Dagelijks Bestuur 10 april Agendapunt 3. Onderwerp Jaarverslag en Jaarrekening 2014, versie DB.

Vergelijkbare documenten
Raadsmededeling - Openbaar

: agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland

uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: juni 2015

3 e Tussenrapportage Transitie Hameland. Bestuursrapportage 1 e kwartaal 2016

2 e Tussenrapportage Transitie Hameland

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

5 e Tussenrapportage Transitie Hameland. Bestuursrapportage 3 e kwartaal 2016

Algemeen Bestuur 9 juli Agendapunt 4. Onderwerp Jaarplan 2015 en gewijzigde Begroting 2015.

uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: juni 2014

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12

Oplegnotitie begroting 2017

Transitieplan Hameland

Ingekomen stukken. Vergadering : 22 januari 2015

Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd

Jaarverslag en Jaarrekening 2013

Eerste Kwartaal verslag

Raadsvoorstel Zaak :

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

De werkschijf van 5. Hoe werkt IBN? 190 mm. 240 mm. IBN Postbus AR Uden T F E info@ibn.nl I

Raadsvoorstel. Geachte raad,

2014 In cijfers SOCIALE WERKVOORZIENING

BEGROTING bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis

7 e Tussenrapportage Transitie Hameland

Financieel verslag Derde Kwartaal d.d. 13 december DSW Rijswijk en omstreken

Afwijking Prognose vs Begroting

B&W-nota. Wam. Te Gronde. gemeente Wmlteffswijpk

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede).

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld kennis te nemen van het jaarverslag en de jaarrekening 2017 van Werkplein Fivelingo.

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

Sociale Dienst Oost Achterhoek Nota Algemeen Bestuur

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Overeenkomst over wijziging van de uitvoering van de WSW i.v.m. de toetreding van de gemeente Aalten tot de GR Laborijn per 1 januari 2017

Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2018 van Werkplein Fivelingo.

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum:

Jaarplan & Begroting. Conceptversie DB d.d. 9 oktober 2015

Voorstel raad en raadsbesluit

Raadsvoorstel agendapunt

Managementsamenvatting

Jaarverslag en Jaarrekening 2012

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

3. Beoogd resultaat Vaststellen van de concept begrotingen 2018 van Wedeka bedrijven en de EMCO-groep.

Vragen toekomststrategie ATEA voor de tweede beeldvormende sessie

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp

Ontwerpbegroting Vixia 2014

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014

Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012

Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt!

Onderwerp: voorstel tot vaststelling van de No

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen

Raadsmededeling - Openbaar

Managementsamenvatting

Benchmark laat zien: betere bedrijfsprestatie en doorstroming dan landelijk gemiddelde, maar ook hogere lonen en hoger ziekteverzuim

Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr Corsa kenmerk Portefeuillehouder wethouder P.

Sociaal Jaarverslag Milieudienst West-Holland

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

Ons kenmerk MO00/ Datum uw brief nvt

raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten:

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Overheid j. gemeente Oost Gelre

Registratienummer. Datum: 16 september Afdeling / Team: MO / Beleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beschut werk in Aanleiding

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderstuk Algemeen bestuur

YISSeGROE. Holding b.v. PASSIE VOOR MENS EN WERK VAN RISSE GROEP. directie. Weert, 21juli Geachte Gemeenteraad,

Raadsvoorstel Onderwerp: Jaarstukken 2014 en zienswijze ontwerpbegroting 2016 GR Cocensus

Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling: Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland

Aa en Hunze, Assen, Hoogeveen, Midden-Drenthe, Tynaarlo en De Wolden

Raadsinformatieavond. dinsdag 22 april Transitieplan UW

INRICHTINGSPLAN WERKEN BINNEN

In de volgende paragrafen volgt een nadere uiteenzetting van tijdstippen en besluiten,.

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013

JAARVERSLAG. Tomingroep BV, de feiten. Uitgebreid jaarverslag:

Ralf van de Wiel

Wsw-Raad voor de gemeenten Aalten, Berkelland, Haaksbergen, Oost Gelre en Winterswijk

onderwerp: Beleidsregels terugkeergarantie bij beëindiging begeleid werken in het kader van de Wsw

Raadsvoorstel. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA B 1b 12/303. jaar stuknr. Raad. Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw

Sociaal jaarverslag Regio Gooi en Vechtstreek

Detacheringen & Jobcoaching Groenvoorziening Werken op Locatie Productie

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Felua groep heeft als missie mensen met een afstand tot werk te begeleiden naar zo regulier mogelijk werk.

Sociaal Jaarverslag 2011

Raadsvoorstel Nummer:

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018

Nieuwsbrief Detachering. Voortgang Medewerkers tevredenheidsonderzoek. Foto s van medewerkers in personeelsdossiers

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Rijk van Nijmegen

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Ito. i 46. B&W-nota. Égeneeaitte Winterswijk. nr(s) geregistreerde stuk(ken): blad: 1/5 datum nota: 16 maart 2016

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

2013 In cijfers SOCIALE WERKVOORZIENING

Overheid & quotum Beknopte toelichting op resultaten ervaringsonderzoek onder werkgevers

Transcriptie:

Dagelijks Bestuur 10 april 2015 Agendapunt 3 Onderwerp Jaarverslag en Jaarrekening, versie DB. Toelichting Bijgaand is het jaarverslag en de jaarrekening van opgesteld, waarin een verantwoording is gegeven over het afgelopen begrotingsjaar. De goedkeurende accountantsverklaring is nog niet bijgevoegd maar er zijn tot dusver geen signalen dat deze verklaring niet zal worden verstrekt. De eindbespreking met de accountant staat gepland tussen de DB en de AB-vergadering (1 mei 2015). Status / gevraagde besluitvorming Bespreken van het voorliggende jaarverslag en de jaarrekening en deze na aanpassing van de te maken op- en aanmerkingen ter vaststelling aanbieden aan het Algemeen Bestuur.

Jaarverslag & Jaarrekening CONCEPT DB 30 maart 2015

Personalia Bestuur, directie en management In verband met de gemeenteraadsverkiezingen in het voorjaar van hebben de Colleges van B&W van de vijf deelnemende gemeenten nieuwe leden aangewezen voor het Algemeen Bestuur (AB) van Hameland. In de AB-vergadering van 6 juni is uit dit AB vervolgens een nieuw Dagelijks Bestuur (DB) gekozen en zijn de voorzitter en vicevoorzitter benoemd. Hierna zijn de samenstellingen van het DB en AB in weergegeven. Algemeen Bestuur Gemeente Tot 6 juni Vanaf 6 juni Gemeente Berkelland De heer J.B. Boer (voorzitter) De heer J.B. Boer (voorzitter) Gemeente Berkelland De heer F.H.C. Mulkens Mevrouw J.A. Pot Gemeente Berkelland De heer L.J.H. Scharenborg De heer L.J.H. Scharenborg Gemeente Aalten De heer J. Teeuwsen De heer T.M.M. Kok Gemeente Aalten De heer H.J. Rijks De heer H.J. Rijks Gemeente Haaksbergen De heer J.M. van Rees (vice-vz) Mevrouw A. Nijhuis (vice-vz) Gemeente Oost Gelre De heer K.J.M. Bonsen Mevrouw M.G. Frank Gemeente Oost Gelre De heer R.H.M. Hoijtink De heer R.H.M. Hoijtink Gemeente Winterswijk Mevrouw I.G. Saris De heer D.W. Aalderink Gemeente Winterswijk De heer G.J.W. te Gronde De heer G.J.W. te Gronde Hameland De heer H. Wullink (secretaris) De heer H. Wullink (secretaris) Dagelijks Bestuur Gemeente Tot 6 juni Vanaf 6 juni Gemeente Berkelland de heer J.B. Boer De heer J.B. Boer Gemeente Aalten de heer H.J. Rijks De heer T.M.M. Kok Gemeente Haaksbergen de heer J.M. van Rees Mevrouw A. Nijhuis Gemeente Oost Gelre de heer K.J.M. Bonsen De heer R.H.M. Hoijtink Gemeente Winterswijk mevrouw I.G. Saris De heer D.W. Aalderink Directie en management Directeur Manager serviceorganisatie & werken Manager ontwikkelen de heer H. Wullink de heer H.G.G. Engelberts mevrouw G.T.H. Nijstad

Voorwoord In 1969 werd de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) ingevoerd. Na 45 jaren sloot de Wsw in haar deuren. Dit jaar stond bestuurlijk gezien vooral in het teken van de voorbereiding op de nieuwe Participatiewet, die op 1 januari 2015 in werking is getreden. De vijf gemeenten die samen de gemeenschappelijke regeling Hameland (GR Hameland) vormen gaan deze wet zelf uitvoeren. Dit is af te leiden uit de Beleidsplannen Participatiewet 2015-2018, die door de vijf gemeenteraden in het najaar van zijn vastgesteld. Dit betekent dat Hameland geen rol krijgt in het bemiddelen en begeleiden van de nieuwe doelgroep. De beleidsplannen van de vijf gemeenten geven eveneens aan dat er voor wat betreft de bestaande doelgroep Wsw geen toekomst is voor de GR Hameland. De gemeenten zijn van mening dat de nieuwe Participatiewet om een nieuwe uitvoering van de Wsw vraagt. De door de gemeenteraden vastgestelde uitvoering van de Participatiewet betekent dat de onderdelen van Hameland in de komende jaren worden ontmanteld. Voor de sw-medewerkers met een vast dienstverband verandert er weinig tot niets, zij behouden hun huidige rechten en plichten. In is door Hameland uiteraard gewoon doorgewerkt aan haar kerntaak: het aan het werk krijgen en houden van nog steeds ruim 1.500 sw-medewerkers. Iets meer dan de helft van deze medewerkers werkt bij een reguliere werkgever. Helaas is het aantal gedetacheerde sw-medewerkers in licht afgenomen, ondanks meer binnen gehaalde vacatures (314 vacatures, een stijging van 24% ten opzichte van ). Ook de omzet uit detacheringen steeg weer ten opzichte van en ligt zelfs boven het niveau van 2012. Naast veel nieuwe plaatsingen zijn er eveneens diverse plaatsingen gestopt: 332. Gelukkig waren dit er aanzienlijk minder dan in (daling 21,7%). Het geeft aan dat het aan het werk krijgen en houden van onze swmedewerkers allerminst een statische aangelegenheid is. Het is een continue proces van in gesprek zijn met werkgevers, vacatures binnenhalen of functies creëren, sw-medewerkers bemiddelen en vervolgens begeleiden. Bij werken binnen van Hameland zijn in weer allerlei zaken verbeterd. Zo is er veel aandacht besteed aan de arbeidsomstandigheden, onder meer door het verbeteren van de bestaande bedrijfshulpverleningsorganisatie, de aanschaf van nieuwe stoelen en trainingen op het gebied van veiligheid. Minstens zo belangrijk is het feit dat het beschikbare werk is toegenomen én dat het werk gelijkmatiger beschikbaar was. Dit heeft geleid tot meer opbrengsten in vergelijking met de begroting en het jaar. En dankzij het zelf uitvoeren van het vervoer op maat konden de kosten aanzienlijk worden teruggebracht. In is ook de tevredenheid van de medewerkers van Hameland onderzocht via een medewerkerstevredenheidsonderzoek. Ondanks de enorme herstructurering van de afgelopen jaren, die gepaard ging met veel veranderingen en twee personele reorganisaties onder het kaderpersoneel, beoordelen de medewerkers het werken bij Hameland met een 6.9. Een ruime voldoende. Ook gaat het overgrote deel van de medewerkers met plezier naar hun werk. Bij werken binnen is dit lager, maar gaat nog altijd iets meer dan 80% met plezier naar het werk. Bij het bestuur is er eveneens een tevreden gevoel over. Veel doelstellingen zijn gerealiseerd en er is een operationeel resultaat behaald van 528.000. Door het negatieve subsidieresultaat is het eindresultaat helaas negatief maar dit kan Hameland als organisatie niet worden aangerekend. Het eindresultaat is uitgekomen op - 1,936 miljoen, dit is 418.000 beter dan begroot. In dit resultaat is eveneens de verkoop van Hacron Groen en Hacron Schoon meegenomen. Met deze verkoop heeft Hameland afscheid genomen van de laatste activiteiten, waar het nog gedeeltelijk eigenaar van was. In 2015 zal - op basis van de nieuwe uitvoering van de Wsw die door de gemeenten wordt bepaald - de transitie van Hameland verder gaan waarbij getracht wordt de kennis en kunde van Hameland te behouden. J.B. Boer, voorzitter Algemeen Bestuur

Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding 1 2. Hameland in transitie 2 3. Programmaverantwoording Wsw 4 3.1 Samenvatting programmaverantwoording Wsw 4 3.2 Hameland: professioneel en betrokken 4 3.2.1 Passend werk, zo regulier mogelijk 4 3.2.2 Gezonde financiële kaders 6 3.2.3 Tevreden medewerkers 6 3.3 Diagnose en loonwaarde 9 3.3.1 Diagnose 9 3.3.2 Loonwaarde en uurtarief 10 3.4 Werken en matchen 10 3.4.1 Werken 10 3.4.2 Matchen 12 3.5 Begeleiding en ontwikkeling 13 3.5.1 Ontwikkeldoelen 13 3.5.2 Direct bemiddelbaar 14 3.5.3 Beschut werken en potentieel bemiddelbaar 14 3.6 Bedrijfsvoering 15 3.6.1 Ziekteverzuim 15 3.6.2 Verlofstuwmeer 17 3.6.3 Ontwikkeling kadermedewerkers 17 3.6.4 Taakstelling 18 3.6.5 Wachtlijst 19 3.7 Financiële resultaten 20 3.7.1 Toelichting 21 4. Verplichte Paragrafen 25 4.1 Weerstandsvermogen 25 4.2 Financiering 26 4.3 Verbonden partijen 27 4.4 Bedrijfsvoering 28 4.4.1 Vervoer op maat 28 4.4.2 Arbo 29

5. Jaarrekening 30 5.1 Balans per 31 december 30 5.2 Programmarekening arbeidsontwikkeling 31 5.3 Kasstroomoverzicht over 32 5.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 32 5.4.1 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening 32 5.4.2 Balans 33 5.4.3 Programmarekening 35 5.5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 36 5.5.1 Activa 36 5.5.2 Passiva 38 5.5.3 Toelichting op de onderscheiden posten van de programmarekening Wsw 40 Bijlage 1 Normenkader en controletoleranties Bijlage 2 Sisa verantwoording Wet sociale werkvoorziening Bijlage 3 Goedkeurende accountantsverklaring

Jaarverslag Hameland 1. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van Hameland. was het laatste jaar dat er medewerkers een dienstverband konden krijgen op basis van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De Wsw is op 31 december jl. op slot gegaan en per 1 januari geldt in Nederland de Participatiewet. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoerring van deze wet. Hameland zal geen rol krijgen in de uitvoering. De gemeenten hebben eveneens aangegeven dat zij toe willen naar een nieuwe uitvoering van de Wsw, als onderdeel van de uitvoering van de Participatiewet. Wat dit voor de betrokken medewerkers - zowel de sw-medewerkers als de niet-gesubsidieerde medewerkers - exact betekent zal in 2015 duidelijk worden. In ieder geval is de stip op de horizon dat Hameland binnen een aantal jaren wordt ontmanteld en dat de gemeenschappelijke regeling wordt geliquideerd. Hameland blijft dus ook in 2015 in transitie. Aangezien Hameland in 2015 nog ongeveer 1.500 sw-medewerkers aan het werk heeft en de afbouw van de Wsw-populatie nog vele jaren duurt, behoudt Hameland voorlopig voldoende massa om de huidige taak uit te voeren. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op het transitieproces van Hameland. Voor dit jaarverslag is grotendeels de opzet van het jaarplan gevolgd, waarbij de verantwoording aan het bestuur al ieder kwartaal via de bestuursrapportage (1 e, 2 e en 3 e kwartaal) heeft plaatsgevonden. Deze bestuursrapportages zijn ook ter beschikking gesteld aan de vijf betrokken Colleges van B&W en de Gemeenteraden. De in het jaarplan vermelde doelstellingen vindt u in hoofdstuk 3. Het gaat dan om de hoofddoelstellingen van Hameland en de doelstellingen op het gebied van diagnose, werk en matchen, begeleiding en ontwikkeling, bedrijfsvoering en de financiën. De verplichte onderdelen van het jaarverslag (weerstandsvermogen, financiering, verbonden partijen en bedrijfsvoering) zijn in hoofdstuk 4 beschreven. Ten slotte is in hoofdstuk 5 de jaarrekening opgenomen. 1

