Versie: 1 oktober 2013 Vastgesteld in het College van B&W. Programmabegroting

Transcriptie

1 Programmabegroting

2 Versie: 1 oktober 2013 Vastgesteld in het College van B&W Programmabegroting

3 INHOUDSOPGAVE AANBIEDING PROGRAMMABEGROTING DOOR COLLEGE... 5 LEESWIJZER PROGRAMMABEGROTING SCHERPENZEEL IN CIJFERS PROGRAMMA 1: BOUWEN, WONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING PROGRAMMA 2: BEHEER OPENBARE RUIMTE EN SPORT PROGRAMMA 3: ECONOMISCHE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID PROGRAMMA 4: KUNST, CULTUUR EN RECREATIE PROGRAMMA 5: ONDERWIJS EN EDUCATIE PROGRAMMA 6: MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN VOLKSGEZONDHEID PROGRAMMA 7: NATUUR EN MILIEU PROGRAMMA 8: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID PROGRAMMA 9: DIENSTVERLENING, BESTUUR EN ORGANISATIE PROGRAMMA 10: ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN PROGRAMMA 11: RESERVES RECAPUTILATIE PROGRAMMA S PARAGRAFEN ALGEMEEN PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN PARAGRAAF FINANCIERING PARAGRAAF GRONDBELEID PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN PARAGRAAF BELASTINGEN EN TARIEVEN BIJLAGEN Programmabegroting

4 Programmabegroting

5 AANBIEDING PROGRAMMABEGROTING DOOR COLLEGE Inleiding Hierbij bieden wij u de Programmabegroting aan. De begroting is zowel beleidsmatig als financieel gebaseerd op de Kadernota Het voorgestelde nieuwe beleid, de aangegeven besparingsmogelijkheden en de maatregelen als reactie op de rijksbezuinigingen van de rijksoverheid zijn verwerkt in de begroting. Alle programma s zijn beleidsmatig geactualiseerd en richten zich op de doelstellingen en activiteiten voor In de zgn. paragrafen vindt u vervolgens de thematische beschrijving van een aantal relevante onderwerpen. In deze begroting zijn de gevolgen van het regeerakkoord van Rutte II opgenomen. In de Kadernota was reeds hierop geanticipeerd. Hierbij hebben we ons gebaseerd op de meicirculaire. Het kabinet werkt aan een aanvullend pakket van bezuinigingen van 6 miljard. De uitkomsten hiervan zijn nog niet cijfermatig verwerkt in de begroting, omdat onduidelijk is hoe deze bezuinigingen zullen doorwerken naar de gemeenten. Algemeen beeld Programmabegroting De Programmabegroting is, op basis van de nu bekende feiten, structureel sluitend. Zonder bezuinigingen zou het jaar 2015 niet positief eindigen. Het College heeft, op basis van de voorstellen die in de Kadernota zijn neergelegd, enkele bezuinigingsmaatregelen in de begroting verwerkt. Deze maatregelen sluiten aan bij reeds in gang gezette beleidsontwikkelingen in het sociale domein. In de volgende paragraaf worden de maatregelen toegelicht Saldo Programmabegroting V V V V Lokale lastendruk Uit de voorliggende Programmabegroting blijkt dat de lokale lastendruk voor de inwoners in Scherpenzeel stijgt met ongeveer 24 per huishouden. Dit is, afhankelijk van de situatie, een stijging van 3,4 tot 3,9%. Deze stijging bestaat uit de volgende onderdelen. De OZB-stijging bedraagt 2%. De belastingdruk voor de niet-woningen stijgt harder, omdat de incidentele verlaging over 2013 vervalt. Ten opzichte van het basistarief 2013 is ook voor de niet-woningen een stijging van 2% berekend. De rioolheffing voor woningen stijgt op basis van de eerder genomen besluiten met de inflatiecorrectie en een jaarlijkse verhoging van 9,00. Voor de niet-woningen is Programmabegroting

6 er sprake van een daling van 8,20. Omdat vanaf 2014 ook alle objecten worden aangeslagen die geen leidingwater of grondwater gebruiken, is er sprake van een hogere opbrengst. Deze meeropbrengst is gebruikt om het tarief voor de nietwoningen te verlagen. Vanwege ruimte in de Reserve afvalstoffenheffing wordt voorgesteld ,00 in te zetten voor geleidelijke tariefverhoging naar kostendekkend niveau. De afvalstoffenheffing stijgt met 5,05 voor een eenpersoonshuishouden en met 6,30 voor een meerspersoonshuishouden. Dit is een stijging van 3%. Meer informatie over de ontwikkeling van de gemeentelijke heffingen is opgenomen in de Paragraaf belastingen en tarieven. Verschillen met Kadernota In onderstaande tabel worden de saldi van de Kadernota en de Programmabegroting met elkaar vergeleken. De belangrijkste verschillen worden nader toegelicht. De analyse begint bij deel A van de Kadernota In dit deel was geen rekening gehouden met de gevolgen van het regeerakkoord en de bijbehorende bezuinigingen. De gevolgen van het regeerakkoord volgen uit de meicirculaire. Over deze circulaire is een memo uitgebracht. De Algemene uitkering in de Programmabegroting komt overeen met deze memo. Daarnaast werd rekening gehouden met een afname van specifieke uitkeringen, waarvoor in de kadernota een stelpost was opgenomen. Tot op heden is daarover geen duidelijkheid. Daarom is dit onderdeel niet cijfermatig verwerkt in de programmabegroting. Voor de specifieke uitkeringen, zoals het participatiebudget, hebben we zoveel mogelijk aangesloten bij de beschikkingen over Saldo Kadernota V V V V Bijstellingen ten opzichte van de Kadernota: Algemene Uitkering o.b.v. meicirculaire V N N N Jeugdzorg V Structurele doorwerking 1ste Firap V V V V Inkomensvoorzieningen V V V V Indicatoren programmabegroting V V V V Inwonerbijdrage o.b.v. Begroting OddV N N N N Meerjarenonderhoudsplannen N N N N Kosten software omgevingsvergunningen N Renteresultaat V V V V WMO begeleiding V V V V Verkiezingen N N N BOA-capaciteit N N N N Speelplaatsenbeleid N Programmabegroting

