TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

Vergelijkbare documenten
TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

Langere vraag over de theorie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

1. Langere vraag over de theorie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

Elektro-magnetisme Q B Q A

Langere vraag over de theorie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)

1 ELECTROSTATICA: Recht toe, recht aan

Studiewijzer. de colleges in vogelvlucht

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 22 juni :00-12:00. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar.

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

3.3.2 Moment op een rechthoekige winding in een magnetisch. veld... 10

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Vectoranalyse voor TG

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2016 TOETS APRIL :15 12:15 uur

Langere vraag over de theorie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Elektrische stroomnetwerken

I A (papier in) 10cm 10 cm X

. Vermeld je naam op elke pagina.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Uitwerkingen toets emv

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Tentamen E&M 25 Juni 2012

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

1. Twee lichamen zijn op een afstand van 30 cm van elkaar opgesteld. Het ene lichaam is negatief geladen met een lading van

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv.

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

Hoofdstuk 24 Condensatoren, Diëlektrika, Electrische Energie Opslag. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Fundamentele elektriciteit

LES1: ELEKTRISCHE LADING DE WET VAN COULOMB. H21: Elektrische lading en elektrische velden

Vectoranalyse voor TG

1 Overzicht theorievragen

Elektromagnetische veldtheorie (121007) Proeftentamen

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Vectoranalyse voor TG

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Formules en begrippen Okt 2006

FYSICA-BIOFYSICA : FORMULARIUM (oktober 2004)

Hoofdstuk 8 Elektrostatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 5 juli 2012 van 14u00-17u00

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

Antwoorden Eindtoets 8NC00 12 april 2017

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek

Tentamen Elektromagnetisme (NS-103B)

Hoofdstuk 22 De Wet van Gauss

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Oplossing examenoefening 2 :

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

Toegepaste wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Deel 2 Derde, herziene druk. Uitwerking herhalingsopgaven hoofdstuk 5 augustus 2009

Hertentamen Elektromagnetisme: Theorie (NS-107B)

8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli dr. Brenda Casteleyn

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Examen Elektromagnetisme 3 (3NC30) donderdag 30 juni 2011 van 14u00-17u00

Tentamen E&M 13-mei-2004

De 35 e Internationale Natuurkunde Olympiade Pohang, Zuid-Korea Theorie-toets Zaterdag 17 juli 2004 duur: 5 uur

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

natuurkunde havo 2017-II

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

Gelijkstroomketens. Serie. Parallel. Weerstanden optellen R 1 R 2 R 3 E U E U R. geleidingen optellen E U E U

Repetitie Elektronica (versie A)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Functietheorie (2Y480) op 23 januari 2002,

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning.

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Naam:... Studentnummer:...

Eindexamen vwo natuurkunde II

Langere vraag over de theorie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Transcriptie:

TENTAMEN ELEKTROMAGNETIME (3D020) 21 juni 1999, 14.00 17.00 uur UITWERKING 1 Op de geleider bevindt zich een totale lading. De lengte van de geleider (een halve cirkel) is gelijk aan πr. y d ϕ R P x Voor de ladingsdichtheid λ op de geleider geldt λ = πr Voor de lading d op een klein gedeelte van de geleider geldt d = λrdϕ= π dϕ Deze lading d geeft aanleiding tot een bijdrage d E tot de electrische veldsterkte E in het punt P,waarvoorgeldt de = d 4πε 0 R 2 a) Voor de y-component van de elektrische veldsterkte d E in het punt P geldt de y = de sin(φ) = d 4πε 0 R 2 sin(φ) = 4π 2 ε 0 R 2 sin(φ)dϕ De totale y-component van de elektrische veldsterkte E in het punt P geldt E y = Z π/2 sin(φ)dϕ = cos( π ) 4π 2 ε 0 R 2 π/2 4π 2 ε 0 R 2 2 ) cos(π =0 2 Dithadookopgrondvandesymmetrievanhetprobleemmeteenkunnenworden geconcludeerd; de verticale (y) componentvan E valt weg bij het doorlopen van de halve cirkel. i