Jaarverslag Hameland 2. Hameland in transitie In maart zijn in een gezamenlijke bijeenkomst van Hameland en de vijf gemeenten afspraken gemaakt over de transitie van Hameland. Deze afspraken zijn neergelegd in de notitie Hameland in transitie, een nieuwe horizon, die ook met de Colleges van B&W en de Gemeenteraden is gedeeld. Op basis van deze (abstracte) horizon is medio september door het Dagelijks Bestuur van Hameland een projectplanning opgesteld, om gericht invulling te kunnen geven aan de uitvoering van de transitie van Hameland in de komende jaren. Na het vaststellen van de projectplanning in september zijn de gemeenten en Hameland concreet gestart met het vormgeven van de transitie. De transitie kent zes aandachtspunten: 1. verrekening tekort in gemeenschappelijke regeling; 2. mogelijke vervreemding Hacron Groen en Hacron Schoon; 3. meewerken aan maatwerkoplossingen (ongeveer 20%); 4. meewerken aan lokale invulling afdeling beschut werken ; 5. mogelijk separaat organiseren van de afdeling beschut werken ; 6. standpunten gemeenten vertalen in definitief toekomstbeeld Hameland. Hierna worden de ontwikkelingen in kort beschreven. Ad 1 De verrekening van het tekort is eind vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Dit betekent concreet dat het tekort van Hameland deels wordt verdeeld op basis van de deelname in de gemeenschappelijke regeling en deels op basis van de netto opbrengst die iedere gemeente inbrengt. Ad 2 Hameland is met Vebego, de partner in de joint ventures Hacron Groen en Hacron Schoon, in gesprek over een volledige overname van het belang van Hameland (respectievelijk 50% en 51%). Begin 2015 is een akkoord bereikt tussen Hameland en Vebego. De Colleges van B&W hebben inmiddels ook ingestemd met het bereikte akkoord. De overname zal in 2015 worden geeffectueerd, de impact op de exploitatie van Hameland is in deze jaarrekening verwerkt. Ad 3 t/m 6 Hameland heeft in aan diverse pilotprojecten van meerdere gemeenten haar steentje bijgedragen. Daarnaast heeft rond de zomer een nadere uitwerking van de transitie van Hameland plaatsgevonden. Daarbij is Hameland in drie onderdelen beschreven: werken binnen, ontwikkelen & detacheren en concern 1. Tevens hebben de vijf deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling Hameland in het najaar van ieder een Beleidsplan Participatiewet 2015-2018 vastgesteld. Uit deze plannen is duidelijk geworden dat de deelnemende gemeenten zelf de Participatiewet gaan uitvoeren. Dit betekent dat Hameland geen rol krijgt in het bemiddelen en begeleiden van de nieuwe doelgroep. De beleidsplannen van de vijf gemeenten geven eveneens aan dat er voor wat betreft de bestaande doelgroep Wsw (Wet sociale werkvoorziening) geen toekomst is voor de gemeenschappelijke regeling Hameland. De nieuwe Participatiewet, waar de Wsw onderdeel van is, vraagt volgens de gemeenten om een nieuwe uitvoering van de Wsw. De werkzaamheden van Hameland zullen daarom worden overgedragen aan derden. Dat kan de sociale dienst zijn maar onderdelen kunnen ook worden geprivatiseerd. In het verlengde van voorgaande heeft het Algemeen Bestuur van Hameland in de vergadering van 3 november een aantal richtinggevende uitspraken gedaan over de toekomst van Hameland. Deze worden hierna puntsgewijs samengevat: 1 In eerdere notities / besluiten werd gesproken van werkbedrijf en ontwikkelbedrijf. Om verwarring met de terminologie in de Participatiewet te voorkomen worden in het vervolg de hier gehanteerde begrippen gebruikt. 2

Jaarverslag Hameland De GR Hameland zal op termijn van enkele jaren ophouden te bestaan. Op basis van de huidige stand van zaken kan hiervoor echter nog geen einddatum worden bepaald. De focus bij werken binnen blijft gericht op het zo veel mogelijk ontwikkelen van de sw-medewerkers om deze te kunnen detacheren. Ook wil het bestuur dat de werkpakketten verder worden verbeterd, zowel qua aansluiting op de mogelijkheden van de medewerkers als qua opbrengsten. Daarnaast wil het bestuur onderzoeken of er medewerkers mogelijk beter op hun plek zijn dichtbij de woonplaats, bijvoorbeeld in combinatie met dagbestedingsactiviteiten. Op basis van deze richting kan het werkbedrijf in vooralsnog vanuit de huidige gemeenschappelijke regeling functioneren. Hameland blijft daarmee vooralsnog bestaan voor wat betreft werken binnen. In die zin wordt dit onderdeel een zelfstandige organisatie, los van het onderdeel ontwikkelen & detacheren (zie hierna). Als er kansen zijn om werken binnen of onderdelen ervan te privatiseren, zal dit worden bezien. De gemeenten willen een publieke uitvoering van het bemiddelen en begeleiden van de doelgroep van de Participatiewet. De sociale diensten van de gemeenten voeren dit uit. Het bestuur van Hameland is van mening dat het onderdeel ontwikkelen & detacheren past in die publieke uitvoering door de sociale diensten. Zo ontstaat er vanuit de lokale overheid een samenhangende werkwijze voor werk en inkomen. Omdat de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk een gezamenlijke sociale dienst hebben (de SDOA), de gemeente Aalten mogelijk gaat samenwerken met deze SDOA en de gemeente Haaksbergen zich richt op de arbeidsmarktregio Twente, ligt het voor het bestuur voor de hand dat dit onderdeel van Hameland samengaat met de SDOA. Het bestuur van de SDOA en Hameland zullen nader bepalen of het hele ontwikkelbedrijf samengaat of dat het delen van het ontwikkelbedrijf betreft, gezien de taken vanuit de Participatiewet. Gelet op de incongruentie dient hierbij specifieke aandacht te zijn voor de positie van de gemeenten Aalten en Haaksbergen. Voorwaarde is verder dat het bestuur van de SDOA besluit dat het bereid is te onderzoeken op welke wijze de SDOA en het onderdeel ontwikkelen & detacheren van Hameland kunnen samengaan. Het concern geeft aan zowel het sw-personeel als het niet-sw personeel ondersteuning op het gebied van personeelszaken (inclusief ziekteverzuim), salarisadministratie, receptie en post, ICT, financiën en planning en control. Wellicht kunnen medewerkers van het concern worden ingezet in die nieuwe inrichting, maar het kan ook zijn dat dit niet nodig zal zijn. In algemene zin dient de focus te liggen op het bevorderen van de mobiliteit van de huidige medewerkers. Daartoe kunnen uitstroom bevorderende maatregelen worden uitgewerkt. Het bestuur van Hameland gaat voor het concern dus uit van ontmanteling waarbij het met de huidige kennis en stand van zaken op dit moment niet mogelijk is een einddatum aan te geven. Bovengenoemde is vervat in een besluitvoorstel dat in het eerste kwartaal van 2015 zal worden aangescherpt, in die zin dat de vastgestelde richting kan worden gezien als een voorgenomen besluit van het Algemeen Bestuur van Hameland. Daarnaast heeft het bestuur van de SDOA inmiddels opdracht gegeven voor het uitvoeren van een onderzoek naar de wijze waarop de SDOA de Participatiewet kan uitvoeren inclusief de werkzaamheden van het onderdeel ontwikkelen & detacheren. Voorgaande kan worden gezien als de uitvoeringsopdracht van de nieuwe directeur, die op 1 januari 2015 is gestart. Ten behoeve van een zorgvuldige uitvoering van de transitie zal in het eerste kwartaal van 2015 een transitieplan worden opgesteld. 3

Jaarverslag Hameland 3. Programmaverantwoording Wsw In dit hoofdstuk wordt verantwoording afgelegd over de doelstellingen zoals opgenomen in het Jaarplan. Over deze doelstellingen is ook in de drie bestuursrapportages van al de voortgang beschreven. We beginnen met een korte samenvatting van de belangrijkste resultaten. 3.1 Samenvatting programmaverantwoording Wsw Hieronder volgt puntsgewijs een samenvatting van de belangrijkste resultaten in. De nadere toelichting op en duiding van de resultaten volgt in de overige paragrafen van dit hoofdstuk: Net iets meer dan de helft van de sw-medewerkers (50,4%) werkte in bij een reguliere werkgever. De omzet uit detacheringen steeg ten opzichte van en ligt boven het niveau van 2012. De toegevoegde waarde van de werkpakketten ten opzichte van is gestegen met 45%. Het operationeel resultaat van Hameland bedroeg 528.000 positief. Door het negatieve subsidieresultaat is het eindresultaat helaas negatief. Het eindresultaat is uitgekomen op - 1,936 miljoen, dit is 418.000 beter dan begroot. Medewerkers beoordelen, op basis van het gehouden medewerkerstevredenheidsonderzoek, het werken bij Hameland met een 6,9. 53,4% van de sw-medewerkers beschikt over een actuele diagnose en 91,2% van de sw-medewerkers heeft een actueel trajectplan. Er werden 314 nieuwe vacatures uit de markt gehaald, 72,6% van deze vacatures leidde tot een plaatsing. Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage onder sw-medewerkers is uitgekomen op 14,4%. Het stuwmeer van verlof van medewerkers is helaas gestegen in plaats van gedaald. De gemeentelijke taakstelling is nagenoeg volledig benut, de onderrealisatie van Hameland bedroeg -3,32 SE op een taakstelling van Hameland van 1.369,99 SE. De wachtlijst van de vijf gemeenten is in gedaald van 217 naar 94 personen. De wachtlijst wordt overgedragen aan de gemeenten gelet op de invoering van de Participatiewet. 3.2 Hameland: professioneel en betrokken 3.2.1 Passend werk, zo regulier mogelijk Hameland streeft ernaar dat alle sw-medewerkers een passende werkplek hebben, bij voorkeur bij een reguliere werkgever. Dit levert de eerste doelstelling op. Doelstelling 1 Alle sw-medewerkers hebben passend werk, bij voorkeur bij een reguliere werkgever. In de navolgende tabel is per groep het aantal fte weergegeven, waarbij de ontwikkeling is te zien tussen de eindstand van en de eindstand van. Tevens is het doel weergegeven. 4

Jaarverslag Hameland Aantal fte Eindstand Eindstand Doel Beschut werken 172 193 157 Potentieel bemiddelbaar 302 290 270 Subtotaal werken binnen 474 483 427 Groepsdetachering 2 287 302 350 Individuele detachering 149 127 170 Joint ventures 279 263 287 Begeleid werken 34 41 44 Subtotaal werken buiten 749 733 850 Direct bemiddelbaar 106 122 45 Kadermedewerkers 3 17 23 18 Overig 4 17 26 22 Subtotaal overig 140 171 85 Totaal 1.363 1.387 1.362 Het aantal sw-medewerkers dat afhankelijk is van werk bij Hameland is in helaas toegenomen terwijl het doel juist was meer sw-medewerkers te detacheren. In totaal werkte eind iets meer dan 600 fte (483 fte werken binnen + 122 fte direct bemiddelbaar) bij Hameland en 733 fte bij een reguliere werkgever. De doelstelling om een toename van afgerond 100 fte aan detacheringen en begeleid werken plaatsingen te realiseren is te ambitieus gebleken. Neemt niet weg dat er in wel meer vacatures zijn binnen gehaald in vergelijking met (zie paragraaf 3.3.1). Ook steeg de omzet uit detacheringen ten opzichte met met bijna 200.000 en ligt deze hoger dan in 2012. Voornaamste oorzaak van de toename van het aantal sw-medewerkers die bij Hameland zelf aan het werk zijn is gelegen in de grote instroom van nieuwe sw-medewerkers. In totaal zijn in 145 personen (vanuit de wachtlijst) ingestroomd in een tijdelijk dienstverband bij Hameland. Veel van deze nieuwe sw-medewerkers zijn in de periode voor het dienstverband vaak langere tijd inactief geweest waardoor zij niet direct gedetacheerd kunnen worden. De toename van het aantal fte dat bij Hameland zelf werkt betekent logischerwijs ook dat onderstaande doelen niet zijn gerealiseerd. Eind werkte net iets meer dan de helft bij een reguliere werkgever en afgerond 34% bij Hameland zelf. 5 Indicatoren Eindstand Eindstand Doel Het % medewerkers dat bij een reguliere werkgever werkt 6 56,5% 50,4% 64% Het % medewerkers dat bij Hameland binnen werkt 7 33,7% 33,9% 30% 2 Als gevolg van een gewijzigde groepsindeling is 17 fte in de eindstand van groepsdetachering ondergebracht bij beschut werken, deze wijziging is overeenkomstig doorgevoerd in de doelstelling uit het jaarplan. 3 Dit zijn sw-medewerkers die een kaderfunctie binnen Hameland vervullen. In tellen we daarbij ook sw-medewerkers mee die een ondersteunende functie bekleden, niet zijnde een formele kaderfunctie. Denk bijvoorbeeld aan de sw-medewerkers die worden ingezet in verband met het organiseren van vervoer op maat. 4 Voornamelijk niet-beïnvloedbare ziekte. 5 Het percentage is berekend op basis van het aantal personen (en niet op basis van het aantal fte) en bij het percentage binnen zijn de personen van direct bemiddelbaar niet meegerekend. Zij werken weliswaar bij Hameland maar dit is een tijdelijke situatie aangezien zij gedetacheerd kunnen worden. 6 Hameland hanteert voor het werken bij een reguliere werkgever de volgende categorieën: joint ventures, groepsdetachering, individuele detachering en begeleid werken. 7 Het gaat hier om de groepen beschut werken en potentieel bemiddelbaar 5

Jaarverslag Hameland In het kader van zorgvuldige plaatsingen is in de werkwijze rondom het plaatsen van sw-medewerkers verfijnd. Daarbij is met name gekeken naar een objectief proces waarbij het principe van hoor- en wederhoor goed wordt toegepast. De sw-medewerker kan het immers ook oneens zijn met een voorgenomen plaatsing. Indien de situatie daarom vraagt heeft de arbeidsdeskundige en/of de bedrijfsverpleegkundige een adviserende rol. Mede in het kader van dit werkproces is binnen Hameland tevens een geschillencommissie geïnstalleerd. De sw-medewerker kan zich tot deze geschillencommissie wenden indien hij of zij het oneens is met de plaatsing op een, naar het oordeel van Hameland, passende werkplek. In hebben in totaal 11 sw-medewerkers gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hun zienswijze in te brengen op een passend werkaanbod van Hameland. Dit aantal was reeds in het derde kwartaal bereikt. Deze zienswijzen zijn voorgelegd aan de arbeidsdeskundige en de bedrijfsverpleegkundige. In 5 gevallen was sprake van een passende werkplek. Bij nader inzien diende in 4 gevallen het passend werkaanbod ingetrokken te worden omdat geconcludeerd werd dat de functie-eisen onvoldoende in overeenstemming waren met de competenties van de medewerker. De werkplek zou teveel stress, werkdruk en spanning voor de medewerker met zich mee brengen. De geschillencommissie is in eenmaal benaderd wat betreft een aanbod in het kader van passend werk. De geschillencommissie is niet bij elkaar geweest omdat het geschil gelijktijdig liep met de beantwoording van de ingediende zienswijze. Door herziening van het plaatsingsbesluit was de aanleiding van het geschil niet meer aanwezig. 3.2.2 Gezonde financiële kaders Hameland stuurt heel gericht op het bereiken van financieel gezonde kaders. In heeft Hameland een negatief subsidieresultaat van afgerond 1,897 miljoen (Hameland komt dus met de te ontvangen subsidie 1,897 miljoen tekort om de salarissen van de sw-medewerkers te betalen 8 ). Omdat Hameland geen invloed heeft op het subsidieresultaat - de salariskosten liggen vast (loongarantie), de Cao Wsw wordt landelijk bepaald en de rijksoverheid stelt eenzijdig de subsidie per SE vast - richt Hameland zich voor wat betreft gezonde financiële kaders op een positief operationeel resultaat. Dit betekent dat het saldo van de toegevoegde waarde enerzijds en de totale bedrijfskosten (inclusief de financiële baten en lasten) anderzijds positief is. Het subsidieresultaat en de incidentele baten en lasten vallen buiten het operationeel resultaat. Doelstelling 2 Hameland heeft een positief operationeel resultaat. Indicator Resultaat Resultaat Doel Het operationeel resultaat is positief 746.000 528.000 63.000 Net als in kan Hameland in een positief operationeel resultaat schrijven, in dit geval afgerond 528.000. Dit is beduidend beter dan begroot ( 63.000). Een nadere toelichting op de financiële resultaten wordt gegeven in paragraaf 3.7. 3.2.3 Tevreden medewerkers Gelet op alle veranderingen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd is afgesproken dat Hameland een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) zou uitvoeren. 8 Conform de landelijke definitie is dit inclusief de kosten voor vervoer op maat en de opleidingskosten Wsw. 6