7 Algemene uitkering - stelpost onderuitputting N Overige verschillen < V N N N Totaal bijstellingen N N N N Saldo excl. bezuinigingen V N V V Bezuinigingsvoorstellen: Reconstructie wegen (verschuiving in jaren) N V Woonruimteverdeling V V V Regiotaxi V V V Totaal bezuinigingen N V V V Saldo Programmabegroting V V V V Toelichting op de bijstellingen t.o.v. Kadernota Algemene Uitkering o.b.v. meicirculaire 2013 De ontwikkeling van de Algemene uitkering bepaalt voor een belangrijk deel het meerjarenperspectief. Bij de Kadernota is uitgegaan van de septembercirculaire 2012, aangezien de meicirculaire 2013 verscheen op het moment dat deze niet meer in de kadernota kon worden verwerkt. Wel was een stelpost aanvullende rijksbezuinigingen opgenomen ter grootte van In de memo van 1 juni 2013 met als onderwerp Meicirculaire 2013 is de raad geïnformeerd over de gevolgen van deze circulaire. Hieruit blijkt dat de Algemene uitkering positiever uitvalt dan in de Kadernota is verwoord. Totaal is de afname van de Algemene uitkering waarmee in 2017 rekening moet worden gehouden ongeveer ,00 1. In onze berekeningen gingen wij uit van ,00 liggend in de bandbreedte van ,00 tot ,00. Jeugdzorg Bij de Kadernota is ten onrechte ,00 opgenomen als implementatiekosten en uitvoering. Deze kosten hadden betrekking op 2013 in plaats van Structurele doorwerking 1 ste Firap In de 1 ste Financiële rapportage 2013 is een aantal bijstellingen van budgetten opgenomen. Voor zover de mutaties een structurele doorwerking hadden, konden die niet meer in de Kadernota 2014 worden opgenomen. Inkomensvoorzieningen Als gevolg van de conjuncturele ontwikkelingen is het aantal uitkeringsgerechtigden in Scherpenzeel fors toegenomen. Dit is reeds opgenomen in de Kadernota Echter nu blijkt ook dat bij de IOAZ/W en de BBZ-uitkeringen een forse toename te bespeuren is van ,00 totaal. Daarnaast wordt de gebundelde uitkering op het 1 Hierbij is gecorrigeerd voor zgn. taakmutaties: geld dat beschikbaar wordt gesteld voor bepaalde taken, waarvoor dus ook kosten zullen worden gemaakt. Programmabegroting

8 niveau gebracht naar de laatste informatie vanuit het Ministerie, zijnde een verhoging van ,00. Indicatoren Programmabegroting Vanaf 2013 vindt geen individueel jaarlijks burgertevredenheidsonderzoek meer plaats, maar wordt gebruik gemaakt van een tweejaarlijkse meting via WaarStaatJe- Gemeente en de Benchmark Publiekszaken. De kosten hiervan zijn iets lager dan het beschikbare budget. Daarnaast vervalt eenmaal per twee jaar de kostenpost, vanwege de aangepaste frequentie. Inwonerbijdrage o.b.v. Begroting OddV Bij de Kadernota 2013 is een amendement aangenomen betreffende de kosten voor de OddV. Van die taakstelling is ongeveer twee derde gerealiseerd. Op basis van de meerjarenbegroting die de OddV heeft opgesteld, blijkt de inwonerbijdrage in 2014 en volgende jaren hoger dan in de Kadernota 2013 is vastgelegd. Dit betekent in ieder geval voor 2014 een nadeel. Voor de volgende jaren blijven we de OddV kritisch volgen, ook gezien de dalende regionale trend in de bouwaanvragen. Per 2017 wijzigt de systematiek en betaalt iedere gemeente alleen nog maar op basis van afgenomen dienstverlening. De gevolgen hiervan zijn op dit moment nog niet in te schatten. Meerjarenonderhoudsplannen Voor de gemeentelijke gebouwen (exclusief de ambtswoning en de toren) zijn nieuwe meerjarenonderhoudsplannen opgesteld. De financiële consequentie hiervan is dat per jaar meer moet worden toegevoegd aan de onderhoudsvoorzieningen. Kosten software omgevingsvergunningen De overstap naar de OddV betekent ook het gebruik van een ander softwarepakket voor omgevingsvergunningen. Het contract van het oude pakket loopt echter door tot ultimo Dit leidt tot een incidentele kostenpost. Renteresultaat In de meerjarenbegroting is de financieringsbehoefte en financieringsstructuur opnieuw doorgerekend. Hierbij is gebruik gemaakt van de meest recente liquiditeitsprognose. Na de (verwachte) aflossing van de obligaties kan de financiering beter worden afgestemd op de behoefte (er staat geen geld meer vast). Dit leidt op termijn naar verwachting tot een voordeel. Een onzekerheid hierin is nog de kasstromen die gaan optreden bij de grondexploitaties. WMO begeleiding Destijds is vanwege de overheveling van de AWBZ functie begeleiding naar de gemeente een aanvullend budget beschikbaar gesteld. Er is echter geen hoge uitgavenpatroon aanwezig. Verkiezingen In het jaar 2014 worden er 2 verkiezingen georganiseerd. Respectievelijk de Gemeenteraadsverkiezing en de verkiezing voor het Europese Parlement. Ook is het meerjarenperspectief van de verkiezingen opgenomen in de begroting. Programmabegroting

