waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

Transcriptie

1 waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering

2 Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt disruptieve ontwikkelingen op een globale schaal. Economische, sociale en demografische factoren van werken zijn hierdoor in hoge mate onvoorspelbaar. storycard

3 waarom? complexiteit 2 Wicked Problems Netwerksamenleving

4 Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? complexiteit De uitdagingen van de 21e eeuw zijn zo complex en vervlochten dat er geen generieke antwoorden zijn; werken aan oplossingen voor wicked problems kan alleen vanuit meerdere pespectieven en disciplines. storycard

5 waarom? 3 maatschappelijk effect Improvisatie maatschappij Kenniseconomie

6 Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? maatschappelijk effect De grenzen tussen leren en werken en de verschillende kennisgebieden worden vloeibaar. Dit betekent dat de rollen, de spelregels en het speelveld niet langer vast liggen: het verwerven, toepassen en delen van kennis worden bepaald door de context en de vraag. storycard

7 waarom?

8 storycard

9 wat? 4 adaptief zijn Snel kunnen reageren in onvoorspelbare situaties en wisselende contexten

10 Hoe kun je inspelen op de snelle veranderingen in de industrie en samenleving? adaptief zijn Adaptief zijn is het vermogen van een organisatie of individu om adequate keuzes te maken en te handelen in snel wisselende contexten. storycard

11 wat? visie op leren in de 21 e eeuw 5 KENNIS Permanent en persoonlijk leren Kenniscirculatie

12 Hoe kun je inspelen op de snelle veranderingen in de industrie en samenleving? visie op leren in de 21 e eeuw Door het ontwerpen en faciliteren van een community of practice waarin de persoonlijke ambities en talenten van alle deelnemers tot bloei komen in een coöperatief leerproces. storycard

13 wat? 6 Amsterdams Ontwerp AM O Ontwerpt het onderwijs van de 21e eeuw.

14 Hoe kun je inspelen op de snelle veranderingen in de industrie en samenleving? Amsterdams Ontwerp Het Amsterdams Ontwerp is geen instituut maar een beweging van onderwijs, onderzoek en creatieve industrie: d.m.v. het voortdurend actualiseren en (her)ontwerpen van het proces van leren en werken wordt het vakmanschap van de 21e eeuw vormgegeven. storycard

15 wat?

16 storycard

17 hoe? design thinking 7 Iteratief proces Ontwerpen in context

18 Hoe maak je de transitie naar vernieuwend onderwijs? design thinking Ontwerpen is een iteratief proces van experimenteren, prototypen en testen. Het ontwerpen vindt plaats op basis van co-creatie met de gebruiker. Het experiment kan betrekking hebben op vorm, inhoud en proces, apart of in onderlinge samenhang. De uitkomsten van het experiment worden geëvalueerd en getoetst op impact, waarna een volgende iteratie plaats kan vinden. storycard

19 hoe? ontwerpprincipes 8 Criteria Tools

20 Hoe maak je de transitie naar vernieuwend onderwijs? ontwerpprincipes De uitgangspunten voor het maken van actueel onderwijs zijn geformuleerd in vier generieke ontwerpprincipes. Een ontwerpprincipe is handelingsgericht; het vertaalt de brede visie naar uitgangspunten voor het ontwerpen van een experiment. De ontwerpprincipes kunnen gespecificeerd worden in criteria voor vorm, inhoud, proces, impact en evaluatie. Principes en criteria vormen samen een toolbox. storycard

21 hoe? het nieuwe vakmanschap 9 T shaped professional

22 Hoe maak je de transitie naar vernieuwend onderwijs? het nieuwe vakmanschap Het nieuwe vakmanschap is gebaseerd op de combinatie van vakspecifieke kennis & skills en generieke vaardigheden; deze laatste vormen de basis voor de professionele houding die vereist is in 21e eeuwse werksituaties. storycard