Jaarverslag Hameland Doelstelling 3 Hameland meet iedere twee jaar, te beginnen in, de tevredenheid van de medewerkers en bepaalt op basis van de uitkomsten welke verbeterpunten worden aangepakt. Eind juli is de rapportage van het MTO aan alle medewerkers verstrekt. In algemene zin zijn de uitkomsten van het MTO bemoedigend. Ondanks de enorme herstructurering van de afgelopen jaren, die gepaard ging met veel veranderingen en twee personele reorganisaties onder het kaderpersoneel, beoordelen de medewerkers het werken bij Hameland met een 6.9. Ook gaat het overgrote deel van de medewerkers met plezier naar hun werk (categorieën meestal wel en altijd ). Binnen het werkbedrijf (werken binnen) is dit lager, maar gaat nog altijd 80,3% met plezier naar het werk. Uiteraard zijn er ook aandachtspunten te constateren, op de onderwerpen communicatie en trajectplan zullen er zeker verbeteracties worden benoemd. Het MTO is na de zomer van geanalyseerd en voor zowel het werkbedrijf als het ontwikkelbedrijf is een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak is eind aangeboden aan de ondernemingsraad en zal in 2015 met de ondernemingsraad en het dagelijks bestuur worden besproken. Ondertussen is de uitvoering van de aandachtspunten reeds ter hand genomen. Dit zal doorlopen in 2015. Hierna worden de belangrijkste uitkomsten van het MTO beschreven. Werkbeleving 88% van de respondenten gaat met plezier naar hun werk (categorieën meestal wel en altijd ). Het niveau van het werk wordt door de meerderheid (61,9%) als precies goed ervaren. Echter vindt 16,8% van de totale groep respondenten de door hen uitgevoerde werkzaamheden veel te makkelijk en 14,7% iets te makkelijk. De resultaten laten zien dat 26,2% van de respondenten uit het werkbedrijf behoefte heeft aan werk met meer afwisseling. Deze twee uitkomsten ( werk beter aan laten sluiten en meer afwisseling ) zijn meegenomen in het plan van aanpak. Zo wordt vanaf begin de procedure passende arbeid toegepast en zijn de werkpakketten binnen het werkbedrijf geanalyseerd. Direct leidinggevende Over het algemeen zijn de respondenten erg positief over hun direct leidinggevende. Toch is er ruimte voor verbetering binnen zowel de detacheringen als het werkbedrijf. De begeleiding in het werk, overleg met leidinggevenden (en informatie over wat er speelt ) en de aandacht voor zieke medewerkers zijn de onderwerpen die als belangrijkste verbeterpunten naar voren komen uit de onderzoeksresultaten. In het plan van aanpak is dan ook opgenomen dat er aandacht besteed wordt aan het opleiden van vakkrachten en werkbegeleiders, verzuimbegeleiding en een gedegen overlegstructuur. Wat opvalt bij de resultaten van het kaderpersoneel is dat 23,8% van het kaderpersoneel aangeeft te weinig tijd te krijgen om hun werk af te maken. Dit is een indicatie dat sprake is van een krappe bezetting. Werkcoach De resultaten over de werkcoach zijn overwegend positief, maar laten zeker ruimte voor verbetering zien. Punten als aandacht bij ziekte, frequentie van overleg en begeleiding behoeven aandacht. In het plan van aanpak zijn concrete acties opgenomen om de rol van de werkcoach richting de sw-medewerkers te verduidelijken. Zo zijn de werkcoaches die gekoppeld zijn aan de medewerkers in het werkbedrijf medio fysiek op die locatie aan de slag gegaan. Zo zijn zij beter bereikbaar voor de sw-medewerkers in het werkbedrijf. Binnen het ontwikkelbedrijf ligt de focus met name bij het kenbaar maken van de rol van de werkcoach. 7

Jaarverslag Hameland Werkomgeving en collega s De respondenten zijn over het algemeen positief over hun werkomgeving en collega s. Op één stelling na beoordeelt 80-90% van de respondenten de stellingen in positieve zin ( meestal wel of altijd ). De stelling ik vind dat wij genoeg werkoverleg hebben binnen onze afdeling is door een gedeelte van de respondenten uit de clusters werkbedrijf (40%), groepsdetachering (32%) en individuele detachering (22%) in negatieve zin ( meestal niet of nooit ) beoordeeld. Binnen het werkbedrijf vindt er met ingang van juli eenmaal per twee maanden een afdelingsoverleg plaats. Daarnaast is er aandacht voor omgangsvormen door middel van toolboxen en trainingen. Het werkoverleg bij opdrachtgevers waar sw-medewerkers gedetacheerd zijn, wordt mede bepaald door de opdrachtgever. Deze komt echter wel terug in de werkwijze arbeidsomstandigheden die vanaf september tot september 2015 wordt geïmplementeerd bij opdrachtgevers. Ontwikkeling en toekomst De antwoorden die de respondenten uit het werkbedrijf geven over ontwikkeling en toekomst zijn erg verdeeld. Over het algemeen is de houding ten opzichte van gedetacheerd werken vaker negatief dan positief. Het overgrote deel van de respondenten denkt niet geschikt te zijn om gedetacheerd te worden, begeleid te werken of zelfstandig aan de slag te gaan in het bedrijfsleven. Toch is er ook een percentage dat hier wél positief tegenover staat en het is zaak dus zaak om ook in het werkbedrijf sw-medewerkers te blijven ontwikkelen om ze voor te bereiden op een detacheringsplek bij een reguliere werkgever. Ondernemingsraad (OR) De vragen met betrekking tot de OR zijn door de OR geanalyseerd en zij zullen een eigen plan van aanpak maken om de verbeterpunten om te zetten in concrete acties. Faciliteiten Het grootste deel van de respondenten is positief over de toiletten, de plaats waar pauzes gehouden kunnen worden en de mate waarin er gelet wordt op werkhouding. Echter, 28% van de respondenten vanuit het werkbedrijf is meestal niet of nooit tevreden over de toiletten. Hier is door de verantwoordelijke medewerker van Hacron Schoon actie op ondernomen. 23% van de respondenten vanuit het kaderpersoneel gaf aan meestal niet tevreden te zijn over de plek waar pauze gehouden kan worden. Wat betreft het hoofdkantoor is hier gepoogd dit op te lossen door de kantine met beperkte middelen opnieuw in te richten. Directie en management De antwoorden op de stellingen over de directie en het management geven aan dat er vooral verbetering op het gebied van communicatie dient plaats te vinden. 31,3% van de totale groep respondenten vindt dat de directie en het management van Hameland meestal niet of nooit duidelijk zijn over de doelstellingen en plannen van Hameland, 35,3% vindt dit meestal wel of altijd het geval. 34% van de respondenten heeft meestal niet of nooit vertrouwen in de toekomst van Hameland, 37,8% heeft dit meestal wel of altijd. De onzekere toekomst in het kader van de Participatiewet zal hierbij wellicht een rol spelen. 41,8% van de respondenten geeft aan te denken dat de directie en het management niet weten wat er leeft onder de medewerkers, 33,7% denkt dat dit meestal wel of altijd het geval is. Op het gebied van communicatie en informatie zijn in het plan van aanpak actiepunten opgenomen. Medewerkers dienen frequenter en via verschillende kanalen geïnformeerd te worden om ze het gevoel te geven dat ze op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen. Trajectplan/resultaat- en ontwikkelgesprekken De vragen over het trajectplan (in is de naam gewijzigd in Individueel Ontwikkel Plan, omwille van de duidelijkheid wordt in dit verslag nog de term trajectplan gehanteerd) zijn in grote mate met ik weet het niet / niet van toepassing beantwoord. In het plan van aanpak is opgenomen dat hier meer aandacht aan besteed zal worden. Er is een projectgroep in het leven 8

Jaarverslag Hameland geroepen om de voortgang te monitoren. Organisatie Hameland Gedetacheerde sw-medewerkers voelen zich meer betrokken bij het bedrijf waar ze gedetacheerd zijn dan dat ze zich betrokken voelen bij Hameland. Sw-medewerkers die werkzaam zijn binnen het werkbedrijf voelen zich meer betrokken bij Hameland. Het overgrote deel van de respondenten is van mening dat Hameland er meestal wel of altijd alles aan doet om ongewenst gedrag te voorkomen. Toch is 14,9% van mening dat dit meestal niet of nooit het geval is. Vanwege de grote relevantie van het onderwerp is daarom besloten om een project rondom ongewenste omgangsvormen op de planning voor 2015 te plaatsen. 75% van de respondenten is er meestal wel of altijd trots op om bij Hameland te werken. 3.3 Diagnose en loonwaarde 3.3.1 Diagnose De diagnose is een belangrijk element in de aanpak van Hameland als arbeidsontwikkelbedrijf. Hameland wil een volledig en up to date beeld van de mogelijkheden van de sw-medewerkers. De diagnose vormt dé basis voor het snel en adequaat bemiddelen van sw-medewerker naar werk (zie paragraaf 3.3). Daarnaast wordt de informatie gebruikt bij het opstellen van het individueel ontwikkelplan (zie paragraaf 3.4). Doelstelling 4 Hameland heeft in beeld wat de sw-medewerkers kunnen. Indicator Het percentage sw-medewerkers dat beschikt over een actuele diagnose (< 3 jaar) Eindstand Eindstand Doel 45,8% 53,4% 84,2% Zoals is te zien, is de doelstelling niet gehaald. De voornaamste oorzaak hiervoor is een verkeerde berekening eind. Bij het bepalen van de doelstelling voor is uitgegaan van een eindstand van 72,9%, in plaats van een eindstand van 45,8%. In het verkeerde percentage zijn, naar medio duidelijk is geworden, niet alleen de medewerkers met een actuele diagnose geteld maar alle cliënten. Daardoor zijn alle trajecten op het gebied van diagnose meegeteld, met name de inspanning uit 2012 ten behoeve van de SDOA (een diagnose blijft immers 3 jaar geldig). In totaal heeft Hameland voor 423 cliënten in 2012 een diagnose opgemaakt, die dus niet als medewerker bij Hameland in dienst zijn. In is het percentage sw-medewerkers dat beschikt over een actuele diagnose gestegen van 45,8% naar 53,4%. De stijging had hoger kunnen uitvallen maar de capaciteit is niet optimaal ingevuld (vacatureruimte), er is al enige tijd minder capaciteit door niet beïnvloedbare / langdurige ziekte van twee medewerkers en er is heel veel nieuwe instroom geweest. Een diagnose opstellen van een nieuwe potentiële medewerker kost meer tijd dan een medewerker die al in dienst is. Daarnaast zijn er 12 inwoners in beeld gebracht die uiteindelijk niet zijn ingestroomd én hebben in totaal 23 medewerkers met een tijdelijk dienstverband aan het einde van geen vast dienstverband gekregen. Al deze personen zijn dus wel in beeld gebracht maar tellen niet mee in het percentage omdat ze geen medewerker van Hameland zijn (zie ook paragraaf 3.5.5 over de wachtlijst). 9

Jaarverslag Hameland 3.3.2 Loonwaarde en uurtarief Doelstelling 5 Hameland streeft er naar bij detacheringen het productiviteitspercentage van de sw-medewerker vast te stellen op basis van de principes van loonwaarde-onderzoek (het loonwaarde-onderzoek bepaalt hoeveel loonwaarde de sw-medewerker van Hameland heeft ten opzichte van iemand zonder beperking) en de uitkomst te betrekken bij het bepalen van het uurtarief. Indicator Bij een nieuwe detachering 9 wordt binnen 6 maanden na aanvang het productiviteitspercentage van de sw-medewerker vastgesteld en betrokken bij het bepalen van het definitieve uurtarief. Resultaat Resultaat Doel 10 n.g. n.g. 100% In zijn er met name bij een aantal groepsdetacheringen loonwaarde-onderzoeken uitgevoerd en is op basis van deze onderzoeken het uurtarief vastgesteld. Hameland constateert hierbij dat werkgevers steeds vaker bereid zijn om loonwaarde-onderzoeken uit te voeren en die ook leidend te laten zijn bij de tarifering. Daarentegen zijn er ook werkgevers die nog niet open staan voor deze wijze van tarief bepaling. Het expliciet meten van deze doelstelling is niet gerealiseerd. Enerzijds omdat een deel van de werkgevers nog niet bereid waren hieraan mee te werken. Anderzijds omdat er in het kader van de Participatiewet nagenoeg heel onduidelijkheid is geweest over het toe te passen loonwaardeinstrument. Op regionaal niveau, in het op te richten regionale werkbedrijf, diende hier eerst afstemming over plaats te vinden. Inmiddels is duidelijk dat Hameland het door haar gewenste instrument (Loonbalans van Competensys, het systeem dat Hameland ook gebruikt voor het opstellen van de diagnoses) mag toepassen - conform het convenant regionaal werkbedrijf tot 1 juli 2015 - en verdiepen de betrokken functionarissen zich verder in het toepassen van deze methodiek. 3.4 Werken en matchen 3.4.1 Werken Hameland kent twee takken van sport. Enerzijds richten de verkoopmedewerkers zich op het binnenhalen van werkpakketten voor werken binnen. Bij de werkpakketten dient de focus te liggen op drie aspecten: een goede spreiding (gelijkmatige verdeling van de hoeveelheid werk door het jaar heen), werkpakketten die goed aansluiten op de mogelijkheden van onze sw-medewerkers en een acceptabele toegevoegde waarde. Voor wat betreft de werkpakketten zijn er drie doelstellingen geformuleerd. Doelstellingen 6, 7 en 8 Er is een gelijkmatige spreiding van werkpakketten gedurende het jaar. De werkpakketten sluiten goed aan op de mogelijkheden van de sw-medewerkers. De werkpakketten kennen een acceptabele toegevoegde waarde. Voor wat betreft de toegevoegde waarde is de volgende indicator opgenomen in het Jaarplan. 9 Het gaat bij nieuwe detacheringen om sw-medewerkers die daadwerkelijk een nieuwe werkplek bij een werkgever krijgen. Het aanpassen of verlengen van een bestaande detachering vallen hier dus niet onder. 10 n.g. = niet gemeten. 10

Jaarverslag Hameland Indicatoren Stijging van de toegevoegde waarde van de werkpakketten ten opzichte van 11. Resultaat Resultaat Doel n.g. 45% 83% Hameland heeft zich in gericht op het aantrekken van diverse recycle werkzaamheden. Deze werksoort is duurzaam en daarmee maatschappelijk verantwoord en het kan een acceptabele toegevoegde waarde opleveren. Een voorbeeld hiervan is het demonteren van huishoudelijke- en ICT apparatuur, maar ook het scheiden van kunststoffen. Begin september is er een goede bijeenkomst geweest tussen de gemeenten Aalten, Haaksbergen en Berkelland en Stichting Texperium uit Haaksbergen over de mogelijkheden op het gebied van kledingrecycling. Door externe niet door Hameland te beïnvloeden factoren, waaronder marktontwikkelingen in voornamelijk Afrika en het voormalige Oostblok, krijgt dit helaas in 2015 geen vervolg. In het eerste kwartaal was er nog sprake van een daling van de toegevoegde waarde doordat Hameland in het eerste kwartaal van een goede omzet kende door enkele grote, maar incidentele orders. De daling in het eerste kwartaal is in de rest van omgebogen. Uiteindelijk is in de toegevoegde waarde met 45% gestegen ten opzichte van. In het laatste kwartaal bedroeg de stijging minimaal 75% per maand, ten opzichte van de gemiddelde toegevoegde waarde over. De werkzaamheden en daarmee de gerealiseerde omzetten zijn veel structureler van aard en er is duidelijk sprake van een gelijkmatigere spreiding van werk ten opzichte van. De medewerkers zijn hierdoor continue aan het werk en ze voeren werk uit dat meer uitdaging in zich heeft dan het werk dat in werd uitgevoerd. Dit zorgt in algemene zin voor een (veel) betere sfeer in het werkbedrijf. Doelstelling 9 Hameland beschikt over passende vacatures voor de te bemiddelen sw-medewerkers. Hameland had in als doel meer sw-medewerkers bij een reguliere werkgever te plaatsen (zie ook doelstelling 1). Daarnaast had Hameland te maken met een vervangingsvraag. Op basis van de ervaring in diende 68% van de plaatsingen (292) gerealiseerd te worden door binnengebrachte vacatures 12. Omdat het percentage vacatures dat tot een plaatsing leidt ook 68 bedraagt, was berekend dat Hameland in naar verwachting 430 plaatsingen diende te realiseren om de extra detacheringen te realiseren en te voorzien in de vervangingsvraag. Indicatoren Resultaat Resultaat Doel Het totaal aantal ingebrachte vacatures 254 314 430 Het voorzieningspercentage 13 n.g. 72,6% 68,0% In zijn er 1.783 contacten gerealiseerd met (potentiële) opdrachtgevers. Ten opzichte van (1.273 contacten) heeft er een stijging van het aantal contactmomenten met (potentiële) opdrachtgevers plaats gevonden van 40%. Deze stijging aan contacten heeft ook gezorgd voor meer binnengehaalde vacatures. In zijn in totaal 314 vacatures binnengehaald. Dit is duidelijk meer dan in (254, een stijging van 24%), maar het is onvoldoende gebleken om de gewenste toename van het aantal detacheringen te realiseren. Desalniettemin kan gesteld worden dat de drie jobhunters van Hameland hun positie in werkgeversland hebben verstevigd. 11 Omdat het huidige gemiddelde uurtarief laag is, is de gewenste stijging procentueel gezien groot. Uit concurrentieoverweging doen wij geen mededeling over het gemiddelde uurtarief. 12 32% van de plaatsingen gebeurt dus via verlenging van bestaande contracten. 13 Het totaal aantal ingebrachte vacatures afgezet tegen het totaal aantal vervulde vacatures. 11

