Elektrische netwerken
|
|
- Brigitta de Smet
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Deel 1: de basis H1 - H4: basisbegrippen gelijkspanning Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk H5 - H8: basisbegrippen wisselspanning Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Elektrische netwerken Oefenopgaven: meerkeuzevragen Deel 2: verdieping H9 - H11: complexe rekenwijze Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk H12 - H16: modelvorming; frequentieafhankelijkheid; systematische berekening Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Deel 3: verbreding H17 - H19: overgangsverschijnselen, Laplace, Fourier Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk H20 - H23: ster-driehoektransformatie, gekoppelde ketens, lange leidingen Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Opgaven bij hoofdstuk Veel opgaven zijn ook in het boek opgenomen; als aanvulling daarop worden ze hier digitaal beschikbaar gesteld. De nummers zijn ongewijzigd, zij het dat de paragraafaanduiding hier weggelaten is. Opgave in het boek is hier dus opgave 1.6. Opgaven die niet in het boek staan krijgen een tussengevoegde letteraanduiding,.e., dus bijvoorbeeld 3.E.1' voor de eerste toegevoegde opgave bij hoofdstuk 3.
2 Elektrische Netwerken 1 Opgaven bij hoofdstuk 1 De volgende drie vragen hebben alle betrekking op het onderstaand netwerk. 1.6 In dit netwerk is de spanning over de weerstand R a gelijk aan: a: U a = I 1 R a b: U a =!I 1 R a c: U a = (I 2!I 3 ) R c + U 1 d: U a =!(I 2!I 3 ) R c + U In dit netwerk is de stroom door de weerstand R d gelijk aan: a: I d = U 1 /R d b: I d = (U 1 /R d )!I 3 c: I d = (U 1 /R d )!I b!i 3 d: I d = (U 1 /R d )+I 2 +I c!i In dit netwerk is de stroom door de weerstand R c gelijk aan: a: I c = (I b +I d )! (I 2!I 3 ) b: I c = (I 3!I 2 ) + [U 1 /(R b +R d )] c: I c = [(I b +I d )!(I 2!I 3 )] + [U 1 /(R b +R d )] d: I c = I 1!I 2 +I 3
3 2 Meerkeuze-opgaven Opgaven bij hoofdstuk 2 De volgende vier vragen hebben alle betrekking op onderstaand netwerk 2.10 In dit netwerk is de spanning over de weerstand R a gelijk aan: a: U a = I 1 R a b: U a =!I 1 R a c: U a = U 1! I 1 R a d: U a = U 1 + I 1 R a 2.11 In dit netwerk is de stroom door de weerstand R b gelijk aan: a: I b =!I 2 R d /R b b: I b =!I 2 R b /(R b +R d ) c: I b =!I 2 R d /(R b +R d ) d: I b = I c R b /(R b +R c ) 2.12 In dit netwerk is de stroom door de weerstand R c gelijk aan: a: I c = U 1 /R c b: I c = (U 1 /R c )+I 1 +I 3 c: I c = I 2 +I b +I d +I 1 +I 3 d: I c = (U 1 /R c )+I 2 +I b +I d +I 1 +I In dit netwerk is de stroom door de weerstand R d gelijk aan: a: I d = I 2 [R b R d /(R b +R d )] b: I d = I 2 [R b /(R b +R d )] c: I d = I 2 [R d /(R b +R d )] d: I d =!I 2!I b
4 Elektrische Netwerken 3 De volgende vier vragen hebben alle betrekking op onderstaand netwerk In dit netwerk is de spanning over de weerstand R a gelijk aan: a: U a = I 1 R a b: U a =!I 1 R a c: U a = (I 1!I 2 ) R a + U 1 d: U a =!(I 1!I 2 ) R a + U In dit netwerk is de stroom door de weerstand R b gelijk aan: a: I b = U 1 /R b b: I b = (U 1 /R b )+I 2 c: I b = (U 1 /R b )+I 2 +I 3 d: I b = (U 1 /R b )+I 2 +I 3 +I c +I d 2.16 In dit netwerk is de stroom door de weerstand R c gelijk aan: a: I c = (I b!i 3 )! (I 2 +I d ) b: I c =!(I 3 +I 2 ) [R d /(R c +R d )] c: I c = [(I b!i 3 )!(I 2 +I d )] [R d /(R c +R d )] d: I c =!I 1!I 2!I d 2.17 In dit netwerk levert de spanningsbron U 1 een stroom die gelijk is aan: a: I U1 = U 1 /R b b: I U1 = (U 1 /R b )!I 3 c: I U1 = (U 1 /R b )!I 3 +I 1 d: I U1 = (U 1 /R b )!I 3 +I 2 +I 1
5 4 Meerkeuze-opgaven Opgaven bij hoofdstuk 3 De volgende vier vragen hebben alle betrekking op nevenstaand netwerk, en de bijbehorende Thévenin- of Norton-vervangingsnetwerken tussen de klemmen A en B. 3.7 De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B wordt bepaald door: a: 1 weerstanden b: 2 weerstanden c: 3 weerstanden d: 4 weerstanden 3.8 De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 2 S b: 9 S c: 11 S d: 18 S 3.9 De open spanning U o tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 5 V b: 7 V c: 9 V d: 11 V 3.10 Stel dat wij een externe gelijkstroombron aansluiten tussen de klemmen A en B, zodanig dat deze een stroom I = U o /R i van klem A naar klem B pompt (zoals in nevenstaande deeltekening). Zijn de twee volgende beweringen in dit geval WAAR of ONWAAR: 1: het in de 12 S weerstand gedissipeerd vermogen neemt toe. 2: de spanning U AB wordt precies 0 volt. a: Beide beweringen zijn WAAR b: Bewering 1 is WAAR, maar bewering 2 is ONWAAR c: Bewering 1 is ONWAAR, maar bewering 2 is WAAR d: Beide beweringen zijn ONWAAR