9 BOA-capaciteit Bij de behandeling van de Kadernota heeft de gemeenteraad aangegeven dat een uitbreiding van de BOA-capaciteit wenselijk is. Hiervoor is nu structureel een bedrag van ,00 opgenomen. Dit bedrag komt overeen met ongeveer 0,5 fte (zie ook Programma 8). In de begroting zit geen toename van de AOV-capaciteit. Speelplaatsenbeleid Bij de behandeling van de nota Sport en Bewegen is door de jongerenraad aangegeven dat bij diverse speelplaatsen sprake is van achterstallig onderhoud en/of een eenmalige investering gewenst is. Ook heeft de gemeente het aanbod gekregen voor de aanleg van een zgn. Cruijff Court 1. Hoewel de aanleg van dit speelveld kosteloos is, zullen eenmalige kosten voor de aanpassing van de openbare ruimte gemaakt worden. Voor beide posten samen is voor 2014 een incidenteel bedrag van ,00 opgenomen. Algemene Uitkering stelpost onderuitputting Na het verschijnen van de meicirculaire is van diverse kanten aangegeven dat de cijfers voor 2014 te rooskleurig zijn. Ook het ministerie bevestigt dit. Het is vrijwel zeker dat de Algemene uitkering in 2014 fors lager zal uitvallen. Hiervoor is vooruitlopend op de definitieve informatie een stelpost opgenomen. Toelichting op de bezuinigingsmaatregelen Het College stelt de volgende bezuinigingsmaatregelen voor, die aansluiten bij de Kadernota Reconstructie wegen (verschuiving in jaren) Het jaar 2015 kent in het meerjarenperspectief een relatief lage Algemene uitkering. Dit beïnvloedt direct de begrotingsruimte. Gezien het saldo in 2014 is het mogelijk in 2014 een extra storting van ,00 in de Reserve wegen te doen voor toekomstige reconstructies en herinrichtingen. Met hetzelfde bedrag kan de storting in 2015 worden verlaagd. Per saldo groeit de reserve met het gewenste bedrag. Dit biedt tevens de mogelijkheid om voortvarend te werken aan het wegonderhoud. Woonruimteverdeling (webapplicatie) Woonstede moet begin 2014 over op een nieuw automatiseringssysteem. Om de kosten te beperken wordt door de corporaties in Barneveld, Ede, Wageningen, Rhenen en Veenendaal hetzelfde systeem gebruikt (genaamd Huiswaarts van Woningnet). Het voordeel voor woningzoekenden is dat een web-applicatie wordt gebruikt voor de inschrijving, het aanbieden van woningen, het digitaal reageren op woningen i.p.v. via de krant e.d.. Mogelijk wordt het dan ook om te reageren op woningen in Ede. Het voordeel voor de gemeente wordt geschat op ,00. De kosten woonruimteverdeling (publiekrechtelijke kant) die jaarlijks bij de gemeente Scherpenzeel in rekening worden gebracht, komen te vervallen. 1 Zie ook Programmabegroting

10 Belangrijk hierbij is dat de gemeenteraad instemt met aanpassing van de huisvestingsverordening (de woonduur wordt omgezet naar inschrijftijd; daarvoor komt er een overgangsregeling). Dit besluit kan eind 2013 worden genomen. Regiotaxi (inkomensafhankelijke eigen bijdrage en BTW-voordeel) In december 2012 is door het college het principebesluit genomen om voor Regiotaxi een inkomensafhankelijke eigen bijdrage achteraf via het CAK te vragen. Door dit toe te passen voor Regiotaxi vindt harmonisering plaats met andere Wmovoorzieningen waarvoor de eigen bijdrage regeling al geldt. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van het inkomen en de mate van zoneverbruik. Daarmee dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten maar wordt niemand financieel zwaarder belast dan de wettelijk vastgestelde grenzen. Voor de bepaling van de hoogte en de inning van de eigen bijdrage wordt aangesloten bij de bestaande regeling waardoor cumulatie van eigen bijdragen wordt voorkomen. De eigen bijdrage wordt per vier weken achteraf in rekening gebracht door het CAK op basis van het werkelijk aantal declarabele zones (en kan dus per periode variëren). Na onderzoek zijn er inmiddels geen juridische of praktische belemmeringen meer om dit in te voeren vanaf 2014 voor bestaande reizigers (in oktober 2013 voor nieuwe reizigers). De eigen bijdrage stijgt hierdoor met 7.500,00. Een mogelijk effect van deze maatregel is dat het gebruik van Regiotaxi zal afnemen (en daarmee de kosten voor de gemeente). Inmiddels is goedkeuring gekregen van de Belastingdienst op het terugvragen van de BTW op de Regiotaxi. Over eigen bijdrage moet dan wel BTW worden afgedragen. Per saldo is per jaar een BTW-voordeel van ongeveer 4.000,00 te behalen. Totaal leveren deze maatregelen ,00 op. Technische aanpassing kostentoerekening Ter vereenvoudiging van het begrotingsmodel en vooruitlopend op de aanpassing van de organisatiestructuur is vanaf 2014 de urenverdeling binnen de begroting gewijzigd. In het verleden werd met meerdere uurtarieven per afdeling gewerkt, wat resulteerde in totaal negen uurtarieven binnen de organisatie. Dit hebben we teruggebracht naar drie uurtarieven: een tarief voor de hogere (beleids)functies, een tarief voor lagere (ondersteunende en uitvoerende) functies en een tarief voor de Buitendienst. Deze wijziging geeft financiële verschuivingen binnen producten en programma s. Dit is op diverse plaatsen zichtbaar in de cijfermatige ontwikkeling van 2013 naar Op totaalniveau heeft het echter geen consequenties. Programmabegroting