Jaarverslag Hameland Het voorzieningspercentage is uitgekomen boven de doelstelling: 72,6%. Van alle ingebrachte vacatures leidde 72,6% dus tot een plaatsing. Dit resultaat geeft aan dat de jobhunters van Hameland overwegend de juiste vacatures binnenhalen, die passen bij de mogelijkheden van de sw-medewerkers. Hameland constateert dat de bedrijfseconomische barometer nog steeds niet op mooi weer staat. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat plaatsingen vroegtijdig worden beëindigd of voor een kortere periode worden aangegaan. Daarnaast is er net als altijd soms sprake van een match die in de praktijk toch niet blijkt te werken. In paragraaf 3.4.3 (doelstelling 13) wordt nader ingegaan op de dynamiek voor wat betreft het plaatsen van medewerkers enerzijds en het aflopen van detacheringen anderzijds. Gelet op de lichte daling van het aantal detacheringen (zie doelstelling 1) maar ook het grote aantal nieuwe plaatsingen is duidelijk dat het bemiddelen naar en vooral het behouden van de werkplek niet vanzelf gaat. Hierbij is het vermelden waard dat het aantal beëindigde plaatsingen in op 332 is uitgekomen. Dit betekent een daling van 21,7% ten opzichte van toen het aantal beëindigde plaatsingen nog 424 bedroeg. De focus op relatiebeheer en de introductie van de werkwijze passende arbeid hebben hier zeker een positieve bijdrage aan geleverd. 3.4.2 Matchen Naast voldoende passende vacatures is het uiteraard ook belangrijk dat Hameland adequaat en snel de beschikbare sw-medewerkers kan plaatsen. Zeker als sw-medewerkers hun detacheringsplek verliezen, bijvoorbeeld doordat de werkgever minder capaciteit nodig heeft, is het van belang dat de sw-medewerkers snel weer op een nieuwe passende werkplek geplaatst worden. Snelheid is ook geboden als een jobhunter een passende vacature binnenhaalt. Dan is het richting de werkgever van belang dat Hameland laat zien doortastend op te kunnen treden en snel met een geschikte kandidaat te komen teneinde de capaciteitsvraag van die werkgever te kunnen vervullen. Doelstelling 10 Hameland plaatst beschikbare medewerkers zo snel mogelijk op een passende werkplek bij een reguliere werkgever. Indicatoren De gemiddelde doorlooptijd (in kalenderdagen) van het beschikbaar stellen van de vacature tot het plaatsen van de beschikbare medewerker op de betreffende werkplek. Resultaat Resultaat Doel n.g. 34 28 De gemiddelde doorlooptijd (in kalenderdagen) van het beschikbaar stellen van de vacature tot het plaatsen van de beschikbare medewerker op de betreffende werkplek is uitgekomen op 34. Het doel van 28 dagen is daarmee niet gehaald. Voor deze overschrijding kan niet 1 specifieke reden worden benoemd. Hierin spelen diverse factoren een rol. Denk daarbij o.a. aan het betrachten van zorgvuldigheid in het matchingsproces (met een voorzieningspercentage van 72,6% als resultaat), de introductie van de werkwijze passende arbeid alsmede de bewuste keuze om een aantal specifieke vacatures gedurende een langere periode open te houden om zo de kans op een passende match niet uit te sluiten (gelet op de overtuiging dat daar ergens de geschikte kandidaat voor te vinden zou moeten zijn). 12

Jaarverslag Hameland Indicatoren De gemiddelde doorlooptijd (in kalenderdagen) van het aanmelden van een beschikbare medewerker (bij direct bemiddelbaar) tot het plaatsen van de beschikbare medewerker op een werkplek. Resultaat Resultaat Doel n.g. 136 57 De gemiddelde doorlooptijd van het aanmelden van een beschikbare medewerker tot het plaatsen van de beschikbare medewerker op een werkplek is aanzienlijk hoger uitgekomen dan de doelstelling (136 om 57). Het betreft een nieuwe indicator die dit jaar voor het eerst inzichtelijk is gemaakt. Het gemiddelde wordt negatief beïnvloed door medewerkers die al langere tijd onderdeel zijn van direct bemiddelbaar en nog steeds niet bemiddeld zijn naar een plek buiten de muren van Hameland. Met de kennis van nu kan gesteld worden dat niet alle sw-medewerkers die zijn ingedeeld bij direct bemiddelbaar ook daadwerkelijk bemiddelbaar bleken te zijn. Dit zal in 2015 worden aangepast. Neemt niet weg dat het algemene uitgangspunt blijft: iedereen kan worden gedetacheerd. 3.5 Begeleiding en ontwikkeling 3.5.1 Ontwikkeldoelen Hameland is een arbeidsontwikkelbedrijf. Dat uit zich onder meer in het feit dat iedere sw-medewerker een werkcoach heeft die hem of haar begeleidt in de te stellen ontwikkeldoelen. Die ontwikkeldoelen worden vastgelegd in een trajectplan dat wordt ondertekend door zowel de werkcoach als de sw-medewerker. Een trajectplan heeft een geldigheid van maximaal 1 jaar. Doelstelling 11 Hameland werkt gestructureerd aan de arbeidsontwikkeling van de sw-medewerker. Indicatoren Het percentage medewerkers dat beschikt over een actueel trajectplan De werkcoach heeft minimaal 1 keer per jaar een voortgangsgesprek over de voortgang op de gestelde ontwikkeldoelen Eindstand Eindstand Doel 85,0% 91,2% 90% n.g. n.g. 100% De werkbegeleider heeft gerichte inzet gepleegd gericht op het bereiken van de gestelde n.g. n.g. ontwikkeldoelen 14 Het percentage medewerkers met een actueel trajectplan is in gestegen van 85,0% naar 91,2%. Hiermee is de doelstelling gerealiseerd. Gelet op het ziekteverzuimpercentage onder sw-medewerkers kan het behaalde percentage als een zeer goed resultaat worden gezien. De overige twee indicatoren kunnen nog niet worden gemeten in het nieuwe systeem Competensys. Voor wat betreft het voortgangsgesprek is inmiddels afgesproken dat ieder gesprek wordt vertaald in een geactualiseerd trajectplan. Het aantal geactualiseerde trajectplannen geeft dan dus aan dat er contact is geweest tussen de sw-medewerker en de werkcoach. Voor het monitoren van de gerichte inzet door de werkbegeleider is een module werkplekopleiden nodig. Voor 2015 wordt bekeken of deze module kan worden ingericht. 14 Het gaat in dit geval dus om de groepen waar Hameland een werkbegeleider op in zet. Met name betreft dit de medewerkers bij werken binnen. 13

Jaarverslag Hameland 3.5.2 Direct bemiddelbaar Een deel van de sw-medewerkers is aangemerkt als direct bemiddelbaar. Deze groep heeft om welke reden dan ook tijdelijk geen passende werkplek bij een reguliere werkgever, maar is wel in staat om gedetacheerd te worden. Direct bemiddelbaar kan worden gezien als de reservebank van Hameland. Deze reservebank is daarmee hét aanbod waar Hameland uit kan putten bij het van dienst zijn van werkgevers met capaciteitsvraagstukken. Hameland heeft ook deze sw-medewerkers altijd opgevangen op de centrale locatie. Daarbij is een ontwikkelprogramma ingericht, maar daarnaast voeren deze sw-medewerkers werkzaamheden uit die in principe voor werken binnen zijn bedoeld. Het contrast in het niveau van de uit te voeren werkzaamheden is daarbij soms groot in vergelijking met de werkzaamheden die tijdens de detachering werden uitgevoerd. Wat veel belangrijker is, is dat deze groep direct bemiddelbaar in beweging en ontwikkeling blijft. Dat hoeft niet per se 5 dagen per week en ook niet met een deel werken. Doelstelling 12 Hameland heroriënteert zich op de meest effectieve en efficiënte werkwijze voor de groep direct bemiddelbaar. Gelet op de uitvoering van de Participatiewet heeft Hameland in het voorjaar van de organisatie ingedeeld in twee hoofdonderdelen: een werkbedrijf en een ontwikkelbedrijf. De indeling van direct en potentieel bemiddelbaar en beschut werken is in de loop van losgelaten. De sw-medewerkers van potentieel bemiddelbaar en beschut werken maken deel uit van het werkbedrijf. Omdat de focus van de medewerkers van direct bemiddelbaar op een werkplek bij een reguliere werkgever ligt, zijn zij onderdeel geworden van het ontwikkelbedrijf. Binnen het ontwikkelbedrijf is het Ontwikkelhuys ingericht. Deze afdeling richt zich op zowel de medewerkers die direct bemiddelbaar zijn als de medewerkers die re-integreren of getraind dienen te worden, bijvoorbeeld op werknemersvaardigheden. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de onderzoekers van diagnose. In 2015 zal, op basis van het transitieplan, de afstemming tussen werken binnen en ontwikkelen & detacheren verder worden geoptimaliseerd (zie ook hoofdstuk 2). 3.5.3 Beschut werken en potentieel bemiddelbaar De afdeling werken binnen kent twee groepen. Ten eerste de groep beschut werken. Deze groep bestaat uit sw-medewerkers die in principe zijn aangewezen op een werkplek bij Hameland. Voor deze groepen zijn er wat meer eenvoudige werkpakketten in huis, waarbij er echter nog steeds naar gestreefd wordt om met plezier maar wel productiematig te werken en daarin ook uitdaging te bieden. Soms betekent dat ontwikkeling, en soms het vasthouden van het huidige niveau. Ook deze medewerkers kunnen overigens werkzaam zijn in bijvoorbeeld een groepsdetachering. Dit hangt uiteraard af van het soort werk, de werkomstandigheden en de begeleiding. Ten tweede kent Hameland de groep potentieel bemiddelbaar. De medewerkers van deze groep beschikken over ontwikkelpotentieel. Indien deze sw-medewerkers zich goed ontwikkelen, behoort een werkplek buiten de muren van Hameland tot de mogelijkheden. De groep potentieel bemiddelbaar is daarmee onze kweekvijver van waaruit de reservebank (direct bemiddelbaar) kan worden aangevuld met arbeidskrachten die klaar zijn voor een passende werkplek bij een reguliere werkgever. Dit betekent dat het gericht ontwikkelen van het arbeidspotentieel van deze groep een belangrijke focus is van Hameland. Doelstelling 13 Er vindt doorstroming plaats van de sw-medewerkers uit de groep potentieel bemiddelbaar naar de groep direct bemiddelbaar. 14

Jaarverslag Hameland Indicatoren Het aantal fte medewerkers dat vanuit potentieel bemiddelbaar wordt aangemeld bij direct bemiddelbaar. Resultaat Resultaat Doel n.g. 2,8 fte 49 fte In de vorige paragraaf is aangegeven dat het verschil tussen beschut werken en potentieel bemiddelbaar is losgelaten. Per saldo is het uitgangspunt dat iedere sw-medewerker detacheerbaar is. Daarbij blijkt in de praktijk dat sw-medewerkers soms vanuit potentieel bemiddelbaar in één keer worden geplaatst bij een reguliere werkgever en dat ze daarmee niet worden aangemeld bij direct bemiddelbaar. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat de sw-medewerkers zo veel mogelijk bij een reguliere werkgever aan de slag zijn. Dat dient het effect te zijn. We gaan hierna specifiek in op de ontwikkeling van het aantal fte van potentieel bemiddelbaar in. De tabel op pagina 4, eindstand is 302 fte om 290 fte in, geeft weinig dynamiek aan: er is slechts een daling van 12 fte. Maar schijn bedriegt. Want van de 302 fte die op 31 december onderdeel waren van potentieel bemiddelbaar is maar liefst 70,1 fte uit- of doorgestroomd. Hierna is dit in beeld gebracht. Van potentieel bemiddelbaar naar: Groepsdetachering 9,6 fte Individuele detachering 4,5 fte Klein vervoer 15 1,0 fte Direct bemiddelbaar 9,3 fte Werken binnen 16,6 fte Niet beïnvloedbare ziekte 2,0 fte Uit dienst 27,1 fte ----------- Totaal 70,1 fte Omdat de totale omvang van potentieel bemiddelbaar maar is gedaald met 12 fte betekent de hierboven weergegeven uitstroom van 70,1 fte dat er ook 58,1 fte vanuit andere werkplekken (en nieuwe instroom vanuit de wachtlijst) is ingestroomd bij potentieel bemiddelbaar. Deze wijzigingen vinden uiteraard niet alleen plaats binnen potentieel bemiddelbaar. Zo is van de medewerkers die op 31 december individueel waren gedetacheerd (149 fte) afgerond 52,7 fte uitgestroomd naar andere werkplekken of uit dienst. Het totaal aantal individueel gedetacheerden is echter met 20 fte gedaald (naar 129 fte), dus er is ook 32,7 fte weer ingestroomd op een individuele detachering. Dit maakt duidelijk dat er organisatie breed veel in-, door- en uitstroom plaatsvindt. In totaal zijn er 780 zogenaamde omwentelingen geweest. 3.6 Bedrijfsvoering 3.6.1 Ziekteverzuim Hameland kampt al een lange periode met een hoog ziekteverzuimpercentage onder de swmedewerkers. Het ziekteverzuimpercentage van de sw-medewerkers bedroeg begin 17,0%, het gemiddelde in bedroeg 15,5%. Voor kadermedewerkers was dit in een stuk lager, namelijk 4,9%. Doelstelling 14 Medewerkers van Hameland worden adequaat begeleid gedurende ziekte. 15 Hameland organiseert deels zelf het vervoer op maat en zet hiervoor sw-medewerkers in als chauffeur. 15