6 Elektrische Netwerken 5 De volgende twee vragen hebben beide betrekking op nevenstaand netwerk, en de Thévenin- of Norton-vervangingsnetwerken tussen A en B De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B wordt bepaald door: a: 1 weerstand b: 2 weerstanden c: 3 weerstanden d: 4 weerstanden 3.12 De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 2 S b: 6 S c: 11 S d: 15 S De volgende twee vragen hebben beide betrekking op het hiernaast gegeven netwerk, en de Thévenin- of Norton-vervangingsnetwerken tussen de klemmen A en B De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 100 S b: 150 S c: 200 S d: 225 S 3.14 De kortsluitstroom I k tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 50 ma b: 100 ma c: 150 ma d: 200 ma 3.15 In bovenstaand netwerk is de stroom I 1 gelijk aan: a: 1/2 A b: 1/3 A c: 1/4 A d: 1/5 A
7 6 Meerkeuze-opgaven 3.E.1 Tussen de klemmen A en B in bovenstaand netwerk wordt een belasting R b aangesloten, zoals met een stippellijn aangegeven. De spanning tussen A en B blijkt dan precies 10 V te zijn. Hoe groot is R b? a: 50 S b: 100 S c: 200 S d: 400 S 3.E.2 Tussen de klemmen A en B in bovenstaand netwerk wordt een belasting R b aangesloten, zoals met een stippellijn aangegeven. De stroom door deze weerstand blijkt dan precies 100 ma te zijn. Hoe groot is R b? a: 50 S b: 150 S c: 450 S d: 500 S 3.E.3 Tussen de klemmen A en B in bovenstaand netwerk wordt een belasting R b aangesloten, zoals met een stippellijn aangegeven. De spanning over deze weerstand blijkt dan precies 7½ V te zijn. Hoe groot is R b? a: 50 S b: 100 S c: 200 S d: 400 S
8 Elektrische Netwerken 7 De volgende twee vragen hebben beide betrekking op onderstaand netwerk. 3.E.4 We bekijken het Thévenin-vervangingsschema van dit netwerk, tussen de klemmen A en B. De inwendige weerstand daarvan is gelijk aan: a: R i = R a +R b +(R c 2R d ) (2 betekent: parallel aan) b: R i = R a 2R c 2R d c: R i = R c 2R d d: R i = R a 2(R b +(R c 2R d )) 3.E.5 We bekijken het Norton-vervangingsschema van dit netwerk, tussen de klemmen A en B. Voor de ideale bron daarin geldt: a: U o = U 1 + I 3 R b b: U o = U 1! (R c 2R d ) (I 1 +I 2 ) c: I k = I 3! I 2! I 1 d: I k = U 1 /(R c 2R d )! (I 1 +I 2 ) 3.E.6 Het Thévenin-equivalent van bovenstaand netwerk, tussen de klemmen A en B, bestaat uit: a: een 150 ma stroombron in serie met een 50 S weerstand b: een 150 ma stroombron parallel aan een 100 S weerstand c: een 150 ma stroombron parallel aan een 200 S weerstand d: een 15 volt spanningsbron in serie met een 200 S weerstand
9 8 Meerkeuze-opgaven 3.E.7 We bekijken het Thévenin-vervangingsschema van bovenstaand netwerk, tussen de klemmen A en B. De inwendige weerstand daarvan is gelijk aan: a: R i = R a +R c +(R b 2R d ) (2 betekent: parallel aan) b: R i = R c +(R b 2R d ) c: R i = R c d: R i = (R b 2R d ) De volgende twee vragen hebben beide betrekking op onderstaand netwerk, en de Thévenin-of Norton-vervangingsnetwerken tussen de klemmen A en B. 3.E.8 De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B wordt bepaald door: a: 1 weerstand b: 2 weerstanden c: 3 weerstanden d: 4 weerstanden 3.E.9 De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 2 S b: 6 S c: 11 S d: 15 S
10 Elektrische Netwerken 9 De volgende twee vragen hebben beide betrekking op onderstaand netwerk, en de Thévenin- of Norton-vervangingsnetwerken tussen de klemmen A en B. 3.E.10 3.E.11 De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 100 S b: 150 S c: 200 S d: 225 S De kortsluitstroom I k tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 50 ma b: 100 ma c: 175 ma d: 250 ma 3.E.12 We bekijken het Thévenin-vervangingsschema van bovenstaand netwerk, tussen de klemmen A en B. De inwendige weerstand daarvan is gelijk aan: a: R i = (R a 2R c )+(R b 2R d ) (2 betekent: parallel aan) b: R i = R c +(R b 2R d ) c: R i = (R b 2R d ) d: R i = R c
11 10 Meerkeuze-opgaven De volgende twee vragen hebben beide betrekking op het hiernaast gegeven netwerk, en de Thévenin- of Norton-vervangingsnetwerken tussen de klemmen A en B. 3.E.13 3.E.14 De inwendige weerstand R i tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 100 S b: 150 S c: 200 S d: 225 S De kortsluitstroom I k tussen de klemmen A en B is gelijk aan: a: 100 ma b: 200 ma c: 300 ma d: 400 ma 3.E.15 In bovenstaand netwerk is de spanning U 1 gelijk aan: a: +10 V b: + 3a V c:! 3a V d:!10 V
