1 Maasstroomtheorie of lusstroomtheorie.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting. r! n r! Het aantal permutaties van r uit n is gelijk aan. n r! Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 3 Basiswetten van de elektriciteit.

3. Zoek, op het nieuwe vereenvoudigde schema, nieuwe serie en/of parallelschakelingen op en vervang ze. Ga zo door tot het einde.

5 Het oplossen van netwerken

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

Noordhoff Uitgevers bv

4.1 Rijen. Inhoud. Convergentie van een reeks. Reeksen. a k. a k = lim. a k = s. s n = a 1 + a a n = k=1

Uitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00

Set 2 Inleveropgaven Kansrekening (2WS20)

Netwerken. De ideale spanningsbron. De ideale stroombron. De weerstand. De bouwstenen van elektrische netwerken.

Oplossen van lineaire differentiaalvergelijkingen met behulp van de methode van Leibniz-MacLaurin

-- III De variatiemethode berust voor de grondtoestand op het volgende theorema:

x x y y Omdat de som van twee kwadraten niet negatief kan zijn, is er geen enkel punt van het oppervlak dat in het grondvlak ligt.

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN

Differentiequotiënten en Getallenrijen

Toegepaste wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Deel 2 Derde, herziene druk. Uitwerking herhalingsopgaven hoofdstuk 5 augustus 2009

Elastische Botsing 1 ELASTISCHE BOTSING

1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen

Zin en onzin van de normale benadering van de binomiale verdeling

Introductie Coach-modelleren

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

The bouncing balls and pi

Hoofdstuk 26 Gelijkstroomschakeling

Met passer en liniaal

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

IV Eigenvectoren en Eigenwaarden bij Lineaire

Vectoranalyse voor TG

4 B-splines. 4.a Definities en elementaire eigenschappen 4 B-SPLINES 40

Met passer en liniaal

INTRODUCTIE VERPLAATSINGENMETHODE

NATUURLIJKE, GEHELE EN RATIONALE GETALLEN

HOOFDSTUK 3: Netwerkanalyse

Convexe functies op R (niet in het boek)

Engineering Embedded Systems Engineering

Universiteit Leiden, 2015 Wiskundewedstrijdtraining, week 14

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN en UITWERKINGEN 1/10

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1C11)

102 < 11. Je kunt ook snel na 102 < 10, 5 ( = 110, 25).

Berekenen van dynamisch evenwicht

STOOMTURBINES - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN EN UITWERKINGEN.doc 1/13

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

Systeemtheorie en Regeltechniek

Opgaven bij hoofdstuk 12

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

Volatility estimation and visualization for stock/option traders Bachelorscriptie leerstoelen SST/SP

Meetkundige berekeningen

Tentamen Numerieke Wiskunde (WISB251)

Schaalinvariantie en de wetten van Kirchhoff

3 Elektronische structuur van materialen

Elektrische stroomnetwerken

significantie van de co-occurentiescore bepalen. De vraag is echer of dit zinnig is

Telproblemen. K. P. Hart

Gelijkstroomketens. Serie. Parallel. Weerstanden optellen R 1 R 2 R 3 E U E U R. geleidingen optellen E U E U

9.1 Recursieve en directe formules [1]

Elektrische Netwerken 59

Verslag practicum composieten Kevin Kanters & Bastiaan de Jager. Inhoudsopgave

Concept Leidraad Ervaringssterfte

Noordhoff Uitgevers bv

9 Stugheid en sterkte van materialen.

De overgang van een gelineariseerde schakeling naar signaalverwerkingsblok

Hoofdstuk!7!Kortste!paden!

Het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen Wiskunde 2, 2DM60 College 2b

Verwachtingswaarde en spreiding

III (vervolg) Lineaire Transformaties in R

Elektrische Netwerken

Opgaven Kansrekening Datastructuren, 29 mei 2019, Werkgroep.

_., i _._ Lo-. -J EEN ANALYSE VAN EEN SPELLETJE MET DOMINOSTENEN. door. Jacob Wijngaard.