b) Voor de x-component van de elektrische veldsterkte d E in het punt P geldt de x = de cos(φ) = d 4πε 0 R 2 cos(φ) = 4π 2 ε 0 R 2 cos(φ)dϕ De totale x-component van de elektrische veldsterkte E in het punt P geldt Z π/2 E x = cos(φ)dϕ = sin( π ) 4π 2 ε 0 R 2 π/2 4π 2 ε 0 R 2 2 ) sin(π = 2 2π 2 ε 0 R 2 Deze wijst dus in de positieve x-richting. c) Als aan de configuratie een tweede geleider wordt toegevoegd, die de vorm heeft van een rechter halve cirkel met lading, is op grond van de symmetrie direkt in te zien dat de elektrische veldsterkte E in het punt P gelijk is aan nul. Dit volgt ook uit de periodiciteit van sin(φ) en cos(φ): de integraal van deze functies over een interval ter grootte 2π levert nul op. UITWERKING 2 1 mm 1 mm (1) (2) (3) A A A +100 V V -100 V Omdat gegeven is dat de middelste plaat geen netto lading bezit, volgt uit de wet van Gauss dat het elektrische veld E tussen de platen (1) en (2) gelijk is aan dat tussen de platen (2) en (3). Dit is ook op grond van de symmetrie van het probleem in te zien: het gaat hier in feite om een serieschakeling van 2 identieke condensatoren. Het E-veld is verticaal naar beneden gericht. Voor een vlakke plaatcondensator geldt V = Ed Dus in dit geval 200 = 2 10 3 E E =10 5 V/m b) De potentiaal V vandeplaat(2)bedraagt0v.ditkanzowelgevondenwordenuit het bovenstaande verband tussen V en E als uit de symmetrie van het probleem. c) Voor de capaciteit tussen de platen (1) en (3) geldt C 1,3 = ε 0A d 1,3 = 1 4π 9 10 9 10 3 2 10 3 =4.42 10 12 F ii

d) De ruimte tussen de platen (1) en (2) wordt geheel gevuld met een diëlectrisch materiaal met een relatieve diëlectrische constante κ = 4. Dit houdt in dat de capaciteit tussen de platen (1) en (2) 4 maal zo groot wordt als deze oorspronkelijk was of, omdat de lading op de middelste plaat (2) hierbij constant (dus nul) blijft, dat de veldsterkte tussen de platen (1) en (2) 4 maal zo klein wordt als die tussen de platen (2) en (3). Er geldt V 1,3 = E 1,2 d 1,2 + E 2,3 d 2,3 = E 2,3 κ d 1,2 + E 2,3 d 2,3 = 5 4 E 2,3d 2,3 omdat d 1,2 = d 2,3. Dit geeft e) Uit het bovenstaande volgt E 2,3 = 4 5 200 10 =1.6 3 105 V/m E 1,2 = 0.4 10 5 V/m V 1,2 =40V, V 2,3 =160V Dus de potentiaal op de plaat (2) is gelijk aan +60 V. f) Als de ruimte tussen de platen (1) en (2) geheel gevuld wordt met een diëlectrisch materiaal met een relatieve diëlectrische constante κ = 4, wordt de oorspronkelijke capaciteit C 1,2 4 maal zo groot. De capaciteit tussen de platen (1) en (3) kan gevonden worden via 1 = 1 + 1 = 1 + 1 = 5 C 1,3 C 1,2 C 2,3 4C 2,3 C 2,3 4C 2,3 Hieruit volgt C 1,3 = 4 5 C 2,3 =7.1 10 12 F (UithetfeitdatC 1,2 =4C 2,3 en het gegeven dat de (totale) lading op plaat (2) gelijk is aan nul kan m.b.v. de definitie = CV ook worden afgeleid dat het potentiaalverschil V 2,3 =4 V 1,2, dus dat V 2 =+60V.) g) Als het diëlectrisch materiaal weer verwijderd is geldt dat de electrische veldsterkte tussen de platen steeds gelijk is aan 10 5 V/m. Als de condensatorplaat (2), die zich tot nu toe precies midden tussen de platen (1) en (3) bevond, 0.1 mm in de richting van plaat (1) verplaatst wordt, neemt.de afstand d 1,2 met 0.1 mm af, en daarmee V 1,2 met 10 V. De potentiaal V van de plaat (2) bedraagt dan +10 V. h) Voor de relatie tussen de potentiaalverandering V en de verplaatsing dz van condensatorplaat (2) geldt V = Edz Invullen van de gegevens levert 10 6 =10 5 dz dz =10 11 m (De nog meetbare verplaatsing is minder dan één atoom-diameter!). iii

