Het regionale netwerk aan zet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het regionale netwerk aan zet"

Transcriptie

1 Het regionale netwerk aan zet Dit is een publicatie van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap productie Baukje Spit/Marianne Bos/ Leo Wijnhoven fotografie Bart Versteeg, Den Haag vormgeving Wim Zaat, Moerkapelle druk DeltaHage, Den Haag Uitgave: Juni 2004 nabestellen Postbus 51-infolijn Telefoon (0800) 8051 (gratis) of ISBN Prijs: 25,- Zie ook: /koersbve.pdf OCW34.058/3.500/08BK2004B018 KOERS BVE K O E R S E B V

2 KOERS BVE Het regionale netwerk aan zet

3

4 Het regionale netwerk aan zet K O E R S B V E

5 4 KOERS BVE

6 KOERS BVE Deel 1 Deel 2 Deel 3 Beroepsonderwijs, educatie en trends in onze samenleving Agenda voor beroepsonderwijs en educatie 7 Actieplan KOERS BVE 55 BVE-barometer 87 HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 5

7

8 Deel 1 Beroepsonderwijs, educatie en trends in onze samenleving Agenda voor beroepsonderwijs en educatie K O E R S B V E

9

10 Inhoudsopgave deel 1 Voorwoord Inleiding 15 Achtergrond 15 Leeswijzer 17 Het doel van KOERS BVE 19 Drie maatschappelijke trends en het bve 21 Inleiding 21 Trend 1: de transitie naar een kennissamenleving 21 Trend 2: het individu in de complexere samenleving 23 Trend 3: de herpositionering van de nationale overheid tussen Europa en de regio 25 Van trends naar hoe nu verder? 26 Intermezzo: Van maatschappelijke trends naar een agenda beroepsonderwijs en educatie Agenda voor beroepsonderwijs en educatie 31 Beroepsonderwijs in de transitie naar de kennissamenleving 31 Meer innovatie en rendement door samenwerking tussen instellingen en hun omgeving 31 Meer aandacht voor een variëteit aan leerloopbanen 35 Aantrekkelijke onderwijsinhoud die aansluit op de arbeidsmarkt 36 Instellingen moeten breed toegankelijk zijn 37 Complexe samenleving voor het individu 39 Onderwijspersoneel ondernemende rol in eigen leerloopbaan 39 Verhoging van rendement en sociale cohesie, doordat alle deelnemers meedoen 41 Deelnemers meer eigen verantwoordelijkheid 43 Nationale overheid herpositioneren tussen Europa en de regio 45 Meer ruimte voor de regio 45 Heldere kaders en verbinding met regionale initiatieven 46 Actieve bijdrage aan EU-agenda inclusief Europese benchmarks 50 Intermezzo: Van agenda naar actie 53 HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 9

11

12 Voorwoord In de samenleving draait alles in toenemende mate om actuele en relevante kennis en kunde, de samenleving wordt met de dag complexer voor de individuele burger en het belang van zowel de regio als van Europa neemt toe. Deze drie trends zijn uiteraard ook van invloed op het beroepsonderwijs en de educatie. Er is behoefte aan goed beroepsonderwijs en educatie, die de samenleving en deelnemers waar voor hun geld levert, die aantrekkelijk is, die een brede basis biedt voor een goed opgeleide beroepsbevolking en die de sociale cohesie bevordert. Binnen het beroepsonderwijs staat de (leer)loopbaan centraal. Doorlopende leerlijnen vmbo-mbo-hbo ondersteunen die (leer)loopbaan. Het mbo vormt hierbij een belangrijke scharnier tussen vmbo-mbo enerzijds en tussen mbo-hbo anderzijds. De discussie die in het door het kabinet ingestelde Innovatieplatform wordt gevoerd, buigt zich eveneens over de ontwikkelingen zoals die in KOERS BVE worden aangekaart. Met name de Werkgroep Leijnse van het Innovatieplatform richt zich op het beroepsonderwijs. De uitkomsten van het rapport van de Werkgroep Leijnse zullen eveneens richtinggevend zijn bij de verdere uitwerking van KOERS BVE. Het is van belang dat onderwijsinstellingen voldoen aan de vraag naar goed opgeleide mensen. Dat bedrijven de kandidaten krijgen die ze nodig hebben. Dat deelnemers hun talenten ontwikkelen, een passende leerloopbaan kiezen en een startkwalificatie halen. Dat burgers een leven lang leren. Dat gemeenten een integraal beleid voeren voor inburgering, educatie, reïntegratie en scholing. Dat docenten de vaardigheden hebben en krijgen om innovaties vorm te geven. Dat het management van onderwijsinstellingen is toegerust om alle veranderingen te initiëren of te begeleiden. Dat kbb s hun wettelijke taken nog beter uitvoeren. En dat de nationale overheid duidelijk is over de verwachtingen, ruimte geeft en belemmeringen terugdringt. Praktijk en theorie moeten meer en beter met elkaar worden verbonden. De agenda en het actieplan van KOERS BVE. Het zijn voornoemde drie trends waarop de agenda en het actieplan van KOERS BVE zijn gebaseerd. Het doel van de acties is te komen tot een nog beter toegerust stelsel van beroepsonderwijs en educatie. Een stelsel dat bijdraagt aan maatschappelijke en economische doelstellingen en dat bovendien aansluit bij de variëteit aan deelnemers. Met als resultaat? Dat de beroepsbevolking over de juiste competenties kan beschikken. En dat zo de sociale cohesie én het rendement verbeteren omdat op die manier zoveel mogelijk mensen kunnen meedoen. Belangrijke elementen daarbij zijn innovatie, kennistransfer, samenwerking, plus een nieuwe manier van met elkaar omgaan. Allereerst door reeds in gang gezette vernieuwingen te implementeren, zoals de competentiegerichte kwalificatiestructuur beroepsonderwijs en de examinering. Daarnaast wordt in KOERS BVE ingezet op een aantal nieuwe acties. Het huidige wettelijke kader (WEB) biedt voldoende ruimte om deze ambities te realiseren. HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 11

13 De drie voornaamste actieterreinen zijn: 1 Ruimte voor innovatie. Er vindt innovatie plaats bij zowel bedrijven als het beroepsonderwijs. Het is van belang dat beide innovatietrajecten worden gesynchroniseerd en op elkaar worden afgestemd. Dat kan door in beroepsonderwijs beter af te stemmen op de wensen en eisen van het bedrijfsleven. Dat betekent een inzet op competentiegericht onderwijs dat aansluit op de wensen van de arbeidsmarkt en vervolgonderwijs en voor verdere professionalisering van het onderwijspersoneel. Bovendien wordt ingezet op doorlopende leerlijnen, een leven lang leren, het bevorderen van ondernemerschap, bètatechniek en kenniscirculatie MKB. Concrete acties zijn dan bijvoorbeeld: Het realiseren van een innovatiearrangement met extra aandacht voor kenniscirculatie en ondernemerschap; Het ondersteunen van de implementatie van een beroepsgerichte kwalificatiestructuur. 2 Ruimte voor deelnemers. Het is van belang nadrukkelijker te kijken naar de wensen en de mogelijkheden van de deelnemers en de behoefte van de maatschappij aan gekwalificeerde burgers. De leerloopbaan staat centraal. Dat betekent het bieden van de mogelijkheid om als vakman te excelleren en het met alle kracht voorkomen van uitval. Hiervoor wordt ingezet op voldoende gediplomeerde mbo ers, de doorstroommogelijkheden, een leven lang leren en extra ondersteuning van deelnemers zonder startkwalificatie. Concrete acties hierbij zijn bijvoorbeeld: Deelnemers meer kansen bieden door intensieve voorlichting en begeleiding; Zorgen voor betere prestaties en minder uitval door effectievere didactische methoden; Betere doorstroming door doorlopende leerlijnen vmbo-mbo-hbo; Instellingen meer vrijheid bieden door deregulering; Management vergemakkelijken door ontschotting. 3 Ruimte voor instellingen. Heldere kaders, duidelijke grenzen en transparante prestaties. Dat zijn de kenmerken van de nieuwe bestuurlijke verhoudingen. Instellingen krijgen meer ruimte. Maar de kaders die eerst duidelijk zijn gesteld, worden strikter gehandhaafd. Dat geeft instellingen volop ruimte om hun eigen profiel te kiezen. En hun eigen ambities te formuleren. Afgestemd op hun partners bedrijven, lokale overheden in hun regionale netwerk. De transparantie wordt hierbij gewaarborgd door een jaarlijkse benchmark. Concrete acties zijn bijvoorbeeld: Invoeren van de nieuwe bestuurlijke verhoudingen (stapsgewijs); Formuleren van landelijke ambities voor de bve-sector; Instellingen stellen zelf met hun regionale partners de regionale ambities op. 12 KOERS BVE

14 Conclusie: Regionaal netwerk aan zet binnen heldere kaders De afspraken die binnen de regionale netwerken worden gemaakt, geven de vragende partijen in de regio de gelegenheid hun rol te spelen bij het beroepsonderwijs en de educatie. Aan deze vragende partijen zal ook verantwoording moeten worden afgelegd. Dit maakt het mogelijk op centraal niveau minder regels te stellen en daarmee tegemoet te komen aan het verminderen van de administratieve lasten. Het zijn deze ambitieuze doelstellingen die we willen realiseren. Een spannende en uitdagende taak. Met de agenda en het actieplan geven we het beroepsonderwijs en de educatie de mogelijkheden om effectief en adequaat in te spelen op de maatschappelijke ontwikkelingen. Zo kan het bve de komende jaren volledig aansluiten op de huidige ontwikkelingen en pro-actief omgaan met toekomstige veranderingen. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Maria J.A. van der Hoeven HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 13