11 LEESWIJZER PROGRAMMABEGROTING De programmabegroting is opgezet uit de volgende onderdelen: 1. Scherpenzeel in Cijfers De begroting begint met een statistisch overzicht van enkele belangrijke kerncijfers. 2. Programma s De begroting kent de volgende programma's: 1. Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening 2. Beheer openbare ruimte en sport 3. Economische zaken en werkgelegenheid 4. Kunst, cultuur en recreatie 5. Onderwijs en educatie 6. Maatschappelijke ondersteuning en Volksgezondheid 7. Natuur en milieu 8. Openbare orde en veiligheid 9. Dienstverlening, bestuur en organisatie 10. Algemene dekkingsmiddelen 11. Reserves De programma's hebben een vaste opzet. Per programma wordt weergegeven wat de missie is: de overkoepelende doelstelling voor het betreffende programma. Vervolgens zijn kaderstellende beleidsnota s en de programmaonderdelen genoemd. Ieder programmaonderdeel wordt vervolgens uitgewerkt. Na een korte toelichting over de context volgt een tabel met de doelen en daarmee samenhangende activiteiten. Deze tabel bevat daarmee de twee vragen: Wat willen we bereiken? en Wat gaat we doen? Bij het programmaonderdeel worden (indien van toepassing) enkele indicatoren gepresenteerd met de verwachte ontwikkeling (zie ook hieronder). Een termijnkalender biedt vervolgens inzicht in de beleidsproducten per jaar. Deze termijnkalender is vervolgens de basis voor de interne jaarplannen en de termijnagenda van de raad. Het programma wordt afgesloten met de vraagt Wat mag het kosten?. Hierbij wordt eerst een overzicht gegeven van de nieuwe financiële ontwikkelingen binnen het programma, waarna een volledig overzicht van de lasten, baten en reservemutaties van het programma worden gepresenteerd. Ook is er een tabel met de eventuele incidentele baten en lasten. Programma 11 Reserves heeft een wat andere opbouw: Bij dit onderdeel worden alle reservemutaties die in de begroting zijn opgenomen weergegeven. 3. Overzicht van Baten en Lasten Dit betreft een totaaloverzicht van de baten en lasten van alle programma s over de periode , gesplitst in lasten en baten. 4. Paragrafen De paragrafen hebben als doel een dwarsdoorsnede te geven van de begroting, telkens bezien vanuit een bepaald perspectief. Voor meer informatie wordt verwezen naar de algemene toelichting op de paragrafen. Programmabegroting

12 5. Bijlagen De bijlagen bestaan uit diverse overzichten die gebruikt kunnen worden als nadere verdieping in de cijfers. Zo is bijvoorbeeld een overzicht van alle aanwezige reserves en voorzieningen opgenomen. Toelichting op indicatoren In deze programmabegroting wordt voor het eerst gebruik gemaakt van de uitkomsten van Waar Staat Je Gemeente (WSJG). In 2012 besloot de raad de oude set indicatoren te vervangen door WSJG, aangevuld met enkele eigen cijfers. Scherpenzeel nam in 2013 voor het eerst deel en maakte gebruik van de nieuwe vragenlijst die door KING was opgesteld. Deze bleek achteraf niet valide, waardoor de gegevens niet in de landelijke benchmark worden opgenomen. Omdat de gegevens wel informatie verschaffen voor de eigen gemeente, is van dit onderzoek gebruik gemaakt bij de indicatoren in deze Programmabegroting. In de indicatorentabellen zijn de scores slecht en goed opgenomen. Deze scores zijn belangrijker dan neutraal. Met name is interessant hoe de verhouding tussen goed en slecht is. Zijn er relatief meer inwoners die iets goed vinden dan inwoners die het slecht vinden? Hieronder wordt aan de hand van een voorbeeld toegelicht hoe we met de uitkomsten van WSJG tot de gebruikte scores komen. Vraag 14: De mate waarin de kiezer invloed heeft op wat in de gemeente gebeurt. Heel slecht Slecht Neutraal Goed Heel goed Weet niet N.v.t. Totaal Uitkomst WSJG Te gebruiken Herrekend (4+18)/91 = 24% 4% 18% 45% 22% 2% 9% 1% 100% 4% 18% 45% 22% 2% 91% 45/91= 50% (22+2)/91= 26% 100% Deze uitkomst wordt geplaatst in de indicatorentabel bij het betreffende programmaonderdeel. Vervolgens wordt met een symbool inzichtelijk gemaakt welke invloed het voorgestelde beleid zal hebben op de indicator. Score zal naar verwachting verbeteren Score zal naar verwachting gelijk blijven of stabiliseren Score zal naar verwachting afnemen Programmabegroting

13 Hierdoor ontstaat de volgende indeling van de indicatorentabel. Indicator Bron Meest recent Mate waarin kiezer invloed heeft op wat er in de gemeente gebeurt WSJG-14: Slecht Goed 24% 26% Ontwikkeling Bewust is er voor gekozen de verwachte ontwikkeling niet te kwantificeren. De reden hiervoor is de onvoldoende valide uitkomst van deze eerste meting. De startwaarde is beperkt bruikbaar, waardoor de meerjarige reeks nog niet goed kan worden opgebouwd. Vanuit de beide W-vragen: wat willen we bereiken? en wat gaat we doen? zal wel een richting zichtbaar worden. Bij een aantal indicatoren is de score op de onderdelen Weet niet en N.v.t. erg hoog. Daarnaast is de mogelijkheid aanwezig dat respondenten Neutraal hebben ingevuld terwijl ze eigenlijk geen mening hebben. Bij een aantal vragen is de score op Neutraal namelijk ook vrij hoog. Wanneer het totaal van Weet niet en N.v.t. meer is dan 23%, dan worden de uitkomsten buiten beschouwing gelaten. Er zijn in dat geval minder dan 330 mensen die voor één van de overige antwoorden hebben gekozen, waarmee de statistische betrouwbaarheid in het gedrang komt. In de tabel is dan bij de betreffende indicator Gegevens niet bruikbaar opgenomen. Programmabegroting

