Oplossingsgerichte gesprekken. Met kinderen

Transcriptie

1

2

3 Oplossingsgerichte gesprekken Met kinderen

4 VANDAAG Geeft meer richting in je gesprekken met kinderen. Leer je loslaten dat jij de oplossing moet hebben. Vanaf NU: Ga je anders handelen. Ben je gericht op de oplossing ipv de oorzaak.

5 . Dwingt jezelf opnieuw onderzoek te doen naar je samenwerking met kinderen. Herinner je dat kinderen manieren vinden om hun eigen oplossingen te vinden.

6 Kijken met een andere bril Tools: geen vaste volgorde Een simpele praktische wijze om op een positieve manier met kinderen problemen op te lossen

7 Een casus Laten we meteen eens een kind onder de loep nemen! Meisje, 9 jaar Moeder overleden, vader vaak weg; erg op zichzelf aangewezen Heeft concentratieproblemen, kan niet goed rekenen en is dyslectisch Kan behoorlijke streken uithalen en soms brutaal zijn Wat denken jullie nu..?

8 Ze is erg zelfstandig Ze is vrijwel altijd vrolijk Ze kan erg behulpzaam zijn naar anderen Verandert dit al iets aan jullie beeld..?

9

10 Basisvaardigheden Het gaat om spreken met kinderen ( niet over). Aandacht voor de dingen die gezegd worden voor de manier waarop iets gezegd wordt en wat NIET gezegd wordt. HUMAN DYNAMICS. Oprechte belangstelling. (

11 Uitgangspunten Laat OMA (wat vaker) thuis, Oordelen, Meningen, Adviezen Gebruik LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen Neem ANNA mee: Altijd Navragen, Nooit Aannemen Smeer NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander Wees een OEN: Open, Eerlijk, Nieuwsgierig Maak je niet DIK: Denk In Kwaliteiten

12 Oefening 1 Met aandacht. Wat en hoe wordt iets gezegd. Met de bril van HD.

13 Evenveel inbreng Kind en leerkracht zijn evenveel aan het woord Empathisch en responsief Er niets van vinden en niet denken voor het kind: (HD) HOE: onderzoeken van gedachten van het kind Open vragen stellen Checken wat je zegt

14 Meebewegen weerstand. Feedback geven. Doel en verloop gesprek vertellen. Non-verbale hulpmiddelen. Zonder oordeel. Oplossingsricht taalgebruik.

15 Probleemgericht/ oplossingsgericht Verleden Probleem is er altijd Fouten zoeken Diagnosticeer de oorzaak Expert geeft antwoord Inzicht is voorwaarde Conflict Tekort Hulpbronnen moeten aangeleerd Grote veranderingen Regel Verminder Snel en onmiddellijk Meer van het zelfde Nooit Wat is precies het probleem Probleem Toekomst Probleem is er nooit altijd Oplossingen ontwerpen Zoek naar wat werkt Partner stelt vragen Inzicht komt tijdens/na verandering Samenwerking Mogelijkheid Hulpbronnen zijn al aanwezig Kleine veranderingen zijn voldoende Uitzondering Vermeerder Traag, maar zeker Meer van wat werkt Nog niet Wat is precies het doel in deze situatie? Oplossing

16 Oefening 2 Onderwerp: probleempje met kind. Open vragen leren stellen. Checken wat er gezegd wordt. Vragen naar gedachten en gevoel.

17 Wat gaan we doen? Aan- en inleiding Uitgangspunten oplossingsgerichte gesprekken Instrumenten en technieken Casus met videobeelden Zelf ervaren Tools: geen vaste volgorde

18 Aan en inleiding Leerlingen moeten worden betrokken bij hun eigen leerproces, omdat: Dit past binnen de huidige democratische maatschappijvisie. (samenwerking, dialoog en participatie staan centraal). De leerlingen zichzelf het beste kennen en beschikken over belangrijke informatie over hoe dat leerproces vorm moet krijgen.

19 Uitgangspunten 1. Is eigen betrokkenheid bij het leerproces enorm belangrijk en waardevol 2. Praten over het leerproces stimuleert de metacognitie 3. Kinderen zijn vaak erg gevoelig voor een democratische benadering en willen graag meepraten en gehoord worden 4. Kinderen zijn vaak bijzonder goed in staat zichzelf te verwoorden en te reflecteren 5. Kinderen zijn daardoor vaak in staat een daadwerkelijke bijdrage aan het proces te leveren

20 Laat OMA (wat vaker) thuis, Oordelen, Meningen, Adviezen Gebruik LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen Neem ANNA mee: Altijd Navragen, Nooit Aannemen Smeer NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander Wees een OEN: Open, Eerlijk, Nieuwsgierig Maak je niet DIK: Denk In Kwaliteiten

21 Oefenen van oplossingsgericht taalgebruik Zoeken naar schuld Waarom pest jij anderen? Wat heb je gedaan? Wat je wel wat je hebt aangericht? Ik ga je voortaan in de gaten houden Waarom doe je zo vervelend tegen je klasgenoot? Snap je niet dat dit vervelend is voor de ander? oplossingsgericht Hoe kan het beter worden voor de ander. Wat kun je anders zeggen? Hoe zou je het anders aanpakken als je opnieuw mocht kiezen? Wat of wie heb je nodig om het voortaan anders aan te pakken? Wanneer wil je komen vertellen dat je het anders hebt aangepakt? Hoe kun je het voor de ander weer aangenaam maken in de groep?