15

16 1Inleiding 1.1 Achtergrond Onze huidige samenleving is op tal van punten onvergelijkbaar met die van slechts enkele decennia geleden. Individualisering, andere sociale verbanden, immigratie, sterk toegenomen mobiliteit en de overal aanwezige informatie- en communicatietechnologie hebben Nederland een geheel ander karakter gegeven. Deze veranderingen zijn vaak zo snel gegaan dat veel bestaande structuren en processen dit tempo onvoldoende hebben kunnen bijhouden. Dat geldt ook enigszins voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (bve). Dankzij de inspanningen en flexibele opstelling van tal van betrokkenen heeft dit onderwijs veel nieuwe ontwikkelingen kunnen opvangen. Nu is het echter tijd voor een fundamentelere nieuwe koers. Zodat het bve nóg beter toegerust de toekomst tegemoet kan treden. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft met KOERS BVE inspirerend startpunt voor nieuwe acties gecreëerd voor de middellange termijn. KOERS BVE is een aanzet voor gesprekken met de vele spelers in het veld. Ook beschrijft KOERS BVE de ambities voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Met andere woorden: KOERS BVE is de basis voor overleg met het veld. Er wordt een verbinding gelegd tussen lopend en nieuw beleid en de daarmee samenhangende nieuwe besturingsfilosofie. Met KOERS BVE wil het ministerie van OCW beroepsonderwijs creëren dat nóg beter kan inspelen op de eisen én de kansen van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. In de bve-sector wordt synergie nagestreefd tussen onderwijs en praktijk, onderwijsinstellingen en bedrijven en tussen werken en leren met als doel een optimale vorm van kenniscirculatie te realiseren. KOERS BVE is van toepassing op het gehele bve-veld dus inclusief het onderwijs dat valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van LNV (Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit). Aan het interactieve proces hebben daarom ook de aoc s deelgenomen, en is er bestuurlijk overleg gevoerd met de AOC-Raad. Daar waar in KOERS BVE wordt gesproken over roc s, wordt in voorkomende gevallen ook gedoeld op de aoc s. Daarnaast zet LNV in op de realisatie van een aantal vakdepartementale ambities waarbij synergie wordt nagestreefd tussen onderwijs, onderzoek en diverse vormen van kenniscirculatie. Hierbij worden Wageningen Universiteit en Researchcentrum, de HAO-instellingen en de aoc s gezamenlijk betrokken. Waar in KOERS BVE overigens wordt gesproken over het beroepsonderwijs impliceert dat op de relevante onderdelen ook de educatie. HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 15

17 Het regionale netwerk aan zet De ondertitel van KOERS BVE luidt Het regionale netwerk aan zet. Deze ondertitel illustreert de belangrijkste vernieuwing in de bestuurlijke verhoudingen binnen de bvesector. De agenda voor het beroepsonderwijs uit KOERS BVE kan alleen gerealiseerd worden door een gezamenlijke aanpak van acties binnen de regio vanuit de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken partijen. De verantwoordelijkheden van de betrokken partijen kunnen in grote lijnen als volgt worden gedefinieerd: de deelnemer is verantwoordelijk voor het vormgeven van zijn eigen leerloopbaan de docent is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de leerloopbaan van de deelnemer onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor het geven van competentiegericht onderwijs en een goede aansluiting tussen vmbo-mbo-hbo bedrijven zijn verantwoordelijk voor de beroepspraktijkvormingsplaatsen gemeenten zijn verantwoordelijk voor de educatie en voor de deelnemers die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven zijn verantwoordelijk voor de competentiegerichte kwalificatiestructuur en de erkenning van de leerbedrijven De regio wordt gevraagd om haar ambities transparant te maken, waarbij de inzet van alle betrokkenen duidelijk moet zijn. De instelling maakt een transparante afspraak met haar omgeving, niet met de nationale overheid. Zowel het regionaal netwerk als de overheid verkrijgt op deze wijze inzicht in de ambities. Het regionaal netwerk kan daarbij aangeven wat zij precies van de overheid nodig heeft om haar ambities waar te maken. Ruimte geven aan de instellingen zal daarvoor een voorwaarde zijn. De resultaten zullen uiteindelijk ook transparant gemaakt moeten worden door het regionale netwerk. Op deze wijze worden ambities en resultaten transparant voor alle betrokken partijen en kan er naast verticale ook horizontale sturing plaatsvinden. Hoe is KOERS BVE tot stand gekomen? KOERS BVE is tot stand gekomen door alle bve-instellingen te consulteren (roc s, vakinstellingen, aoc s, kbb s) en een aantal niet-bekostigde instellingen. Nadat het kabinet-balkenende II was aangetreden, heeft het ministerie van OCW bovendien overlegd met de bestuurlijke partijen uit het beroepsonderwijs. In januari en februari 2004 is er een debat met het veld georganiseerd in vijf regionale bijeenkomsten, waarvan één specifiek gericht op de vier grote steden: Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam. Aan de bijeenkomsten namen alle partijen uit de regio s deel, zoals de onderwijsinstellingen, gemeenten, kbb s, technocentra en sociale partners. Deze bijeenkomsten boden gelegenheid om uitgebreid van gedachten te wisselen met mensen uit de regionale netwerken voor het beroepsonderwijs. Hierbij stond de vraag centraal hoe een regio ambities voor het beroepsonderwijs kan realiseren en wat de nationale overheid daaraan kan bijdragen. Aan de orde kwam verder de invloed van maatschappelijke ontwikkelingen (trends) op het beroepsonderwijs. De resultaten van deze regionale bijeenkomsten zijn gebruikt als input voor KOERS BVE. In maart 2004 zijn de bestuurlijke partijen afzonderlijk gepolst over de hoofdlijn van KOERS BVE. Deze hoofdlijn is vervolgens op twee bijeenkomsten van het Bestuurlijk Overleg Beroepsonderwijs (BOB) besproken met alle bestuurlijke partijen (Bve Raad, Colo, HBO-raad, Schoolmanagers VO, VSWO, VNG, Paepon, JOB, AOC Raad, MKB, VNO-NCW, FNV, CNV en MHP). 16 KOERS BVE

18 1.2 Leeswijzer KOERS BVE geeft de richting aan voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie voor de middellange termijn. Voordat we aangeven wat deze nieuwe richting precies inhoudt, brengen we allereerst de omgevingsfactoren in kaart die het bve beïnvloeden: de belangrijkste maatschappelijke trends (hoofdstuk 3). Vervolgens vertalen we deze trends in een agenda voor het bve (hoofdstuk 4). Deze agenda leidt tot een aantal gerichte acties. Die vindt u terug in Deel 2, Actieplan KOERS BVE. In Deel 3, BVE-barometer leest u meer over de maatschappelijke beleidsindicatoren en de kengetallen waarop de koers en de acties onder andere zijn gebaseerd. HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 17

19

20 2Het doel van KOERS BVE De moderne samenleving heeft beroepsonderwijs en scholing nodig om burgers en bedrijven uit te dagen om hun mogelijkheden te benutten. Bovendien vraagt de kenniseconomie niet alleen om een uitmuntende, innovatieve manier van denken aan de top, maar ook om een breed gedragen, vernieuwende manier van denken en doen in brede lagen van de bevolking. Hierbij kan en moet het beroepsonderwijs een prominente rol spelen. In dit hoofdstuk leest u hoe KOERS BVE hierin een rol kan spelen voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Kern: werken aan samenwerken De vernieuwing van het beroepsonderwijs staat terecht hoog op de agenda. Inhoudelijk omdat de kwaliteit van het primaire proces (inclusief het praktijkdeel) moet verbeteren. Institutioneel omdat er nieuwe samenwerkingsrelaties ontwikkeld moeten worden tussen onderwijsinstellingen onderling én met bedrijven en branches. De (leer)loopbanen staan hierbij centraal. Deze aanpak is tot stand gekomen na overleg met alle betrokken partijen uit het beroepsonderwijs en vormt de basis voor bestaande én nieuwe acties. Kern van de vernieuwing in het beroepsonderwijs is een grotere vervlechting van het onderwijs met de beroepspraktijk. Alleen dan is het mogelijk om leren en werken optimaal af te wisselen en de samenhang daartussen (duale trajecten) adequaat te bewaken. Dat dit een actieve betrokkenheid van bedrijven en andere arbeidsorganisaties vergt, is vanzelfsprekend. Om de samenhang te versterken moet de vernieuwing in het vmbo, mbo en hbo integraal tot stand komen: meer doorstroming creëert immers meer perspectief en maakt aan de onderkant een opwaartse beweging mogelijk. KOERS BVE is daarom afgestemd op HOOP en KOERS VO.In zowel het beleid als de praktijk ligt de nadruk op het realiseren van doorlopende leerlijnen vmbo-mbo-hbo en Een leven lang leren. Dit vraagt om een gezamenlijke aanpak van het vmbo, het mbo en het hbo. Dankzij deze aanpak komt innovatiekracht los en wordt bovendien de sociale cohesie versterkt. Overige verbeteringen Behalve een betere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijven streeft het ministerie van OCW met KOERS BVE de komende periode naar de volgende vernieuwingen: een herkenbare pedagogiek en didactiek voor het beroepsonderwijs ontwikkelen; de loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding versterken; de praktijkcomponent versterken. Werken aan het imago Zoals gezegd: een sterke kenniseconomie wordt gedragen door een brede subtop van vakmensen met veelzijdige competenties. Dat vergt een omgeving waarbinnen deze mensen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Maar wel met een vangnet voor iedereen die het tempo van de huidige kennismaatschappij niet kan bijhouden. Want ook voor het versterken van de sociale cohesie is het van groot belang om zo veel mogelijk mensen te betrekken bij de kenniseconomie. De betekenis die het beroepsonderwijs heeft voor de kenniseconomie blijkt echter nog niet op alle niveaus te zijn doorgedrongen. Binnen de regio s hebben de bve-instellin- HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 19

21 gen over het algemeen een goed imago. Kijken we echter op landelijk niveau, dan zien we een ander beeld. Dan blijkt dat daar nog onvoldoende duidelijk is wat het belang is van deze sector voor de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving; ook is daar onvoldoende helder wat deze sector aan de kenniseconomie bijdraagt. Daarom moet het beroepsonderwijs ook landelijk op de kaart gezet worden. Bijvoorbeeld door de resultaten van het beroepsonderwijs bekend te maken. Werken aan succes De belangrijkste doelstellingen van KOERS BVE zijn: doorlopende leerlijnen; een leven lang leren; examinering; de drieslag competentiegerichte kwalificatiestructuur, de onderwijsvernieuwing die daarvoor moet worden gerealiseerd en de professionalisering van het onderwijspersoneel die daarvoor nodig is; betere kennisuitwisseling met het bedrijfsleven; werken aan het imago door resultaten te tonen. Essentieel hierbij is de ruimte die de onderwijssector krijgt van de overheid. Alleen met voldoende ruimte kan het bve optimaal laten zien waartoe het in staat is. Daarom is de KOERS voor de bve-sector niet gericht op het stellen van regels, maar op het stimuleren van een eigentijdse relatie tussen de politiek en de realiteit met nieuwe, eigentijdse bestuurlijke verhoudingen met meer ruimte voor de regio. Ook is het belangrijk afspraken te maken om ambities te realiseren. Op die manier krijgt het beroepsonderwijs niet alleen de autonomie om zélf in de regio te werken aan succes, maar ook het vertrouwen om dat te doen.