14 SCHERPENZEEL IN CIJFERS Cijfers per 1 januari, tenzij anders vermeld Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening Aantal woningen (excl. recreatiewoningen etc.) waarvan huurwoningen (corporaties) nnb 3. Economische zaken en werkgelegenheid 1 Werkgelegenheid nnb Aantal bedrijven nnb Aantal winkels nnb Aantal agrarische bedrijven nnb 5. Onderwijs en educatie, per 1 augustus Gebruik leerlingenvervoer Aantal leerlingen op OBS De Dorpsbeuk Aantal leerlingen op CBS De Maatjes Aantal leerlingen op CBS De Glashorst Aantal leerlingen op CBS De Bruinhorst Aantal leerlingen op Ref. basisschool De Wittenberg Maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid Uitkeringsontvangers bijstand Uitkeringsontvangers IOAW/IOAZ Natuur en milieu Aantal begravingen nnb Aantal bijzettingen urnengraf/urnenmuur 2 4 nnb 8. Openbare orde en veiligheid Bedrag vernielingen gemeente-eigendommen nb nnb - waarvan tijdens jaarwisseling Dienstverlening, bestuur en organisatie Aantal inwoners waarvan jonger dan waarvan ouder dan Aantal geboorten nnb Aantal huwelijken nnb Aantal overlijdens nnb FTE van de ambtelijke organisatie 59,96 60,20 58,21 1 Bron: Programmabegroting

15 PROGRAMMA S Programmabegroting

16 Programmabegroting

17 PROGRAMMA 1: BOUWEN, WONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING Portefeuillehouder: E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: P. van Boxtel 1.1 Missie De gemeente draagt zorg voor een deugdelijke ruimtelijke inrichting van het grondgebied. Het beschikbaar krijgen en houden van voldoende woningen, die voldoen aan duurzaamheid, wooncomfort en veiligheidseisen, staat daarbij centraal. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillende doelgroepen en hun woonwensen. Monumentaal erfgoed en archeologiebeleid maken een essentieel onderdeel uit van de ruimtelijke ordening. 1.2 Kaderstellende beleidsnota s Coalitieakkoord ; Toekomstvisie 2030; Structuurvisie (2001); Ontwerp structuurvisie 2013 Vigerende bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen; Bouwbesluit; Woonbeleid met kwaliteit; Beeldkwaliteitsplannen; Notitie erfafscheidingen (2001); Welstandsnota (2009); Reclamenota (2009); Huisvestingsverordening (2009); Notitie Handhaving, onderdeel bouwen en wonen (2011); Nota toepassingen binnenplanse ontheffingen (art. 3.6 Wro); Woonvisie Gelderland, Kwalitatief Woonprogramma ; Profiel van de vastgoedsector 2011 Stichting Vastgoedmonitor regio FoodValley; DVO Omgevingsdienst de Vallei Kwalitatieve prestatieafspraken , tussen de gemeente Scherpenzeel en woningcorporaties Patrimonium, Vallei Wonen en Woonstede Woonvisie Scherpenzeel , gemeente Scherpenzeel (2013) 1.3 Programma-onderdelen A. Bouw (incl. monumenten) B. Ruimtelijke Ordening C. Volkshuisvesting en woonruimteverdeling Programmabegroting

18 1.3.A Bouw (incl. monumenten) Per 1 april 2013 is de Omgevingsdienst De Vallei (OddV) een feit. Naast de milieutaken zijn op onderdelen ook bouwtaken ondergebracht bij de OddV. Ten aanzien van de bouwtaken betreffen dit met name de specialistische, zwaardere omgevingsvergunningen. Kleinere vergunningen (zogenaamde flitsvergunningen) blijft de gemeente zelf verlenen. Procedures hieromtrent gaan we vereenvoudigen. Ten aanzien van deze flitsvergunningen wordt een gemeentelijke regeling/nota opgesteld. Hierin wordt geregeld wat wij onder flitsvergunningen verstaan en hoe het proces gaat lopen. Flitsvergunningen moeten binnen tien dagen kunnen worden verleend. Op het gebied van handhaving blijft illegale bouw prioriteit hebben. Dit met het oog op de veiligheid binnen de gemeente, maar ook het stedenbouwkundig beeld. Het slagen van gemeentelijk (bouw)beleid valt of staat met een zorgvuldige, consequente en doeltreffende handhaving. De handhaving is een van de taken die sinds medio 2013 door de OddV wordt uitgevoerd. Uitvoering vindt evenwel plaats binnen de kaders van gemeentelijk beleid. Eén van de speerpunten van ons beleid is het voorkomen van handhavingsprocedures en daarmee dus overtredingen. Ter uitwerking van dit onderdeel is reeds in 2012 een plan van aanpak door ons college opgesteld. In dit plan van aanpak is kort uiteen gezet hoe om te gaan met communicatie c.q. voorlichting aan burgers en bedrijven over het thema handhaving. Door het inzetten van preventieve handhavingsinstrumenten wil de gemeente het gedrag en de naleving van burgers en bedrijven op een positieve manier beïnvloeden. Immers voorkomen is beter dan genezen. In 2014 wil het college verder uitvoering geven aan voorlichting over en het voorkomen van handhaving. Wat willen we bereiken? 1. Organisatie inrichten op de afgifte van flitsvergunningen 2. Voorkomen van handhaving is het eerste doel maar vervolgens handhaven waar nodig 3. Klantgerichte dienstverlening 4. Praktische samenwerking met OddV waarbij gemeente de regierol heeft. Wat gaan we doen? Ontwikkelen regeling flitsvergunningen en processen daarop inrichten; Processen verder standaardiseren en aanpassen op Wabo en OddV Stringenter toezicht op bouwen en consequente handhaving (OddV) Meer aandacht aan communicatie naar burgers en bedrijven; Versnellen processen, meer flitsvergunningen (deregulering); Werken aan communicatiemodel voor bestemmingsplanprocedures Aandacht voor goede overdracht en blijvende voeding van lokale kennis en omstandigheden; Dienstverleningsovereenkomst met OddV sluiten waarbij gemeente regierol houdt Programmabegroting

19 Indicator Bron Meest recent Ontwikkeling Aantal bouwcontroles Administratie 545 Nader af te spreken met OddV Aantal aanschrijvingen Administratie 90 Nader af te spreken met OddV Programmabegroting

