5.2.4 Varia in groepentheorie

Vergelijkbare documenten
Algebra. Oefeningen op hoofdstuk Groepentheorie Cayleytabellen van groepen van orde Cyclische groepen

Men kan enkele samenstellingen berekenen en vervolgens de Cayleytabel aanvullen, wetende dat het een Latijns vierkant is. De Cayleytabel wordt:

6 Ringen, lichamen, velden

6 Ringen, lichamen, velden

Universiteit Gent. Academiejaar Discrete Wiskunde. 1ste kandidatuur Informatica. Collegenota s. Prof. Dr.

5 Inleiding tot de groepentheorie

6 Ringen, lichamen, velden

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00

Deeltentamen I, Ringen en Galoistheorie, , 9-12 uur

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Definitie 5.1. Cyclische groepen zijn groepen voortgebracht door 1 element.

3 Modulorekenen. 3.1 De eulerfunctie en de kleine stelling van Fermat. Oefening 3.1. Bepaal Φ(1992), Φ(2011) en Φ(2048) (83 en 2011 zijn priem).

In dit college bekijken we een aantal technieken om integralen te bepalen van trigonometrische functies en van rationale functies.

Definitie 1.1. Een groep is een verzameling G, uitgerust met een bewerking waarvoor geldt dat:

Hoofdstuk 6. Dihedrale groepen. 6.1 Definitie

Tentamen Ringen en Galoistheorie, , uur

Velduitbreidingen. Hector Mommaerts

Definitie 8.1. De groep van alle permutaties van een gegeven verzameling X is de symmetriegroep op n elementen, genoteerd als Sym(X).

Ringen en Galoistheorie, 1e deel, 19 april 2012

De pariteitstestmatrix van de (6,4) Hamming-code over GF(5) is de volgende: [ H =

Complexe getallen: oefeningen

Week 22: De macht van het spoor en het spoor van de macht

Getallen, 2e druk, extra opgaven

Het karakteristieke polynoom

Enige informatie over groepen ten bate van het college Topologie en Meetkunde (Jaap van Oosten, Juni 2003)

Priemontbinding in kwadratische lichamen

Algebra I. Examenoefeningen

Inleiding tot groepentheorie

Het gebruik van (alle soorten) rekenmachines is toegestaan.

Bijzondere kettingbreuken

Actief gedeelte - Maken van oefeningen

Algebra and discrete wiskunde

Groepen, ringen en velden

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen

Rationale punten op elliptische krommen

Algebra and discrete wiskunde

Irreducibele polynomen

Uitwerkingen toets 12 juni 2010

Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies

Opgaven Getaltheorie en Cryptografie (deel 4) Inleverdatum: 13 mei 2002

De hoofdstelling van de algebra en het veld van de complexe getallen

Opgeloste en onopgeloste mysteries in de getaltheorie

Congruentie deelgroepen

Lineaire Algebra C 2WF09

Definitie 4.1. Als H en K normaaldelers zijn van een groep G en H K = {e} en HK = G dan noemt men G het direct product van

HOOFDSTUK 0. = α g1 α g2

Lineaire Algebra 3 en 4. Wieb Bosma

boek Getallen 2009, errata (8 oktober 2011)

RINGEN EN LICHAMEN. Aanvullende opgaven met uitwerkingen

Uitgewerkte oefeningen

Deelgroepen en normaaldelers

ALGEBRA I. P. Stevenhagen

er zijn (p 2 p)/2 irreducibele polynomen van de graad 2 over F p het minimaal polynoom van a deelt ieder polynoom f(x) met f(a) = 0

ALGEBRA II. P. Stevenhagen

extra sommen bij Numerieke lineaire algebra

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312

Opgaven Getaltheorie en Cryptografie (deel 1) Inleverdatum: 28 februari 2002

Platonische transformatiegroepen

Rationale Punten op Elliptische Krommen

Opgave 1 Bepaal welke van de volgende beweringen juist zijn: = Z2 Z 6 (R >0, ) = (R, +) (Z, +) = (Q, +)

Kwadraatrepresentatie

cyclotomische polynomen

OF (vermits y = dy. dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Affiene ruimten. Oefeningen op hoofdstuk Basistellingen

E.T.G. Schlebusch. Het Hasse-principe. Bachelorscriptie, 20 juni Scriptiebegeleider: dr. R.M. van Luijk

Hoofdstuk 6. Congruentierekening. 6.1 Congruenties

This work is licensed under the Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License. To view a copy of this license,