12 Elektrische Netwerken 11 Opgaven bij hoofdstuk 4 De volgende zes vragen hebben alle betrekking op nevenstaand netwerk Tussen A en B sluiten we een stroombron (1 A) met serieweerstand (36 S) aan. Hoeveel vermogen wordt er in de 36 S weerstand gedissipeerd? a: P R = 36 W b: P R = 30 W c: P R = 24 W d: P R = 18 W 4.11 Tussen A en B sluiten we een stroombron (1 A) met serieweerstand (36 S) aan. Hoeveel vermogen levert (of dissipeert) de stroombron? a: P bron = 28 W b: P bron = 36 W c: P bron = 48 W d: P bron < 0 W (dissipatie!) 4.12 Tussen A en B sluiten we een instelbare weerstand (R v = 0..2 S) aan. Hoeveel vermogen kan er maximaal in deze weerstand worden gedissipeerd? a: P max $ 10 W b: P max = 9 W c: P max = 8 W d: P max # 7 W 4.13 Stel nu dat de drie 12 S weerstanden elk maximaal 2 watt kunnen dissiperen. Hoe groot moet een weerstand R b (tussen A en B) dan minimaal zijn? a: R min = 3,2 S b: R min = 4,0 S c: R min = 5,8 S d: R min = 17,4 S 4.14 We sluiten een weerstand R b = 20 S aan tussen de klemmen A en B. Hoeveel vermogen wordt in deze weerstand gedissipeerd? a: P Rb = 7,20 W b: P Rb = 5 W c: P Rb = 3 W d: P Rb. 1 W (ongeveer!) 4.15 We sluiten een (andere) weerstand R b aan tussen A en B. Bij deze weerstand verandert de weerstandswaarde, afhankelijk van de stroom I R die er doorheen vloeit: R b = ½ I R (R in S; I R in A). Welke waarde krijgt R b in dit geval (aangesloten tussen A en B)? a: R b = 11,5 S (precies) b: R b. 11,5 S (ongeveer) c: R b = 1,15 S (precies) d: R b. 1,15 S (ongeveer)
13 12 Meerkeuze-opgaven De volgende vier vragen hebben alle betrekking op het nevenstaand netwerk. Tussen de klemmen A en B worden achtereenvolgens vier verschillende belastingen aangesloten, zoals gestippeld aangegeven. 4.E.1 4.E.2 4.E.3 4.E.4 Tussen A en B wordt een belastingsweerstand (10 S / 20 watt) aangesloten. Hoeveel vermogen wordt er in deze 10 S weerstand gedissipeerd? a: P R = 8,1 W b: P R = 9,0 W c: P R = 14,4 W d: P R = 20,0 W Tussen de klemmen A en B wordt een stroombron (1 A) aangesloten. Hoeveel vermogen levert deze stroombron? a: P bron = 3a W b: P bron = 9 W c: P bron = 12 W d: P bron = 15a W Tussen A en B wordt een instelbare weerstand (R v = 0..2 S) aangesloten. Hoeveel vermogen kan er maximaal in deze weerstand worden gedissipeerd? a: P max = 10cW b: P max = 10,8W c: P max = 12,0W d: P max = 14,4W Stel nu dat de drie 10 S weerstanden elk maximaal 2½ watt kunnen dissiperen. Hoe groot moet een weerstand R b (tussen A en B) dan minimaal zijn? a: R min = 1,4 S b: R min = 3 a S c: R min = 4 b S d: R min = 14 S
14 Elektrische Netwerken In bovenstaand netwerk levert de 10 volt spanningsbron een vermogen van: a: 1 W b: 2 W c: 3 W d: 4 W De volgende twee vragen hebben beide betrekking op nevenstaand netwerk Het door de 3 volt spanningsbron geleverd vermogen is gelijk aan: a: 1 W b: 2 W c:!2 W d:!4 W 4.21 Het door de 1 ampère stroombron geleverd vermogen is gelijk aan: a: 4 W b: 8 W c: 12 W d: 20 W 4.22 We brengen een weerstand R L aan tussen de klemmen A en B van dit netwerk. Voor het door de stroombron I 3 geleverd vermogen P I3 geldt in dit geval: a: P I3 = I 3 ² R L b: P I3 = U 1 I 3 c: P I3 = 0 d: P I3 is afhankelijk van de waarde van R L
15 14 Meerkeuze-opgaven 4.E.5 In bovenstaand netwerk levert de 20 volt spanningsbron een vermogen van: a: 1 W b: 2 W c: 3 W d: 4 W 4.E.6 In bovenstaand netwerk levert de 20 volt spanningsbron een vermogen van: a: 1 W b: 2 W c: 4 W d: 8 W De volgende twee vragen hebben beide betrekking op nevenstaand netwerk. 4.E.7 4.E.8 Het door de 2 ampère stroombron geleverd vermogen is gelijk aan: a: 6 W b: 9 W c: 18 W d: 36 W Het door de 3 volt spanningsbron geleverd vermogen is gelijk aan: a: 1 W b: 2 W c:!2 W d:!5 W
16 Elektrische Netwerken 15 De volgende twee vragen hebben beide betrekking op nevenstaand netwerk. 4.E.9 4.E.10 Het door de 2 ampère stroombron geleverd vermogen is gelijk aan: a: 6 W b: 9 W c: 18 W d: 36 W Het door de 3 volt spanningsbron geleverd vermogen is gelijk aan: a: 1 W b: 2 W c:!2 W d:!5 W 4.E.11 Het in de weerstand R (midden) gedissipeerd vermogen is gelijk aan: a: ¼ W b: 1 W c: 2 W d: 4 W 4.E.12 Het in de weerstand R (midden) gedissipeerd vermogen is gelijk aan: a: ½ W b: 2 W c: 4½ W d: 8 W
