ONTBINDING, SCHADEVERGOEDING EN NAKOMING De remedies voor wanprestatie in het licht van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit mr. M.M. Stolp Kluwer - Deventer - 2007
Inhoudsopgave Deel I INLEIDING EN BEGRIPSBEPALING Inleiding 1.1 Het arsenaal van remedies voor wanprestatie 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Doel van het onderzoek De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit: inhoud en betekenis Toepasselijkheid van de beginselen in het (civiele) contractenrecht Het onderscheid tussen hoofdremedie en aanvullende remedie Afbakening en werkwijze Plan van behandeling De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit: inhoud en betekenis 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 Inleiding De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit in het strafprocesrecht Strafoplegging Dwangmiddelen De bevoegdheid tot geweldgebruik Beslissingen omtrent de vervolging De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit in het strafrecht Noodweer Noodweerexces Overmacht Intermezzo Tussenconclusie De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit in het bestuursrecht Het opleggen van sancties Overig bestuurshandelen Art. 3:4 lid 2 Awb Conclusie: inhoud en betekenis van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit 3 3 4 6 8 11 12 14 17 17 17 18 20 22 23 24 25 27 29 30 31 32 33 37 38 40
VI Inhoudsopgave Deel II SUBSIDIARITEIT 45 A EXTERNE SUBSIDIARITEIT 47 3 De verhouding van ontbinding tot nakoming 49 3.1 Inleiding 49 3.2 Hoofdregel: ontbinding subsidiair aan nakoming 49 3.3 Uitzonderingen op de hoofdregel 51 3.3.1 Blijvende onmogelijkheid van nakoming (art. 6:265 lid 2) 51 3.3.2 Het probleem van bijkomende schade en de schadevergoedingsremedie 56 3.3.3 Bijkomende schade en ontbinding: geen 'klakkeloze' uitzondering op de hoofdregel 57 3.3.4 Tijdelijke onmogelijkheid van nakoming (art. 6:265 lid 2) 61 3.3.5 Houding van de schuldenaar (art. 6:82 lid 2) 66 3.3.6 Fatale termijn (art. 6:83 sub a) 68 3.3.7 Mededeling van de schuldenaar (art. 6:83 sub c) 72 3.3.8 Overige gevallen 73 3.4 Mogelijkheden vöör opeisbaarheid (art. 6:80 lid 1) 81 3.5 Tussenconclusie 84 3.6 De verhouding van ontbinding ex art. 7:22 tot nakoming 87 3.7 De vorderingen tot aflevering van het ontbrekende en tot opheffing van een last of beperking 92 3.8 De uitzonderingen uit de verzuimregeling 93 3.9 Het zuiveringsaanbod 96 3.10 Tot slot 97 4 De verhouding van schadevergoeding tot nakoming 99 4.1 Inleiding 99 4.2 De verhouding van verlangende schadevergoeding tot nakoming 100 4.3 De verhouding van aanvullende schadevergoeding tot nakoming 108 4.3.1 Vergoeding van bijkomende schade 109 4.3.2 Vergoeding van vertragingsschade 111 4.4 Mogelijkheden voor opeisbaarheid (art. 6:80) 115 4.5 Het belang van de verschillende schadevergoedingsmogelijkheden 117 5 De verhouding van ontbinding tot schadevergoeding 119 5.1 Inleiding 119 5.2 Art. 6:265 lid 1 in het licht van de wetsgeschiedenis 120 5.3 De opvattingen in de literatuur 122 5.3.1 Ontbinding versus nakoming met aanvullende schadevergoeding: de heersende leer 122 5.3.2 Aanbod tot nakoming met aanvullende schadevergoeding na ontvangst van een ontbindingsverklaring 124