1 Stelsels lineaire vergelijkingen

uitwerkingen OefenTentamen kansrekening 2007

Deel D. Breuken en algebra n

L i mb u r g s e L a n d m a r k s

Elektronische Basisschakelingen Oefenzitting 1

Inleiding. tot de Oefeningen. van Netwerkanalyse. 2de Kandidatuur TW. Vrije Universiteit Brussel Dienst ELEC Pleinlaan Brussel

Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1

1 Men beschouwt de vloeistoffen P en Q. 3

Vandaag. Uur 1: Differentiaalvergelijkingen Uur 2: Modellen

Elektrische netwerken

Eerste graadsfuncties

Verwachtingswaarde en spreiding

Langere vraag over de theorie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Gelijkstroomketens. Serie. Parallel. Weerstanden optellen R 1 R 2 R 3 E U E U R. geleidingen optellen E U E U

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD

Verwachtingswaarde en spreiding

Antwoorden bij Deel 1 (hfdst. 1-8)

AS2 lecture 4. Superpositie Thévenin, Norton, en complexe stroom. Cees Keyer. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering

Langere vraag over de theorie

Examen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120, 11 april 2012, uur

Het pakket dolle drietjes Op de bovenstaande foto kunt u zien dat het pakket uit een handleiding, twee leesdelen en een map werkbladen bestaat.

a) Geef een korte uiteenzetting over deze invariante grootheden. Duid daarbij ook de numerieke waarden aan die men vond voor die grootheden.

DIGITALE ELEKTRONICA. demopracticum

Elektrische Netwerken 27

Uitwerkingen 1. Opgave 1 p(kogel,na) = 15 x 60 = 900 kgm/s p(kanon,na) = kgm/s v(kanon,na) = p(kanon,na) / m(kanon) = / 1200 = - 0,75 m/s.

OEFENOPGAVEN OVER REEKSEN

GENIETEN IN HET GOUDGELE LICHT VAN DE DUINEN

LeeR. & leef. bijbel. Zie volgende pagina s. boekje. uit je CATECHESE. onderbouw VAN: 1

MNP Rapport /2006. Gevoeligheidsanalyse van de bepaling van de duurzaamheidsindex. Peter S.C. Heuberger en Peter H.M.

Opgaven Bewijzen en Inductie 1 mei 2019, Datastructuren, Werkcollege.

9 pagina s excl voorblad van 13:30-16:30 uur J.W. (Hans) Welleman

Spanning versus potentiaal

Transcriptie:

Maasstrootheorie of lusstrootheorie.. oel. lle spanningen en stroen zoeen in een schaeling, aar et inder vergelijingen dan de wetten van Kirchhoff. Minder vergelijingen beteent oo inder onbeenden. O dat ogelij te aen wordt een nieuw type onbeende ingevoerd de lusstroen of aasstroen. ovendien zal de spanningswet van Kirchhoff ( luswet) worden toegepast.. Voorbeeld. V V I V I V 7 C 6 I V O aasstrootheorie toe te passen oet je eerst weten hoeveel onafhanelije spanningswetten unnen geschreven worden. Zoe het aantal nopen en onbeende tastroen. Hier K en T 6. T-(K-)6-(-) O stras een wetatigheid te ontdeen oeten alle lusstroen in dezelfde zin geozen (bvb. wijzerzin)worden.. Risac

Noteer dan alle spanningen die de lusstroen of aasstroen veroorzaen over ele weerstand. Hierbij oet je reening houden et de zin van de lusstroen. V *I *I *I *I *I V I V I 7 V 7*I 7*I *I *I C 6 I V 6*I Noteer nu, per lus, de spanningswet. Hou er reening ee dat er door soige weerstanden lusstroen vloeien. In deze weerstanden ontstaan dan oo tegengestelde spanningen! KVL Lus -I-I-II--7I7I- Lus -I-II-7I7I-II Lus -II-6I O de vergelijing o te voren naar een atrix worden de onbeenden van lid veranderd en groepeer je per onbeende. Lus -- (7) I (-7) I I Lus (-7-) I (7) I - I Lus I - I (6) I. Risac