17 16 Meerkeuze-opgaven 4.E.13 We brengen een weerstand R L aan tussen de klemmen A en B van dit netwerk. Voor het in de weerstand R a (LET OP: in R a, niet in R L!) gedissipeerd vermogen P Ra geldt in dit geval: a: P Ra = I 1 ² R a b: P Ra = U 1 ²/R a c: P Ra = U 1 I 1 d: P Ra is afhankelijk van de waarde van R L 4.E.14 We brengen een weerstand R L aan tussen de klemmen A en B van dit netwerk. Voor het door de stroombron I 3 geleverd vermogen P I3 geldt in dit geval: a: P I3 = U 1 I 3 b: P I3 = I 3 ² R L c: P I3 = I 3 ² R c d: P I3 is afhankelijk van de waarde van R L 4.E.15 Het in de weerstand R (midden) gedissipeerd vermogen is gelijk aan: a: 0 W b: ½ W c: 2 W d: 2¼ W
Elektrische netwerken
Deel 1: de basis H1 - H4: basisbegrippen gelijkspanning Opgaven bij hoofdstuk 1... 1 Opgaven bij hoofdstuk 2... 2 Opgaven bij hoofdstuk 3... 4 Opgaven bij hoofdstuk 4... 7 H5 - H8: basisbegrippen wisselspanning
Nadere informatieOpgaven bij hoofdstuk 9
24 Meerkeuze-opgaven Opgaven bij hoofdstuk 9 9.14 Gegeven de complexe spanning: û = +12 + 5j [V]. Deze komt overeen met een wisselspanning: a: u(t) =!13.cos(Tt! 0,39) [V] b: u(t) = +13.cos(Tt! 0,39) [V]
Nadere informatieOpgaven bij hoofdstuk 20
Elektrische Netwerken 67 Opgaven bij hoofdstuk 20 20.9 Wij willen nevenstaand weerstandsnetwerk vereenvoudigen, tussen de klemmen A en B. Voor de vervangingsweerstand R x geldt: a R x $ 19 [ks] b: 19 >
Nadere informatieOpgaven bij hoofdstuk 12
32 Meerkeuze-opgaven Opgaven bij hoofdstuk 12 12.6 Van een lineaire tweepoort is poort 1 als ingang en poort 2 als uitgang op te vatten. Bij de Z-parametervoorstelling van deze tweepoort geldt dan: a:
Nadere informatieElektrische Netwerken 59
Elektrische Netwerken 59 Opgaven bij hoofdstuk 17 17.12 We beschouwen de spanningen en stromen in een willekeurig RLC-netwerk. Op het tijdstip t=0 wordt geschakeld, zodat deze spanningen en stromen veranderen.
Nadere informatie9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.
Elektrische Netwerken 21 Opgaven bij hoofdstuk 9 9.1 Geef de complexe weergave van deze tijdsfuncties: u 1 =!3.sin(Tt+0,524) V; u 2 =!3.sin(Tt+B/6) V; u 3 =!3.sin(Tt+30 ) V. (Klopt deze uitdrukking?) 9.2
Nadere informatieElektrische Netwerken 27
Elektrische Netwerken 27 Opgaven bij hoofdstuk 12 12.1 Van een tweepoort zijn de Z-parameters gegeven: Z 11 = 500 S, Z 12 = Z 21 = 5 S, Z 22 = 10 S. Bepaal van deze tweepoort de Y- en H-parameters. 12.2
Nadere informatie5.12 Afgerond op twee decimalen, is de effectieve waarde van deze spanning: a: U eff = 4,18 V b: U eff = 5,00 V c: U eff = 5,70 V d: U eff = 5,98 V
Elektrische Netwerken 17 Opgaven bij hoofdstuk 5 De volgende twee vragen hebben beide betrekking op de hiernaast weergegeven periodieke wisselspanning. 5.12 Afgerond op twee decimalen, is de effectieve
Nadere informatie5 Het oplossen van netwerken
5 Het oplossen van netwerken 5b e stellingen 1 1 Stelling van Thevenin Wat? oel? E T? R T? Nee: foute meting toestel mogelijk stuk 2 1 1 Stelling van Thevenin Wat? oel? E T? R T? Nee: Oneindig 3 1 Stelling
Nadere informatieBepaal van de hieronder weergegeven spanningen en stromen: de periodetijd en de frequentie, de gemiddelde waarde en de effectieve waarde.
Elektrische Netwerken 13 Opgaven bij hoofdstuk 5 Bepaal van de hieronder weergegeven spanningen en stromen: de periodetijd en de frequentie, de gemiddelde waarde en de effectieve waarde. 5.1 5.2 5.3 5.4
Nadere informatieSpanning versus potentiaal
Spanning versus potentiaal Opgave: Potentiaal II R1 = 1,00 Ω R2 = 2,00 Ω R3 = 3,00 Ω R4 = 4,00 Ω R5 = 5,00 Ω R6 = 6,00 Ω R7 = 7,00 Ω Het potentiaalverschil tussen twee punten is gelijk aan de spanning
Nadere informatieR Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk
PROEFWERK TECHNOLOGIE VWO MODULE 6 ELECTRICITEIT VRIJDAG 19 maart 2010 R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk 2P 2P 2P Opgave 1 Tup en Joep willen allebei in bed lezen. Ze hebben allebei een fietslampje.
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding
Nadere informatie1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring
1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 18 augustus 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieGESTABILISEERDE VOEDING
1 GESTABILISEEDE VOEDING In de module over de diode werd in de laatste paragraaf de netadaptor behandeld: om aan de uitgang een dc-spanning te bekomen, werd in serie met de belastingsweerstand een zenerdiode
Nadere informatieOefeningen Elektriciteit II Deel II
Oefeningen Elektriciteit II Deel II Dit document bevat opgaven die aansluiten bij de cursustekst Elektriciteit II deel II uit het jaarprogramma van het e bachelorjaar industriële wetenschappen KaHo Sint-ieven.
