Meer kans op pulmonale complicaties ¹ Bij chyluslekkage, richtlijn UMC Utrecht: niets per os + < 500 ml/24 uur: Vivonex Ten 500 1000 ml/24 uur: afhankelijk van kliniek: Vivonex Ten of TPV > 1000 ml/24 uur: start TPV 1 Lagarde SM, et al. Ann Thorac Surg 2005 ; 2 Karagianis j, et al. JADA 2011

Buismaag postoperatieve klachten 6 maanden postoperatieve follow-up, N = 226¹: 64% van de patiënten: >10% BMI 20% van de patiënten: > 20% BMI Significante relatie met verminderde eetlust, eetproblemen, pijnlijk slikken Na 5 jaar: 84% aan voeding gerelateerde klachten² Na 10 jaar: 30% niet tevreden over dagelijkse voedselinname³ ¹ Martin L, et al. Br J Surg 2007; ² McLarty AJ, et al. Ann Thorac surg 1997; ³ Boer AG de, et al. Br J Surg 2000

Buismaag postoperatieve klachten 1 jaar postoperatieve follow up, N = 60 Meest voorkomende klachten: Snel vol gevoel Dumping Passagestoornissen Reflux Slechte eetlust Na 1 jaar: Gewichtsverlies: 25% terug op oude gewicht Klachten: 90% snel vol gevoel, 75% dumping Sondevoeding: ± 2% Drinkvoeding: 22% Haverkort EB, et al. World J Surg, sep 2010

Buismaag postoperatief gewichtsbeloop % gewichtsverlies postoperatief 3 jaar follow-up Martin L, Lagergren P. Br J of Surg 2009

Buismaag postoperatief gewichtsbeloop % gewichtsverlies postoperatief 3 jaar follow-up Conclusie: postoperatief langdurig gewichtsverlies. Martin L, Lagergren P. Br J of Surg 2009

Haverkort EB, et al. JADA, juli 2012

Buismaag vitamine B12 deficiëntie B12 deficiëntie > neorologische afwijkingen, megaloblastische anemie, hyperhomocysteïnemie Het standaard bepalen van en het nut van postoperatieve vitamine B12 suppletie is niet bewezen in klinische studies Na 6 maanden postoperatief 14%, na 1 jaar 17% van de patiënten B12-inname <90% van de ADH Haverkort EB, et al. JADA 2012 Risicogroep! Bij mogelijke symptomen > diagnostiek > zn suppletie

Pancreaskanker - PPPD

Diëtistische diagnose: Pancreaskanker - PPPD Na een pylorussparende pancreaticoduodenectomie kunnen patiënten door de reconstructie en de endo- en exocriene pancreasinsufficiëntie diverse aan voeding gerelateerde klachten, zoals maagontledigingsstoornis, diarree (steatorroe), opgezwollen buik en verstoorde bloedglucosewaarden ondervinden. Indien deze klachten een adequate voedselinname belemmeren is er sprake van een hoog risico op ondervoeding. De medische diagnose (maligne), soort operatie (klassieke Whipple), postoperatieve complicaties (lekkage, fistel, bloeding, intra-abdominaal abces, ascites) en adjuvante chemotherapie verhogen dit risico.

Behandeling doelstellingen Niet onnodig laten verslechten / handhaven / herstellen voedingstoestand Stabilisatie / toename gewicht Voorkomen / beperken / kunnen hanteren van aan voeding gerelateerde klachten: maagontledigingsstoornis, diarree (steatorroe), opgezwollen buik en verstoorde bloedglucosewaarden Bijdragen aan wondgenezing Handhaven / verbeteren vertering en resorptie van voedingsstoffen Normaliseren bloedglucosewaarden

Behandeling voedingsbeleid na PPPD Vertraagde maagontlediging (maagparese) meest voorkomende complicatie postoperatief Geen eensluidende definitie maagontledigingsstoornis > Classificatie Delayed Gastric Emptying (DGE) after pancreatic surgery Wente@ISGPS, 2007, zie http://www.dpcg.nl/medisch-inhoudelijk.html Internationale richtlijnen: ESPEN: routinematig vroeg enterale voeding ASPEN: alleen enterale voeding in selecte groep (on demand) Geen consensus beste toedieningsweg voeding