Tentamen algebra 1. 8 juni 2005, , zaal A.404

Examen Lineaire Algebra en Meetkunde Tweede zit (13:30-17:30)

Het tellen van krommen op het product van twee projectieve lijnen over een eindig lichaam

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015

Het pythagorasgetal van enkele commutatieve ringen

Examen G0Q98 Discrete Wiskunde. 8 juni 2018

Voorstel voor de inhoud van de cursus Algebra in het programma: Bachelor Wiskunde

Complexe functies 2019

Algebraische Meetkunde. S. Caenepeel

1 Groepen van orde 24.

Eigenwaarden en eigenvectoren in R n

Relaties en Structuren

Grafieken van veeltermfuncties

Het vermoeden van Birch en Swinnerton-Dyer

KU Leuven. Algebra. Notities. Tom Sydney Kerckhove. met dank aan: Katelijne Caerts Eline van der Auwera Anneleen Truijen

KU Leuven. Algebra. Notities. Tom Sydney Kerckhove

Oefeningen bij de Cursus Lineaire Algebra, Eerste Kandidatuur Informatica. Complexe Getallen en Veeltermvergelijkingen over R en C

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen

Oplosbaarheid van kegelsneden

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Stefan Pouwelse. Epimorfismen. Bachelorscriptie, 10 september Scriptiebegeleider: prof.dr. H.W. Lenstra

Getaltheorie groep 3: Primitieve wortels

Syllabus Algebra IIa. Prof. Dr G. van der Geer

Transcriptie:

Oefeningen op hoofdstuk 5 Algebra 5.2 Groepentheorie 5.2.1 Cayleytabellen van groepen van orde 8 Oefening 5.1. Stel de Cayleytabel op voor de groep van de symmetrieën van een vierkant. Bewijs dat deze groep de viergroep van Klein bezit als deelgroep van index 2. Oefening 5.2. Stel de Cayleytabellen op voor de groepen C 2 C 4 en C 2 C 2 C 2. Is één van beide isomorf met de automorfismegroep van het vierkant? Kun je dat bewijzen zonder gebruik te maken van de Cayleytabel? 5.2.2 Cyclische groepen Oefening 5.4. Bewijs dat cyclische groepen abels zijn. Oefening 5.5. Beschrijf alle deelgroepen van C 15 en C 25. Oefening 5.6. Hoeveel elementen van C 60 brengen de ganse groep voort? Oefening 5.10. Gegeven is de cyclische groep C 8 = a. Bewijs dat de volgende afbeeldingen α en β morfismen van C 8 naar C 8 zijn. Bepaal telkens de kern. α : a a 4 β : a a 5 5.2.3 Ordes van elementen Oefening 5.11. Veronderstel dat u en v twee elementen zijn van een abelse groep met respectieve ordes r en s. Bewijs dat, in de veronderstelling dat ggd(r, s) = 1, de orde van uv gelijk is aan rs. Oefeningen Relaties en Structuren, Algebra 40

Oefening 5.12. Veronderstel dat u en v twee elementen zijn van een abelse groep G met respectieve ordes r en s. Onderstel dat de cyclische groep voortgebracht door u en de cyclische groep voortgebracht door v enkel het neutraal element gemeen hebben. Stel ook dat ggd(r, s) = d. Wat is de orde van het element u v? Oefening 5.13. Zij C n = g de cyclische groep voortgebracht door g. Bewijs dat de deelgroep H C n, voortgebracht door g k (k N\{0}) de orde n ggd(n,k) heeft. Oefening 5.14. Stel dat een eindige groep G en een priemgetal p gegeven zijn. Stel dat G precies m deelgroepen heeft van orde p. Bewijs dat G precies m(p 1) elementen van de orde p bezit. 5.2.4 Varia in groepentheorie Oefening 5.15. Welke van de volgende permutaties zijn even en welke oneven? α = (1357)(2468) β = (127)(356)(48) γ = (135)(678)(2)(4) Oefening 5.16 (Herexamen 2012). Beschouw een groep G en een deelgroep H van G. Definieer een relatie over de elementen van G als volgt: x y x 1 y H. a. Bewijs dat deze relatie een equivalentierelatie is. b. Toon aan dat de equivalentieklassen gelijk zijn aan de linkse nevenklassen van H. Oefening 5.17. Hoeveel symmetrieën heeft de symmetriegroep van de starre kubus? Tel dus alle realiseerbare acties (geen spiegelingen) die de kubus op zichzelf afbeelden. Welke essentieel verschillende symmetrieën onderscheid je? Beschrijf de structuur van hun cykelvoorstelling (als permutatiegroep op de hoekpunten). Hoeveel zijn er van elke soort? Oefeningen Relaties en Structuren, Groepentheorie 41