Nadere informatieNetwerken. De ideale spanningsbron. De ideale stroombron. De weerstand. De bouwstenen van elektrische netwerken.
Netwerken De bouwstenen van elektrische netwerken. Topologie van netwerken. Wetten van Kirchoff. Netwerken met één bron. Superpositiestelling. Stellingen van Thevenin en Norton. Stelsel van takstromen.
Nadere informatieToets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1
Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Datum: 16 september 2009 Tijd: 10:45 12:45 (120 minuten) Het gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan. Deze toets telt 8 opgaven en een bonusopgave Werk systematisch
Nadere informatieElektrische Netwerken
Elektrische Netwerken 1 Project 1 Info te verkrijgen via: http://www.hanese.nl/~jonokiewicz/ Programma Week 1: DC stromen en spanningen Week 2: Serie en parallel, l stroomdeling, spanningsdeling Week 3:
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5
Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 OPGAVE 1 Teken hieronder het bijbehorende schakelschema. Geef ook de richting van de elektrische stroom aan.
Nadere informatieOpgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.
Uitwerkingen 1 A Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat. Een ideale spanningsbron levert bij elke stroomsterkte dezelfde spanning.
Nadere informatieEngineering Embedded Systems Engineering
Engineering Embedded Systems Engineering Interfacetechnieken Inhoud 1 Timing digitale schakelingen... 3 2 Berekenen delay-tijd... 5 3 Theorie van Thevenin... 11 4 Theorie van Norton... 15 5 Oefenopgaven
Nadere informatieOpgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).
Uitwerkingen 1 Opgave 1 Twee Opgave 2 30 x 3 = 90 Opgave 3 Volt (afgekort V) Opgave 4 Voltmeter (ook wel spanningsmeter genoemd) Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet
Nadere informatieOpgaven bij hoofdstuk 20 20.1. Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 1 = 2 ks, R 2 = 3 ks, R 3 = 6 ks 20.
Elektrische Netwerken 49 Opgaven bij hoofdstuk 20 20.1 Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 12 = 1 ks, R 23 = 3 ks, R 31 = 6 ks 20.2 Bepaal R 12 t/m R 31 (in de driehoek)
Nadere informatieMen schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3).
jaar: 1989 nummer: 09 Men heeft een elektrisch schakelelement waarvan we het symbool weergeven in figuur 1. De (I,U) karakteristiek van dit element is weergegeven in de nevenstaande grafiek van figuur
Nadere informatie3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring
1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling
Nadere informatieHOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken
HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken 1. Netwerken en netwerkelementen elektrische netwerken situering brug tussen fysica en informatieverwerkende systemen abstractie maken fysische verschijnselen vb. velden
Nadere informatieAntwoorden bij Deel 1 (hfdst. 1-8)
Elektrische netwerken Oefenopgaven: open vragen Hints en Antwoorden Antwoorden bij Deel 1 (hfdst. 1-8) Hoofdstuk 1 1.1 15 S 1.2 4,5 A 1.3 2 A, 4 A, 6 A 1.4 5 ma,!2,5 ma 1.5 B: in strijd met de stroomwet;!1
Nadere informatie9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN
9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN Een parallelschakeling komt in de praktijk vaker voor dan een serieschakeling van verbruikers. Denken we maar aan alle elektrische apparaten die aangesloten zijn op
Nadere informatieNETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF
NETWERKEN EN DE WETTEN VN KIRCHHOFF 1. Doelstelling van de proef Het doel van deze proef is het bepalen van de klemspanning van een spanningsbron, de waarden van de beveiligingsweerstanden en de inwendige
Nadere informatie3. Zoek, op het nieuwe vereenvoudigde schema, nieuwe serie en/of parallelschakelingen op en vervang ze. Ga zo door tot het einde.
Probeer, bij het oplossen van de oefeningen, zo weinig mogelijk de andere stellingen te gebruiken. Vermijd het oplossen met de wetten van Kirchhoff (tenzij het niet anders kan) en zoek de openklemspanning
Nadere informatie1821 legt de Duitse wetenschapper Georg Simon Ohm ( 1789 1854 ) de relatie tussen spanning weerstand en stroom vast in de naar hem genoemde wet.