22 3Drie maatschappelijke trends en het bve 3.0 Inleiding De samenleving verandert. Sommige van deze veranderingen hebben ook invloed op beroepsonderwijs en educatie. De belangrijkste van deze veranderingen hebben we samengevat in drie trends: 1 de transitie naar een kennissamenleving; 2 het individu in de steeds complexere samenleving; 3 verandering in de positie van de nationale overheid tussen Europa en de regio. In dit hoofdstuk beschrijven we allereerst de trends (paragraaf 3.1 tot en met 3.3), waarna we stilstaan bij hun invloed op het bve. Tot slot beschrijven we wat dat betekent voor de toekomst (paragraaf 3.4). 3.1 Alles draait om kennis en kunde Creativiteit en innovatief vermogen ICT-ontwikkelingen Trend 1: de transitie naar een kennissamenleving Sinds het ontstaan van het moderne beroepsonderwijs aan het begin van de vorige eeuw is de samenleving drastisch veranderd. En daarmee ook de situatie op de arbeidsmarkt. Kijk naar het soort werk: het aantal mensen dat (zwaar) fysieke en routinematige arbeid verricht, is de laatste decennia enorm afgenomen. Die verandering is ook zichtbaar in de geldstromen: investeringen vinden vooral plaats in de meest innovatieve hightechsectoren. Het gaat steeds minder om hardware en steeds meer om software. Het is de dienstensector die steeds prominenter wordt. En zelfs meer traditionele producten als gebouwen en auto s onderscheiden zich niet langer op instrumentele waarden maar meer en meer op creatieve en intelligente eigenschappen. Het gaat hierbij niet alleen om het beschikken over de juiste (vak)kennis, maar vooral ook om het op de juiste wijze toepassen van (vak)kennis. Dat geeft het onderscheidend vermogen. Om nieuwe producten en nieuwe diensten op de steeds veranderende markten af te zetten is veel creativiteit en innovatief vermogen nodig. Waar het om gaat is voortdurend nieuwe product-marktcombinaties te ontwikkelen. Dat vereist niet alleen kennis over de mogelijkheden van het product en kennis van de markt; dat vereist vooral het vermogen om deze creatief met elkaar te verbinden. Bovendien dwingt de marktwerking producenten ertoe de processen steeds efficiënter aan te pakken. Ook bij deze permanente efficiencyoperaties draait alles om kennis, kunde en creativiteit. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar in een steeds hoger tempo op. Bovendien vormt de informatie- en communicatietechnologie (ICT) niet langer een geïsoleerde sector. ICT heeft invloed op alle sectoren. Zij beïnvloedt producten, productiemethoden en markten. En zij verandert organisatiestructuren en sociale verhoudingen. Verder versnelt ICT de ontwikkeling van nieuwe (vak)kennis. HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 21

23 De gevolgen van deze trend voor het bve Werken aan vernieuwend denken Werken aan netwerken Het beroepsonderwijs is gevormd toen de klassieke industrie (met vooral technische beroepen) en de landbouw de voornaamste economische sectoren waren. Het is dan ook een enorme uitdaging om het beroepsonderwijs mee te laten groeien in de ontwikkelingen van onze kenniseconomie. De noodzakelijke kennisontwikkeling in combinatie met creatieve toepassing ervan stelt hoge eisen aan iedereen binnen het bve. De mogelijkheden om in sectoren als onderwijs en zorg, maar ook bijvoorbeeld de bouw, nieuwe technologieën te gebruiken zijn legio. Maar waar het bve vooral voor staat is de concretisering hiervan in de dagelijkse routine. Mensen motiveren, stimuleren om in hun dagelijkse praktijk mee te denken. Om steeds weer op vernieuwende wijze problemen op te lossen. Ook de ICT-ontwikkelingen zorgen ervoor dat de opleidingseisen sterk veranderen. Veranderen wil overigens niet noodzakelijk ook zeggen verhogen. Het gaat namelijk vooral om de benodigde, geheel nieuwe en andere combinaties van vaardigheden en kennis. Adequaat inspelen op deze ontwikkelingen kan niet in starre, ijzeren organisatiestructuren. Dat kan alleen door flexibel te opereren in tal van verschillende netwerken: zoals informele netwerken, formele netwerken, virtuele netwerken, enzovoorts. Creatie en innovatie kunnen niet zonder netwerken. Waar het steeds vaker om gaat is de juiste praktijkkennis, de ervaring van de mensen op de werkvloer, uit te wisselen in bijvoorbeeld communities of practice. Zoals chauffeurs die elkaar via sms waarschuwen voor files en wegversperringen en daarmee onnodige kosten voorkomen. Of monteurs die door uitwisseling van informatie over storingen bepaalde patronen ontdekken die leiden tot productverbeteringen. Deze netwerkvorming raakt iedereen. Kleine én grote arbeidsorganisaties. Kleine ondernemingen werken samen in ondersteunende netwerken. En grote bedrijven kennen in- en externe netwerken. De klassieke topdownstructuur verdwijnt. Er ontstaan groepen mensen die werken aan gemeenschappelijke doelstellingen. En ze maken afspraken over tal van zaken. Over milieueisen, over productstandaarden, over ketenaansprakelijkheid, enzovoorts. Kenmerk van deze netwerken is het ontbreken van één centraal punt van sturing. De netwerken draaien om organisaties en mensen die als knooppunten optreden tussen de deelnemers van het netwerk. Deze knooppunten kunnen per netwerk verschillen en hoeven niet altijd uit dezelfde partijen te bestaan. Deze trend, de transitie naar de kennissamenleving, heeft dan ook een enorme invloed op de eisen die worden gesteld aan de mensen die het bve aflevert. Waar het om gaat zijn nieuwe combinaties van praktische en procesvaardigheden, van communicatievermogen en sociaal functioneren, van het dragen van verantwoordelijkheid en organisatie- en improvisatievermogen, én van talenkennis en ondernemendheid. 22 KOERS BVE

24 Agenda De kenniseconomie vraagt om mensen die voortdurend leren. De omslag naar een (leer)loopbaan leidt tot de volgende agenda: 1 Meer innovatie en rendement door samenwerking tussen instellingen en hun omgeving. 2 Meer aandacht voor een variëteit aan leerloopbanen. 3 Aantrekkelijke onderwijsinhoud die aansluit op de arbeidsmarkt. 4 De instellingen moeten breed toegankelijk zijn. Trend 2: het individu in de complexere samenleving 3.2 Meer behoefte aan kwaliteit, keuzevrijheid en maatwerk En net zo belangrijke trend als de eerste trend is dat de samenleving complexer wordt. De technologische ontwikkelingen hebben grote invloed op het gedrag van burgers. En zeker op jongeren. Trends die zich aftekenen in de complexe samenleving zijn: een hoger opleidingspeil, een toenemende vergrijzing, een toenemende verkleuring en een dreigende breuk tussen de voorlopers en de achterblijvers. Het zijn ontwikkelingen die vragen om een herijking van de verhouding tussen individuele vrijheid en variëteit enerzijds en gelijkheid en collectieve waarden en normen anderzijds. Dankzij het hogere opleidingspeil en de brede beschikbaarheid van kennis via de moderne media, kunnen burgers gemakkelijker dan ooit zelf hun leven vormgeven. Ze zijn terecht kritischer geworden, eisen hun rechten op en stellen hogere eisen aan producten en dienstverlening. De toenemende individualisering leidt tot het aanvaarden van meer verantwoordelijkheid voor het eigen leven. Dit heeft echter gevolgen voor de collectieve verantwoordelijkheid, het uitgangspunt van de traditionele verzorgingsstaat. Het accent verschuift van kwantitatief individualisme ( gelijkheid voor iedereen en iedereen gelijk ) naar kwalitatief individualisme (waarbij het meer gaat om de vrijheid en uniciteit van ieder afzonderlijk). Voor persoonlijk succes blijkt intelligentie alleen niet meer voldoende. Sociale vaardigheden en het kunnen omgaan met emoties zijn minstens zo belangrijk: EQ komt naast IQ. Meer variëteit in de (beroeps)bevolking Ouderen eisen hun plek op in de samenleving. Het aandeel 65+ ers neemt toe tot 15 procent in 2010 en zelfs 20 tot 25 procent in En hoewel de ontgroening, het afnemen van het aandeel jongeren in de bevolking, achter de rug is, zal het draagvlak voor collectieve voorzieningen de komende decennia smaller worden. Daarom moet de arbeidsparticipatie stijgen van mensen die nu nog niet of nauwelijks participeren op de arbeidsmarkt. Daarnaast zullen ook veel mensen langer moeten doorwerken. Kennisonderhoud wordt hierdoor noodzakelijk. Niet alleen voor jonge werkenden, maar óók voor actieve ouderen. Variëteit en heterogeniteit zijn ook als gevolg van immigratie enorm toegenomen. Het aantal niet-westerse allochtonen bedraagt momenteel 1,6 miljoen en het CBS voorspelt voor 2010 een toename tot bijna 2 miljoen: 12 procent van de totale Nederlandse bevolking. Hun maatschappelijke positie verbetert geleidelijk en grote groepen zijn HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 23