23 hoe? 10 flexibiliteit Experimenteerruimte Flexibele organisatie

24 Hoe maak je de transitie naar vernieuwend onderwijs? flexibiliteit Permanente onderwijsvernieuwing vraagt om een flexibele organisatie, een open blik voor wat er binnen en buiten leeft en agile strategy om experimenten te faciliteren en op te schalen. storycard

25 hoe? 11 stakeholder model Netwerkorganisatie Co-creatie

26 Hoe maak je de transitie naar vernieuwend onderwijs? stakeholder model Permanent vernieuwen kan alleen als alle stakeholders, d.w.z. werkveld, organisatie, docenten en studenten een rol hebben in het proces. storycard

27 hoe?

28 storycard

29 ontwerpprincipes persoonlijke leerroute IK JIJ EEN ANDER Regie over eigen leerproces Tijd- en plaats onafhankelijk leren Blended learning Een leven lang leren

30 Wat zijn de uitgangspunten voor het bouwen van het nieuwe onderwijs? persoonlijke leerroute Het ontwerpprincipe van de persoonlijke leerroute is zelfsturend en comptentiegericht leren, binnen een gedifferentieerd aanbod. Dit krijgt vorm in de combinatie van individueel en coöperatief leren. storycard

31 ontwerpprincipes interdisciplinair leren Externe vraag Deelnemers uit verschillende disciplines Kenniscirculatie

32 Wat zijn de uitgangspunten voor het bouwen van het nieuwe onderwijs? interdisciplinair leren Om tot nieuwe inzichten en oplossingen te komen zijn meerdere perspectieven vereist; innovatie ontstaat vaak op het snijvlak van verschillende vakgebieden. In een interdisciplinaire leeromgeving staat een externe vraag centraal. Deze is vakoverstijgend en biedt alle stakeholders een relevante leerervaring. storycard

33 ontwerpprincipes halen en brengen Persoonlijke inbreng Persoonlijke doelen

34 Wat zijn de uitgangspunten voor het bouwen van het nieuwe onderwijs? halen en brengen Aan de basis van het atelier of experiment staat de afstemming van de incentives: iedere deelnemer komt kennis en vaardigheden halen en brengen en stelt persoonlijke doelen. De verschillende niveaus van vakmanschap vormen het uitgangspunt voor de dynamiek van het leerproces. storycard

35 ontwerpprincipes denken en maken kennis en creativiteit ICT- en ontwerp skills

36 Wat zijn de uitgangspunten voor het bouwen van het nieuwe onderwijs? denken en maken Fysiek maken is een creatief proces. Improviseren, ontdekken en zelfexpressie leiden tot nieuwe en andere inzichten. De toepassing van kennis en conceptueel inzicht in een concreet ontwerp leidt tot innovatieve diensten en producten. storycard

37 ontwerpprincipes

38 storycard

39 wie? stakeholder: student Student

40 Wie zijn de deelnemers in een experiment of atelier? stakeholder: student De student heeft de regie over het eigen leerproces, verwezenlijkt hierbinnen zijn of haar persoonlijke doelen en ontwikkelt zich tot een T shaped professional. storycard

41 wie? stakeholder: docent Docent

42 Wie zijn de deelnemers in een experiment of atelier? stakeholder: docent De docent kan binnen het atelier zijn of haar vakspecifieke en professionele kennis en vaardigheden actualiseren en zich ontwikkelen tot coach van het nieuwe leren. storycard

43 wie? stakeholder: industrie Industrie

44 Wie zijn de deelnemers in een experiment of atelier? stakeholder: industrie De industrie verkrijgt een bijdrage aan innovatie door creativiteit en vakoverstijgende inzichten, kennis en data van studenten, docenten en onderzoekers. storycard

45 wie? stakeholder: onderzoeker Onderzoeker

46 Wie zijn de deelnemers in een experiment of atelier? stakeholder: onderzoeker De onderzoeker kan naar aanleiding van een externe casus toegepast onderzoek doen en kennis valoriseren. storycard

47 wie?

48 storycard