5.6 Veeltermringen 5.6.1 Polynomen over F p : irreducibiliteit en factorisatie Oefening 5.18. Bewijs dat x 2 + 2x + 2 irreducibel is in Z 3 [x]. Oefening 5.19. Ontbind x 5 + x 4 + x 3 + x in irreducibele factoren over Z/2Z. Oefening 5.20. Ontbind x 8 1 in irreducibele factoren in Z/3Z[x]. Oefening 5.21. Ontbind x 3 + 5x 2 + 5 in Z 11 [x]. Oefening 5.22. Factoriseer volgende veeltermen in irreducibele veeltermen over F 5. a. x 4 + 4 b. x 4 + 3x 3 + 2x + 4 Oefening 5.23. Wat is de multipliciteit van de wortel 1 van x 8 +x 7 +x 6 +x 3 +x 2 +1 in Z/2Z[x]? 5.6.2 Deling, Euclides en modulaire inversen Oefening 5.24. Bepaal het quotiënt en de rest van de deling van a(x) door b(x) over het veld F. a. F = F 5 ; a(x) = 3x 4 + 4x 3 x 2 + 1; b(x) = 2x 2 + x + 1. b. F = F 8 met α 3 + α + 1 = 0; a(x) = x 4 + α 2 x 3 + α 6 x 2 + αx + α 5 ; b(x) = α 4 x 2 + α 3 x + 1. c. F = F 2 ; a(x) = x 3 + x 2 + 1; b(x) = x 2 + x + 1. d. F = F 5 ; a(x) = x 5 + x 4 + 2x 3 + x 2 + 4x + 2, b(x) = x 2 + 2x + 3. e. Zelfde als d. maar nu over F 7. f. Zelfde als d. maar nu over F 73. Oefening 5.25. Vind de monische grootste gemene deler van de polynomen a(x) en b(x) in F[x] en schrijf het eindresultaat in de gedaante λ(x)a(x) + µ(x)b(x) over F[x]. a. F = F 3 ; a(x) = x 3 + x 2 + x + 1; b(x) = x 2 + 2. b. F = F 5 ; a(x) = x 4 + 2x 3 + x 2 + 4x + 2; b(x) = x 2 + 3x + 1. c. F = F 2 ; a(x) = x 4 + 1; b(x) = x 2 + 1. d. F = F 2 ; a(x) = x 5 + 1; b(x) = x 2 + 1. e. F = F 2 ; a(x) = x 9 + 1; b(x) = x 6 + 1. Oefeningen Relaties en Structuren, Veeltermringen 42

Oefening 5.26. Bepaal in de volgende gevallen de veeltermen λ(x) en µ(x) zodanig dat ggd(a(x), b(x)) = λ(x)a(x) + µ(x)b(x). a. a(x) = x 4 + 2 en b(x) = 5x 2 + 6x + 4 in Z/7Z[x]. b. a(x) = x 3 + 2x 2 + 2x + 1 en b(x) = 2x 2 + 2 in Z/3Z[x]. c. a(x) = x 5 + 1 en b(x) = x + 1 in Z/2Z[x]. Oefening 5.27. Bepaal in F 3 [x] de inverse veelterm van 2x 4 + 2 modulo x 5 + 2. Oefening 5.28. a. Waarom is x 2 + 3 irreducibel over F 5? b. Zoek de inverse veelterm van x + 1 modulo x 2 + 3 in F 5. Oefening 5.29. a. Bereken de som en het product in Z[x] van 3x + 4 en 5x 2 modulo x 2 7. b. Bereken de som en het product van 3x 2 en x2 2 modulo x 2 + 2 in Q[x]. 5.7 Eindige velden 5.7.1 Constructie Oefening 5.30. a. Toon aan dat f(t) = t 2 + t 1 over Z/3Z een irreducibel polynoom is. b. Bewijs dat f(t) = t 2 + t 1 een primitief polynoom is in Z/3Z[t]. c. Stel de Zech-log-tabel op voor F 9 met de keuze van dit primitief polynoom. d. Bereken volgende elementen van F 9 : (1 t)( 1 + t) t 4 + t 7 t 2 4t 3 + 5t 5 7t 7 Oefening 5.31. a. Is x 4 + x 2 + 1 een primitieve, irreducibele veelterm in Z/2Z? b. Is x 4 + x + 1 een primitieve, irreducibele veelterm in Z/2Z? Oefening 5.32. Onderzoek of de gegeven veelterm een irreducibele veelterm is over het gepaste veld en stel de Zech-log-tabel op voor het gevraagde veld. Als het gegeven polynoom niet primitief is, zal je in plaats van de de variabele t dus een ander element α moeten kiezen dan als primitief element. a. F 4, met f(t) = t 2 + t + 1. b. F 9, met f(t) = t 2 + 1. Oefeningen Relaties en Structuren, Eindige velden 43