25 inmiddels succesvol in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Toch doen veel maatschappelijke problemen zich bij deze bevolkingsgroepen in geconcentreerde vorm voor. Naar nieuwe vormen van sociale cohesie De gevolgen van deze trend voor het bve Werken aan een continue (leer)loopbaan Werken aan meer identificatie Werken aan sociale cohesie Mensen ervaren ook de nadelen van de maatschappelijke ontwikkelingen. Er is meer onzekerheid. Angst voor terrorisme, politieke onrust, financiële neergang. Zaken die door de media en persoonlijke netwerken veel sneller, indringender en directer worden ervaren. Ook hebben mensen het gevoel dat er minder sociale cohesie is. Er komt steeds meer onzekerheid door anonimiteit. Anderzijds ontstaan er ook nieuwe vormen van collectieve beleving. Denk aan de massale belangstelling voor een programma als Idols en een verschijnsel als flash mobs. Veel mensen genieten van deze ontwikkelingen en ervaren de wereld als veel en veel boeiender. Anderen daarentegen hebben moeite met het vinden van hun eigen weg en dreigen te verdwalen. Het accent komt meer en meer te liggen op de eigen verantwoordelijkheid van het individu. Alleen zo kan het individu optimaal opereren in de complexe samenleving. Aan het bve de taak om deelnemers datgene te bieden wat zij nodig hebben om volwaardige, zelfstandige burgers te worden. Leren en werken zijn niet langer opeenvolgende levensfasen maar elkaar afwisselende processen. Hierdoor ontstaat er ook behoefte aan andere leermogelijkheden. Nog steeds ligt het zwaartepunt op leren voorafgaand aan werken. Dit vormt nog steeds de basis voor het verwerven van de noodzakelijke kennis en vaardigheiden. Maar het beroepsonderwijs zal ook moeten inspelen op de behoefte aan leren tijdens de loopbaan: een leven lang leren. Ook wat betreft de gevaren van de dreigende anonimiteit van veel groepen is er voor het bve een rol weggelegd. Onderwijsinstellingen kunnen die anonimiteit reduceren door te kiezen voor een organisatievorm met duidelijk herkenbare en geprofileerde onderdelen. Met als doel dat zowel docenten als deelnemers zich optimaal kunnen identificeren. Ook voor mensen in de samenleving die ontwikkelingen als informatisering en internationalisering niet kunnen bijhouden, heeft het bve een belangrijke functie. Door deze groepen extra te ondersteunen, kunnen onderwijsinstellingen een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van de sociale cohesie. De trend dat we leven in een samenleving die steeds complexer wordt, is onder meer van betekenis voor de mentaliteit van het bve. Ervoor zorgen dat er niemand uit de boot valt. Vaste ankers bieden aan mensen die stuurloos dreigen te raken. En deelnemers leren een eigen verantwoordelijkheid te dragen. 24 KOERS BVE

26 Agenda Beroepsonderwijs en educatie zijn gericht op het functioneren in de complexe samenleving. Dit leidt tot de volgende agenda: 1 Onderwijspersoneel ondernemende rol in eigen leerloopbaan. 2 Verhoging van het rendement en sociale cohesie door meedoen van alle deelnemers. 3 Meer eigen verantwoordelijkheid van de deelnemer. 3.3 Trend 3: de herpositionering van de nationale overheid tussen Europa en de regio De rol van de nationale overheid en politiek verandert. Deze trend wordt veroorzaakt door twee bewegingen. Enerzijds door de verschuiving van de politieke besluitvorming naar Europa. Anderzijds door de decentralisering binnen Nederland. Vergelijkbare trends vinden plaats op het niveau van de burgers zelf. Maatschappelijke processen houden zich nauwelijks meer aan nationale grenzen. Kijk naar bijvoorbeeld de groei van mobiliteit, de vrijhandel en ICT. Deze globalisering en ontgrenzing brengen tegelijkertijd met zich mee dat de nabijheid en de sociale chemie in de lokale omgeving steeds belangrijker worden voor economische kracht en creativiteit. Dit zijn echter niet alleen bestuurlijke en fysieke veranderingen, maar ook mentale. Aan de ene kant is er de mondialisering: mensen willen echte wereldburgers zijn. Aan de andere kant zoeken mensen geborgenheid in hun eigen, vertrouwde omgeving. Rijksoverheid in nieuwe rol Regio in opmars Europa richtinggevend Voor de mondiaal georiënteerde, complexe en dynamische kennissamenleving is een andere besturingswijze van de nationale overheid noodzakelijk: minder gericht op actief sturen en vormgeven van de samenleving; meer op het stellen van kaders en normen in de economische en sociale infrastructuur én op het scheppen van condities en het appelleren aan zelfregulering en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Op bestuurlijk niveau heeft dit dan ook nogal wat gevolgen voor het functioneren van de nationale overheid. Netwerken worden ook hier steeds belangrijker, waarbij de overheid als knooppunt functioneert. Het zijn deze netwerken waarin de brede politiek-bestuurlijke overleggen plaatsvinden en waar afspraken worden gemaakt over uiteenlopende onderwerpen. De regio is het afgelopen decennium steeds belangrijker geworden. Maar pogingen om deze tendens te vertalen in een formele regionale bestuurslaag zijn mislukt. In de regio werkt het volgens een andere, meer lichtvoetige bestuurlijke benadering. Per onderwerp zijn het de partijen zelf die bepalen wat er onder de regio valt en hoe er in dat specifieke geval wordt samengewerkt door de betrokken partners. De regio werkt dan ook volgens een soort organisch systeem waarin publieke en private organisaties de plek krijgen die ze verdienen. Steeds meer functies die vroeger door de nationale overheid werden vervuld, liggen nu bij Europa. Van de Nederlandse regelgeving wordt inmiddels 60 procent mede beïnvloed door de EU. Dit geldt voor alle terreinen van het overheidsbeleid: onder andere voor het mededingingsbeleid en andere economische regels; voor vrij verkeer van HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 25

27 personen, informatie, geld en goederen; voor Europees burgerschap; voor veiligheid; enzovoorts. Niet alleen regelgeving heeft een sturende invloed op het beleid. Minder formele vormen van sturing zijn minstens zo belangrijk. Zo is voor bijvoorbeeld de Lissabondoelstellingen de zogenaamde open coördinatiemethode ontwikkeld: naleving van afspraken wordt niet afgedwongen door regelgeving maar door periodieke rapportages over de voortgang. De gevolgen van deze trend voor het bve Werken aan internationale netwerken Werken aan regionale netwerken Voor onderwijsinstellingen blijft deze trend niet zonder gevolgen. Niet alleen vanwege het toegenomen belang van de regio op bestuurlijk terrein, maar ook omdat, bijvoorbeeld, zaken als arbeidsmarkt, beroepsvereisten en diploma s vaker door een Europese bril worden bekeken. De grensoverschrijdende ontwikkelingen betekenen voor het bve een sterke focus op samenwerking met allereerst de grenslanden en vervolgens met de andere Europese landen. Zo kan effectief worden omgegaan met bijvoorbeeld de toenemende mobiliteit van studenten, werknemers, bedrijven en kapitaal. Maar zo kunnen ook de Europese eisen aan de bedrijfsvoering (zoals veiligheidseisen) en de beroepseisen worden gestroomlijnd. Het belang van de regionale netwerken sluit aan bij de tendens richting kaderstelling en horizontalisering. Kaderstelling houdt in dat de overheid zich terugtrekt op essentiële kaders en zich van daaruit weliswaar actief maar uitsluitend op hoofdlijnen met de samenleving bemoeit. Deze sturing met slechts enkele kernregels biedt instellingen, professionals en burgers veel bewegingsruimte. Wel moeten zij er rekening mee houden dat de weinige regels streng worden bewaakt. Horizontalisering wil zeggen dat instellingen en professionals zich minder gaan richten op de overheid maar meer op de burgers en op elkaar. De verantwoording wordt zo ingericht dat burgers actief betrokken raken bij het functioneren van de instellingen. Bovendien vindt er veel meer onderlinge vergelijking plaats van instellingen en professionals. Europa en de regionalisering vragen om een herpositionering van de nationale overheid. 1 Meer ruimte voor de regio. 2 Heldere kaders en verbinding met regionale ambities. 3 Actieve bijdrage aan de EU-agenda inclusief Europese benchmarks. 3.4 Van trends naar hoe nu verder? Wat betekenen de drie besproken trends nu voor beroepsonderwijs en educatie? De trends zijn duidelijk en onmiskenbaar: we gaan steeds meer naar een samenleving waarin alles draait om actuele en relevante kennis en kunde. Die samenleving wordt met de dag complexer. We zien bovendien dat het belang van de regio en van Europa toeneemt, waardoor de rol van de nationale overheid verandert. Drie maatschappelijke trends die steeds dominanter worden en waar beroepsonderwijs en educatie op moeten kunnen anticiperen en reageren. Dat is niet altijd gemakkelijk. Logisch, want in de tijd dat het huidige beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie vorm kregen, speelden deze ontwikkelingen nog niet zo 26 KOERS BVE