De wet van Ohm 1821 legt de Duitse wetenschapper Georg Simon Ohm ( 1789 1854 ) de relatie tussen spanning weerstand en stroom vast in de naar hem genoemde wet. Spanning is Stroom keer Weerstand. Hij legt
Nadere informatieBij een uitwendige weerstand van 10 is dat vermogen 10
Elektriciteitsleer Inwendige weerstand Een batterij heeft een bronspanning van 1,5 V en een inwendige weerstand van 3,0. a. Teken de grafiek van de klemspanning als functie van de stroomsterkte. Let er
Nadere informatieRepetitie Elektronica (versie A)
Naam: Klas: Repetitie Elektronica (versie A) Opgave 1 In de schakeling hiernaast stelt de stippellijn een spanningsbron voor. De spanningsbron wordt belast met weerstand R L. In het diagram naast de schakeling
Nadere informatieHOOFDSTUK 3: Netwerkanalyse
HOOFDSTUK 3: Netwerkanalyse 1. Netwerkanalyse situering analyseren van het netwerk = achterhalen van werking, gegeven de opbouw 2 methoden manuele methode = reductie tot Thévenin- of Norton-circuit zeer
Nadere informatieHertentamen Lineaire Schakelingen (EE1C11)
Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1C11) Datum: 6 januari 2016 Tijd: 18:30 21:30 uur Plaats: CT instructiezaal 1.96 Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven. Deel je tijd dus goed in! Gebruik voor elk vraagstuk
Nadere informatieInhoudsopgave De weerstand
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Wet van Ohm...3 Geleidbaarheid (conductantie)...3 Weerstandsvariaties...3 Vervangingsweerstand of substitutieweerstand...4 Serieschakeling...4 Parallelschakeling...4
Nadere informatieDeel I De basis. De plaats van Elektrische Netwerken binnen de elektrotechniek. ALGEMENE ELEKTROTECHNIEK / ELEKTRONICA ELEKTRISCHE VELDEN
Deel I De basis Elektrotechniek is geen exact vak, wordt wel eens beweerd. Daar zit een kern van waarheid in, als wij kijken naar het brede algemene terrein van elektrotechniek en elektronica. In die echte
Nadere informatieSamenvatting NaSk H5 Elektriciteit
Samenvatting NaSk H5 Elektriciteit Samenvatting door T. 865 woorden 6 november 2016 6,7 23 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Par. 1 Een stroomkring maken Om een lampje te laten branden moet je er een
Nadere informatieOm een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.
Samenvatting door een scholier 983 woorden 8 april 2011 6,8 988 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Natuurkunde H5 par 1 t/m 5 samenvatting Par. 1 Een stroomkring maken Om een lampje te laten branden
Nadere informatieNatuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie
4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen,
Nadere informatie1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen
Hoofdstuk 3 Elektrodynamica Doelstellingen 1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen Elektrodynamica houdt de studie
Nadere informatieAntwoorden bij Deel 3 (hfdst )
A20 Open opgaven Antwoorden bij Deel 3 (hfdst. 17-23) Hoofdstuk 17 t < 0 : t > 0 : grafiek : 17.1 i(t) = I o i(t) = I o.e!t/j A J = L/R s 17.2 u(t) = 0 u(t) = (I o /C).t V 17.3 u(t) = 0 u(t) = ½U o.(1!e!t/j
Nadere informatieSemester 6 2008-2009 Mutatoren 1. E1-mutator 2. B2-mutator 3. M3-mutator 4. B6-mutator E1-mutator Definitie Een mutator is een schakeling tussen een wisselspanning met een vaste spanning en een vaste frequentie
Nadere informatieGemengde schakelingen
Gemengde schakelingen We hebben in vorige lessen de serieschakeling en de parallelschakeling behandeld. Veel schakelingen zijn een combinatie van de serieschakeling en de parallelschakeling. Dat noemen
Nadere informatieExamen VMBO-BB versie blauw
Examen VMBO-BB versie blauw 2018 gedurende 120 minuten profielvak PIE CSPE BB onderdeel D Naam kandidaat Kandidaatnummer Dit onderdeel bestaat uit 4 opdrachten. Voor dit onderdeel zijn maximaal 31 punten
Nadere informatieb. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.
Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. gegeven: R1 = 5,0 Ω, R2 = 9,0 Ω
Nadere informatieEen elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.
Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet
Nadere informatieOver Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4
1 Door een dunne draad loopt een elektrische stroom met een stroomsterkte van 2 A. De spanning over deze draad is 50 V. Bereken de weerstand van de dunne draad. U = 50 V I = 2 A R = 50V 2A R = 25Ω 2 Een
Nadere informatieParallelschakeling - 2
Parallelschakeling - 2 In de vorige les over de parallelschakeling hebben we gezien dat de spanning in de parallelschakeling overal gelijk is. Verder hebben we deelstromen berekend en opgeteld tot de totale
Nadere informatieWeerstand. Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm. Cursus Radiozendamateur 1
Bron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl010/elektro/weerstand.htm Cursus Radiozendamateur 1 DOELSTELLINGEN: Kennis: - Inzicht in de fenomenen spanning, stroom, weerstand en vermogen. - De kleurcodes van
Nadere informatieAanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel
Rotterdam Academy Tentamenvoorblad Naam: Studentnr.: Groep/klas: Tentamen voor de: Arts en Crafts Officemanagement Opleiding(en): Engineering Maintenance & Mechanic Ondernemen Pedagogisch-Educatief Mw
Nadere informatieDeeltentamen A+B Netwerkanalyse
Vul op alle formulieren die u inlevert uw naam en studentnummer in. Deeltentamen AB Netwerkanalyse Datum: vrijdag 22 november 2002 Tijd: 9:0012:00 Naam: Studentnummer: ijfer A ijfer B Lees dit eerst Vul
Nadere informatieElektriciteit. Hoofdstuk 2
Elektriciteit Hoofdstuk 2 (het blijft spannend) Om de lamp te laten branden moet er een gesloten stroomkring zijṇ Om de lamp te laten branden moet er een gesloten stroomkring zijṇ Om de lamp te laten branden
Nadere informatieImpedantie V I V R R Z R
Impedantie Impedantie (Z) betekent: wisselstroom-weerstand. De eenheid is (met als gelijkstroom-weerstand) Ohm. De weerstand geeft aan hoe goed de stroom wordt tegengehouden. We kennen de formules I R
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,
Nadere informatieInhoudsopgave Schakelen van luidsprekers
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Vermogen...3 Impedantie...3 Serieschakeling van luidsprekers...4...4...4...4 Voorbeeld...4 Parallelschakeling van luidsprekers...4...4...4...4 Voorbeeld...5
Nadere informatieJAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten.
NATUURKUNDE KLAS 4 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 2 JAN.. 2009 Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten. Opgave 1 (3 + 4 pt) De batterij in de hiernaast
Nadere informatieHfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.
