Floorplay Door Daniëlle Hoogwerf Cliënt-centered speltherapeut & Floorplay Specialist De opzet Stellingen vooraf Voor wie is Floorplay? De essentie van Floorplay Het DIR model The learning tree De 6 mijlpalen Videobeelden bij floorplay Basisprincipes Effectonderzoeken Stellingen achteraf 1
Stellingen Stelling 1: Kinderen die weinig tot zeer weinig contact maken met anderen gaan dit ook niet meer leren Stelling 2: Kinderen met een ontwikkelingsachterstand leren het meeste door middel van spelen met een ander Stelling 3: Niet alle kinderen met een ontwikkelingsachterstand kunnen spelen Voor wie is Floorplay Kinderen die speciale aandacht nodig hebben; - 0-7 jaar - Kinderen (ook ouder dan 7 jaar) met ontwikkelingsproblematiek - Kinderen met autisme - Kinderen met taal- en spraak problemen - Kinderen met problemen in de prikkelverwerking - Kinderen met gedragsproblemen 2
De essentie van Floorplay Don t teach have fun Interactie; Leidt tot leren en ontwikkeling Aansluiten bij het kind op zijn niveau en focus Wachten, kijken en volgen Plezier = genieten, motivatie, leren Het DIR Model Floorplay werkt met het DIR model dat is ontwikkeld door dhr. Greenspan. Het DIR model bestaat uit: De D ; ontwikkelingsgericht. Een kind ontwikkelt zich in stapjes, volgens opeenvolgende ontwikkelingsniveaus De I ; Sensori-motorisch. Hoe is de biologische toerusting, sensorische informatie verwerking, zijn er beperkingen, voorkeuren etc. De R ; Relationeel. Hoe is de relatie tussen ouder/kind, begeleider/kind, wat zijn de voorkeuren of beperkingen van de volwassene. Waar ligt de match tussen volwassene en kind en waar de eventuele mismatch 3
4
Mijlpaal 1 Hoeveel is het kind bij ons/alert 0-3 maanden Het kind is voldoende rustig en gereguleerd om gedeelde aandacht met anderen te hebben Als je comfort zone activiteiten ziet (herhalen, dingen op een rij zetten, herhalende bewegingen of geluiden etc) zitten er nog gaten in mijlpaal 1 Doelen Rustig, gereguleerd en gedeelde aandacht Doen Afstemmen, helpen gedeelde aandacht uit te lokken, helpen te reguleren en kalm te worden of blijven Mijlpaal 2 2 tot 7 maanden Hoe gemakkelijk is het kind te betrekken Het kind heeft aandacht voor menselijke relaties Kind neemt actief waar Brabbelen, eerste cognitieve processen zijn te zien. Vb. verwacht een voorwerp terug te zien (6-8 maanden) Doelen Meer betrokkenheid/aandacht, kind reageert op jouw roepen Doen Verbinden, hard werken om aandacht te krijgen (Sweat level) 5
Videobeelden Mijlpaal 3 Het kind neemt initiatief tot contact; 3 tot 10 maanden Doelgerichte communicatie; Armen uitsteken om getild te worden, glimlach om aandacht te krijgen etc. Heen en weer reacties (nog te tellen) Kind begrijpt routine Doel interactief kind (het kind laat je niet met rust) Doen Reageren, soms wachten, omdat het kind zo zelf initiatieven kan nemen (Wait level) 6
Technieken mijlpalen 1 tm 3 Een aantal technieken zijn: Thema en variatie (met bijv. 1 voorwerp verschillende dingen laten zien) Being with, kom in de wereld van het kind (erbij zitten, aanwijzingen kind volgen, zelf geen directieve/sturende houding aannemen) Sensorisch-motorisch spel Taffy-pulling; rekken van aandacht (bijv 1,2,3 of blokken aan blijven geven voor het bouwen, bij terugvragen van kind het voorwerp achter je rug verstoppen etc.) Opvallend spreken Humor, spanning en verrassing Speelse obstructie Vluchtig gedrag doelgericht maken Verwachtingsvol wachten om reactie uit te lokken Spelmateriaal en activiteiten bij mijlpaal 1 tm 3 Bewegingsspel; Skippybal Deken Spiegel Scheerschuim Ballonnen Kruiptunnel Schommel Kiekeboe Verstoppen Muziekinstrumenten Vanaf Mijlpaal 3; auto s, poppen, servies etc. 7
Video voorbeeld Youtube: https://www.youtube.com/watch?v=hzp7bammpck&t=3s&index=4&lis t=plyxrme56jceiqk8kiqe2rr6nd5mcz-5ot (Bear Fart) Mijlpaal 4 9 tot 18 maanden Probleemoplossend vermogen; eigen ideeën Communicatie is op afstand mogelijk 1 staps opdrachten kunnen worden uitgevoerd Communicatie gaat heen en weer; reacties zijn niet meer te tellen (Flow) Imitatie ontstaat Doel Flow in communicatie, 1-stap-opdrachten spontaan opvolgen, +/- 50 woorden of gebaren Doen Uitbreiden, meer taal inzetten, problemen maken om het kind op te laten lossen (doen alsof je niet begrijpt wat het kind wil, zeggen dat jullie naar buiten gaan en vragen: En nu? Etc) 8