Hieruit volgt de atrix - - 7-7 - Je herent hierin de vor ER.I ( - 7) 7 - I -. I 6 I e weerstandsatrix (R) an rechtstrees uit de teening worden ingevuld Op de hoofddiagonaal (rij i; olo i) vind je de so van de weerstanden van lus i Op de andere plaatsen (rij i; olo j et i j) vind je de so van de weerstanden die geeenschappelij zijn aan lus i en lus j, voorafgegaan door een - -teen. e spanningsbronatrix (E) an oo rechtstrees ingevuld worden Er is slechts olo en er zijn evenveel rijen als onbeenden. Hier vind je, op rij i, de so van de spanningsbronnen die behoren tot de lus i. e spanningen oeten opgeteld worden volgens de zin van de lusstroen, reening houdend et de zin van de bronnen! e onbeende lusstrooatrix (I) heeft oo slechts olo en evenveel rijen als onbeenden. Op rij i staat de onbeende van lus i. O de onbeende te vinden volstaat het de volgende atrix uit te reenen R -.EI Of rref 7-7 - - 7-7 - - 6 - - e oplossing I,69; I,8; I,8.. Risac

Eenaal die lusstroen gevonden zijn an je op eenvoudige wijze de tastroen bereenen. I V V I I V I6 I V I 7 I C 6 I V I II II II II-I II-I I6I-I. Opering. Maasstrootheorie an niet worden toegepast als de schaeling stroobronnen bevat. Reden over een stroobron heeft een lespanning die zich aanpast aan de schaeling. Zoals vroeger reeds gezien heeft het geen zin o een spanningswet te schrijven voor een lus waarin een spanningsbron zit, odat je daaree enel een extra onbeende invoert nl. de lespanning over die stroobron. ie vergelijing an wel gebruit worden o achteraf die spanning te bereenen. Niet ideale stroobronnen unnen wel ogezet worden in spanningsbronnen (via Thevenin). Vergeet echter niet dat je achteraf oet terugeren naar de opgave. Risac

o de gevraagde stroen en spanningen te bereenen. Thevenin en Norton zijn slechts equivalent voor buitenstaanders ( deel dat niet vervangen werd)! Voorbeeld V V V V 7 /6 7 C I E 6 I U O dat op te lossen oet de stroobron tussen en EC vervangen worden. Hier oeten beide taen tussen en E (of C) naar een Theveninequivalent ogevord worden. (Waaro beide taen?) Zo beo je opnieuw de vorige opgave en dezelfde oplossingen. Eenaal I gevonden is oet je terugeren naar de opgave, want het zijn de stroen en de spanningen op die schaeling die gevraagd zijn!. II I/6 I/6 I UI.6 I.6!!! evat je schaeling ideale stroobronnen, dan oet je ofwel een groter deel van de schaeling vervangen ( oeilijer o terug te eren) ofwel een andere ethode gebruien.. Risac

Knooppunttheorie.. oel. lle spanningen en stroen zoeen in een schaeling, aar et inder vergelijingen dan de wetten van Kirchhoff. Minder vergelijingen beteent oo inder onbeenden. O dat ogelij te aen wordt een andere gezocht de noopspanningen. ovendien zal de stroowet van Kirchhoff ( nooppuntwet) worden toegepast.. Voorbeeld. V U U- IU/ V U7 U U8 I V U- U- U I U-VC U V C U U9, U, U6 UU6-VC I/() UI. en U6.I U7-U8- en U8.V U7- U9-VC U- e andere stroen (niet aangeduid) vind je et de wet van Oh.. Risac 6

uid alle onbeenden (nooppotentialen) aan op de teening. V V V V C,, Hier is duidelij te zien dat het aantal onbeenden K. O nooppunttheorie toe te passen oet je eerst weten hoeveel onafhanelije stroowetten unnen geschreven worden. Kirchhoff leert ons dat er K-- onafhanelije vergelijingen zijn. Er zijn echter onbeenden! e wisunde leert ons dat als er eer onbeenden zijn dan het aantal onafhanelije vergelijingen, het aantal oplossingen oneindig is. O dat op te lossen volstaat het onbeende vrij te iezen. Kies bvb. V C. tips Stel je geozen potentiaal steeds gelij aan nul (wisundig niet verplicht). at potentiaal wordt de referentie van de schaeling, vergelijbaar et de assa bij eletronica. O achteraf een wetatigheid te ontdeen is het onontbeerlij dat je de stroovergelijingen opschrijft in de punten die niet als referentie werden weerhouden. e stroowetten oeten geschreven worden in functie van de onbeenden.. Risac 7