Jaarverslag Hameland Indicatoren Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage van sw-medewerkers Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage van kadermedewerkers Resultaat Resultaat Doel 15,5% 14,4% 13,6% 4,9% 6,4% 4,9% Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage van de sw-medewerkers is 1% lager dan in maar het gestelde doel (13,6% is niet gehaald). Indien we het gemiddelde ziekteverzuimpercentage vanaf juli bekijken, dan bedraagt het gemiddelde 13,4 %. Een structurele daling lijkt hiermee ingezet. Hierna is inzicht gegeven in het aandeel kort, middel en lang verzuim: Duur ziekteverzuim Resultaat Resultaat Kort (< 8 dagen) 1,3% 1,1% Middel (8-42 dagen) 4,1% 2,2% Lang (42-365 dagen) 8,0% 7,8% > 1 jaar 2,1% 3,3% Totaal 15,5% 14,4% Hameland heeft 44 sw-medewerkers die langer dan 1 jaar ziek zijn. Hiervan zijn er slechts 3 werk gerelateerd. Hierna is het gemiddelde ziekteverzuimpercentage per onderdeel weergegeven: Onderdeel Resultaat Resultaat Werken binnen 21,8% 19,0% Groepsdetacheringen 7,2% 6,7% Hacron Groen 9,8% 10,3% Hacron Schoon 14,7% 10,6% Individuele detacheringen 16,3% 14,3% Het ziekteverzuim bij werken binnen ligt het hoogst. Daarom is hier in september een specifieke aanpak gestart (project anders kijken naar ziekteverzuim ). Leidinggevenden krijgen door middel van coaching on the job inzicht in hoe zij de inzetbaarheid van medewerkers maximaal kunnen beïnvloeden. Zij krijgen feedback op hun gedrag en mogelijkheden aangereikt om de inzetbaarheid van medewerkers te vergroten en daarmee het verzuim terug te dringen. Een coach neemt met de leidinggevende al zijn zieke medewerkers door en bespreekt mogelijkheden om het verzuim te beïnvloeden. Vanaf het begin van ieder verzuim wordt de werkbegeleider gevolgd in zijn aanpak en gecoacht op zijn gedrag. Er wordt besproken of de verzuimreden medisch van aard is of dat er mogelijk andere factoren een rol spelen bij de afwezigheid van de medewerker. Als dit het geval is zal ook een andere aanpak/oplossing van de aanwezigheid besproken worden. Als er sprake is van meer dan 3 keer verzuim in de laatste 12 maanden, dan wordt een gesprek gevoerd met de medewerker door de leidinggevende en de werkcoach. Ook hierin wordt gekeken naar oplossingen om het structurele frequente verzuim terug te dringen. Als het verzuim langer dan 4 weken duurt bespreken leidinggevende en werkcoach het einddoel van het verzuim en of alle stappen gezet zijn om dit einddoel te kunnen bereiken. Kern van de aanpak is dat deze zich richt op fundamentele gedragsverandering bij leidinggevenden en medewerkers in het omgaan met ziekteverzuim. Het ziekteverzuim onder niet-gesubsidieerde kadermedewerkers is uitgekomen op 6,4%, ruim boven het gestelde doel. Een aantal langdurige ziektegevallen (sec medisch, niet werk gerelateerd) drukt, gezien de geringe omvang van de formatie, zwaar op het gemiddelde verzuim. 16

Jaarverslag Hameland 3.6.2 Verlofstuwmeer Zowel een deel van de sw-medewerkers als de kadermedewerkers heeft een overschot aan verlofuren, een zogenaamd verlofstuwmeer 16. Omdat het verkregen rechten zijn, is het van belang dat het stuwmeer wordt afgebouwd. Doelstelling 15 Hameland bouwt het stuwmeer van verlof af. Indicatoren Resultaat Resultaat Doel Het % sw-medewerkers met een stuwmeer van verlof 26,8% 30,4% 20,0% Het % kadermedewerkers met een stuwmeer van verlof 50,0% 54,1% 36,0% In lukte het nog om het aantal uren met 24.000 te verminderen (-22%). Het streven was deze lijn door te zetten in maar dit is niet gelukt. Het aantal medewerkers met een stuwmeer van verlof is helaas weer gestegen. Deze stijging geldt bij zowel de sw-medewerkers als de kadermedewerkers. Belangrijke oorzaak hiervoor was het aanpassen van de Kaderregeling werktijden, waardoor er onduidelijkheid bestond over de compensatie-uren. In is een nieuwe Kaderregeling werktijden vastgesteld en deze is op 1 januari 2015 in werking getreden. Daarnaast speelt een rol dat tussen VNG en vakbonden de wettelijke verjaringstermijn voor de Wsw is opgerekt naar 5 jaar. Dit maakt het voor Hameland moeilijker sturen op inperkingen van verlofrecht. In 2015 zal het afbouwen van verlofuren hernieuwd onder de aandacht van de leidinggevenden worden gebracht. 3.6.3 Ontwikkeling kadermedewerkers Hameland dient als werkgever het goede voorbeeld te geven waar het gaat om de ontwikkeling van het personeel. Uiteraard gaat alle aandacht uit naar de arbeidsontwikkeling van de sw-medewerkers, maar dit neemt niet weg dat Hameland vanuit het principe van goed werkgeverschap de kadermedewerkers 17 ook een perspectief wil bieden. Daartoe kent Hameland een cyclus van resultaat- en ontwikkelgesprekken. Dit betekent dat de leidinggevende en de medewerker met elkaar in gesprek gaan en afspreken welke resultaten geboekt dienen te worden en hoe de ontwikkeling van de medewerker wordt vormgegeven. De resultaat- en ontwikkelgesprekken zijn ook onderdeel van de beoordelingssystematiek. In hebben alle kadermedewerkers minimaal een startgesprek gehad. Doelstelling 16 Leidinggevenden en kadermedewerker bespreken periodiek resultaten en ontwikkeldoelen. Indicatoren De leidinggevende heeft minimaal 1 keer per jaar een voortgangsgesprek over resultaten en ontwikkeldoelen met de kadermedewerkers Resultaat Resultaat Doel Startgesprek 69,1% 100,0% In totaal heeft 69% van alle kadermedewerkers een voortgangsgesprek gehad met de direct leidinggevende over de resultaten en de ontwikkeldoelen. Met de resterende medewerkers zal het voortgangsgesprek in het eerste kwartaal van 2015 plaatsvinden. 16 Het aantal verlofuren boven de 72 uur, uitgaande van een full time (36 uur) dienstverband. 17 Sw-medewerkers die functioneren in een kaderfunctie worden ook als kadermedewerker gezien en krijgen derhalve ook een resultaat- en ontwikkelgesprek. 17

Jaarverslag Hameland 3.6.4 Taakstelling Normaal gesproken is het streven zo dicht mogelijk rond de taakstelling uit te komen, maar door de komst van de Participatiewet lag dit in genuanceerder. De Colleges van B&W dienden te bepalen of zij de taakstelling in wensten in te vullen. Daarnaast diende voor de gehele groep sw-medewerkers met een tijdelijke aanstelling medio bepaald te worden of zij in dienst zouden blijven bij Hameland (en de rechten en plichten van de Wsw behouden) of alsnog zouden instromen in de nieuwe Participatiewet. Doelstelling 17 Het algemeen bestuur van Hameland neemt, in overleg met de betrokken Colleges van B&W, een besluit over het invullen van de taakstelling Wsw én over de wijze waarop wordt omgegaan met de sw-medewerkers met een tijdelijke aanstelling: blijven zij een dienstverband bij Hameland houden of dienen zij in te stromen in de Participatiewet? Hameland voert dit besluit vervolgens namens de gemeenten uit. In overleg met het Algemeen Bestuur en de Colleges van B&W is besloten de taakstelling van wel gewoon in te vullen en de betreffende inwoners een tijdelijk dienstverband te geven. In de vergadering van 3 november jl. is een besluit genomen over het al dan niet omzetten van de tijdelijke dienstverbanden in een vast dienstverband. Het bestuur is van mening dat voor de groep personen met een tijdelijk dienstverband de uitgangspunten van de nieuwe Participatiewet de basis dienen te vormen voor de werkwijze in de praktijk. Dit betekent dat voor personen die nu gedetacheerd worden bij een reguliere werkgever gestreefd dient te worden naar het werken bij die reguliere werkgever op basis van een loonkostensubsidie. Personen die niet gedetacheerd worden (lees: bij Hameland zelf werken) dienen of alsnog bemiddeld te worden naar een werkplek bij een reguliere werkgever of in aanmerking te komen voor de nieuwe indicatie beschut werk. Naast het volgen van het gedachtegoed van de Participatiewet, beseft het bestuur dat de sociaalmaatschappelijke situatie van de medewerker met een tijdelijk dienstverband evenzeer een rol dient te spelen bij het besluit wel of niet een vast dienstverband op basis van de Wsw aan te bieden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de situatie van de persoon zelf en zijn of haar omgeving, maar eventueel ook om de positie van de werkgever waar de betreffende medewerker nu nog is gedetacheerd. In algemene zin volgt het bestuur het principe van maatwerk, waarbij per situatie wordt beoordeeld welk besluit het beste kan worden genomen. Dit sluit aan bij het gedachtegoed van de decentralisaties op het gebied van werk en zorg. Een individuele, maar zorgvuldige en een goed gemotiveerde besluitvorming is het uitgangspunt. Op basis van de mandaatregeling ligt de bevoegdheid voor het nemen van een besluit over het aanbieden van een vast dienstverband bij de directeur van Hameland. Gelet op het sluiten van de Wsw en de inwerkingtreding van de Participatiewet is het besluit nu genomen door de Colleges van B&W. Het bestuur heeft op 3 november besloten geen collectief besluit te nemen over het wel of niet aanbieden van een vast dienstverband Wsw aan de personen die nu een (laatste) tijdelijk dienstverband hebben. Het bestuur is van mening dat op basis van individueel maatwerk een zorgvuldig en gemotiveerd besluit dient te worden genomen door de Colleges van B&W van de betrokken gemeenten, na weging van het advies van Hameland. Dit is in de maanden november en december geëffectueerd. De vijf deelnemende gemeenten kregen in gezamenlijk een taakstelling toegewezen van afgerond 1.393,02 SE. Een deel van deze taakstelling van de gemeenten is ingevuld door andere sw-bedrijven, de resterende taakstelling is door Hameland ingevuld. Daarnaast heeft Hameland voor gemeenten buiten het schapsgebied 31,14 SE aan taakstelling uitgevoerd. De totale 18

Jaarverslag Hameland taakstelling van Hameland bedroeg 1.399,69 SE. Van de taakstelling van de vijf deelnemende gemeenten (1.393,02) resteerde, na aftrek voor realisatie door andere Sw bedrijven, voor Hameland een taakstellingsopdracht 1.368,55 SE. Hiervan heeft Hameland afgerond 1.365,20 SE kunnen realiseren. De zogenaamde onderrealisatie is per saldo dus 3,32 SE. Hierna is de taakstelling (na collegiale uitruil) en de realisatie in per gemeente weergegeven: Gemeente Taakstelling gemeente Taakstelling gemeente Taakstelling Hameland Hameland Verschil Aalten 299,38 300,98 297,65 293,45-4,20 Berkelland 328,18 332,05 328,80 328,47-0,33 Haaksbergen 126,63 122,14 107,30 108,02 0,72 Oost Gelre 316,75 315,90 314,90 314,64-0,26 Winterswijk 319,80 321,95 319,90 320,65-0,75 Overige gemeenten n.v.t n.v.t. 31,14 31,14 0,00 Totaal 1.390,74 1.393,02 1.399,69 1.396,37-3,32 Dankzij de collegiale uitruil door de vijf Colleges van B&W kon optimaler invulling worden gegeven aan de taakstellingsruimte van de gemeenten en zijn de financiële effecten van overrealisatie bij de ontvangende gemeenten beperkt gebleven. Hameland is ondanks de nagenoeg gelijke taakstelling in staat geweest om in een aanzienlijke instroom in de Wsw te realiseren (zie hierna). Volledigheidshalve is hierna de collegiale uitruil in weergegeven: Uitruil Ontvangend college Berkelland Haaksbergen Oost Gelre Winterswijk Totaal Overdragend college Aalten 1,00 1,50 1,50 1,00 5,00 3.6.5 Wachtlijst In de loop van werd duidelijk dat de Participatiewet in werking zou treden. De wachtlijst Wsw is per 1-1-2015 vervallen. Omdat de gemeenten en de sociale partners hebben afgesproken dat mensen met een Wsw-indicatie op de Wsw-wachtlijst (en Wajongers met arbeidsvermogen) de eerste jaren prioriteit hebben voor de plaatsing op de zogenaamde garantiebanen, dienen de gemeenten inzicht te hebben in de wachtlijst. Doelstelling 18 Hameland verzorgt in het beheer van de wachtlijst en zal - zodra duidelijk is dat de Participatiewet op 1 januari 2015 in werking treedt - met de gemeenten in overleg gaan om de overdracht van de wachtlijst op de door de gemeenten gewenste wijze vorm te geven. De laatste jaren laat de wachtlijst gelukkig een dalende tendens zien. Hieronder is per gemeente het inzicht te zien in de ontwikkeling van de wachtlijst in 2012 en en de stand in op 1 januari en 31 december (in aantal beschikbare personen): Wachtlijst 01-01-2012 01-01- 01-01- 31-12- Aalten 70 59 48 29 Berkelland 70 62 56 14 Haaksbergen 45 14 19 13 Oost Gelre 56 59 49 14 Winterswijk 74 70 45 24 Totaal 315 264 217 94 19

Jaarverslag Hameland Aangezien besloten is de taakstelling gewoon te benutten, heeft het hele jaar weer instroom van inwoners plaatsgevonden vanuit de wachtlijst. Omdat met name de gemeenten Aalten, Berkelland en Winterswijk eind hebben besloten (23) tijdelijke dienstverbanden niet om te zetten in een vast dienstverband, zijn er ook in december nog verschillende personen in een tijdelijk dienstverband ingestroomd. Ten opzichte van 1 januari 2012 is de wachtlijst met ruim 70% afgenomen. De eindstand van de wachtlijst ziet er per categorie als volgt uit: Categorie Aantal Niet kunner 51 Garantiebaan 43 Subtotaal 94 Opschorting 8 Totaal 102 Bij 51 personen is in overleg met de gemeenten bepaald dat zij op dit moment een zogenaamde niet kunner zijn. Ook zijn er 8 personen die onder de categorie opschorting vallen. Het gaat in deze gevallen om een situatie van een ziekenhuisopname, het volgen van een opleiding of het leven in hechtenis. Het aantal beschikbare personen die door de gemeenten bemiddeld kunnen worden in het kader van een garantiebaan is daarmee nog 43 personen. 23 van hen hadden een tijdelijk dienstverband dat eind niet is verlengd. Hameland draagt de wachtlijst in het eerste kwartaal van 2015 over aan de gemeenten. 3.7 Financiële resultaten In is een begrotingswijziging doorgevoerd. De oorspronkelijke begroting betrof, als onderdeel van de meerjarenbegroting -2017 18, een rekenkundige extrapolatie van de oorspronkelijke begroting. In de volgende tabel wordt het resultaat afgezet tegen de oorspronkelijke en gewijzigde begroting en het resultaat in. Resultatenanalyse (x 1.000) Rekening Begroting na wijziging Begroting Rekening Totaal bedrijfsopbrengsten 7.006 7.584 7.958 6.858 Af: Totaal bedrijfskosten 19 6.398 7.405 7.663 6.219 Saldo algemene dekkingsmiddelen -80-116 283 107 Operationeel resultaat 528 63 578 746 Wsw-subsidie 36.444 36.414 35.649 36.341 Af: Salarissen Wsw en begeleid werken 38.341 38.831 38.552 38.094 Subsidieresultaat -1.897-2.417-2.903-1.753 Buitengewone baten/lasten -567 0-575 -2.498 Mutaties in reserves 0 0 0 0 Resultaat voor gemeentelijke bijdrage -1.936-2.354-2.900-3.503 Gemeentelijke bijdrage 0 0 0 1.048 Garantiestelling gemeenten 1.936 2.354 2.900 2.455 Resultaat na bestemming 0 0 0 0 18 Deze meerjarenbegroting is op 28 juni vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Hameland. 19 De bedrijfskosten worden gevormd door de salarissen voor de niet-gesubsidieerde kaderformatie, de loonkosten voor de Wwb-personeelsleden, de kosten voor afschrijvingen en de overige bedrijfskosten. 20