Mijlpaal 5 Voorstellend vermogen 18 tot 30 maanden Imitatiespel gaat zich ontwikkelen naar verbeeldend spel, maar wel rondom 1 thema. Hierbij worden nog geen verbinden gelegd bijvoorbeeld. Het kind krijgt eigen ideeën, die het gaat uitspelen Taal wordt steeds belangrijker om wensen duidelijk te maken Doel Gesloten vragen kunnen beantwoorden, 1-2 woordzinnen, een thematisch doen-alsof spel spelen met een volwassene, 1-2 staps opdrachten Doen Doen-alsof spel, gesloten vragen stellen, sociale situaties oefenen binnen spel (begroeten van mensen etc), oorzaak-gevolg benoemen (de hond is verdrietig, omdat hij zijn hoofd heeft gestoten) Mijlpaal 6 30 tot 48 maanden Samenspel met andere kinderen Rollen worden verdeeld, afspraken gemaakt Verschillende ideeën worden uitgespeeld en met elkaar verbonden Complex denken Doel Praten in zinnen, open vragen beantwoorden, herkent relaties tussen gevoel&gedrag, twee thematische doen alsof-spellen gekoppeld Doen Uitdaging; spiegelen van gevoel (je bent boos), alles tot leven laten komen ook objecten, onderhandelen over afspraken/regels vh spel, thematisch spel overhevelen naar ander thematisch spel (van vadermoedertje waar kind valt, met het kind naar de dokter gaan bijv) 9
Technieken mijlpaal 4 tm 6 Een aantal technieken die passen bij deze mijlpalen: Simpel doen-alsof spel Complex doen-alsof spel Vragen stellen Spiegelen/reflecteren Onderhandelen Tijdsconcepten (wachten, straks, nu, seizoenen etc) Alles komt tot leven Oefenen sociale situaties Voorbeelden spelmateriaal 4 tm 6 Mijlpaal 4 Servies Telefoon Poppen/knuffels Auto s Etc. Mijlpaal 5 Verkleedkleren Doktersspullen Schmink Poppenkast Playmobil, duplo, lego Poppen, keukentje, winkeltje Mijlpaal 6 Handpoppen Oude dozen Blokken Auto s Dieren Poppen, keukentje, winkeltje Eenvoudige gezelschapsspellen 10
Videobeelden Videobeelden bij Floorplay Bij Floorplay wordt gebruik gemaakt van videobeelden, omdat: Kleine interactie signalen dan gezien kunnen worden Beter beeld gevormd kan worden van het biologisch profiel, voorkeuren en afkeuren In de nabespreking kan het ook bekeken worden door de volwassene die speelde. Van een afstand is de beleving anders dan wanneer je er midden in zit. Het evalueert makkelijker als je beide weet om wat voor situatie het gaat Deze kinderen vaak hele kleine stapjes maken, die anders makkelijk over het hoofd gezien kunnen worden 11
Basisprincipes Plezier Neem de tijd; oefening baart kunst. Floorplay kan over de hele dag worden gebruikt. Het hoeft niet altijd een gepland speelmoment te zijn, hoewel die er ook tussen moeten zitten. Ook tijdens dagelijkse situaties; aankleden, verschonen, opruimen, boodschappen doen, eten etc. Sluit aan bij de leerzone en het biologisch profiel Volg de lijn van het kind; waar is de aandacht van het kind, waar ligt zijn interesse en wat is zijn intentie? Pas je aan op het tempo van het kind, observeer, wacht op het idee van het kind en sluit aan Open en sluit communicatiecirkels; probeer zoveel mogelijk reacties uit te breiden door voort te bouwen op de interesse van het kind. Effectonderzoeken Verenigde staten Meerdere succesvolle onderzoeken o.a.: The Play Project (onderzoek gericht op kinderen met autisme) Uitkomsten t.o.v. controlegroep: *Meer interactie met zowel ouder als omgeving *Sociaal-emotionele vooruitgang *Afname symptomen van autisme *Afname stress en depressie bij ouder(s) Nederland Er zijn meerdere succesvolle pilotstudies geweest, o.a.: Pilotstudie bij Kentalis; Effect van Floorplay op de sociaal emotionele en communicatieve vaardigheden van kinderen met een Taal Ontwikkelingsstoornis. Uitkomsten t.o.v. controlegroep: *Sociaal-emotionele vooruitgang *Vooruitgang in communicatieve vaardigheden *Verbeterde interactie ouder-kind (aangegeven door ouders) 12
Stellingen Stelling 1: Kinderen die weinig tot zeer weinig contact maken met anderen gaan dit ook niet meer leren Stelling 2: Kinderen met een ontwikkelingsachterstand leren het meeste door middel van spelen met een ander Stelling 3: Niet alle kinderen met een ontwikkelingsachterstand kunnen spelen 13