28 sterk. Lange tijd heeft het onderwijs dankzij zijn flexibiliteit nieuwe ontwikkelingen kunnen incorporeren. Nu moeten we echter stappen nemen om nog adequater op deze ontwikkelingen in te gaan. Dit vereist actie op alle fronten en van alle partijen, nationaal, sectoraal en regionaal. Met als doel een nog beter toegerust stelsel van beroepsonderwijs en educatie. Een stelsel dat bijdraagt aan maatschappelijke en economische doelstellingen. Een stelsel dat bovendien aansluit bij de variëteit aan deelnemers, niet andersom. Met als resultaat dat de beroepsbevolking over de juiste competenties kan beschikken. Zo verbeteren de sociale cohesie en het rendement, doordat iedereen meedoet. Belangrijke elementen daarbij zijn innovatie, kennistransfer, samenwerking, en een nieuwe manier van met elkaar omgaan. Onderwijsinstellingen moeten kunnen voldoen aan de vraag naar goed opgeleide mensen. Bedrijven moeten de kandidaten krijgen die ze nodig hebben. Deelnemers moeten hun talenten kunnen ontwikkelen, een passende leerloopbaan kunnen kiezen en een startkwalificatie halen. Burgers moeten een leven lang kunnen leren. Gemeenten moeten een integraal beleid kunnen voeren voor inburgering, educatie, reïntegratie en scholing. Docenten moeten de vaardigheden krijgen om innovaties vorm te geven. Het management van onderwijsinstellingen moet zijn toegerust om alle veranderingen te initiëren of te begeleiden. Kbb s moeten hun wettelijke taken nog beter kunnen uitvoeren. De nationale overheid moet helder zijn over de verwachtingen, ruimte geven en belemmeringen terugdringen. Praktijk en theorie moeten meer en beter met elkaar worden verbonden. Waar we voor staan is een spannende en uitdagende taak: hoe beroepsonderwijs en educatie de mogelijkheden te geven om effectief en adequaat in te spelen op de maatschappelijke ontwikkelingen. Dat het noodzakelijk is om beroepsonderwijs en educatie fundamenteel te vernieuwen, dat is immers duidelijk. Alleen dan kan het bve de komende jaren volledig aansluiten op de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen, en proactief omgaan met toekomstige veranderingen. HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 27

29 Intermezzo Van maatschappelijke trends naar een agenda voor beroepsonderwijs en educatie Er is sinds de totstandkoming van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) veel veranderd in de maatschappij doordat een mondiale kennissamenleving zich snel ontwikkeld heeft. Daarin vervagen nationale grenzen en nemen overheden (op meerdere niveaus), bedrijven, maatschappelijke ondernemingen en individuele burgers andere rollen aan en pakken zij andere verantwoordelijkheden op. Deze ontwikkelingen vragen een nieuwe agenda voor het beroepsonderwijs. Agenda als reactie op adviezen De Sociaal Economische Raad (SER) heeft in oktober 2002 het advies Koersen op vernieuwing uitgebracht, waarin voorstellen worden gedaan voor de beroepspraktijkvorming, innovatie en macrodoelmatigheid. Dit advies is betrokken bij de beleidsontwikkeling op de hier al genoemde punten. In de agenda leest u hier meer over. In maart 2002 is een interdepartementaal beleidsonderzoek (ibo) afgerond met een rapport getiteld Over de aansluiting tussen vraag en aanbod in het mbo. Hierin is een aantal voorstellen gedaan om deze aansluiting te verbeteren. Deze voorstellen zijn er enerzijds op gericht de deelnemers een zo duurzaam mogelijke plaats op de arbeidsmarkt te laten verkrijgen zonder dat altijd een formalisatie met een startkwalificaties nodig is. Anderzijds zijn deze voorstellen erop gericht om prikkels in te bouwen die onder meer leiden tot grotere transparantie en een opener bestel. De agenda van KOERS BVE is onder andere een reactie op deze voorstellen. Samen staan voor maatschappelijk vertrouwen en helderheid De afgelopen jaren is gebleken dat nog niet alle consequenties van de verdergaande bestuurlijke verzelfstandiging en de invoering van de lumpsumbekostiging voldoende zijn uitgekristalliseerd, noch in het veld, noch op het departement. Anders gezegd: het Rekenschapsdossier heeft hiermee een begin gemaakt, dat de komende jaren voltooid zal moeten worden. Deze onduidelijkheid over de kernverantwoordelijkheid veroorzaakt onzekerheid en verwarring bij alle bestuurlijk betrokkenen. Dat leidt de aandacht af van waar het ons allen uiteindelijk om te doen is: modern beroepsonderwijs dat optimaal bijdraagt aan de economische, sociale en culturele uitdagingen van deze tijd. Het is nu van het allergrootste belang om met alle betrokken partijen te bekijken hoe ieders verantwoordelijkheid, inclusief de bestelverantwoordelijkheid van de nationale overheid, preciezer kan worden ingevuld. Vertrouwen, geloof in en helderheid zijn hiervoor de uitgangspunten. Er staat veel op het spel, en gelukkig is ook al het nodige in gang gezet. 28 KOERS BVE

30 WEB blijft basis bve Op basis van de WEB hebben beroepsonderwijs en volwasseneneducatie de afgelopen jaren een krachtige ontwikkeling doorgemaakt. Er is een volwassen stelstel voor het beroepsonderwijs ontstaan. Dat kan de verdergaande veranderingen aan die voortvloeien uit de gesignaleerde trends. Dit laat onverlet dat de WEB ook wordt aangepast, afgeslankt en gepreciseerd, daar waar de uitkomst van inhoudelijke discussies dit vraagt. Deze visie op de WEB geeft uitdrukking aan de opvatting van dit kabinet dat de nationale overheid ook in de overzienbare toekomst de kernverantwoordelijkheid voor het bestel blijft dragen. Discussie daarover is niet aan de orde. Relatie agenda en lopend beleid De lopende beleidslijnen worden met bestaande afspraken voortgezet. De belangrijkste daarvan zijn de omslag naar competentiegericht beroepsonderwijs en de examinering in het mbo. Op deze lopende beleidslijnen gaan we in deze agenda expliciet in, omdat zij de basis vormen voor grote vernieuwingen in het beroepsonderwijs. In KOERS BVE gaan we vooral in op de implementatie van deze beleidslijnen. KOERS BVE sluit verder aan op de acties die in het kader van de operatie JONG worden ondernomen om een integraal jeugdbeleid te realiseren. KOERS BVE richt zich binnen de operatie JONG met name op het maximaliseren van het maatschappelijk rendement van het onderwijs met gerichte aandacht voor jongeren zonder startkwalificatie. HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 29

31

32 4Agenda voor beroepsonderwijs en educatie In dit hoofdstuk geven we aan hoe de trends uit hoofdstuk 3 worden doorvertaald naar een agenda voor het beroepsonderwijs en naar ontwikkelrichtingen op hoofdlijnen. Achtereenvolgens schetsen we de gevolgen van de trends voor de agenda van het beroepsonderwijs van de trends. In Deel 2 Actieplan KOERS BVE vindt u een nadere uitwerking in de vorm van concrete acties van deze ontwikkelrichtingen. 4.1 Beroepsonderwijs in de transitie naar de kennissamenleving Agenda De kenniseconomie vraagt om mensen die voortdurend leren. De omslag naar een (leer)loopbaan leidt tot de volgende agenda: 1 Meer innovatie en rendement door samenwerking tussen instellingen en hun omgeving. 2Meer aandacht voor een variëteit aan leerloopbanen. 3 Aantrekkelijke onderwijsinhoud die aansluit op de arbeidsmarkt. 4 De instellingen moeten breed toegankelijk zijn Innovatie en rendement door samenwerking instellingen en hun omgeving De kenniseconomie draait niet alleen op hogeropgeleiden. Competenties bij mensen in de basis en subtop van de kenniseconomie zijn minstens zo belangrijk. Daarom moet het mbo blijven voorzien in de vraag naar voldoende gediplomeerde mbo ers op de niveaus 3 en 4. Daarom ook moet de samenwerking tussen instellingen en hun omgeving op allerlei niveaus verbeteren. Alleen dan halen we meer rendement uit het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Samenwerken voor een hoger rendement De kenniseconomie heeft behalve vaklieden en gediplomeerden op mbo-niveau ook meer hogeropgeleiden nodig. Het mbo heeft daarom ook een doorstroomfunctie. Dat leerlingen zonder belemmeringen kunnen doorstromen van vmbo naar mbo en van mbo naar hbo is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Ontschotting en samenwerking zijn hierbij de kernbegrippen. Het concept van de beroepskolom is een zinvolle visieontwikkeling gebleken om een aantal schotten tussen deze onderwijsvormen te kunnen verwijderen. Nu moet de volgende stap worden gezet: een leerloopbaan ontwikkelen die mensen de beste kansen biedt om binnen verschillende leeromgevingen hun weg te vinden. Daarbij is het cruciaal dat drempels tussen de verschillende onderwijssectoren weggenomen worden. HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 31