20 1.3.B Ruimtelijke Ordening Gemeenten zijn er aan gehouden binnen 10 jaar hun bestemmingsplannen te herzien. De nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening heeft de gemeente verplicht om op 1 juli 2013 actuele bestemmingsplannen te hebben, die ook digitaal beschikbaar zijn. Dit is gelukt. Voor de komende jaren is het van belang de bestemmingsplannen up-to-date te houden. Een aantal bestemmingsplannen zijn ook aan actualisatie toe. Deze zijn inmiddels reeds opgepakt en zijn tijdig gereed. Voorbeeld hiervan is een nieuw bestemmingsplan voor Scherpenzeel-Oost. Systematisch wordt gewerkt richting een situatie waarin sprake is van een sterk verminderd aantal geldende bestemmingsplannen. Doel hierbij is eveneens om tot een eenduidige uniforme bestemmingsplanmethodiek te komen. Daarin is een grote slag geslagen met de thans afgeronde actualisatieronde. Dit moet leiden tot een hogere kwaliteit, meer duidelijkheid voor burgers en bedrijven en een vlottere proceduretijd bij omgevingsvergunningen. Structuurvisie en Centrumvisie: Eind 2013 wordt de structuurvisie vastgesteld. Hierbinnen heeft een diepgang plaatsgevonden met betrekking tot ontwikkelingen in Scherpenzeel Zuid. Resultaat is een integrale ruimtelijke visie op Scherpenzeel Zuid. Vervolg hierop zal een visie zijn op het centrum van Scherpenzeel. Deze Centrumvisie zal eind 2013 worden opgepakt en medio 2014 worden afgerond. Bestemmingsplan omgeving Heijhorst: In het kader van de dorpsuitbreiding Scherpenzeel Zuid is een start gemaakt met een nieuw bestemmingsplan voor de omgeving van het Heijhorst-terrein. Dit wordt een flexibel globaal bestemmingsplan en moet ruimte bieden voor de bouw van ongeveer 80 woningen. In het eerste kwartaal van 2014 kan het bestemmingsplan worden vastgesteld en kunnen de eerste omgevingsvergunningen worden verleend. School Akkerwindelaan: Het bestemmingsplantraject loopt reeds ten behoeve van de realisatie van de school ten zuiden van de Akkerwindelaan/Ringbaan. Op basis van een door de raad aangenomen ontwikkelingsvisie voor het gebied ten zuiden van de Akkerwindelaan is de locatie gekozen. In 2014 wordt het bestemmingsplan vastgesteld en omdat gebruik is gemaakt van de coördinatieregeling kan ook meteen omgevingsvergunning voor de bouw worden verleend. Overige ruimtelijke plannen en ontwikkelingen: Binnen onze gemeente worden nog een aantal plannen ter ontwikkeling gebracht. Hiervoor worden ruimtelijke procedures doorlopen. Het gaat hierbij onder meer over de plannen Prinsenlaan (startersappartementen), Gasfabriekterrein (sociale huurwoningen/-appartementen) en Plan Weijdelaer (woonservicezone in het centrum). Bij de ontwikkeling van dergelijke (woning)bouwplannen achten wij burgerparticipatie van groot belang. Draagvlak bij burgers en bedrijven is van belang. Voorbeeld van een geslaagde burgerparticipatie is het plan Weijdelaer. Het betreft hier de ontwikkeling van een woonzorgzone in het centrum. Hier heeft een uitgebreid participatieproces Programmabegroting

21 plaatsgevonden, waarbij burgers een nadrukkelijke stem hebben gekregen in het planvormingsproces. De input van de burgers zorgt voor meer betrokkenheid binnen de gemeenschap en levert tevens een waardevolle invulling voor de stedenbouwkundige ontwerpfase. Wat willen we bereiken? 1. Duidelijk en geactualiseerd RO-beleid; 2. Voorzien in woningbehoefte, benutten potentie; 3. Bouwen voor senioren/weijdelaer 4. Voldoende huur/koop voor starters, sociale sector; 5. Doorstroming op de woningmarkt binnen Scherpenzeel bevorderen; 6. Meer betrokkenheid en draagvlak creëren bij burgers en bedrijven Wat gaan we doen? Actualiseren bestemmingsplan Oost Werken naar zo min mogelijk bestemmingsplannen Werken naar eenduidige en uniforme bestemmingsplannen (toetsingseisen) Opstellen Centrumvisie Middels projectmatig werken oppakken actieve(re) regierol grondpolitiek; Vraaggestuurde ontwikkeling, gedoseerd en gefaseerd Bouwen/ontwikkelen volgens Woonvisie Project Weijdelaer realiseren In de exploitatieovereenkomst het aantal huurwoningen in de sociale sector (incl. de huurprijs) vastleggen; Ontwikkelen volgens Woonvisie Ontwikkelen volgens Woonvisie Aandacht voor communicatie en participatie (timing en aanpassing aan specifieke doelgroep van belang) Indicator Bron Meest recent Manier waarop de gemeente een beroep doet op inwoners om zelf bij te dragen aan de leefbaarheid in uw buurt Inspanningen van de gemeente op het gebied van woon- en leefklimaat Beoordeling woonomgeving Leefbaarheid in de buurt WSJG-32: Slecht Goed WSJG-63: Slecht Goed WSJG-64: Slecht Goed WSJG-65: Slecht Goed 12% 41% 7% 56% 7% 67% 5% 70% Ontwikkeling Programmabegroting