Hfd 3 Stroomkringen Enkele begrippen: Richting van de stroom: Stroom loopt van de plus naar de min pool Richting van de elektronen: De elektronen stromen van de min naar de plus. Geleiders en isolatoren
Nadere informatieTentamen Analoge- en Elektrotechniek
Verantwoordelijke docent: R. Hoogendoorn, H.J. Wimmenhoven Cursus Analoge- en Elektrotechniek Code MAMAET01 Cursusjaar: 2014 Datum: 2-6-2014 Tijdsduur: 90 min. Modulehouder: R. Hoogendoorn Aantal bladen:
Nadere informatie6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1
Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december 2014 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1.1 Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders. Isolatoren laten geen stroom door. De grootte
Nadere informatieCondensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U
Inhoud Condensator... 2 Het laden van een condensator... 3 Het ontladen van een condensator... 5 Opgaven... 6 Opgave: Alarminstallatie... 6 Opgave: Gelijkrichtschakeling... 6 Opgave: Boormachine... 7 1/7
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 10
jaar: 1989 nummer: 10 Gegeven een cylindervomtige geleider van 1 m lengte met een diameter van 5 mm. De weerstand van de geleider is R. De draad wordt uitgerekt tot een lengte van 1,2 m terwijl het volume
Nadere informatieNaam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren
Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Schakeling In de hiernaast afgebeelde schakeling kan de spanning
Nadere informatie7. MEETINSTRUMENTEN Inleiding. 7.2 Stroommetingen
7-1 7. MEETINSTRUMENTEN 7.1 Inleiding Iedere zendamateur doet vroeg of laat metingen. Daarom wordt op het examen enige kennis van de belangrijkste meet-instrumenten gevraagd. We behandelen in dit hoofdstuk
Nadere informatieElektrotechniek voor Dummies
Elektrotechniek voor Dummies Het programma Spoedcursus Elektrotechniek voor dummies Spanning/stroom Vermogen Weerstand (Resistantie) Wet van Ohm Serie/Parallel AC-DC Multimeter Componenten Weerstand Draadweerstand
Nadere informatiePracticum Zuil van Volta
Practicum Zuil van Volta Benodigdheden Grondplaat, aluminiumfolie, stuivers (munten van vijf eurocent), filtreerpapier, zoutoplossing, voltmeter, verbindingssnoeren, schaar Voorbereidende werkzaamheden
Nadere informatieRekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul
Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul Vooraf : expectation management 1. Verwachtingen van deze presentatie (inhoud, diepgang) U = R= R. I = 8 Ω. 0,5 A =
Nadere informatieDeel 1: Metingen Bouw achtereenvolgens de onderstaande schakelingen en meet de klemspanning en de stroomsterkte. VOORKOM STEEDS KORTSLUITING!!
Practicum elektronica: Spanningsbron Benodigdheden: Niet-gestabiliseerde voeding of batterij, 2 multimeters, 5 weerstanden van 56 Ω (5 W), 5 snoeren, krokodillenklemmen. Deel : Metingen Bouw achtereenvolgens
Nadere informatie8-VOUDIGE BEZETMELDER
Handleiding 8-VOUDIGE BEZETMELDER Werkt met de volgende systemen: alle systemen, analoog én digitaal, gelijkspanning en wisselspanning. Werkt niet met de volgende systemen: - Werkt met de volgende protocollen:
Nadere informatieTentamen Lineaire Schakelingen, 2 e deel (EE1300-B)
Tentamen Lineaire Schakelingen, 2 e deel (EE1300-B) Plaats: DTC tentamenzaal 2 Datum: 28 januari 2014 Tijd: 09:00-12:00 uur Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven. Gebruik voor elk vraagstuk een nieuw blad.
Nadere informatie1.3 Over een weerstand van 4 kω staat en spanning van 20 mv. De stroomsterkte in die weerstand is A 60 A B 5 A
1.1 Bereken de uitkomst van 25.10 3 * 2.10-6 A 5.10-10 B 5.10-9 C 50.10-3 D 50.10-18 1.2 Een stroom loopt door een metalen draad. Dit betekent: A. atoomkernen bewegen in een bepaalde richting B. elektronen
Nadere informatie4.0 Elektriciteit 2 www.natuurkundecompact.nl
4.0 Elektriciteit 2 www.natuurkundecompact.nl 4. Statische elektriciteit 4.2 Stroom in schakelingen 4.3 Wet van Ohm 4.4 a Weerstand in schakelingen b Weerstand in schakelingen (Crocodile) 4.5 Kilowattuurmeter
Nadere informatieOver Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4
1 Door een dunne draad loopt een elektrische stroom met een stroomsterkte van 2 µa. De spanning over deze draad is 50 V. Bereken de weerstand van de dunne draad. U = 50 V I = 2 µa R = 50V 2µA R = 2,5 10
Nadere informatieWerkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes
Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes In een serieschakeling gaat de stroom door alle onderdelen. In figuur 1 gaat de stroom eerst door lampje 1, dan door lampje 2, om terug te komen bij de spanningsbron.