Jaarverslag Hameland 3.7.1 Toelichting Hierna wordt het resultaat vergeleken met het resultaat en/of de gewijzigde begroting. Operationeel resultaat Het operationeel resultaat, gedefinieerd als het resultaat waarop Hameland in de bedrijfsuitoefening zelf invloed kan uitoefenen, is in ten opzichte van het voorgaand jaar verminderd, 746.000 om 528.000. Het resultaat van is wel beduidend beter dan begroot ( 63.000). De forse besparingen in de kostensfeer compenseren de achterblijvende opbrengsten. Verderop wordt nader ingegaan op de kosten en opbrengsten. Subsidieresultaat Het subsidieresultaat, zijnde de resultante van de ontvangen Wsw subsidie en de personele kosten 20 voor de sw-medewerkers, is door Hameland slechts zeer beperkt te beïnvloeden. Dit resultaat is nagenoeg volledig afhankelijk van twee factoren, te weten: de hoogte van de Wsw subsidie per arbeidsjaar zoals deze jaarlijks wordt vastgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; de loonkosten ontwikkelingen vanuit de Cao Wsw, deze afspraken worden op landelijk niveau tussen VNG en de vakbonden overeengekomen. De personele kosten van sw-medewerkers bestaan uit de loonkosten inclusief sociale lasten en pensioenpremies en daarnaast ook de vervoers- en scholingskosten. Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de personele kosten per fte: Personele kosten Wsw (bedragen x 1.000) Rekening Begroting na wijziging Begroting Rekening Personele kosten 37.979 38.332 38.162 37.695 Personele kosten per fte 28,4 29,3 28,9 28,3 Het subsidieresultaat heeft zich minder negatief ontwikkeld dan verwacht. Ten opzichte van is het subsidieresultaat met 144.000 verslechterd. Door de hoge nieuwe instroom - Hameland had op 1 januari 2015 190 medewerkers met een tijdelijk dienstverband 21 - en het uitblijven van een nieuwe Cao Wsw (begin is deze Cao al afgelopen) zijn de gemiddelde loonkosten lager uitgevallen. De gemiddelde loonsom per fte is uitgekomen op afgerond 28.400 per fte en ligt hiermee 0,4% hoger dan de gemiddelde loonsom in. In de begrotingen is rekening gehouden met een Cao wijziging maar die is tot op heden uitgebleven doordat de VNG niet in overleg wenst te treden met de vakorganisaties. Het aantal plaatsingen in begeleid werken kende een stijgende lijn ten opzichte van voorgaand jaar (zie paragraaf 3.1). Doordat deze stijging met name in het najaar is gerealiseerd, ligt het niveau onder de verwachting zoals uitgesproken in de begroting. 20 De personele kosten Wsw bestaan uit de loonkosten, inclusief werkgeverspremies, de opleidings- en vervoerskosten (zowel woon-werkvergoedingen alsook kosten voor Vervoer op Maat) en de uitgekeerde loonkostensubsidies in het kader van begeleid werken. 21 Deze groep sw-medewerkers stroomt in tegen het Wettelijk Minimum Loon (voor maximaal 5 jaar uitgaande van een geldig trajectplan), waardoor de huidige rijkssubsidie (ruim) voldoende is voor het betalen van de loonkosten. 21

Jaarverslag Hameland Bedrijfsopbrengsten De totale bruto omzet bedraagt in afgerond 13,0 miljoen, waarmee na aftrek van directe kosten een toegevoegde waarde is gerealiseerd ter hoogte van 6,2 miljoen. De toegevoegde waarde in valt in vergelijking met vorig jaar 111.000 hoger uit. In de begroting was een ambitieuze stijging opgenomen van het aantal gedetacheerden van gemiddeld 90 fte. Zoals eerder toegelicht is deze groei niet gerealiseerd waardoor er sprake is van een achterblijvende omzet ten opzichte van de begroting. De detacheringsopbrengsten bij de joint-ventures Hacron Groen en Hacron Schoon liggen ook iets lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door Hacron Schoon. De detacheringsvergoeding is hier gebaseerd op de werkelijke loonkosten, waarbij de werkelijke subsidie wordt verrekend. De lagere loonkosten per fte en de hogere subsidie, hebben beide een negatief effect op de detacheringsvergoeding. De omzet van werken binnen ligt structureel hoger dan de gebudgetteerde omzetten. In positieve zin wijken met name de opbrengsten uit verpakkingswerkzaamheden en recycling af, daarentegen liggen de opbrengsten uit kartonnage en assemblage lager dan verwacht. Bedrijfskosten De bedrijfskosten zijn de kosten gerelateerd aan de bedrijfsuitoefening die onderdeel uitmaken van het operationeel resultaat. In zijn de bedrijfskosten bijna gehalveerd ten opzichte van 2012 en op het niveau beland dat past bij de nieuwe organisatie. In liggen de bedrijfskosten in lijn met vorig jaar en zijn licht gestegen tot een kostenniveau van 6,4 miljoen. De bedrijfskosten bestaan voor het merendeel (afgerond 4,3 miljoen) uit de salariskosten van de niet-gesubsidieerde kaderformatie. Vergeleken met is het resultaat als volgt: Personele kosten nietgesubsidieerde medewerkers (bedragen x 1.000) Rekening Begroting na wijziging Begroting Rekening Personele kosten 4.339 4.550 4.429 4.155 Loonkosten niet-gesubsidieerd 4.339 4.550 4.429 4.155 De personeelskosten niet-gesubsidieerd liggen 211.000 onder begroot niveau. Dit wordt met name veroorzaakt door het niet volledig invullen van de niet-gesubsidieerde kaderformatie. Daarnaast drukten de loonkosten van een langduriger ziektegeval niet op de personele kosten, wel heeft dit als gevolg van vervanging een kostenverhogend effect gehad op de inhuur van personeel. De afschrijvingslasten in bedroegen 449.000 en liggen lager dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Dit wordt veroorzaakt doordat een aantal begrootte investeringen in geen doorgang heeft gevonden, dan wel lager zijn uitgevallen dan begroot. Beide oorzaken hebben een drukkend effect op de afschrijvingslasten. De overige bedrijfskosten zijn uitgekomen op 1,581 miljoen en liggen hiermee beduidend lager dan de begroting die een kostenpost ter hoogte van 2,227 miljoen weergeeft. In de overige bedrijfskosten zijn in het budget onder meer kosten voor tijdelijke formatie voorzien. In verband met de transitie van Hameland is een deel van deze post in overleg met het bestuur doorgeschoven naar 2015. Verder zijn op alle kostensoorten besparingen gerealiseerd. De bedrijfskosten omgeslagen over het aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen (1.396 SE) bedragen afgerond 4.583 per arbeidsjaar (: 4.500) en behoren hiermee tot de laagste binnen de sector. 22

Jaarverslag Hameland Investeringen In is net als in voorgaande jaren een sterk terughoudend investeringsbeleid gevoerd. De totale investeringen bedroegen 483.000 en zijn met name het gevolg van investering in software (Exact en CompetenSYS), personenbussen ter vervanging van externe vervoerskosten binnen Vervoer op Maat en ten slotte aanpassingen in installaties in het werkbedrijf te Lichtenvoorde. Algemene dekkingsmiddelen In de gewijzigde begroting is voorzichtigheidshalve rekening gehouden met een nul resultaat uit deelnemingen. Door de verkoop van de joint-ventures - de verkoop gaat met terugwerkende kracht in op 1 januari - dragen deze in niet langer bij tot een resultaat uit deelnemingen voor Hameland. Hameland heeft voor haar beroep op de financiële markt gebruik gemaakt van kortlopende financiering. De rentepercentages zijn zeer gering, waardoor de kosten ruim binnen de begroting zijn gebleven. De financiële baten nemen jaarlijks verder af, als gevolg van de afnemende uitstaande geldpositie. Door vervroegde aflossingen blijven de baten dienovereenkomstig achter op begroting. (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Aandeel in resultaat deelnemingen 0 0 400 190 Financiële baten 57 62 65 63 Financiële lasten 137 178 182 146 Saldo financieringsfunctie -80-116 -117-83 Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen -80-116 283 107 Incidentele baten en lasten Onder de incidentele baten en lasten worden de detacheringsopbrengsten en de daarbij behorende salariskosten gepresenteerd voor de detachering van de niet-gesubsidieerde medewerkers aan de joint-ventures Hacron Groen en -Schoon. De joint-ventures dragen de volledige loonkosten, waardoor hieruit per saldo voor Hameland een budgetneutraal resultaat resteert. De baten en lasten betrekking hebbende op de verkooptransactie van de joint-ventures zijn eveneens opgenomen onder de incidentele baten en lasten, per saldo een last van 501.000. De last wordt veroorzaakt door de vorming van de voorziening waarmee de werkgelegenheid voor een aantal oudere ambtenaren tot en met de pensioengerechtigde leeftijd behouden kan blijven. Tenslotte zijn er nog kosten gemaakt ter afwikkeling van de in doorgevoerde personele reorganisatie, samen 66.000. Resultaat voor en na bestemming Het tekort van Hameland wordt gevormd door het tekort op de Wsw subsidie en daarnaast het saldo van de incidentele baten en lasten. Door het positieve operationele resultaat wordt het negatieve resultaat voor bestemming in enige mate ingelopen. De gemeenten hebben rekening gehouden met het begrotingstekort van - 2,354 miljoen, het daadwerkelijk tekort valt met 1,936 miljoen ruim 400.000 lager uit dan begroot. Dit tekort is inclusief de financiële afwikkeling van de verkoop van de joint-ventures Hacron Groen en Hacron Schoon, deze transactie was in de begroting niet voorzien. De gemeenten staan garant voor dit tekort, waardoor het resultaat voor bestemming op 0 is uitgekomen. Er hebben geen mutaties in reserves plaatsgevonden, waardoor het resultaat na bestemming overeenkomstig het resultaat voor bestemming uitvalt. 23

Jaarverslag Hameland Overigens zal over, na vaststelling van de jaarrekening, een verrekening plaatsvinden van de reeds verstrekte bijdrage van iedere gemeente in het exploitatietekort. Deze verrekening kent dit jaar vier belangrijke componenten, hiervan zijn twee reguliere verrekeningen. Ten eerste zal bij de verrekening worden uitgegaan van het gemiddelde aantal SE per gemeente, terwijl de voorschotbijdrage is berekend op basis van het aantal SE op 1 januari. Ten tweede zal de gemeentelijke omzet in kaart worden gebracht en zal op basis hiervan de netto opbrengst per gemeente worden vastgesteld. Deze netto opbrengst wordt verrekend met het bedrijfsresultaat exclusief de netto opbrengst, die wordt verdeeld over de gemeenten op basis van het gemiddelde aantal SE in. Hiermee wordt die gemeente beloond die meer netto opbrengst heeft bijgedragen in het resultaat van Hameland. De overige twee te verrekenen componenten betreffen de incidentele baten en lasten als gevolg van de verkooptransactie van de joint-ventures. Hierover zijn door de Colleges van B&W afspraken gemaakt hoe deze over de vijf deelnemende gemeenten worden verdeeld. 24

Jaarverslag Hameland 4. Verplichte Paragrafen 4.1 Weerstandsvermogen Het resultaat na bestemming over bedroeg nihil, daar de gemeenten de tekorten over het betreffende begrotingsjaar hebben opgevangen middels een gemeentelijke bijdrage. De algemene reserve van Hameland, het vrij aanwendbaar vermogen, is dan ook ongewijzigd gebleven en bedraagt per balansdatum 279.000. Een vrij aanwendbaar vermogen van deze omvang is te gering voor de omvang van de organisatie, echter met de vaststelling van de meerjarenbegroting 2015-2018 zijn door de gemeenten voor de komende jaren garantiestellingen afgegeven. Hameland is er de laatste jaren in geslaagd om de bedrijfskosten te reduceren, zodat deze passen bij de bedrijfsopbrengsten en daarmee positieve operationele resultaten kunnen worden genoteerd. Het tekort van de programmarekening wordt dan ook veroorzaakt door een incidentele last van 567.000 en met name het subsidietekort op de Wsw. De loonkosten Wsw liggen structureel hoger dan de ontvangen subsidie. Omdat in de periode 2015-2019 de subsidie een afbouw zal kennen naar uiteindelijk 22.700 per SE zal het subsidietekort in de komende jaren verder oplopen. De gemeenten hebben zich voor het begrotingsjaar op voorhand voor maximaal 2.900.000 garant gesteld. De ontwikkelingen gedurende en vormden de aanleiding een begrotingswijziging door te voeren. In deze gewijzigde begroting werd een tekort, zonder gemeentelijke garantiebijdrage, geprognosticeerd van 2.354.000. Het operationeel resultaat heeft zich echter in positieve zin ontwikkeld ten opzichte van de begroting. Het negatieve resultaat over zonder bijdrage uit de garantstelling bedroeg 1.936.000. Hiermee blijft het resultaat ruim onder het bovengenoemde maximumverlies waarvoor gemeenten zich op voorhand garant hadden gesteld. De gehanteerde definitie van het weerstandsvermogen is: de mate waarin Hameland in staat is middelen vrij te maken om bestand te zijn tegen ontstane tegenvallers van enige materiële omvang, zonder dat dit leidt tot het moeten herzien van ingezet beleid en de daaraan verbonden doelstellingen en afgeleide activiteiten. Dit komt feitelijk neer op de vrije reserves. Het weerstandsvermogen bedraagt per balansdatum iets meer dan 2% van het balanstotaal. Hierbij moet echter in ogenschouw worden genomen dat de gemeenten sowieso garant staan en zij in hun weerstandsvermogen rekening dienen te houden met de deelname in Hameland. Wat verder meespeelt is de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015. De deelnemende gemeenten hebben bepaald dat de gemeenschappelijke regeling Hameland geen rol krijgen in de uitvoering van deze wet. Op termijn van enkele jaren willen de gemeenten de gemeenschappelijke regeling ontmantelen en uiteindelijk liquideren. De opbouw van het weerstandsvermogen ligt derhalve niet in de rede. De verlieslatendheid van Hameland in en voorgaande jaren legt voor Hameland een extra nadruk op het belang van de sturing en beheersing van de organisatie. In de afgelopen jaren zijn de nodige instrumenten binnen Hameland ontwikkeld en geïmplementeerd om het bestuur, de directie en het management in staat te stellen (meer) grip te krijgen op de bedrijfsvoering en hierover op een transparante wijze verantwoording af te kunnen leggen. 25

Jaarverslag Hameland 4.2 Financiering Financiering wordt enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Financiering met vreemd vermogen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair het eigen vermogen te gebruiken, teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Het is belangrijk duurzaam toegang tot de financiële markten te behouden tegen acceptabele condities. Ten aanzien van de financiële risico s staat beheersbaarheid voorop. De vermogens- en (rente)resultaten van de organisatie dienen te worden beschermd tegen ongewenste financiële risico s, zoals renterisico s, liquiditeitsrisico s en kredietrisico s. Voor de beheersbaarheid van het renterisico wordt gewerkt met de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. In is Hameland onder de kasgeldlimiet gebleven en Hameland voldeed dan ook aan de wettelijke vereisten voor wat betreft de kasgeldlimiet voor vlottende schulden, als ook voor de renterisiconorm voor langlopende schulden. In deze paragraaf treft u hierna de weergave van de berekening van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm aan. Kasgeldlimiet Omschrijving (x 1.000) 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw Omvang begroting per 1 januari (grondslag) 53.661 53.661 53.661 53.661 1. Toegestane kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 8,2% 8,2% 8,2% 8,2% in een bedrag 4.400 4.400 4.400 4.400 2. Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar 3.600 3.600 3.600 4.300 Schuld in rekening-courant 706 360 706 878 Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar 0 0 0 0 Overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld 0 0 0 0 3. Vlottende middelen Contante gelden in kas 1 1 2 1 Tegoeden in rekening-courant 2.037 1.680 1.404 2.100 Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar 0 0 0 0 4. Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld 2.268 2.279 2.300 3.077 Toegestane kasgeldlimiet 4.400 4.400 4.400 4.400 Ruimte (+) / overschrijding (-) 2.132 2.121 2.100 1.512 26

Jaarverslag Hameland Renterisiconorm Omschrijving 2011 2012 (x 1.000) Basisgegevens 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 0 0 0 0 2 Netto herziening op vaste schuld 0 0 0 0 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 0 0 0 0 3b Nieuw verstrekte lange leningen 0 0 0 0 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld 0 0 0 0 5 Betaalde aflossingen 1.250 1.477 777 777 6 Herfinanciering 0 0 0 0 7 Renterisico op vaste schuld 0 0 0 0 Renterisiconorm 8 Stand van de vaste schuld per 1 januari 6.997 5.748 4.272 3.495 9 Het bij Min. Regeling vastgesteld % 20% 20% 20% 20% 10 Renterisiconorm 1.399 1.150 854 699 Toets renterisiconorm 11 Ruimte (+) / overschrijding (-) 1.399 1.150 854 699 In zijn tijdelijke liquiditeitstekorten ondervangen door kasgeldtransacties aan te gaan of het frictietekort te financieren vanuit een rekening-courantfaciliteit. Deze beslissing is onder meer gebaseerd op de normale rentestructuur. Het koers- en valutarisico is en blijft tot een minimum beperkt. Koersrisico s worden immers beperkt door uitzettingen in de vorm van rekening-courant en deposito s te laten plaatsvinden. Verder worden leningen uitsluitend verstrekt, aangegaan of gegarandeerd in euro s. Aan- en verkoop in buitenlandse valuta s worden in principe niet aangegaan. 4.3 Verbonden partijen Er is sprake van een deelneming wanneer Hameland aandelen in een B.V. of N.V. heeft. Het aanhouden van aandelen is op zich een risicodragend financieel belang, waarmee stemrecht gemoeid is. Daarmee is er sprake van zowel een bestuurlijk als een financieel belang en dus een verbonden partij. In het kader van de wet FIDO mag Hameland alleen deelnemingen hebben vanwege het publieke belang en indien Hameland ook daadwerkelijk invloed wil kunnen uitoefenen. Het houden van een aandelenbelang als belegging - en dus zonder wenselijk bestuurlijk belang - is op grond van de wet FIDO niet toegestaan. Hameland kent ultimo het begrotingsjaar als gemeenschappelijke regeling zelf twee verbonden partijen: 1. Beheer Openbare ruimte Gelderland B.V. (BOG). Binnen BOG zijn per 1 januari 2010 de buitendienst activiteiten voor de gemeente Oost Gelre ondergebracht, die in onderaanneming worden uitgevoerd door de joint venture Hacron VOF. De vennootschap BOG is gevestigd in Lichtenvoorde en Hameland is enig aandeelhouder. Het eigen vermogen bedroeg bij aanvang van het boekjaar 266.000 en per ultimo boekjaar 18.000. 2. Hameland Trading Company B.V. (HTC). HTC fungeert als houdstermaatschappij voor twee verbonden vennootschappen. Aan de ene kant is dit Hameland Hacron Garten- und Landschafstbau GmbH te Bocholt. Hierin vinden de groenvoorzieningactiviteiten in Duitsland plaats die in onderaanneming aan Hacron VOF zijn uitbesteed. Aan de andere kant is dit 27