22 1.4 C Programmaonderdeel Volkshuisvesting en woonruimteverdeling Sinds december 2009 is er een nieuwe Huisvestingswet in behandeling bij de Tweede Kamer. Centraal staan vrijheid van vestiging voor de burger/woningzoekende en bij uitzondering bindingseisen stellen. Consequentie is noodzakelijke vernieuwing van de gemeentelijke huisvestingsverordening. De sturing via de huisvestingsverordening zal zich moeten beperken tot die gebieden, woningtypen en prijsklassen waar schaarste heerst met betrekking tot: goedkope woonruimte in het algemeen, aan woonruimte met specifieke voorzie- ningen (bijvoorbeeld voor ouderen of gehandicapten); en schaarste aan woonruimte voor de eigen bevolking (in gebieden zonder nieuwbouwmogelijkheden). Buiten de Huisvestingswet mogen op basis van het wetsvoorstel geen prestatieafspraken meer worden gemaakt met corporaties of projectontwikkelaars. Het komt er dus op neer dat de gemeente de noodzaak voor het vaststellen van een Huisvestingsverordening zal moeten aantonen. Het is afwachten wanneer het wetsvoorstel via de Tweede Kamer de Eerste Kamer zal bereiken en wanneer de wet ingaat. Sociale huurwoningen mogen sinds 1 januari 2011 alleen nog worden toegewezen aan mensen met een lager inkomen. Dit geldt voor tenminste 90% van de huurwoningen van een corporatie. De kabinetsmaatregelen zijn inmiddels in verzachte vorm onderdeel geworden van het woonakkoord dat is gesloten met diverse stakeholders binnen het woonbeleid. Het woonakkoord regelt met betrekking tot de huurmarkt inkomensgrenzen en daarbij behorende huurverhogingen (inkomen tot ,- maximale huurverhoging van 1,5 procent boven inflatie, inkomens tussen ,- en ,- maximaal 2 procent en inkomens boven ,- krijgen te maken met maximaal 4 procent (was 6,5 procent in het Regeerakkoord) boven inflatie. Deze huurverhogingen zijn 1 juli 2013 ingegaan. Wat betreft de kopersmarkt biedt het woonakkoord ook extra maatregelen. Noemenswaardige zijn: rijksbijdrage aan de SVn-starterslening verhoogd van 20 naar 50 mln, dit betekent dat het rijksaandeel in een starterslening verhoogd is. Concreet betaalt het rijk op dit moment tot in % van de starterslening, de resterende 50% betaalt de gemeente; de voorwaarden voor de verkoop van corporatiewoningen worden versoepeld. Woonvisie De gemeente heeft in maart 2013 de Woonvisie Scherpenzeel vastgesteld. Een uit te voeren uitgebreid woningbehoefte-onderzoek vormde daarbij een belangrijke basis. Ook de instrumenten voor starters en doorstromers op de woningmarkt speelden hierbij een rol. De raad heeft een vijftal amendementen aangenomen, samengevat als volgt: 1. woningaanbod af te stemmen op de reële vraag maar als ambitie voor de langere termijn vast te houden aan het bouwen van gemiddeld 50 woningen per jaar (A3); 2. starterswoningen te labelen, zodat zij blijvend als starterswoning zijn te kwalificeren (A4); Programmabegroting

23 3. instrumenten zoals verkoop corporatiewoning, bijzondere koop- en huurconstructie en het splitsen van woningen nader te onderzoeken (A5); 4. te focussen op projecten met vrije sector huurwoningen, betaalbare koopwoningen en (luxe en/of grondgebonden) seniorenwoning (A6); 5. bij de ontwikkeling van nieuwe woningbouwprojecten het woonklimaat, woonomgeving en duurzaamheid een prominente rol laten spelen bij de vaststelling van de uitgangspunten. Het hart van de Woonvisie vormen de actiepunten per hoofdstuk met de daaraan verbonden planning. De planning voorziet in een groot aantal activiteiten voor Een welkome aanvulling op de woonvisie vormt het woonbehoefteonderzoek op initiatief van de Stichting Ouderen Scherpenzeel en Woudenberg (SOS). Met ondersteuning van een deskundige op het gebied van de ruimtelijke ordening is een vragenlijst opgesteld en verspreid onder de 60-plussers uit Scherpenzeel, dit leverde een respons op van ruim 480 enquêteformulieren. De uitkomsten worden momenteel verwerkt door de SOS en zullen ons worden aangeboden waarna wij het zullen betrekken bij het gemeentelijk woonbeleid. Wij zullen u als raad uiteraard informeren. Leegstandswet In 2013 is het aantal aanvragen om een leegstandsvergunning toegenomen, in 2012 waren er 3 aanvragen. Medio 2013 waren er al 9 aanvragen. De verwachting is dat dit in 2014 nog verder zal toenemen. De Leegstandswet is met ingang van 1 juli 2013 gewijzigd. De termijn voor het verlenen van een vergunning is met ingang van 1 juli 2013 verlengd van twee naar vijf jaar. Sloop- en renovatiewoningen mogen maximaal 7 jaar worden verhuurd, in plaats van de huidige 5 jaar. Wat willen we bereiken? 1. Toekomstbestendig woonbeleid. 2. Meer gemeentelijke regie binnen de volkshuisvesting. 3. Continue samenwerking op woongebied regionaal (RFV) en interprovinciaal. 4. Inspraak van huurders realiseren. Wat gaan we doen? Uitvoeren van de actiepunten uit de woonvisie en de amendementen Betrekken uitkomsten woonbehoefteonderzoek SOS bij woonbeleid en planning woningbouw Herzien huisvestingsverordening Scherpenzeel naar aanleiding van de nieuwe Huisvestingswet Herijken prestatieafspraken 2011 met woningcorporaties op basis van de eventuele nieuwe Huisvestingswet, de woonvisie en de uitkomsten van het woonbehoefteonderzoek SOS Uitvoering blijven geven aan het woonbeleid conform de Regionale Woonagenda FoodValley. Oprichting van een bewonersorganisatie voor de sociale huur- en koopsector in aansluiting op de oprichting van de wijkplatforms; Programmabegroting

24 Indicator Bron Meest recent Bevolkingssamenstelling in de buurt WSJG-69: Slecht Goed 2% 78% Ontwikkeling Programmabegroting