33 De overheid is hierbij verantwoordelijk voor het wegnemen van de belemmeringen in de wet- en regelgeving; de instellingen zijn verantwoordelijk voor een goede samenwerking tussen vmbo, mbo en hbo in de regio. Samenwerken voor ondernemende regionale kennisinfrastructuren Het beroepsonderwijs kan alleen door een ondernemender opstelling de belangrijke bijdrage leveren die men verwacht: een grotere innovatieve kracht en sterkere concurrentiepositie. De dynamiek in de beroepen en in de taken van werknemers vooronderstelt een hoge mate van flexibiliteit en maatwerk in opleidingssituaties. De grootste uitdaging voor het beroepsonderwijs de komende jaren is de invoering van de nieuwe, op competenties gerichte kwalificatiestructuur. Dit is verreweg de grootste inhoudelijke vernieuwing sinds de invoering van de huidige kwalificatiestructuur in 1997, die de instellingen en het regionale bedrijfsleven veel ruimte biedt. Dit betekent bijvoorbeeld een geheel andere wijze van leren en dus een heel andere didactiek. Van de docenten wordt daarin een andere rol gevraagd, namelijk een die aansluit bij de diversiteit aan (leerstijlen van) de deelnemers. Van bedrijven zullen meer en hoogwaardiger beroepspraktijkvormingsplaatsen worden gevraagd, omdat het leren in de praktijk aan belang wint. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de kbb s. Andere vernieuwingen en ontwikkelingen in het beroepsonderwijs zijn afhankelijk van het welslagen van de operatie naar competentiegericht beroepsonderwijs. Op basis van ervaring zal in de komende periode een balans gezocht moeten worden tussen landelijke (h)erkenning van de inhoud van diploma s door branches enerzijds en het bieden van ruimte aan de partijen in de regio om snel op nieuwe ontwikkelingen in te kunnen spelen anderzijds. Het welslagen van deze operatie is afhankelijk van de volgende succesfactoren: betrokkenheid van bedrijven; samenwerking tussen betrokken partijen; samenhang tussen de competentiegerichte kwalificatiestructuur, het competentiegerichte beroepsonderwijs en de op competenties gerichte examinering; het realiseren van attractieve, motiverende leeromgevingen met verbindingen naar de praktijk van het bedrijfsleven; het opstellen van en het voldoen aan kwaliteitscriteria voor de kwalificatieprofielen; het creëren en benutten van ruimte voor proeftuinen om te toetsen in hoeverre de kwalificatieprofielen van de competentiegerichte kwalificatiestructuur uitvoerbaar zijn in de onderwijspraktijk; het op basis van de voorgestelde veranderingen aanpassen van de wet- en regelgeving. De kbb s zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het onderhoud van de competentiegerichte kwalificatiestructuur. De instellingen zijn verantwoordelijk voor het competentiegerichte beroepsonderwijs en de examinering daarbinnen. Daartoe hebben de belangrijkste partijen de kbb s via Colo en de bekostigde en niet-bekostigde instellingen (via Bve Raad en PAEPON) het convenant Aan de slag gesloten. Om de samenwerking en afstemming tussen de kbb s en de onderwijsinstellingen te bevorderen, is een procesmanagement ingericht dat het ontwerp- en implementatieproces stimuleert en ondersteunt, en dat dwarsverbanden legt met bijvoorbeeld de beroepspraktijkvorming (bpv) en de examinering. De nationale overheid heeft een eigen verantwoordelijkheid in het proces voor de randvoorwaarden, zoals het aanpakken van de wetgeving, het creëren van ruimte voor proeftuinen (waarin het nieuwe ontwerp in de praktijk kan worden getest) en het ter beschikking stellen van financiële middelen voor de implementatie en het procesmanagement. 32 KOERS BVE

34 De veranderingen in het bedrijfsleven gaan snel. De vraag is of het onderwijs deze ontwikkelingen voor moet zijn, dat het ze moet volgen, of dat het zich moet blijven richten op het aanleren van algemene competenties. In ieder geval is het een goede zaak als het regionale bedrijfsleven actief invloed kan blijven uitoefenen op het inkleuren van opleidingsvragen. Dit vergt echter wel deskundigheid en inspanning. Als hiervoor regionaal faciliteiten worden geboden, wordt de kwaliteit beter. (Marc Hendrikse, Technocentrum Zuidoost-Nederland, Kamer van Koophandel Oost-Brabant) Samenwerken om innovatieve kracht te vergroten Innovatie is gebaseerd op samenwerking tussen instellingen en bedrijfsleven. Het leeuwendeel van de mbo-gediplomeerden komt terecht in het midden- en kleinbedrijf. Gelijktijdig is het MKB goed voor 80 procent van alle nieuwe producten en diensten die jaarlijks op de markt verschijnen. Een verbeterde samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven is nodig om het beroepsonderwijs te optimaliseren, maar kan ook worden benut om een impuls te geven aan de innovatiekracht van het bedrijfsleven. Er zit veel kennis en kunde in het beroepsonderwijs, met name in de hogere niveaus van het mbo. Roc s zouden meer dan nu gebeurt hun netwerk kunnen activeren en vooral MKB-bedrijven een kritische maar constructieve steun in de rug kunnen geven, waardoor meer kenniscirculatie ontstaat. De infrastructuur van het beroepsonderwijs en de samenwerking met het bedrijfsleven moet beter worden benut voor de ontwikkeling, verspreiding en toepassing van innovaties via het Innovatiearrangement. Daarbij gaat het niet alleen om de experimentele ontwikkeling van baanbrekende innovaties, maar ook om de bevordering van kennisuitwisseling tussen het mbo en (met name) het midden- en kleinbedrijf en het bevorderen van ondernemerschap in de top van het mbo (Werkgroep Leijnse, Innovatieplatform). Ondernemerschap wordt ook steeds belangrijker voor de inrichting van het onderwijsaanbod. Daarbij gaat het om een drieslag, gericht op de instelling, de docent en de deelnemer. Een instelling moet met een ondernemende geest participeren in netwerken. De docent moet een ondernemende professional worden. De instelling moet ook een plek worden die deelnemers tijdens en na de opleiding stimuleert tot ondernemendheid en (zelfstandig) ondernemerschap. Daarnaast moet het beroepsonderwijs bij de deelnemers een ondernemende geest bevorderen. Van toekomstige werknemers wordt een actieve, ondernemende houding verwacht ten aanzien van hun eigen loopbaan en eigen verantwoordelijkheid voor hun employability. Dit vereist andere vaardigheden van docenten, en ander onderwijs. Het leren leren, de self learning competency, wordt daardoor steeds belangrijker. De deelnemers moeten naast het leren leren twee typen competenties kunnen verwerven. Het eerste type omvat de soft skills, waarbij de deelnemer leert dat ondernemen, het hebben van durf en het nemen van risico positief is, en dat een ondernemende houding gewaardeerd wordt. De tweede set competenties wordt gevormd door de hard skills: de ondernemersvaardigheden die nodig zijn om een onderneming te starten, bijvoorbeeld het schrijven van een ondernemersplan. De kracht van netwerken kan worden benut om het beroepsonderwijs te vernieuwen en voor de bijdrage van het beroepsonderwijs aan maatschappelijke innovatie. Voorbeelden hiervan zijn: contacten met sociale partners (informeel netwerk), rmcnetwerk (formeel netwerk), netwerken op basis van simulaties, bijvoorbeeld de handelsmaatschappij bij Albeda (virtueel netwerk), netwerken om doorlopende leerlijnen te realiseren (zich uitbreidend netwerk), verdieping van de relatie met het bedrijfsle- HET REGIONALE NETWERK AAN ZET 33

6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven

6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven 6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven 6.1 Adviesaanvraag Voor de samenwerking tussen onderwijs en bedrijven wordt de SER advies gevraagd over de volgende passage uit de adviesaanvraag: Het instrumentarium

Nadere informatie

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst Leraar Schoolleider Bestuurder Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst.

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018

ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018 ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018 Ontwikkelingen vmbo en mbo Bestuursakkoord mbo (Ministerie OCW en Mbo- Raad) Sterk beroepsonderwijs (Ministerie OCW) SER advies: sterk en innovatief

Nadere informatie

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Den Haag, 20 december 2001 1 Werkend leren moet worden versterkt, werkend leren is ook kansen creëren. Leerwerktrajecten bieden jongeren

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht 2014-2018. Samen Sterker

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht 2014-2018. Samen Sterker Samen Sterker Internationalisering > wegnemen barrières grensoverschrijdend vervoer > werken waar je wilt > meer innovatie over de grenzen heen Internationalisering Maastricht is de meest internationale

Nadere informatie

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Studenten lerarenopleiding In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel

Nadere informatie

Onderwijs met een hart. Strategische agenda

Onderwijs met een hart. Strategische agenda Onderwijs met een hart Strategische agenda 2014-2018 1 Strategische agenda 2014-2018 Inhoud Onze missie 4 Onze kernwaarden 5 Onze identiteit 5 Maatschappelijke ontwikkelingen 6 Professionalisering 6 Passend

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 - Missie/Visie - Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 Op AMS staat de leerling centraal. Dat betekent dat alles wat we doen er op gericht is om iedere leerling zo goed mogelijk

Nadere informatie

C O N V E N A N T & A C T I E P L A N

C O N V E N A N T & A C T I E P L A N EMBARGO TOT 6 MAART 2006 15.00 UUR C O N V E N A N T & A C T I E P L A N Voorwoord In juni 2005 heeft MKB-Nederland een nota gepresenteerd over het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie,

Nadere informatie

VEILIG EN GEZOND WERKEN IN EEN VERANDERENDE ARBEIDSMARKT. Jos Sanders & collega s, TNO

VEILIG EN GEZOND WERKEN IN EEN VERANDERENDE ARBEIDSMARKT. Jos Sanders & collega s, TNO VEILIG EN GEZOND WERKEN IN EEN VERANDERENDE ARBEIDSMARKT Jos Sanders & collega s, TNO MEGATRENDS & ONTWIKKELINGEN ARBEID 1. Demografie: meer en diverser 2. Economie: grilliger en globaler 3. Sociaal-cultureel:

Nadere informatie

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren Visie Missie De Jan Ligthartscholen van de Jan Ligthartgroep Tilburg hebben een duidelijk doel voor ogen: het onderwijs dusdanig inrichten dat het de basis vormt van het levenslang leren dat een mens doet.