UITWERKING 3 kern z N plaat 24 mm 20 mm 16 mm N I _ + magneet BOVENAANZICHT ZIJDOORNEDE a) Uit de wet van Gauss volgt ZZ B d A =0 gesloten Voor een magneetveld, dat zuiver radieel gericht is, geldt dat de totale flux door het oppervlak van de kern gelijk moet zijn aan de totale flux door de spoel. Op grond van de symmetrie is in te zien dat de grootte van B alleen afhangt van de afstand tot het middelpunt van de kern. De wet van Gauss geeft in dit geval 2πR ker n hb ker n =2πR spoel hb spoel waarin h de hoogte van de luchtspleet voorstelt. Hieruit volgt B ker n = R spoel R ker n B spoel = 20 10 3 1=1.25 T 16 10 3 b) Op analoge wijze volgt voor het magneetveld aan het oppervlak van de plaat B plaat = R spoel R plaat B spoel = 20 10 3 1=0.833 T 24 10 3 c) Voor de kracht F op de spoel t.g.v. een stroom I door de spoel geldt F = Z Id l B Omdat het veld B zuiver radieel gericht is, staat het loodrecht op de stroomvoerende spoel. Verder is het ter plaatse van de spoel overal gelijk. Hieruit volgt F = BINspoel l spoel =1 2 50 π 20 10 3 =6.28 N De kracht op de spoel is gericht langs de negatieve z-as (omlaag, c.q. naar binnen). iv

d) De snelheid v(t) van de spoel kan gevonden worden door differentatie van z(t) naarde tijd. Dit geeft v(t) = d [0.005 sin(2π 100 t)] = π cos(2π 100 t) =3.14 cos(628 t) m/s dt e) Voor de emf van inductie geldt I ³ = E + v B d l In het onderhavige geval geldt E =0enstaat v spoel loodrecht op B. Ditgeeft = Z spoel ³ vspoel B d l = v spoel Bl spoel = π cos(2π 100 t) 1 50 π 20 10 3 = π 2 cos(2π 100 t) =9.86 cos(628 t) V v

UITWERKING 4 R 1 (c) + _ 20 I V (a) B V R 2 R 4 40 10 (b) R 3 R 5 10 40 a) De spanning over de weerstand R 3 bedraagt 5 V. Dit betekent dat de stroom door R 3 gelijk is aan I(R 3 )=V/R 3 =5/10 = 0.5 A. Door de weerstand R 2 loopt dezelfde stroom dus V (R 2 )=0.5R 2 =20V. Voor de spanning op punt (c) t.o.v de aansluiting van de spanningsbron geldt V (c) = V (R 2 )+V (R 3 )=5+20=25V. T.g.v. deze spanning loopt er ook een stroom V (c) /(R 4 + R 5 )=25/(10 + 40) = 0.5 A door de weerstanden R 4 en R 5. De grootte van de stroom I, die door de spanningsbron V B geleverd wordt is dus 1 A. b) De emf van de spanningsbron V B is de som van de spanning V (c) en de spanningsval over de weerstand R 1,dusV B = IR 1 + V (c) =20+25=45V. c) Als de schakelaar gesloten is geldt V (a) = V (b). Tussen (c) en (a,b) bevindt zich een parallelschakeling van twee weerstanden, R 2 en R 4. Deze kan opgevat worden als een weerstand R 2,4 die gegeven wordt door 1 R 2,4 = 1 R 2 + 1 R 4 = 1 10 + 1 40 = 1 8 Hieruit volgt R 2,4 =8Ω. OpanalogewijzegeldtR 3,5 =8Ω. Tussen punt (c) en de aansluiting van de spanningsbron bevindt zich een weerstand R (c), die gegeven wordt door de serieschakeling van R 2,4 en R 3,5,dusgeldt R (c) = R 2,4 + R 3,5 =16Ω Voor de grootte van de stroom I, die nu door de spanningsbron V B geleverd wordt geldt I = V B /(R 1 + R (c) )=45/(20 + 16) = 1.25 A. d) De spanning V, die nu door de voltmeter wordt aangegeven wordt gegeven door V = IR 2,4 =1.25 8=10V. vi