ALGEMENE INHOUD DEEL I DE NIEUWE REGELS INZAKE BTW-AFTREK EN VOORDELEN ALLE AARD 1 Jurgen Opreel 1. Inleiding 5 2. Aanleiding voor de nieuwe aftrekregeling voor gemengd gebruikte goederen 6 2.1. Rechtspraak van het Hof van Justitie 6 2.2. Reacties van de Belgische btw-administratie 13 2.3. Reactie van Europa 15 3. Wetswijziging WBTW per 1 januari 2011 19 3.1. Invoering artikel 45, 1quinquies WBTW 19 3.2. Wijziging artikel 19, 1 WBTW 21 3.3. Gevolgen van de nieuwe wetsbepalingen 22 4. Administratief standpunt 24 4.1. Artikel 45, 1quinquies WBTW 24 4.2. Artikel 19, 1 WBTW 25 4.3. Praktische gevolgen 27 4.4. Vergelijking oude en nieuwe situatie 33 4.5. Verkoop auto 35 5. Reactie op administratief standpunt 36 6. Overgangsregeling voor het jaar 2011 37 6.1. Onroerende bedrijfsmiddelen 37 6.2. Andere bedrijfsmiddelen 37 6.3. Gehuurde goederen 39 6.4. Vergoeding voor privégebruik 39 7. Aangekondigd addendum 41 8. Besluit 43 DEEL II BTW EN SUBSIDIES 45 Ivan Massin 1. Inleiding 49 2. Subsidies als tegenprestatie voor een handeling bedoeld in het WBTW verricht voor de overheid 52 VII
2.1. Vraagstelling 52 2.2. Europese rechtspraak 53 2.3. Commentaar 57 3. Prijssubsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs 61 3.1. Vraagstelling 61 3.2. Prijssubsidie: definitie 62 3.3. Europese rechtspraak 64 3.4. Schadevergoeding 69 3.5. De facturering van prijssubsidies 70 4. De overeenkomst met de overheid of het subsidiereglement: aandacht voor de btw 72 4.1. Vraagstelling 72 4.2. Wat is de maatstaf van heffing? 73 5. De impact van subsidies op btw-vrijstellingen 77 5.1. Vraagstelling 77 5.2. Subsidies: geen invloed op de toepassing van de btw-vrijstellingen 77 6. De invloed van subsidies op het recht of aftrek 80 6.1. Vraagstelling 80 6.2. Uitgangspunt: wat zegt de btw-richtlijn? 80 6.3. Belgische administratieve commentaren 81 6.4. Belgische rechtspraak 87 6.5. Europese rechtspraak 90 6.6. Samengevat 96 7. Besluit 98 DEEL III VERJARINGSTERMIJNEN INZAKE BTW-VERORDENING: STAND VAN ZAKEN NA HET CASSATIEARREST VAN 27 APRIL 2012 99 Wim Panis en Mathieu Henderikx 1. Inleiding 104 1.1. Invoering door de wet van 1999 104 1.2. Wijziging door de programmawet van 2008 106 1.3. Huidige tekst van de artikelen 81bis, 1 en 84ter WBTW 106 2. Analyse van de rechtsleer en de rechtspraak voorafgaand aan het cassatiearrest van 27 april 2012 108 2.1. Bewijskrachtige gegevens 108 2.2. Voorafgaande kennisgeving 112 VIII Kluwer
3. Analyse van het cassatiearrest van 27 april 2012 115 3.1. Feiten en procedurele voorafgaanden 115 3.2. De uitspraak van het Hof van Cassatie van 27 april 2012 117 3.3. Principes die aan de grondslag liggen van het arrest van 27 april 2012 118 3.4. Systematiek volgend uit het cassatiearrest van 27 april 2012 120 3.5. Bijzondere aandachtspunten i.v.m. de fraudetermijn 122 3.6. Kritiek 126 4. Conclusie 130 DEEL IV DE GRENSOVERSCHRIJDENDE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN IN DE EUROPESE UNIE OP HET VLAK VAN DE BTW: EEN STAND VAN ZAKEN ANNO 2012 133 Sylvie Van Herreweghe en Thierry Afschrift 1. Inleiding: Europa verhoogt de druk om lidstaten te doen samenwerken en inlichtingen uit te wisselen in fiscale zaken 139 2. Voorwerp van huidige bijdrage 141 3. Uitwisseling van inlichtingen zonder voorafgaand verzoek (art. 2-6) 142 3.1. Algemeen kader 142 3.2. De categorieën van automatische gegevensuitwisseling zonder voorafgaand verzoek 144 3.3. De frequentie waarmee en wijze waarop inlichtingen automatisch worden toegezonden 147 4. Informatieverstrekking aan belastingplichtigen (art. 7) 149 5. Inlichtingenverkeer in het kader van de teruggaafprocedure (art. 8-10) 151 6. Statistische gegevens en mededeling van nationale maatregelen (art. 11-12) 153 DEEL V SUCCESSIEPLANNING EN DE NIEUWE ANTIMISBRUIKBEPALING 157 Mark Delboo, Guillaume Deknudt en Evy Dhaene 1. Inleiding 165 2. Algemene bespreking antimisbruikbepaling 166 2.1. Reden tot invoering nieuwe antimisbruikbepaling 166 IX