Nadere informatie

Flexibel werken en organiseren

Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Inhoud Inhoud Inleiding De kracht van flexibiliteit Differentiatie in ontwikkeling en doorstroom gebaseerd op organisatieverschillen Aspecten

Nadere informatie

4 Nieuwe bestuurlijke verhoudingen

4 Nieuwe bestuurlijke verhoudingen 4 Nieuwe bestuurlijke verhoudingen Koers BVE schetst nieuwe bestuurlijke verhoudingen die passen in de trend van decentralisatie, grotere betrokkenheid en meer verantwoordelijkheden voor de partijen in

Nadere informatie

VEILIG EN GEZOND WERKEN IN EEN VERANDERENDE ARBEIDSMARKT. Jos Sanders & collega s, TNO

VEILIG EN GEZOND WERKEN IN EEN VERANDERENDE ARBEIDSMARKT. Jos Sanders & collega s, TNO VEILIG EN GEZOND WERKEN IN EEN VERANDERENDE ARBEIDSMARKT Jos Sanders & collega s, TNO MEGATRENDS & ONTWIKKELINGEN 1. Demografie: meer en diverser 2. Economie: grilliger en globaler 3. Sociaal-cultureel:

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument September 2014 PERSONEELSPLAN

Verantwoordingsdocument September 2014 PERSONEELSPLAN Verantwoordingsdocument September 2014 PERSONEELSPLAN Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Organisatiestructuur... 4 2.1 Rollen binnen de Netwerkschool (zie bijlage)... 4 2.2 Het kernteam... 5 2.3 De Interne flexibele

Nadere informatie

De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo

De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo Van Theorie naar Praktijk De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo In deze bijdrage slaat junior adviseur Marloes Zewuster van CINOP de brug tussen de theorie van het intersectorale vmbo en

Nadere informatie

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed

Nadere informatie

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland Pagina 1: Effecten bij leerlingen Effecten bedrijven - onderwijs Toelichting: De percentages onder het kopje Nul zijn de uitersten

Nadere informatie

09 Kennisverspreiding. Algemene beleidsdoelstelling

09 Kennisverspreiding. Algemene beleidsdoelstelling 09 Kennisverspreiding Algemene beleidsdoelstelling Het verspreiden van kennis en vaardigheden aan de (toekomstige) doelgroepen in het agrofoodcomplex en de groene ruimte om deze breed inzetbaar te kwalificeren

Nadere informatie

Profielschets. Afdelingsleider

Profielschets. Afdelingsleider Profielschets Afdelingsleider Effent, Oosterhout 2015 Profielschets Afdelingsleider Effent (1 fte, 0,7 fte leidinggevende en 0,3 fte specifieke onderwijstaken) Voorlopige inschaling: docentenschaal LD

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

STRATEGISCH PLAN 20152020. Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

STRATEGISCH PLAN 20152020. Excellent onderwijs voor een innovatieve regio STRATEGISCH PLAN 20152020 Excellent onderwijs voor een innovatieve regio introductie Met meer dan 10.000 studenten en ruim 800 medewerkers zijn we het grootste opleidingencentrum voor beroepsonderwijs

Nadere informatie

De beleidsartikelen (artikel 5) Wat willen we bereiken?

De beleidsartikelen (artikel 5) Wat willen we bereiken? De beleidsartikelen (artikel 5) 5. TECHNOCENTRA Wat willen we bereiken? Doelstelling is een bijdrage te leveren aan een versterking van de kennisinfrastructuur binnen de technische sector. De technocentra

Nadere informatie

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs Summa College maart 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: De vijf onderwijspijlers 4 Hoofdstuk 2: De vijf onderwijspijlers

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Visiedocument bestuurlijke samenwerking & IKC vorming

Visiedocument bestuurlijke samenwerking & IKC vorming Visiedocument bestuurlijke samenwerking & IKC vorming SAMEN LEREN, ONTWIKKELEN, WERKEN, LEVEN EN OPVOEDEN 22-10- 2018 REGIO LANGEDIJK & HEERHUGOWAARD Motto: IkKanNu Inhoudsopgave Samenvatting:... 1 Inleiding...

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan 2015-2018. SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan 2015-2018. SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw SKO Flevoland en Veluwe Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan 2015-2018 Strategisch beleidsplan SKO Flevoland en Veluwe 1 KINDEREN LATEN LEREN Onze droomschool

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Onderwijs met een hart. 1 Strategische agenda strategie agenda

Onderwijs met een hart. 1 Strategische agenda strategie agenda Onderwijs met een hart Strategische agenda 2014-2018 1 Strategische agenda 2014-2018 strategie agenda 2014-2018 1 17-07-2014 13:31:06 Onderwijs met een hart In deze brochure presenteren wij als Onderwijsgroep

Nadere informatie

EINDRAPPORT Samen leren 10 oplossingen voor het beroepsonderwijs van de toekomst

EINDRAPPORT Samen leren 10 oplossingen voor het beroepsonderwijs van de toekomst EINDRAPPORT 2016 Samen leren 10 oplossingen voor het beroepsonderwijs van de toekomst Onvoorspelbaarheid is een zekerheid en technologie is een stuwende kracht ONDERWIJS ONTWIKKELT ZICH NIET IN STILSTAAND

Nadere informatie

De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap

De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap Kwaliteitscentrum Examinering (KCE) Het Kwaliteitscentrum Examinering beoordeelt de kwaliteit van de examens van alle beroepsopleidingen

Nadere informatie

De visie van Amersfoortse PO-scholen en VO-scholen op het onderwijs in Amersfoort in 2030

De visie van Amersfoortse PO-scholen en VO-scholen op het onderwijs in Amersfoort in 2030 De van Amersfoortse PO-scholen en VO-scholen op het onderwijs in Amersfoort in 2030 Denkstap 1 Denkstap 2 Relevante trends en Visie factoren Denkstap 1: Trends en factoren Denkstap 1 Welke trends en factoren

Nadere informatie

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND Onderwijsraad TRNDR-resultaten Hilversum, 20 februari 2019 1 TRNDR-RESULTATEN (14-12-2018 T/M 15-02-2019) 2 1. TOP 10 TRENDS Onderwijsraad - TRNDR resultaten 3 TOP 10 TRENDS

Nadere informatie

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Inleiding In opdracht van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt heeft EIM onderzoek gedaan naar de meerwaarde van diversiteitsbeleid in het onderwijs.

Nadere informatie

Arbeidsmarktagenda 21

Arbeidsmarktagenda 21 Arbeidsmarktagenda 21 Topsectoren en de HCA Voor de twee agrarische topsectoren is een Human Capital Agenda opgesteld met als doel, de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, zowel

Nadere informatie

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo Algemeen Verbindend Voorschrift BVE/Stelsel- 2005/59103 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur

Nadere informatie

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Bijlage 1 Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Vergadering van 7 juli Sociale innovatie Gesproken over sociale innovatie. Er is een eerste gesprek geweest tussen leden van de

Nadere informatie

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht Aanbevelingen en Actieprogramma Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht 2 Aanbevelingen ter verbetering van (de aantrekkelijkheid van) het VMBO naar aanleiding van het VMBO

Nadere informatie

LOB beleidsontwikkelingen. Thea van den Boom Directie mbo, OCW 17 maart 2017

LOB beleidsontwikkelingen. Thea van den Boom Directie mbo, OCW 17 maart 2017 LOB beleidsontwikkelingen Thea van den Boom Directie mbo, OCW 17 maart 2017 LOB staat op de agenda! En ontwikkelt zich in de hele onderwijsketen positief. Er moet (blijvend) aandacht zijn voor verbetering.

Nadere informatie

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER KADER LOOPBAANONTWIKKELING DIALOOG BEWUST TOEKOMST ZELFSTURING TALENT INNOVATIEKRACHT LOOPBAAN ONTWIKKELING FLEXIBILITEIT EIGEN REGIE NETWERKEN GROEI PERSONEEL KWALITEITEN EMPLOYMENT WERKNEMER INLEIDING

Nadere informatie

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2005-2006

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2005-2006 OCenW-Regelingen Bestemd voor: een insteling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b en artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB); een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8. van de

Nadere informatie

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt; kan dat wel?

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt; kan dat wel? Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt; kan dat wel? 1 Waar wil ik het over hebben? Het MBO De arbeidsmarkt Jongeren Waar hebben wij het over als we het hebben over aansluiting? Mijn conclusies 2 Het MBO

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Bijlage 2. Human Capital Agenda s Bijlage 2 Capital s De topsectoren gaan een human (onderwijs en scholing) voor de langere termijn opstellen en zullen onderwijsinstellingen hierbij betrekken. De s bevatten o.a. een analyse van de behoefte

Nadere informatie

Strategische agenda. Auteur Datum. Jan Bartling

Strategische agenda. Auteur Datum. Jan Bartling Strategische agenda Auteur Datum Jan Bartling 13-09-2018 Strategische agenda digitalisering mbo 2 Strategische agenda digitalisering mbo Bronnen onderzoek Interviews 16 april: conferentie Consultatie Concretiseren

Nadere informatie

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Doel... 4 2. VISIE OP LEREN EN ONTWIKKELEN... 6 2.1 De relatie tussen leeractiviteiten

Nadere informatie

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst Groen is overal en voor iedereen AOC s geven een breed scala aan opleidingen op het gebied van voedsel, natuur en leefomgeving. Zij verzorgen vmbo, mbo en

Nadere informatie

Akkoord bereikt over CAO PO 2013 met technische aanpassingen

Akkoord bereikt over CAO PO 2013 met technische aanpassingen NIEUWSBRIEF Akkoord bereikt over CAO PO 2013 met technische aanpassingen Op 17 januari 2013 hebben CNV Onderwijs, de andere vakbonden en de PO- Raad een onderhandelaarsakkoord bereikt over het technisch

Nadere informatie

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle Ontdek je wereld Koersplan 2019-2023 THUIS IN DE WERELD Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle 013-530 25 48 info@edu-ley.nl www.edu-ley.nl Betekenis geven aan ambities Missie: Waar staan onze scholen voor? Edu-Ley

Nadere informatie

Bijlage 2. } De werkgroep Lange termijn keuzes. } De werkgroep Dynamisering van de kennisketen. } De werkgroep Dynamisering beroepsonderwijs

Bijlage 2. } De werkgroep Lange termijn keuzes. } De werkgroep Dynamisering van de kennisketen. } De werkgroep Dynamisering beroepsonderwijs Bijlage 2 Voor de invulling van de strategische agenda van het Innovatieplatform zijn verschillende werkgroepen in het leven geroepen. De werkgroepen staan onder leiding van een van de leden van het Innovatieplatform.

Nadere informatie

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg Afsprakenkader Partners in Leren en Werken in Zorg en Welzijn Zeeland ViaZorg 2014 Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad INHOUD Inleiding 1. Hoe kunnen de opleidingen kwalitatief beter en vooral uitdagender?