Nadere informatieElektrische energie en elektrisch vermogen
Elektrische energie en elektrisch vermogen Grootheid Symbool Eenheid Lading Q C: Coulomb Spanning U V: Volt Stroomsterkte I A: Ampère Energie E J: Joule Weerstand R Ω: Ohm Spanning: noodzakelijk om lading
Nadere informatieDEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden
Naam: Nr.: Groep: Klas: Datum: DEEL 6 In de vorige oefeningen heb je reeds een A-meter, die een kleine inwendige weerstand bezit, in serie leren schakelen met een gebruiker. Door de schakelstand te veranderen
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting door een scholier 1671 woorden 2 december 2012 5,6 55 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde H2 elektriciteit
Nadere informatieVak: Labo elektro Pagina 1 / /
Vak: Labo elektro Pagina 1 / / 1. Opgave. Project 7 De thyristor toegepast. a) Maak de gegeven schakeling en onderzoek het principe van de fasesturing met Tic 106. b) Maak de gegeven schakeling die gebruik
Nadere informatieUitwerking LES 22 N CURSSUS
1) C In een schakeling, bestaande uit een batterij en twee in serie geschakelde weerstanden, moet de stroom door de weerstanden gemeten worden. Wat is de juiste schakeling? A) schakeling 3 ( dit is de
Nadere informatieHerhalingsantwoorden Novice -Cursus LES 1 t/m 3 i.p.v. LES 4
Wet van Ohm: Hoe luid de wet van Ohm: Spanning is U in Volt: V Stroom is I in Ampère: A Weerstand is R in Ohm: Ω U = I x R I = U/R R = U/I De spanning: aangeduid met het symbool U en uitgedrukt in de eenheid
Nadere informatieEen elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.
Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet
Nadere informatieElektriciteit (deel 1)
Elektriciteit (deel 1) 1 Spanningsbronnen 2 Batterijen in serie en parallel 3 Stroomkring 4 Spanning, stroomsterkte, watercircuit 5 Lampjes in serie en parallel 6 Elektriciteit thuis 7 Vermogen van elektrische
Nadere informatieHoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.
Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.. Doel. Het is de bedoeling een grote schakeling met weerstanden te vervangen door één equivalente weerstand. Een equivalente schakeling betekent dat een buitenstaander
Nadere informatiePajottenlandse Radio Amateurs. De multimeter
Pajottenlandse Radio Amateurs De multimeter ON3BL 05/03/2013 Wat is een multimeter of universeelmeter? Elektronisch meetinstrument waar we de grootheden van de wet van ohm kunnen mee meten Spanning (Volt)
Nadere informatieMeetinstrumenten. PEKLY 33, Rue Boussingault _ Paris. Werkboekje behorende bij de software. Naam : Klas: 3, 15, 30, 150, 450 1,5 2
Meetinstrumenten. 3, 1, 3, 1, 4 1,.1 Hz 4 o +1...+ o C PEKLY 33, Rue Boussingault _ Paris Werkboekje behorende bij de software. Naam : Klas: Figuur 1 Figuur - H.O.Boorsma. http://www.edutechsoft.nl/ 1
Nadere informatieElektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties
Elektriciteit Inhoud Inleiding : Deze les Spanning: Wat is dat, hoe komt dat? Stroom(sterkte) : Wat is dat, hoe komt dat? Practicum: (I,)-diagram van een lampje en een weerstand Weerstand : Wet van Ohm
Nadere informatieExamen VMBO-KB versie rood
Examen VMBO-KB versie rood 2018 gedurende 120 minuten profielvak PIE CSPE KB onderdeel D Naam kandidaat Kandidaatnummer Dit onderdeel bestaat uit 5 opdrachten. Voor dit onderdeel zijn maximaal 34 punten
Nadere informatieEXAMENFOLDER maandag 26 januari 2015 OPLOSSINGEN. Vraag 1: Een gelijkstroomnetwerk (20 minuten - 2 punten)
Universiteit Gent naam: Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur voornaam: de Bachelor Ingenieurswetenschappen richting: Opties C,, TN en W prof. Kristiaan Neyts Academiejaar 4-5 erste xamenperiode
Nadere informatieWerkstuk Natuurkunde Schakeling
Werkstuk Natuurkunde Schakeling Werkstuk door een scholier 677 woorden 23 december 2003 5,5 68 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding In dit verslag wordt bepaald welke regels er gelden voor stromen
Nadere informatieSystematische Probleem Aanpak (SPA) Voorbeeld opgave Electriciteit.
Voorbeeld opgave Electriciteit. Marjon heeft van haar juf een 9,0 V batterij gekregen en drie weerstanden die aan elkaar gesoldeerd zijn (zie afbeelding). Aan Marjon wordt gevraagd wat de stroom is die
Nadere informatieSchakelingen Hoofdstuk 6
Schakelingen Hoofdstuk 6 Een schakeling... I = 0,1 A = 100 ma U = 6 V Geen grote stroom door de lamp. Dit komt door de weerstand van die lamp. De weerstand kunnen we berekenen. Presentatie H6 1 De weerstand
Nadere informatieElektronica. Voorvoegsels van eenheden. Schakeling van een simpele audioversterker met een opamp
Elektronica 1 Spanningsbronnen 2 Weerstanden en diodes in de elektronica 3 Spanningsdeler, potentiaal, opamp 4 Stroomsterkte en lading; condensator 5 Het op- en ontladen van een condensator 6 De 555 timer
Nadere informatie4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2.
Samenvatting door L. 836 woorden 21 november 2012 4,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2. Hoofdstuk 3 Stroom, spanning en weerstand. * Elektrische
Nadere informatieTENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)
TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. Elke deelvraag levert 3 punten op.. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 4 VWO 2.6 Serie en parallel 51. Vervanging 52. Bij de winkelstraat zijn de lampen parallel geschakeld en bij de kandelaar in serie. 53. Voorbeeld: Serie De stroom moet
Nadere informatiespanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.
Weerstand stroombeperking voor LED s Om de stroom door een LED te beperken wordt een weerstand toegepast. Maar hoe hoog moet de waarde van zo n weerstand eigenlijk zijn? In de dagelijkse praktijk wordt
Nadere informatie