22 Oefening 3 Oefening: bedenk 10 zinnen en zet deze om in oplossingsgericht taalgebruik!

23 hoef je de oorzaak niet te kennen om aan verbetering te kunnen werken

24 spreek en denk je niet in diagnostische etiketten

25 Gedrag is signaal Gezien Gehoord Gewaardeerd / erkend

26 Coping...Hoe reageer je? Fight Flight Freeze Bespreken: wat doe jij in dit soort situaties? Wanneer hoe - waardoor - oorzaak.

27 Oefening 4 zet je aan tot een andere kijk op de situatie; (verschillende perspectieven) een herkadering ( de positieve kanten belichten van het probleem) Opdracht geven om anders te kijken.

28 Oefening 5 START: help je de ander de probleem situatie helder te krijgen

29 ga je van klacht naar kracht

30 Oefening 6 benut je uitzonderingen als motor voor verandering

31 ...werk je dmv schalen in kleine stapjes aan verbetering VOORBEELDSPEL

32 Oefening 7 Oefenen met schaalvragen

33 Oefenen met schaalvraag 1. Schaal vaststellen 2. Positie kiezen 3. Verkennen doel: wanneer tevreden 4. Vooruitgang bepalen ( SMART en zichtbaar; positief geformuleerd) 5. Stap vooruit. 6. Oefenen van het kind

34 Te leren vaardigheid 1. Hoe ziet de vaardigheid eruit? 2. Wat kun je dan zien? 3. Welke voordelen zitten daaraan? 4. Is het realistisch, concreet, haalbaar? 5. Welke eerste stap ga je zetten? 6. Hoe kunnen we ondersteunen? 7. Wat merken anderen daarvan? 8. Wat gaat dan beter?

35 Tekenen van een routekaart

36 Besproei je de planten en niet het onkruid

37 Samenvatting tot nu toe. Oplossingen vinden problemen analyseren en oplossen De blik is gericht op de toekomst en op werkbare doelen Ontdek wat eerder geholpen heeft, wanneer het wél lukt(e) en wat er wél goed gaat en mogelijk is De ander beschikt over eigen hulpbronnen die ingezet kunnen worden Alles waar je aandacht aan geeft, groeit.

38 De kracht van complimenten Focus op uitzonderingen! Bespreek de uitzondering op: gedachten, gedrag, gevoel, gevolg. ( hoe lukte dit?/ wat deed je ander?, wat zagen anderen aan je?) Zoek naar hulpbronnen! Complimenten: Directe Complimenteuze vragen Non-verbale Compliment op inspanning! Succes vieren

39 Interventies Aansluiten Complimenten als feedback ( brug tussen probleem en gewenste situatie) Positieve uitzonderingen Concreet maken ( camera) Copingvraag Wondervraag: VOORBEELDspel

40 Oefening 9 Wondervraag stellen.

41 Twee Tools De echte start benoemen Succesvieren Oefening 6

42 8 stappen dans kind Contact maken. Het opbouwen van een goede werkrelatie met het Context. Hoe ziet de situatie eruit; wat speelt er? Wat gaat er goed? Waar kunnen we rekening mee houden? Doelen. Wat moet er besproken worden om het een nuttig gesprek te laten zijn? Wat is werkbaar en waar is de l.l. voor gemotiveerd? Krachtbronnen. Wat zijn de sterke punten? Wat werkt goed, ondanks de problemen? Wat heb je al gedaan dat hielp? Uitzonderingen. Wanneer gaat het wel goed? Hoe komt dat? Complimenteren. Complimenteer authentiek, welgemeend en op maat Toekomstgerichtheid. Visualiseer de gewenste toekomst ( yes setting en wondervraag ) Schalen. Helpen om verschillen op te merken en meer gradueel en genuanceerd over oplossingen na te denken. Vele kleine stapjes maken één grote!

43 ngsgericht-coachingsgesprek

44 Bespreek het filmpje na

45 Alle tools oefenen! Maak drietallen en verdeel de rollen: 1. Interviewer 2. Geïnterviewde 3. Observator Voer een probleemgericht gesprek Voer een oplossingsgericht gesprek 4. Plenair nabespreken

46 Hoe ga jij je dit eigen maken? 1. Oefenen in drietallen 2. Lezen van voorbeelden 3. Kijken naar de ander: video/ voorbeeldspel. 4. Samen voorbereiden gesprek

47 Zelf oefenen

48 Lezen materialen

49 Video/ voorbeeldspel

50 Samen voorbereiden gesprek