2.2. Inwerkingtreding 167 2.3. Principes 168 2.4. Dienst voor Voorafgaande Beslissingen 174 2.5. Bedenkingen 176 3. Planningstechnieken 179 3.1. Technieken die niet worden geviseerd? 179 3.2. Techniek die wel wordt geviseerd maar waarbij geen fiscale bepaling wordt gefrustreerd? 184 3.3. Technieken waarbij een fiscale bepaling eventueel wel wordt gefrustreerd? 188 4. Conclusie 198 DEEL VI HET HERVORMD VLAAMS VERDELINGSRECHT: EEN OUDE DAME IN EEN FONKELNIEUWE JURK 199 Eric Spruyt 1. Inleiding 203 2. Algemeen 204 2.1. Wettelijk kader 204 2.2. De verdeling als juridisch begrip Declaratieve rechtshandeling 206 3. De geviseerde rechtshandelingen in het algemeen 210 4. Het voorafbestaan van een onverdeeldheid 213 4.1. Omtrent onverdeeldheid in het algemeen 213 4.2. De noodzaak van het voorafbestaan van een onverdeeldheid 221 5. De notie onder-onverdeeldheid 223 6. Onder bezwarende titel 225 7. Onroerende verrichting 226 8. Een verrichting tussen deelgenoten 227 9. Omzetting van erfrechtelijk vruchtgebruik 228 9.1. Algemeen juridisch 228 9.2. Fiscale behandeling in het registratierecht. 232 10. Tarief 235 11. Heffingsgrondslag 238 11.1. Algemeen 238 X Kluwer
11.2. Opleg (anders dan in geld) 243 11.3. Waarde 244 11.4. Vruchtgebruik en blote eigendom 245 11.5. Vlaams abattement 246 12. Capita Selecta 264 12.1. Opschortende voorwaarde 264 12.2. Non bis in idem 265 12.3. Afhankelijke en onafhankelijke beschikkingen Opeenvolgende verdelingen 267 12.4. Appartementsmede-eigendom 270 12.5. Bedingen van aangroei of terugvalling (art. 114 W.Reg.) 277 12.6. De theorie van de derde verkrijger (art. 113 W.Reg.) 278 12.7. Verrichtingen tussen echtgenoten 283 12.8. Onttrekking van onroerend goed aan de vennootschap 291 12.9. Vrijstellingen 299 DEEL VII DE OVERDRACHT VAN FAMILIALE ONDERNEMINGEN EN VENNOOTSCHAPPEN IN HET VLAAMS GEWEST 301 Philippe Salens 1. Situering 305 2. Territoriaal toepassingsgebied 308 3. Personeel toepassingsgebied 309 3.1. Erflater / Schenker 309 3.2. Verkrijger 309 4. Materieel toepassingsgebied 310 4.1. De familiale onderneming 310 4.2. De familiale vennootschap 322 5. De gunstregeling 351 5.1. Schenkingsrechten 351 5.2. Successierechten 352 6. Formele voorwaarden 355 6.1. Schenkingen 355 6.2. Vererving 357 6.3. Procedurele aspecten 357 7. Voorwaarden tot behoud 363 7.1. Familiale onderneming 363 XI
7.2. Familiale vennootschap 363 7.3. Procedurele aspecten 366 8. Artikel 7 W.Succ. 368 9. Temporeel toepassingsgebied 373 10. Enkele bedenkingen 375 10.1. Impact op structurering economische activiteiten 375 10.2. Kleindochtervennootschappen 376 10.3. Patrimoniumvennootschap 376 10.4. Personenbelasting op stopzettingsmeerwaarde 378 10.5. Civielrechtelijke implicaties 379 11. Beoordeling 381 DEEL VIII DE DOUANESCHULD: EEN ALGEMEEN OVERZICHT 383 Alexander Baert 1. Duiding van het wettelijk kader 387 2. Ontstaan van een douaneschuld 389 2.1. Definitie 389 2.2. Omstandigheden waarin een douaneschuld ontstaat 389 2.3. Hoofdelijkheid van de douaneschuld 400 2.4. Tijdstip van begroting van de douaneschuld 404 2.5. Plaats waar de douaneschuld ontstaat 405 3. Invordering van de douaneschuld 407 3.1. Inleiding 407 3.2. Boeking en mededeling van de douaneschuld 407 4. Tenietgaan van de douaneschuld 416 4.1. Betaling van de douaneschuld 416 4.2. Kwijtschelding van de douaneschuld 417 4.3. Goederen onder een douaneregeling 418 4.4. Goederen op onregelmatige wijze binnengebracht 419 5. De douaneschuld in het Douanewetboek van de Unie 420 Cumulatieve inhoud 423 Inhoud jaargang 2005-2006 427 Inhoud jaargang 2006-2007 429 Inhoud jaargang 2007-2008 433 XII Kluwer
Inhoud jaargang 2008-2009 438 Inhoud jaargang 2009-2010 440 Inhoud jaargang 2010-2011 444 Inhoud jaargang 2011-2012 447 XIII