Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

Transcriptie

1 Zakelijke gegevens Naam student: Jessica Gotink Lesvoorbereiding Stageschool: Daltonbasisschool de Vlier Winterswijk Iselinge klas: VR3C mentor/mentrix: Natascha Hulzink Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4 Inhoudelijke gegevens Vak of vormingsgebied: Activiteit: De uiteindelijke opdracht bestaat uit verschillende lessen. Tijdens deze les gaan we kennismaken met de kunstenaar Corneille en zijn werkwijze. Ik ga de leerlingen de opdracht uitleggen en we gaan een klein begin maken met de opdracht. De leerlingen gaan een verhaal schrijven over een eigen ervaring die ze beleefd hebben met het huisdier of andere dieren. Componenten van de les Beginsituatie van de leerlingen: - De school heeft eens in het jaar een lessenreeks van kunstenares Ine Blok. Iedere groep heeft door het jaar heen een reeks van 6 lessen. - Er is een digibord in het lokaal - Tijdens de uitleg van de juf zijn de kinderen stil. - Het belletje betekent stilte in de klas. Hierbij wordt ook het stilteteken gebruikt. Persoonlijk leerdoel: - Ik wil door middel van deze les aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Dit wil ik bereiken door gebruik te maken van een schilder die gebruik maakt van veel kleuren en door de leerlingen een verhaal te laten bedenken over een eigen ervaring. Lesdoelen proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen: - De leerlingen maken kennis met de werkwijze van Corneille (proces, kennisdoel). - De leerlingen hebben aan het einde van de les een verhaaltje over een eigen belevenis (product, vormingsdoel).

2 Opdracht: De uiteindelijke opdracht bestaat uit verschillende lessen. Tijdens deze les gaan we kennismaken met de kunstenaar Corneille en zijn werkwijze. Ik ga de leerlingen de opdracht uitleggen en we gaan een klein begin maken met de opdracht. De leerlingen gaan een verhaal schrijven over een eigen ervaring die ze beleefd hebben met het huisdier of andere dieren. Betekenis: De leerlingen kennen al verschillende kunstenaars. De leerlingen voelen zich aangesproken door dieren en verschillende kleuren. Vorm: De leerlingen beschrijven een situatie die zij zelf hebben meegemaakt met een dier. Ze beschrijven de omgeving en de gebeurtenis. Materiaal: pen en papier Beschouwing: De leerlingen zien dat er veel variatie is tussen de kleuren. Ze zien dat de kunstenaar voor de dieren en mensen veel fantasie heeft gebruikt. De leerlingen zien dat de achtergrond is opgebouwd uit drie vakken. Werkwijze: De leerlingen leren het beschouwen van de beelden en kleuren. De leerlingen leren een verhaal uit eigen ervaring op te schrijven met daarachter de gedachte dat er voorwerpen in moeten zitten die getekend kunnen worden. Onderzoek: de leerlingen leren door middel van vertellen wat ze op het schilderij zien. Ze leren van elkaar wat er voor mogelijkheden zijn. Organisatie: - prezi - geplastificeerde voorbeelden - schrijfblaadjes

3 lesfase tijd didactische route (wat doen de kinderen?) leerstof leerling leefwereld Inleiding/ introduceren De leerlingen luisteren naar de uitleg en stellen vragen. interventies van de leerkracht We gaan vandaag kennismaken met een kunstenaar. Het is een Nederlandse schilder. Zijn naam is Corneille. Hij heeft heel veel schilderijen gemaakt. Ik zal een paar schilderijen laten zien. Wat valt je op als je naar deze schilderijen kijkt? organisatie en hulpmiddelen Prezi Kern informeren /instrueren De leerlingen bekijken de verschillende schilderijen en benoemen de overeenkomsten. De leerlingen luisteren naar de uitleg. De leerlingen luisteren naar de uitleg. Ik heb ook nog een paar andere schilderijen meegenomen. Deze zijn allemaal een beetje op een zelfde manier gemaakt. Wie kan ontdekken op welke manier? (achtergrond, vormen, kleuren) opvallende kenmerken: felle kleuren, dikke zwarte omlijningen, weinig details, voorstelling alsof het door een kind geschilderd is, een beeld dat soms niet compleet is en van het papier af valt. Ik ga jullie nu de opdracht uitleggen. Wij gaan namelijk ook een schilderij maken over een gebeurtenis die jij hebt meegemaakt. We gaan daarbij de werkwijze van Corneille gebruiken. We gaan een aantal lessen hier aan werken. Het is dus niet in één les al klaar. Na een aantal lessen als het helemaal klaar is, mogen jullie ouders naar een tentoonstelling komen kijken. Wie weet wat dat is een tentoonstelling? Dus je ouders komen dan allemaal naar jullie kunstwerk kijken. Het kunstwerk ga je maken aan de hand van een eigen ervaring met dieren. Ik had bijvoorbeeld laatst De geplastificeerde schilderijen van Corneille.

4 dat ik met mijn hond Senna aan het wandelen was. Toen zag ze een konijntje en rende heel hard achter een konijntje aan liep. Ik zag haar opeens niet meer lopen. Toen ben ik richting huis gelopen en zat ze voor de deur te wachten. Gelukkig zonder konijntje. Jullie maken straks ook over je eigen ervaring een kort verhaaltje. Uit dit verhaaltje haal je een aantal belangrijke woorden. Ik doe bijvoorbeeld Hond, konijntje, huis, deur. Deze woorden ga ik straks gebruiken voor mijn kunstwerk. uitvoeringsfase 1 De leerlingen bedenken een verhaal over een ervaring met dieren. We gaan nu een verhaaltje bedenken. Het verhaal hoeft maar heel kort te zijn. Misschien heb je al eens iets met je huisdier meegemaakt of in de dierentuin. Het mag grappig of zielig zijn, dat maakt niet uit. Je krijgt van mij een blaadje waar je het verhaal op kan schrijven en dan mag je beginnen. Schrijf je naam erop! Kladpapiertjes Ik loop nu even langs om te kijken hoe het met jou verhaal gaat en dan kan ik je misschien helpen. Je mag natuurlijk ook in je groepje overleggen. Het verhaaltje moet vandaag af. Afsluiting/ nabeschouwingsfase De leerlingen leveren de blaadjes in en evalueren de les. We gaan zo dadelijk de woorden uitkiezen. Je kiest woorden die je kunt tekenen. Zoals bijvoorbeeld een kat, een boom, een muis. Ik bewaar alle verhaaltjes voor jullie en dan kunnen we de volgende keer ermee verder gaan. Hoe vonden jullie de les gaan? Lijkt het je leuk om een kunstwerk te maken?

5 Hoe evalueer je om na te gaan hoe de kinderen het gedaan hebben? Ik evalueer na de les met mijn mentrix hoe de les is gegaan. Ik evalueer de les met de leerlingen. Ik loop bij de zelfstandige momenten een ronde om kinderen te helpen.