Inhoudsopgave VII 5.3.3 Aanbod tot nakoming met aanvullende schadevergoeding na het instellen van een ontbindingsvordering 126 5.3.4 Bakels: het beginsel van het redelijk alternatief 128 5.3.5 Hartlief: het vereiste van een wezenlijke tekortkoming 129 5.3.6 De moderne benadering 131 5.3.7 Hammerstein en Vranken: introductie van de remedie tot wijziging van de overeenkomst 132 5.3.8 Tegenstanders 134 5.4 De rechtspraak 136 5.5 Art. 6:265 lid 1: keuzevrijheid 139 5.6 Verhouding ontbinding tot nakoming met aanvullende schadevergoeding: het belang van de rechtszekerheid 140 5.7 Verhouding ontbinding tot vervangende schadevergoeding 143 5.7.1 Vervangende schadevergoeding als equivalent van ontbinding: geen minder vergaande remedie 144 5.7.2 Vervangende schadevergoeding als equivalent van (wederzijdse) nakoming: het belang van de rechtszekerheid 147 5.7.3 Vervangende schadevergoeding en de tekortkoming in de nakoming van een ruilovereenkomst 148 5.8 Ontbinding en het externe subsidiariteitsbeginsel: een körte schets 149 B INTERNE SUBSIDIARITEIT 151 6 De verhouding van algehele ontbinding tot gedeeltelijke ontbinding 153 6.1 Inleiding 153 6.2 De wetsgeschiedenis: begripsverwarring 154 6.3 Het beeld in de rechtspraak 158 6.4 Kritiek in de literatuur 161 6.4.1 De moderne benadering 162 6.5 Steun voor het recht op algehele ontbinding 168 6.6 Intermezzo 169 6.7 Het belang van een expliciete toetsing aan het (interne) subsidiariteitsbeginsel. Een aantal vuistregels 170 7 De verhouding van volledige schadevergoeding tot gedeeltelijke schadevergoeding 175 7.1 Inleiding 175 7.2 Volledige of gedeeltelijke vervangende schadevergoeding: gelijkenis met ontbinding 176 7.2.1 Een aantal vuistregels 181 7.3 De bijzondere aard van aanvullende schadevergoeding 183 8. De verhouding tussen verschillende wijzen van nakoming 185 8.1 Inleiding 185 8.2 Het bijzondere karakter van nakoming 185
VIII Inhoudsopgave 8.3 De nakomingsvorderingen van art. 7:20-21 188 8.4 De 'algemene' nakomingsvordering en art. 3:296 lid 1 195 Deel III PROPORTIONALITEIT 201 9 Proportionaliteit van ontbinding 203 9.1 Inleiding 203 9.2 Het proportionaliteitsbeginsel en de wetsgeschiedenis 204 9.3 Hantering van de tenzij-clausule in de rechtspraak 207 9.4 Een aantal gezichtspunten 210 9.5 Eenstemmigheid in de literatuur 215 9.6 De 'vangnet-functie' van het proportionaliteitsbeginsel 217 10 Proportionaliteit van schadevergoeding 221 10.1 Inleiding 221 10.2 Proportionaliteit van vervangende schadevergoeding 221 10.3 Proportionaliteit van aanvullende schadevergoeding 225 11 Proportionaliteit van nakoming 233 11.1 Inleiding 233 11.2 Absolute en relatieve onmogelijkheid van nakoming 234 11.3 De maatstaven van redelijkheid en billijkheid: HR 5 januari 2001, NJ 2001, 79 (Multi Vastgoed/Nethou) 238 11.4 Intermezzo: nakoming en het externe subsidiariteitsbeginsel 242 11.5 De invloed van het proportionaliteitsbeginsel 245 11.6 De nakomingsvorderingen van art. 7:20-21 248 11.7 Tot slot: een wettelijke regeling voor de remedie van nakoming 255 Deel IV SLOTBESCHOUWTNG 259 12 Conclusie 261 12.1 Inleiding 261 / De onderlinge verhouding tussen de remedies van ontbinding, schadevergoeding en nakoming: de invloed van het externe subsidiariteitsbeginsel 262 12.2 Belang van het onderscheid tussen hoofdremedie(s) en aanvullende remedie 262 12.3 Hoofdregel: nakoming is de primaire remedie 263 12.4 Uitzonderingen op de hoofdregel 264 12.4.1 Nakoming vormt geen afdoende remedie 264 12.4.2 'Ware' uitzonderingen 265 12.4.3 Nakoming is disproportioneel 267
Inhoudsopgave IX 12.5 Een wettelijke regeling voor de remedie van nakoming 268 12.6 Omslagpunt: het externe subsidiariteitsbeginsel uitgewerkt 269 12.7 Aanvullende schadevergoeding nimmer subsidiair aan nakoming 271 12.8 De verhouding van ontbinding tot vervangende schadevergoeding 273 II De verhouding tussen de verschillende wijzen van uitoefening van een remedie: de invloed van het interne subsidiariteitsbeginsel 275 12.9 De verhouding tussen verschillende wijzen van nakoming 275 12.10 De wijze van uitoefening van de remedies van ontbinding en vervangende schadevergoeding 276 12.11 De wijze van uitoefening van de aanvullende schadevergoedingsremedie 278 /// De invloed van het proportionaliteitsbeginsel 279 12.12 Een 'vangnet-functie' 279 Lijst van aangehaalde literatuur 283 Rechtspraakregister 293