Behandeling voedingsbeleid UMC Utrecht

Behandeling voedingsbeleid na PPPD

Gerritsen A, et al. J Gastrointestinal Surg, 2012

Optimal feeding strategy after PPPD

Optimal feeding strategy after PPPD Systematic review: literatuuronderzoek > inclusie 15 studies

Optimal feeding strategy after PPPD Gerritsen A, et al. In press

Behandeling nieuw voedingsbeleid na PPPD Indien preoperatief MUST score 2: Tenminste 7-10 dagen adequate voedingsinterventie pre-operatief Plaatsing tre-lumensonde tijdens operatie Postoperatief binnen 24 uur: start sondevoeding (SV) Orale voeding o.g.v. klinisch beeld: Dag 0 + 1: helder vloeibaar Dag 2: vloeibaar + beschuit Vanaf dag 3: normale voeding Vloeibare voeding mogelijk: SV afbouwen SV stoppen bij orale inname min. 50-75% van de behoefte Orale voeding: frequente kleine maaltijden, 1½ - 2 l drinkvocht, goed spreiden over de dag Voeding conform energie- en eiwitbehoefte

Behandeling adviezen na PPPD Indien preoperatief MUST score < 2: Geen plaatsing voedingssonde tijdens operatie Dag 0 + 1: helder vloeibaar Dag 2: vloeibaar + beschuit + 2 flesjes eiwitrijke drinkvoeding Vanaf dag 3 tot ontslag: normale voeding + 2 flesjes eiwitrijke drinkvoeding Dag 5 beoordeling orale voedselinname door diëtist criteria voor plaatsen tre-lumensonde / start SV Voedselinname < 50% van de energie- en eiwitbehoefte Geen tendens voor stijgende orale inname

Behandeling adviezen na PPPD Aangepaste adviezen bij aan voeding gerelateerde klachten Ongewenst gewichtsverlies / voedingstoestand: energie- en eiwitrijk advies Lekkage, fistel: npo + volledige SV of TPV Steatorroe*: pancreasenzymsuppletie Diabetes mellitus: dieetadviezen bij diabetes mellitus * = Vetdiarree: dunne, frequente, ontkleurde, onaangenaam ruikende, plakkerige ontlasting

Behandeling adviezen bij specifieke aan voeding gerelateerde klachten Richtlijn Pancreascarcinoom, herziening 2011 H 18 Pancreaskanker, 2012

PPPD postoperatieve maagontlediginsstoornis Maagontledigingsstoornis meest voorkomende complicatie¹: 19-57% van de patiënten, afhankelijk van definitie² Oorzaak onbekend, waarschijnlijk multifactorieel* Herstel geleidelijk, meestal binnen 6 maanden * Intermitterend (6.00-24.00 uur) i.p.v. continue SV draagt mogelijk bij aan sneller herstel maagontledigingsstoornis³ ¹ Ohtsuka T, et al. J Hepatobiliary Pancreat Surg 2006; Iqbal N, et al. EJSO 2008; ²Wente MN, et al. Surgery 2007; ³ Van Berge Henegouwen MI, et al. Ann Surg 1997

PPPD postoperatieve klachten Exocriene pancreasinsufficiëntie (steatorroe): meestal binnen 2 maanden postoperatief, herstel veelal binnen 6-12 maanden Belangrijke late complicatie (± 1 jaar postoperatief): diabetes mellitus Ohtsuka T, et al. J Hepatobiliary Pancreat Surg 2006

Evaluatie - variabelen Voedselinname Aan voeding gerelateerde klachten Gewicht, BMI, % gewichtsverandering Handknijpkracht? Laboratoriumuitslagen

Dank voor jullie aandacht! e.steenhagen@umcutrecht.nl

Literatuur, achtergrondinformatie Slokdarmkanker www.oncoline.nl > richtlijn Oesophaguscarcinoom Handboek Voeding bij kanker, hoofdstuk 16 Slokdarmkanker www.slokdarmkanker.info Pancreaskanker www.oncoline.nl > richtlijn Pancreascarcinoom Handboek Voeding bij kanker, hoofdstuk 18 Pancreaskanker http://www.dpcg.nl/