Nadere informatie

Het vernieuwende van de aanpak van het Zorgpact, is dat onderwijs en arbeidsmarkt met elkaar worden verbonden tot een samenhangend geheel

Het vernieuwende van de aanpak van het Zorgpact, is dat onderwijs en arbeidsmarkt met elkaar worden verbonden tot een samenhangend geheel Waarom het Zorgpact? In de zorg en welzijn volgen ontwikkelingen elkaar in rap tempo op. Om hierop in te kunnen spelen moeten zorgprofessionals meebewegen met deze ontwikkelingen door te blijven leren,

Nadere informatie

In vijf stappen naar een participatieve medezeggenschap

In vijf stappen naar een participatieve medezeggenschap In vijf stappen naar een participatieve medezeggenschap Als je als Ondernemingsraad wilt overstappen naar een vorm van participatieve medezeggenschap betekent dat een overgang van de traditionele werkwijze

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon! Onderwijsconcept Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon! Voorwoord Albeda heeft een mooie en grote maatschappelijke opdracht. We willen een TOP-school zijn voor studenten en bedrijven in de stad Rotterdam

Nadere informatie

Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC)

Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC) 2009D30612 31 973 Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC) Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d... Binnen de vaste

Nadere informatie

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007 logoocw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk VO/OK/2003/53723 Uw kenmerk Onderwerp tweede fase havo/vwo 1.Inleiding In het algemeen

Nadere informatie

leren in oss, zo doen we dat!

leren in oss, zo doen we dat! leren in oss, zo doen we dat! visie op een leven lang leren en ontwikkelen in de gemeente oss Oss is een open leergemeenschap waar individuen in verschillende omgevingen een leven lang leren en zichzelf

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

HU GERICHT IN BEWEGING

HU GERICHT IN BEWEGING HU GERICHT IN BEWEGING Organisatieontwikkeling HU het verhaal - versie maart 2016 - Agenda Waar komen we vandaan? Waarom gaan we veranderen? Wie willen we zijn? Hoe gaan we dit bereiken? Wat verandert

Nadere informatie

Strategische agenda pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken

Strategische agenda pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken Strategische agenda 2018-2020 pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken Onze missie Wij staan voor goede en betaalbare zorg voor alle inwoners van Nederland. Onze

Nadere informatie

Gepersonaliseerd onderwijs: is maatwerk in de beroepskolom mogelijk?

Gepersonaliseerd onderwijs: is maatwerk in de beroepskolom mogelijk? Gepersonaliseerd onderwijs: is maatwerk in de beroepskolom mogelijk? VMBO-congres Marc van der Meer Ede, 20 januari 2015 Inhoudsopgave - Deel 1. Toerustingsagenda beroepsonderwijs - Deel 2. gepersonaliseerd

Nadere informatie

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen Jaarverslag 2016 Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Techniekpact Twente klinkt steeds meer mensen bekend in de oren. Maar wat is het ook alweer? Techniekpact Twente is een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Leiderschap in Turbulente Tijden

Leiderschap in Turbulente Tijden De Mindset van de Business Leader Leiderschap in Turbulente Tijden Onderzoek onder 175 strategische leiders Maart 2012 Inleiding.. 3 Respondenten 4 De toekomst 5 De managementagenda 7 Leiderschap en Ondernemerschap

Nadere informatie

Verklaring van Mentors op de Werkplek.

Verklaring van Mentors op de Werkplek. Verklaring van Mentors op de Werkplek www.bmw-eu.net Project nummer: 2013-1-PT1-LEO05-15778 VERKLARING VAN MENTORS OP DE WERKPLEK Credits Titel Verklaring van Mentors op de Werkplek coördinatie OBELISK

Nadere informatie

Model van Sociale Innovatie

Model van Sociale Innovatie Model van Sociale Innovatie Ontwikkelgebieden van sociale innovatie Sociale Innovatie richt zich op vier basisvragen: 1. Hoe medewerkers te stimuleren eigenaarschap te nemen op hun eigen leer- en ontwikkeltraject

Nadere informatie

Een loopbaanperspectief op leven lang ontwikkelen

Een loopbaanperspectief op leven lang ontwikkelen Een loopbaanperspectief op leven lang ontwikkelen Essay door Marinka Kuijpers & Judith Semeijn & Beatrice van der Heijden 14 mei 2019 Een leven lang ontwikkelen staat momenteel sterk in de belangstelling.

Nadere informatie

Leergang bve 2015. Programma

Leergang bve 2015. Programma Leergang bve 2015 Programma Dinsdag 21 april 2015, 10.00-19.30 uur Beroepsonderwijs en educatie: bestel en beleid anno 2015 10.00 10.15 uur Ontvangst en koffie/thee 10.15 11.45 uur Opening, kennismaking

Nadere informatie

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren Hoofdlijn advies Taalvaardig Rekenvaardig Digitaal vaardig Sociaal vaardig Persoonlijke ontwikkeling Basisvaardigheden Basiskennis en -vaardigheden Natuur & technologie Mens & maatschappij Taal & cultuur

Nadere informatie

Presentatie EDB Nicole Ottenheim Gemeente Venlo. Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen. Hans Aarts Fontys Hogescholen

Presentatie EDB Nicole Ottenheim Gemeente Venlo. Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen. Hans Aarts Fontys Hogescholen Presentatie EDB 27-9-2017 Nicole Ottenheim Gemeente Venlo Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen Hans Aarts Fontys Hogescholen Bedrijfsleven: personeelspiramide wordt personeelsruit Outsourcing HO MBO

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom ONTWIKKELINGEN CULTUUREDUCATIE IN HET MBO ONDERWIJSVERNIEUWING Onderwijsvernieuwing in het mbo Onderwijs 2032, nieuwe speerpunten voor het kunstvakonderwijs én binnen het mbo een eigen verklaring over

Nadere informatie

SPORTSTIMULERING IN DE OPVANG

SPORTSTIMULERING IN DE OPVANG www.livingvision.nl MANAGEMENT SAMENVATTING SPORTSTIMULERING IN DE OPVANG Oktober 2009 Meedoen, de uitdaging De sportvisie van de Federatie Opvang is onderdeel van het programma Meedoen van de Federatie

Nadere informatie

Manifest onze manier van werken

Manifest onze manier van werken 6-11-2008 12:23 Manifest onze manier van werken De gemeente Lelystad ontwikkelt op dit moment de visie op haar toekomstige manier van werken. Hoe het stadhuis er na de renovatie uit komt te zien en ingedeeld

Nadere informatie

voor het middelbaar beroepsonderwijs

voor het middelbaar beroepsonderwijs voor het middelbaar beroepsonderwijs Peer Support betekent systematische en structurele begeleiding van een jongerejaars student door een ouderejaars. Peer Support is een internationaal erkend programma

Nadere informatie

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015 RMC regio Haaglanden Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015 Programma Eerste deel Korte toelichting op brief extra kansen voor jongeren

Nadere informatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Topsectoren. Hoe & Waarom Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van

Nadere informatie

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding Gemeentelijke regisseurs Regisseren en de kunst van de verleiding Van traditioneel management naar modern regisseren De gemeente heeft de regie dat gebeurt niet zomaar, en ook niet van de ene op de andere

Nadere informatie

Leren excelleren Strategisch beleid PRIMOvpr 2015-2019

Leren excelleren Strategisch beleid PRIMOvpr 2015-2019 Leren excelleren Strategisch beleid PRIMOvpr 2015-2019 Onderwijsgroep PRIMO vpr Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Voorne-Putten en regio Kwaliteit op een hoger plan brengen Wie zijn we? Sinds 1

Nadere informatie

De PLG-bril. De drie capaciteiten

De PLG-bril. De drie capaciteiten De PLG-bril De PLG-bril (Verbiest, 2008) kan als hulpmiddel gebruikt worden om na te gaan in hoeverre de leerprocessen op verschillende niveaus met elkaar verbonden zijn en verbonden zijn aan de koers.

Nadere informatie

Meer ruimte voor maatwerk in het vmbo

Meer ruimte voor maatwerk in het vmbo logoocw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 9 oktober 2006 VO/OK/2006/39171 Uw brief van Onderwerp Aanbieding van en reactie op de

Nadere informatie

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 20 december 2004 HO/prog/2004/55113

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 20 december 2004 HO/prog/2004/55113 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 20 december 2004 HO/prog/2004/55113 Onderwerp voortgang Deltaplan Bèta/Techniek Bijlage

Nadere informatie

Strategisch Kader VO-raad

Strategisch Kader VO-raad Strategisch Kader VO-raad 2015-2020 Inhoud 1. Inleiding 2. Strategische doelstellingen 3. Visie, rol en missie 4. Interne en externe ontwikkelingen 5. Inhoudelijk strategische lijnen 5.1 Onderwijs dat

Nadere informatie

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5 DAG VAN DE BEROEPSKOLOM MBO-HBO 9 O K TO B E R 20 1 5 Doelen Kijken wat al goed werkt Nagaan of iets bijdraagt aan de kwaliteit van de aansluiting en doorstroom Aangeven wat kan verder worden uitgewerkt

Nadere informatie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie Strategisch koersplan 2019-2023 Onderwijs met Ambitie Inhoud Inleiding...3 1. Waar laten we ons door leiden?...4 2. Waar staan we voor? 3. Waar kiezen we voor?... 6 Speerpunt 1: School en kind...6 Speerpunt

Nadere informatie

EEN NIEUWE KOERS. Limburgse VrouwenRaad september 2010

EEN NIEUWE KOERS. Limburgse VrouwenRaad september 2010 EEN NIEUWE KOERS Limburgse VrouwenRaad september 2010 1 1. Terugblik 35 jaar Limburgse VrouwenRaad 2. Belangrijkste conclusies De kracht van de LVR als koepel 3. Een nieuwe koers Economische ontwikkelingen

Nadere informatie

Welkom in het Horizon College

Welkom in het Horizon College Welkom in het Horizon College Bij het Horizon College maken we onze naam waar: we geven middelbaar beroepsonderwijs dat bij jou past en jouw horizon groter maakt. We leren je niet alleen een vak met toekomst,

Nadere informatie