eschouw de weerstand tussen en. V I U U I V e stroo die toeot in is I en IU/(V -V )/. Je an echter oo beweren dat -I toeot in. e toeoende stroo is dan I-[U/]-[(V -V )/] (V -V )/. Wat uiteindelij hetzelfde is als hierboven. Het is steeds eenvoudiger o geen - teens te hebben in de vergelijing. aaro wordt de toeoende stroo in beter genoteerd als (V -V )/ dan als -[(V -V )/]. We schrijven nu de nooppuntwetten op in alle punten, die niet als referentie werden geozen, in de vor die hierboven werd vereld. KCL VC VC Vervolgens herschrijven we de vergelijingen. e onbeenden worden verwisseld van lid en gegroepeerd. VC VC. Risac 8

. Risac 9 Hierin is VC ) ( ) ( ) ( ) ( ) (. Je herent hierin de vor I(/R).V of IG.V e geleidbaarheidsatrix of adittantieatrix (/R G) an rechtstrees uit de teening worden ingevuld Op de hoofddiagonaal (rij i; olo i) vind je de so van de geleidbaarheid van de taen die hangen aan noop i Op de andere plaatsen (rij i; olo j et i j) vind je de so van de geleidbaarheid van de taen die hangen tussen noop i en noop j, voorafgegaan door een - -teen. e stroobronatrix (I) an oo rechtstrees ingevuld worden Er is slechts olo en er zijn evenveel rijen als onbeenden. Hier vind je, op rij i, de so van de stroobronnen die toeoen in noop i. (weggaan -!) e onbeende nooppotentiaalatrix (V) heeft oo slechts olo en evenveel rijen als onbeenden.

. Risac Op rij i staat de onbeende van noop i. O de onbeende te vinden volstaat het de volgende atrix uit te reenen (/R) -.IV of G -.IE Een andere ogelijheid is het volgende et het reentoestel te bereenen rref Oplossing V -,7V; V -8,V en V -,V Hierbij ag je niet vergeten dat V C. Vervolgens oet je hieree de gevraagde spanningen en stroen bereenen.. Opering. Knooppunttheorie an niet worden toegepast als de schaeling spanningsbronnen bevat. Reden een spanningsbron levert een stroo die afhanelij is van de schaeling die eraan hangt. Niet ideale spanningsbronnen unnen wel ogezet worden in stroobronnen (via Norton). Vergeet echter niet dat je achteraf oet terugeren naar de opgave o de gevraagde stroen en spanningen te bereenen. Thevenin en Norton zijn slechts equivalent voor buitenstaanders ( deel dat niet vervangen werd)!

Veronderstel bvb. dat de opgave er als volgt uit ziet U' V U7 U U8 V V V I U U V C, U6 U9, U an oet je de ta tussen en ovoren naar een Nortonequivalent en zou je de vorige opgave beoen. e gevonden potentialen zouden dezelfde zijn. In die nieuwe opgave is de spanning over de weerstand van (U ) niet de spanning U die je zou vinden op de vorige bladzijden! Hier geldt iers dat U - U -- U!!! Oo de stroo I is anders! I U / I evat je schaeling ideale spanningsbronnen, dan oet je ofwel een groter deel van de schaeling vervangen ( oeilijer o terug te eren) ofwel een andere ethode gebruien. Tips Wat zou een betere euze geweest zijn als referentie? Waaro?. Let op als nooppunt of eer verschillende naen (bvb F L) zou rijgen,dan blijft het slechts nooppunt en onbeende! ls je hierin een fout aat, dan is de ans zeer groot dat je geen oplossing of een vereerde oplossing vindt!. Risac