Jaarverslag Hameland Hameland Participaties B.V.. Onder deze vennootschap zijn in 2011 Hamel Participatie I B.V. en Hamel Participatie II B.V. opgericht om te fungeren als moedermaatschappij van de in 2011 opgerichte joint ventures, respectievelijk Hacron VOF en Vervoersbedrijf Oost Nederland VOF. Per 1 januari is Vervoersbedrijf Oost Nederland V.O.F. ontbonden. Ten slotte bevindt zich onder Hameland Participaties B.V. de vennootschap Hamel Participatie III B.V., zijnde de moedermaatschappij van Hameland Facilitair VOF. Het eigen vermogen bedroeg bij aanvang van het boekjaar 435.000 en per ultimo boekjaar 434.000. Hieronder is de positie van de gemeenschappelijke regeling en de verbonden partijen schematisch weergegeven: 4.4 Bedrijfsvoering De meeste aspecten op het gebied van bedrijfsvoering zijn beschreven in hoofdstuk 3. In deze paragraaf wordt nog stil gestaan bij de onderwerpen vervoer op maat en Arbo. 4.4.1 Vervoer op maat De totale netto kosten (kosten minus de eigen bijdrage van de sw-medewerkers) bedroegen in 2012 397.000 en in afgerond 455.000 (2012: 397.000). Gelet op de structureel hoge kostenpost is besloten in een aanzienlijk deel van het vervoer op maat zelf uit te voeren. Dit heeft Hameland gedaan middels het zogenaamde klein vervoer. Met de nieuwe uitvoering werd een aanzienlijke kostenbesparing geraamd, de kosten werden ingeschat op 225.000. Uiteindelijk zijn de kosten voor vervoer op maat in uitgekomen op 229.000 22. Een daling van 47% ten opzichte van. Naast een nieuwe vervoerswijze is eind een prachtig resultaat bereikt in de samenwerking met vervoersmaatschappij Arriva. Vanaf 1 januari 2015 kunnen de sw-medewerkers vanuit diverse plaatsen met de bus naar de centrale locatie in Lichtenvoorde komen. Voor het Hameland gebouw is een bushalte geplaatst. Dit nieuwe vervoersaanbod en een herindicatie van alle medewerkers heeft er toe geleid dat er in januari 2015 nog maar 177 personen gebruik hoefden te maken van 22 De totale vervoerskosten Wsw (naast de kosten voor vervoer op maat gaat het dan om de reguliere vergoedingen woon-werkverkeer op basis van de Cao Wsw) bedragen in 773.000. 28

Jaarverslag Hameland vervoer op maat. Dit waren er begin nog 260, een daling van 32%. Dit betekent niet alleen een verdere besparing in de kosten maar tevens ook een veel grotere zelfstandigheid van onze medewerkers. 4.4.2 Arbo Hierna worden op het gebied van Arbo puntsgewijs de belangrijkste ontwikkelingen gemeld (jaarlijks wordt er een Arbo jaarplan opgesteld waarin de acties staan beschreven): Begin zijn alle werkstoelen in het werkbedrijf vernieuwd. Hierbij is zoveel mogelijk gekozen voor een goed in te stellen standaard stoel. Waar nodig hebben medewerker een stoel op maat gekregen. De BHV organisatie (bedrijfshulpverlening) is opnieuw opgezet (opleiding, middelen, voorzieningen, vluchtwegplattegronden). Het BHV-plan (beleidsmatig en calamiteitenplan) is aangepast. De veiligheidsregio is op bezoek geweest ter controle. Aan de hand daarvan zijn de sleutelkluizen aangepast. 16 december was er een ontruimingsoefening van het werkbedrijf. Door Bloemendal Advies is er een veiligheidsrondgang uitgevoerd en de door hun aanbevolen acties zijn in gang gezet. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft een inspectie uitgevoerd met een positieve beoordeling. In zijn verbeterpunten aangepakt die voortkwamen uit een (landelijk) uitgevoerd onderzoek van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Inspectie SZW heeft in wederom een onderzoek uitgevoerd en met een positieve beoordeling afgesloten. In zijn er geen arbeidsongevallen in het werkbedrijf geweest. In september is gestart met het ontwikkeltraject bevordering inzetbaarheid, het project anders kijken naar ziekteverzuim gestart (zie ook ziekteverzuim, paragraaf 3.5.1). In het kader van het verkrijgen van de ISO certificering (toepassingsgebied productie: montage, demontage, recycling) is in december het ISO handboek opgeleverd ten behoeve van de audit in 2015. Ten aanzien van gevaarlijke stoffen heeft een (brede) inventarisatie plaatsgevonden. Het aantal stoffen is beperkt en er is een opslagplaats voor gevaarlijke stoffen ingericht. Daarnaast is er een container geplaatst voor de opslag van batterijen. Op de recyclingafdeling is de training veilig werken, materiaalkennis en gereedschapsleer gegeven. 26 sw-medewerkers hebben het bijbehorende certificaat gehaald. Op basis van de Arbowet is iedere werkgever gehouden aan voorschriften op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Hameland is uiteraard werkgever voor de sw-medewerkers die bij Hameland zelf werken, maar ook voor de sw-medewerkers die worden gedetacheerd bij een reguliere werkgever. Op grond van artikel 11 van de Wet Allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) dient er informatie-uitwisseling plaats te vinden over arbeidsrisico s. In is Hameland hiermee gestart. Met de arbeidsinspectie is afgesproken dat op 1 juni 2015 deze inhaalslag is afgerond. De inhaalslag houdt in dat door ieder bedrijf waar een sw-medewerker wordt gedetacheerd een arbo checklist wordt ingevuld. Daarnaast wordt er per functie een arbo checklist ingevuld. Deze checklist wordt ook ondertekend door de betreffende sw-medewerker en zijn of haar werkcoach. Bij nieuwe detacheringen wordt de werkwijze van de arbo checklist standaard toegepast. 29

Jaarrekening Hameland 5. Jaarrekening 5.1 Balans per 31 december Activa (x 1.000) 31.12. 31.12. Vaste activa Materiële vaste activa 6.456 6.537 Investeringen met een economisch nut 6.456 6.537 Financiële vaste activa 2.229 2.375 Kapitaalverstrekkingen 594 594 Deelnemingen 594 594 Overige langlopende leningen 1.635 1.781 Vlottende activa Voorraden 0 15 Uitzettingen met een rentetypische 2.927 1.889 looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen 4 15 Rekening-courantverhouding met het Rijk 1.400 Rekening-courantverhoudingen met nietfinanciële instellingen 664 969 Overige vorderingen 859 905 Liquide middelen 37 835 Overlopende activa 2.273 1.296 Totaal 13.922 12.947 Passiva (x 1.000) 31.12. 31.12. Vaste passiva Eigen vermogen 279 279 Algemene reserve 279 279 Bestemmingsreserves 0 0 Resultaat na bestemming 0 0 Voorzieningen 695 25 Vaste schulden 2.718 3.495 Onderhandse leningen 2.718 3.495 Binnenlandse banken en overige 2.718 3.495 financiële instellingen Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < dan één jaar 6.276 5.166 Rekening-courantverhoudingen met nietfinanciële instellingen 878 865 Overige schulden 5.398 4.301 Overlopende passiva 3.954 3.982 Totaal 13.922 12.947 30

Jaarrekening Hameland 5.2 Programmarekening arbeidsontwikkeling Programmarekening (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Netto-omzet 12.998 14.089 15.824 13.569 Som der bedrijfsopbrengsten 12.998 14.089 15.824 13.569 Kosten van grond- en hulpstoffen 112 0 97 257 Overige directe kosten 6.684 7.247 8.501 7.221 Toegevoegde waarde 6.202 6.842 7.226 6.091 Overige bedrijfsopbrengsten 804 742 732 767 Bedrijfsopbrengsten 7.006 7.584 7.958 6.858 Salarissen Wwb 29 28 22 37 Salarissen nietgesubsidieerd personeel 4.339 4.550 4.429 4.155 Afschrijvingen op materiële vaste activa 449 600 652 494 Overige bedrijfskosten 1.581 2.227 2.560 1.533 Som der bedrijfslasten 6.398 7.405 7.663 6.219 Aandeel in resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen Saldo van financiële baten en lasten Saldo van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen 0 0 400 190 80 116 117 83 80 116 283 107 Operationeel resultaat 528 63 578 746 Incidentele baten en lasten 567 0 575 2.498 Incidentele baten en lasten 567 0 575 2.498 Wsw-subsidie 36.444 36.414 35.649 36.341 Salarissen Wsw en begeleid werken 38.341 38.831 38.552 38.094 Subsidieresultaat Wsw 1.897 2.417 2.903 1.753 Bijdrage gemeenten in exploitatietekort 1.936 2.354 2.900 3.505 Bijdrage gemeenten 1.936 2.354 2.900 3.505 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor bestemming 0 0 0 0 Toevoegingen aan reserves 0 0 0 0 Onttrekkingen aan reserves 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 0 0 0 0 Totaal der baten/lasten 52.182 52.182 53.599 53.599 55.505 55.505 54.372 54.372 31

Jaarrekening Hameland 5.3 Kasstroomoverzicht over Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen bestaan uit liquide middelen, deposito en kortlopende schulden aan kredietinstellingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten als zijnde onderdeel van het bedrijfsresultaat. Kasstroomoverzicht (x 1.000) Resultaat na bestemming 567 2.498 (Gecorrigeerd voor incidentele baten/lasten) Aanpassing voor: Afschrijvingen op vaste activa 449 494 Mutaties in de algemene reserve 0 0 Mutaties in de bestemmingsreserves 0 0 Mutaties in de voorzieningen 670-74 Afname voorraden 15 20 Mutaties werkkapitaal -933-3.241 201-2.801 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 768-156 Uitkomst uit incidentele baten en lasten -567-2.498 Kasstroom uit operationele activiteiten 201-2.801 Investeringen in vaste activa -483-947 Waardeverminderingen vaste activa 0 0 Desinvesteringen vaste activa 115 384 Besteed aan investeringsactiviteiten -368-563 Opgenomen leningen 0 0 Verstrekte leningen 0 57 Ontvangen aflossingen op leningen u/g 146 121 Aflossingen leningen -777-777 Besteed aan financieringsactiviteiten -631-599 Netto kasstroom -798-3.963 5.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Onderstaande grondslagen, waarop de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling is gebaseerd, zijn bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De jaarrekening voldoet aan het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten 2004. 5.4.1 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. 32

Jaarrekening Hameland De baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personeelslasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten als ziektekostenpremie van gepensioneerden en dergelijke. Voor arbeidsgerelateerde verplichtingen waarvan het volume niet jaarlijks vergelijkbaar is (bijvoorbeeld pensioenen, wachtgelden of kosten samenhangend met reorganisaties) worden wel voorzieningen gevormd. 5.4.2 Balans Vaste activa Materiële vaste activa De waardering van de materiële vaste activa is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van de historische aanschafprijs volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het actief. De afschrijvingstermijnen volgens de lineaire methode bedragen in jaren: Gronden en terreinen n.v.t. Bedrijfsgebouwen 40 Vervoermiddelen 5 Machines, apparaten en installaties 10 Overige materiële vaste activa w.o. inventarissen 10 Automatisering 3 Per balansdatum is rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen als gevolg van de voorgenomen herstructurering. Financiële vaste activa Waardering vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen en aflossingen. Afschrijving vindt niet plaats. De afschrijvingsduur is afgestemd op de gebruiksduur van het actief of - indien afwijkend - de contractuele bepalingen met betrekking tot de bijdragen. Vlottende activa Voorraden De grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen, gebaseerd op de gemiddelde, betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen standaard verrekenprijs en feitelijke inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord. Incourante voorraden zijn afgewaardeerd tot marktwaarde. 33

Jaarrekening Hameland De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, verminderd met op de balansdatum reeds voorzienbare verliezen. De vervaardigingsprijs omvat de verrekenprijzen van de grond- en hulpstoffen, de loon- en machinekosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De gerede producten worden gewaardeerd tegen de fabricagekostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de fabricagekostprijs. De fabricagekostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen, de loon- en machinekosten en overige kosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Incourante voorraden zijn afgewaardeerd tot marktwaarde. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar en overlopende activa De uitzettingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor de verwachte oninbaarheid van uitzettingen (met name vorderingen) is een voorziening getroffen. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen De liquide middelen worden tegen nominale waarde opgenomen en omvatten bank- en kassaldi. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit: Algemene reserve De algemene reserve dient als algehele buffer om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen en wordt gevormd uit de voordelige exploitatieresultaten van voorgaande jaren. Bestemmingsreserves Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan: een reserve waaraan door het Bestuur een bepaalde bestemming is gegeven. Het gehele bedrag van de bestemmingsreserves ultimo het jaar dient onderbouwd te zijn met bestuursbesluiten van het Algemeen Bestuur dan wel opgenomen te zijn in het voorliggende voorstel tot resultaatbestemming. Resultaat na bestemming Het resultaat na bestemming is het resterende resultaat na reeds bestemde mutaties in de reserves. Voorgesteld wordt om het resultaat na bestemming toe te voegen aan de algemene reserve. Voorzieningen Voorziening FPU Gemeenten De FPU Gemeenten bestaat uit de verplichting tot aanvulling van de FPU voor voormalige ambtelijke medewerkers. Deze arbeidsgerelateerde verplichting is in 2004 als gevolg van de invoering van het BBV vrijgevallen. Daar de FPU voor ambtelijke medewerkers geboren na 1949 per 1 januari 2006 is vervallen, betreft het geen verplichting meer van een jaarlijks vergelijkbaar volume. Derhalve is de voorziening FPU Gemeenten per balansdatum 2005 opnieuw gevormd op basis van de per balansdatum aanwezige verplichtingen voortkomend uit deze regeling, rekening houdend met de contante waarde hiervan. Voorziening detachering ambtelijk In de vervreemding van de joint-ventures Hacron Groen en Hacron Schoon is in het kader van behoud van werkgelegenheid voor een aantal ambtelijke medewerkers gekozen voor een 34

Jaarrekening Hameland detachering tot zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken. Deze detacheringen zijn verlieslatend. Ter dekking van deze verliezen is de voorziening detachering ambtelijk gevormd. Vaste schulden De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de reeds gedane aflossingen. Vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 5.4.3 Programmarekening Algemene opmerkingen De begroting is gedurende het boekjaar één maal gewijzigd. Bedrijfsopbrengsten Netto-omzet De netto-omzet is de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten, exclusief de over de omzet geheven belastingen en onder aftrek van kortingen. Grond- en hulpstoffenverbruik en kosten van derden en uitbesteed werk De kosten van grond- en hulpstoffen worden berekend op basis van standaardverrekenprijzen. Resultaten op deze post worden in het jaar verantwoord. Overige bedrijfsopbrengsten De overige bedrijfsopbrengsten omvatten resultaten uit verhuur van onroerend goed, dienstverlening aan derden en overige opbrengsten. Wsw subsidie Dit betreft de subsidie van de gemeenten zoals bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 van de Wet sociale werkvoorziening. Afschrijvingen Dit betreft de afschrijvingskosten van de vaste activa. De afschrijvingstermijn bedraagt maximaal de economische levensduur. Gemeentelijke bijdrage De gemeentelijke bijdrage omvat de in de Gemeenschappelijke Regeling of anderszins overeengekomen bijdrage in het exploitatieresultaat. Lonen en salarissen Wsw, Wwb en niet-gesubsidieerd Hierop worden de loonkosten van de sw- en Wwb-medewerkers respectievelijk de salariskosten van het niet-gesubsidieerde personeel verantwoord. Onder loon- en salariskosten wordt verstaan het bruto bedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen lonen c.q. salarissen en vakantiegeldrechten. Sociale lasten De sociale lasten betreffen de terzake van de werknemersverzekeringen verschuldigde werkgeverslasten, alsmede het werkgeversaandeel in de pensioenvoorziening. Dit betreft tevens de aan het boekjaar toe te rekenen ziektegelden. 35