c. F 16, met f(t) = t 4 + t + 1. d. F 25, met f(t) = t 2 + 4t + 2. Oefening 5.33. Gebruik de Zech-log-tabellen uit oefening 5.32 om de volgende kwadratische vergelijkingen op te lossen: a. αx 2 + α 2 = 0 over F 4. b. x 2 + α 7 x + α 2 = 0 over F 9. c. x 2 + α 7 x + 1 = 0 over F 16. d. x 2 + α 13 x + α 14 = 0 over F 25. Oefening 5.34 (Examen 2013). Toon aan dat f(x) = x 3 x + 1 een irreducibel polynoom is over F 3. Construeer met dit polynoom het eindig veld F 27 in de variabele s en stel de Zech-log-tabel op. Hoeveel veldelementen zijn primitieve elementen? Welke zijn deze? Los de derdegraadsvergelijking X 3 + (s 2 s)x 2 + ( s 2 + 1)X = 0 op over deze F 27. Oefening 5.35. Los de kwadratische vergelijking x 2 + α 2 x + α 4 = 0 op over F 16, het eindig veld waarvan een Zech-log-tabel gegeven wordt door i θ(i) i θ(i) 0 5 10 1 4 6 13 2 8 7 9 3 14 11 12 Oefening 5.36. Toon aan dat f(x) = x 3 x + 1 een irreducibel polynoom is over F 3. Construeer met dit polynoom het eindig veld F 27 in de variabele s en stel de Zech-log-tabel op. Hoeveel veldelementen zijn primitieve elementen? Welke zijn deze? Los de derdegraadsvergelijking X 3 + (s 2 s)x 2 + ( s 2 + 1)X = 0 op over deze F 27. 5.7.2 Primitieve elementen Oefening 5.37. Hoeveel primitieve elementen heeft een eindig veld van orde 64? Oefening 5.38. Zoek de primitieve elementen van Z/41Z. Oefeningen Relaties en Structuren, Eindige velden 44

Oefening 5.39. Vergelijk de ringen Z/16Z en F 16. Beantwoord daarvoor voor beide: a. Hoe ziet de additieve groep van beide eruit? b. Hoeveel elementen heeft de multiplicatieve groep (of meer correct, de multiplicatieve groep van inverteerbare elementen)? c. Hoeveel primitieve elementen zijn er? d. Lijst alle inverteerbare elementen met hun ordes op. 5.7.3 Doordenkers in eindige velden Oefening 5.40. Bewijs dat alle elementen van F 2 11 derdemachten zijn. Oefening 5.41 (Examen 2012). Bewijs: als ggd(k, q 1) = 1, dan is elk element in F q een k-de macht. Oefening 5.42. a. Welk irreducibel polynoom met coëfficiënten in F 2 heeft precies alle elementen van orde drie van F 16 als nulpunten? b. Welk irreducibel polynoom met coëfficiënten in F 2 heeft precies alle elementen van orde vijf van F 16 als nulpunten? c. Welk irreducibel polynoom met coëfficiënten in F p heeft precies alle elementen van orde d van F p h als nulpunten, waarbij d een deler is van p h 1? Oefening 5.43. Welke polynoom is een deler van x 15 1 en heeft precies alle primitieve elementen van F 16 als nulpunt? Oefening 5.44. a. Hoeveel koppels (a, b) F 8 F 8 zijn er met a 2 b 2 = 1? b. Hoeveel koppels (a, b) F 9 F 9 zijn er met a 2 b 2 = 1? c. Hoeveel koppels (a, b) F 16 F 16 zijn er met a 2 + b 3 = 1? Oefening 5.45. Bewijs dat x 16 + x 4 + x + 1 precies 16 verschillende wortels heeft over F 64. Hint: beschouw de afbeelding f : F 64 F 64, x x 16 + x 4 + x + 1 en vooral diens beeld. Oefening 5.46. Noem α een primitief element van F 9, en noem f(x) een irreducibele veelterm van Z/3Z[x] zodanig dat f(α 2 ) = 0. Bepaal f(x). Oefeningen Relaties en Structuren, Eindige velden 45