Jaarrekening Hameland Overige bedrijfskosten Hierin zijn onder meer begrepen de kosten voor bedrijfsgeneeskundige zorg, werkkleding, vervoerkosten, kosten dienstverlening derden en onderhoudskosten. De overige bedrijfskosten worden berekend op basis van historische kosten. Algemene dekkingsmiddelen De algemene dekkingsmiddelen bestaan in hoofdzaak uit het saldo van financiële baten en lasten en het resultaat uit deelnemingen. De rentebaten betreffen onder meer de opbrengsten uit deposito s en andere uitzettingen. De rentelasten bestaan in ieder geval uit de rentelast van de vaste schulden en de rekening-courantrente bij debetsaldi. 5.5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 5.5.1 Activa Materiële vaste activa Een overzicht van de materiële vaste activa treft u hierbij aan. Het betreft uitsluitend activa met een economisch nut. (x 1.000) Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Vervoersmiddelen Machines, apparaten, installaties Overige materiële vaste activa Totaal Boekwaarde per 01-01- 1.010 3.906 57 1.361 203 6.537 Investeringen 0 53 84 95 251 483 1.010 3.959 141 1.456 454 7.020 Desinvesteringen 0 0 0 0-115 -115 Afschrijvingen -17-161 -28-151 -92-449 Boekwaarde per 31-12- 993 3.798 113 1.305 247 6.456 Cumulatieve afschrijvingen en overige waardeverminderingen per 31-12- 370 5.807 268 2.811 1.091 10.347 Afschrijvingspercentages (%) 0-6 2/3 2,5-6 2/3 10-25 5-20 10-33 1/3 Onder investeringen en desinvesteringen zijn de overboekingen overgenomen van de activa in uitvoering. Per balansdatum is er 5.000 opgenomen voor aanschaffingen van de activa in uitvoering. De belangrijkste investeringen in het begrotingsjaar betroffen: Software licenties en implementatie 149.000 Bussen personenvervoer 63.000 Werkstoelen 39.000 Financiële vaste activa Hierna worden de financiële vaste activa weergegeven. De kapitaalverstrekking heeft betrekking op de 100% deelnemingen van Hameland in de besloten vennootschappen Hameland Trading Company B.V. en Beheer Openbare ruimte Gelderland B.V.. De overige langlopende leningen betreffen de in het verleden verstrekte hypotheken aan ambtelijk medewerkers op grond van de destijds geldende hypotheekverordeningen van de gemeenten Groenlo en Winterswijk. Deze verstrekkingen vonden plaats vanuit de gemeentelijke rechtspositieregeling welke Hameland volgde. In het kader van de wet Fido worden er geen nieuwe hypotheken verstrekt. De hypotheken betreffen uitstaande gelden aan (voormalig) ambtenaren, met een beperkt risicoprofiel. 36

Jaarrekening Hameland (x 1.000) Kapitaal verstrekkingen t.b.v. deelnemingen Overige langlopende leningen Totaal Verstrekte uitzettingen per 1 januari Duurzame waardeverminderingen per 1 januari 594 1.781 2.375 0 0 0 Boekwaarde per 1 januari 594 1.781 2.375 Verstrekte uitzettingen 0 0 0 594 1.781 2.375 Afschrijvingen, aflossingen, verkopen 0-146 -146 Duurzame waardeverminderingen 0 0 0 Boekwaarde per 31 december 594 1.635 2.229 Voorraden Hameland kent per balansdatum geen voorraden meer, de voor de werkzaamheden benodigde materialen worden door de opdrachtgevers aangeleverd. Het onderhanden werk per ultimo heeft betrekking op detacheringen. Alle voorraden staan hierna weergegeven: (x 1.000) 31-12- 31-12- Grond- en hulpstoffen 0 0 Onderhanden werk en halffabricaten 0 15 Gereed product 0 0 Goederen onderweg 0 0 Voorziening incourante voorraad 0 0 Totaal 0 15 Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Hieronder worden de vorderingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar weergegeven: (x 1.000) 31-12- 31-12- Vorderingen op openbare lichamen 4 15 - Deelnemende gemeenten 4 15 Rekening-courantverhouding met het Rijk 1.400 0 Rekening-courantverhouding met niet-financiële instellingen - Rekening-courantverhouding met Hamel Participatie I B.V. 664 969 664 969 Overige vorderingen 859 905 - Handelsdebiteuren 1.005 1.287 - Voorziening dubieuze debiteuren -146-382 Totaal 2.927 1.889 Liquide middelen Ten aanzien van de liquide middelen gelden geen opnamebeperkingen. Evenmin worden er ten aanzien van liquide middelen valutarisico's gelopen. 37

Jaarrekening Hameland (x 1.000) 31-12- 31-12- Kasgelden 1 0 Bank 36 835 Totaal 37 835 Overlopende activa (x 1.000) 31-12- 31-12- Vooruitbetaalde kosten 136 105 Nog te ontvangen bedragen 2.137 1.191 Totaal 2.273 1.296 5.5.2 Passiva Eigen Vermogen Conform het bestuursbesluit d.d. 4 juli is het resultaat na bestemming over het jaar ten bedrage van 0 ten laste gebracht van de algemene reserve. Algemene reserve (x 1.000) Saldo per 1 januari 279 279 Toevoeging resultaat vorig boekjaar na bestemming 0 0 Toevoegingen 0 0 Onttrekkingen 0 0 Saldo per 31 december 279 279 Voorzieningen De voorziening FPU gemeenten wordt opgenomen voor de kosten die naar verwachting voortvloeien uit de per balansdatum lopende verplichtingen verband houdende met de aanvulling van de FPU-regelingen van voormalige ambtelijke medewerkers. De voorziening detachering ambtelijk wordt opgenomen voor de te verwachten verliezen in het kader van de ambtelijke detacheringen t.b.v. behoud van werkgelegenheid. (x 1.000) FPU Gemeenten Detachering ambtelijk Totaal Saldo per 1 januari 25 0 25 Toevoegingen 0 978 978 Aanwendingen 25 283 308 Vrijval 0 0 0 Saldo per 31 december 0 695 695 Vaste schulden Alle geldleningen zijn verstrekt door binnenlandse banken en overige financiële instellingen. Het in 2015 af te lossen bedrag is 777.000. Het verloop van onderhandse leningen is als volgt: 38

Jaarrekening Hameland (x 1.000) Saldo 01-01- 14 Nieuwe leningen Aflossingen Saldo 31-12- 14 Rentelast BNG Bank 980 0 109 871 35 BNG Bank 907 0 91 816 44 Ned. Waterschapsbank 908 0 227 681 33 BNG Bank 700 0 350 350 23 Totaal 3.495 0 777 2.718 135 Vlottende passiva Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar: (x 1.000) 31-12- 31-12- Rekening-courantverhouding met niet-financiële instellingen - Rekening-courantverhouding met Hameland Trading Company B.V. - Rekening-courantverhouding met Beheer Openbare ruimte Gelderland B.V. - Rekening-courantverhouding met Hamel Participatie I B.V. 865 865 190 495 577 370 111 0 Overige schulden 5.398 4.301 - Crediteuren 376 629 - Kasgeldleningen 4.300 3.000 - Overige 722 672 Totaal 6.276 5.166 Overlopende passiva (x 1.000) 31-12- 31-12- Belastingen en sociale verzekeringspremies 2.451 1.721 Transitorische rente 55 65 Te betalen bedragen 1.323 2.064 Overige overlopende passiva 125 132 Totaal 3.954 3.982 Niet uit de balans opgenomen regelingen Per balansdatum: zijn leaseverplichtingen aangegaan voor een aantal bedrijfsmiddelen met een totale jaarlijkse omvang van circa 115.000 met een variabele looptijd; bestaan er verplichtingen in het kader van vakantiegeldverplichtingen en verlofuren, respectievelijk voor 1.557.000 en 1.282.000. Onderdeel van de verplichting voor verlofuren betreft de spaarverlofregeling voortvloeiend uit de cao Wsw. Op grond hiervan kunnen Wsw medewerkers gedurende hun dienstverband verlofuren sparen (tot een maximum van 1.670 uren per fte) om deze op een later tijdstip te genieten. Indien de medewerker niet in staat is deze voor het beëindigen van zijn/haar dienstverband op te nemen dienen deze tegen het dan geldend uurloon te worden uitbetaald. Per ultimo jaar betrof het spaarverlof Wsw ruim 20.700 uur, welke een verplichting vertegenwoordigen van 316.000. 39

Jaarrekening Hameland 5.5.3 Toelichting op de onderscheiden posten van de programmarekening Wsw Toegevoegde waarde In is voor 9.000 aan interne omzet geëlimineerd. (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Toegevoegde waarde 6.202 6.842 7.226 6.091 De toegevoegde waarde is als volgt samengesteld: Bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten 12.998 14.089 15.824 13.569 Kosten grond- en hulpstoffen / overige directe kosten 6.796 7.247 8.598 7.478 Overige bedrijfsopbrengsten (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Huuropbrengsten 624 641 620 608 Dienstverlening t.b.v. derden 180 101 112 159 Totaal 804 742 732 767 Lonen, salarissen en sociale lasten Wsw-personeel (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Bruto salariskosten 29.142 29.519 29.392 29.189 Sociale lasten 5.079 4.849 4.294 4.457 Pensioenpremies 2.956 3.149 3.514 3.063 Vervoerskosten Wsw 773 697 862 963 Scholingskosten 29 118 100 23 Totaal 37.979 38.332 38.162 37.695 Loonkostensubsidies begeleid werken (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Loonkosten Wsw-werknemers 362 499 390 399 Totaal 362 499 390 399 Lonen, salarissen en sociale lasten Wwb-personeel (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Bruto salariskosten 24 23 18 32 Sociale lasten 4 4 3 4 Pensioenpremies 1 1 1 1 Vervoerskosten 0 0 0 0 Scholingskosten 0 0 0 0 Totaal 29 28 22 37 40

Jaarrekening Hameland Salarissen niet-gesubsidieerd personeel (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Bruto salariskosten 3.319 3.482 3.427 3.231 Sociale lasten 491 498 498 435 Pensioenpremies 414 460 427 432 Scholingskosten 115 111 77 57 Totaal 4.339 4.550 4.429 4.155 Afschrijvingen (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Afschrijvingen op immateriële vaste activa 0 0 0 0 Afschrijvingen op materiële vaste activa met een economisch nut 449 600 652 494 Totaal 449 600 652 494 Overige bedrijfskosten (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Overige personeelskosten 591 859 782 408 Huurkosten 110 86 47 71 Onderhoudskosten 309 270 303 285 Energie 162 168 482 67 Verzekeringen en belastingen 130 127 139 120 Kosten dienstverlening derden 60 118 121 105 Verkoop- en commerciële kosten 16 71 78 15 Magazijn- en expeditiekosten 3 8 35 4 Indirecte productiekosten 68 55 46 42 Diverse overige bedrijfslasten 132 466 527 416 Totaal 1.581 2.227 2.560 1.533 Wsw-subsidie (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Omvang Wsw-subsidie 36.444 36.414 35.649 36.341 Totaal 36.444 36.414 35.649 36.341 Subsidieresultaat Wsw -1.897-2.417-2.903-1.753 (Omvang Wsw-subsidie -/- Wsw Personeelskosten incl. begeleid werken) Gemeentelijke bijdrage (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Gemeentelijke bijdrage 1.936 2.354 2.900 3.505 Totaal 1.936 2.354 2.900 3.505 41

Jaarrekening Hameland Incidentele baten en lasten (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Reorganisatiekosten -25 0-575 -4.264 Bijdrage detachering nietgesubsidieerd personeel JV 1.495 1.781 0 1.766 Kosten inzet detachering nietgesubsidieerd personeel JV -1.495-1.781 0 0 Strategische samenwerkingen -501 0 0 0 Diversen -41 0 0 0 Saldo -567 0-575 -2.498 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) In het kader van de WNT melden wij dat de normbedragen voor niet zijn overschreden. Daarnaast melden wij op grond van de WNT dat aan de volgende topfunctionarissen de volgende bezoldigingen zijn uitbetaald: Functie (naam) Dienstverband Ontslag Uit dienst Motivering over- omvang vanaf t/m Bezoldiging vergoeding per schrijding directeur (H. Wullink) 0,5 fte 01.01.14 31.12.14 91.671 n.v.t. n.v.t. n.v.t. De functie directeur wordt per 1 juli op interim basis ingevuld. leden AB (zie personalia) 01.01.14 31.12.14 0 n.v.t. leden DB (zie personalia) 01.01.14 31.12.14 0 n.v.t. Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen Het aandeel in resultaat deelnemingen betreft het resultaat van de 100% deelnemingen in Beheer Openbare ruimte Gelderland B.V. en Hameland Trading Company B.V.. (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Aandeel in resultaat deelnemingen 0 0 400 190 Financiële baten 57 62 65 63 Financiële lasten 137 178 182 146 Saldo financieringsfunctie -80-116 -117-83 Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen -80-116 283 107 Mutaties in reserves Voorgesteld wordt het negatieve resultaat na bestemming, zijnde 0, ten laste te brengen van de algemene reserve. (x 1.000) Begroting na wijziging Begroting Resultaat voor bestemming 0 0 0 0 Dotatie algemene reserve 0 0 0 0 Totaal dotaties 0 0 0 0 Onttrekking algemene reserve 0 0 0 0 Totaal onttrekkingen 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 0 0 0 0 42

Bijlage 1 Normenkader en controletoleranties Normenkader Het Algemeen Bestuur heeft op 29 november het normenkader ten behoeve van de financiële rechtmatigheid vastgesteld 23. Externe wet- en regelgeving zijn niet beïnvloedbaar door het Algemeen Bestuur en vallen dus te allen tijde onder het normenkader. Hierbij geven wij de minimale positie weer: Grondwet; Gemeentewet; Wet gemeenschappelijke regelingen; Burgerlijk Wetboek; Wet Wsw met aanverwante regelingen en protocollen; Besluit uitvoering Sociale werkvoorziening en begeleid werken (Buswbw) Besluit Begroting en Verantwoording (BBV); Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG); Wet financiering decentrale overheden (Fido) en aanverwante regelingen; Fiscale en sociale wetgeving; ESF; Ambtenarenwet; CAO Wsw; CAR/UWO; Regels omtrent Europese aanbesteding. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur expliciet de nadere (interne) regelgeving vastgesteld. De volgende interne verordeningen c.q. regelgevingen vallen voor het jaar onder het normenkader van de Financiële Rechtmatigheid: AB-besluiten met een kaderstellende of daaruit voortvloeiende financiële beheershandeling; Gemeenschappelijke Regeling Hameland; Organisatiestatuut; Delegatiebesluit van het Algemeen Bestuur; Mandaatbesluit 2001 de Hamelandgroep; Treasurystatuut, geldig vanaf 1 oktober 2005; Financiële verordening Hameland (212); Controleverordening Hameland (213); Ambtelijke rechtspositieregeling; Verordening Gemeentelijke bijdrage; CAO HTC b.v.; Hypotheekregeling Hameland; Hypotheekregeling Hameland voor voormalig SWP-medewerkers met een hypotheekregeling bij de Gemeente Winterswijk ten tijde van de overname van SWP door Hameland. Controletoleranties Het Algemeen Bestuur heeft besloten om zich aan te sluiten bij de maximale goedkeurings- en rapportagetoleranties, zoals die wettelijk in het BAPG zijn vastgesteld; te weten 1% van de lasten voor fouten en voor onzekerheden in de controle 3%. Deze toleranties gelden zowel voor de getrouwheid als voor de rechtmatigheid. 23 Vastgesteld ten behoeve van de jaarrekening. Ook de jaarrekening wordt op de vastgestelde normen van getoetst, tenzij wijzigingen in wet- regelgeving herziening noodzakelijk maakt. Op 1 mei 2015 stelt het Algemeen Bestuur het normenkader vast voor het boekjaar 2015.

Bijlage 2 Sisa verantwoording Wet sociale werkvoorziening