25 1.4 Termijnkalender Vaststellen Structuurvisie Herzien welstandsnota Afronden project actualiseren bestemmingsplannen Vaststelling Bestemmingsplan Buitengebied Vernieuwen Huisvestingsverordening Vaststellen Woonvisie Start opstellen Centrumvisie OddV operationeel Herijken prestatieafspraken met corporaties op basis van de Woonvisie Erfgoedverordening Beleid startersleningen Vaststellen Prestatieafspraken Centrumvisie zijn Start bouw herijkt of ingetrokken Plan Heijhorst i.v.m. t.b.v. Plan Zuid de nieuwe Huisvestingswet Bestemmingsplan Weijdelaer Sanering/bouw Gasfabriekterrein Realisatie school Akkerwindelaan Bestemmingsplan Oost en Zuid Herziening huisvestingsverordening en voortzetting prestatieafspraken bezien. Uitwerken uitkomsten woonbehoefteonderzoek SOS 2013 bewonersorganisatie voor de sociale huuren koopsector is opgericht Programmabegroting

26 1.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten Besparing bestemmingsplannen Bezuiniging woonruimteverdeling Totaal Baten Leges bouwactiviteiten Totaal Programmabegroting

27 1.5.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten Monumenten Ruimtelijke ordening Bouwen / Grondzaken Totaal lasten Baten Monumenten Ruimtelijke ordening Overige volkshuisvesting (ex. handhaving) 820 Bouwen Overige volkshuisvesting (ex. handha /823 ving) 830 Grondzaken Totaal baten Saldo voor bestemming Onttr. Reservemutaties Alg. reserve: - Huisvestingswet Kwal.reserve: - Tgv exploitatie Reserve monumenten Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Tabel incidentele baten en lasten (die niet worden gedekt uit een reserve) Lasten Incidenteel Software omgevingsvergunning Baten Totaal incidenteel Programmabegroting

28 PROGRAMMA 2: BEHEER OPENBARE RUIMTE EN SPORT Portefeuillehouder: E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: P. van Boxtel 2.1 Missie Een goede kwaliteit van de openbare ruimte draagt bij aan de (verkeers)veiligheid en het welzijn van de inwoners. Een goed sportbeleid en geschikte sportvoorzieningen bevorderen het welzijn van de burgers. Een goede rioleringszorg en goede kwaliteit van oppervlaktewater is belangrijk voor de volksgezondheid. Het zorgdragen voor de juiste hoogte van het grondwaterpeil is belangrijk voor beheer van de kapitaalgoederen en de volksgezondheid. De gemeente Scherpenzeel draagt daarom zorg voor een deugdelijke inrichting en een goed beheer van de openbare ruimte. Hierbij wordt gestreefd naar doelmatigheid, gekoppeld aan de behoeften van de inwoners. De gemeentelijke eigendommen in de openbare ruimte zijn belangrijke kapitaalgoederen die op een verantwoorde wijze onderhouden moeten worden, om kapitaalvernietiging en (grote) investeringen in de toekomst te voorkomen. 2.2 Kaderstellende beleidsnota s Coalitieakkoord ; Beheerplan wegen ; Beleidsnotitie Openbare Verlichting; Gemeentelijk verkeer en vervoerplan GVVP (2011); Waterplan ; Bij het Waterplan behorend Uitvoeringsplan ; GRP ; Afvalwaterplan (AWP) Notitie Beheer Plantsoenen (2008); Bomenverordening gemeente Scherpenzeel (2010); Beheerplan sportpark (2011); Raadsvoorstel beheer en onderhoud sportvoorziening voetbal en hockey op sportpark De Bree; Beheerovereenkomsten met de hockey- en de beide voetbalverenigingen. 2.3 Programma-onderdelen A. Wegen en bijbehorende voorzieningen B. Water en riolering C. Groenvoorziening en speelplaatsen D. Sport en sportterreinen E. Verkeer en vervoer Programmabegroting

29 2.3.A Wegen en bijbehorende voorzieningen De wegen en trottoirs zijn onder te verdelen in drie categorieën: de monoliete verhardingen, de elementenverhardingen en de halfverhardingen. Daarnaast zijn er een aantal bijbehorende voorzieningen. De belangrijkste zijn de markeringen, verkeersborden, straatmeubilair en openbare verlichting. De monoliete verhardingen zijn de asfaltwegen en betonwegen. In Scherpenzeel is ca. 26 km weg van asfaltverhardingen. Doorgaans zijn de wegen die de grootste intensiteit kennen of de zwaarste belasting van asfalt. Het beheer en onderhoud van deze asfaltwegen gebeurt vaak grootschalig, omdat er specialistische machines ingezet moeten worden. De elementenverhardingen zijn wegen en trottoirs van betonklinkers, gebakken klinkers of betontegels in allerlei formaten. In Scherpenzeel is ca. 21 km weg van elementenverharding. Doorgaans zijn de wegen die de minder grote intensiteit kennen of minder zware belasting van elementen. Het beheer en onderhoud van deze elementenverhardingen kan zowel kleinschalig als grootschalig worden opgepakt. De halfverhardingen zijn wegen van puin of een zandpuincombinatie. In Scherpenzeel is ca. 6 km weg van halfverharding. Vaak zijn dit wegen waar bijna geen verkeer over komt, geen zware belasting op voorkomt en in het buitengebied liggen. Het beheer en onderhoud van deze halfverhardingen kan zowel kleinschalig als grootschalig worden opgepakt. Ten behoeve van het gemak en de veiligheid van de verkeersdeelnemers zijn er bijbehorende voorzieningen zoals verkeersborden, markeringen, straatmeubilair en openbare verlichting aanwezig in de openbare ruimte. Ten behoeve van de vindbaarheid van locaties zijn straatnaamborden en bewegwijzering aanwezig. Het onderhoud en de tijdige vervanging van deze ondersteunende elementen is van groot belang. Het verkeer en de wegverhardingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De staat van onderhoud van de wegen is cruciaal voor een goede en veilige verkeersituatie. De onderhoudsstaat van de wegen en de diverse wegvakonderdelen dient voldoende op peil te zijn. Achterstallig onderhoud dient ingelopen te worden; het reguliere onderhoud en het ad hoc onderhoud dienen jaarlijks uitgevoerd te worden. Om de werkzaamheden economische het meest voordelig uit te laten voeren zullen zoveel mogelijk onderhoudswerkzaamheden gekoppeld worden aan rioleringswerkzaamheden. Op dit moment zijn er structureel onvoldoende financiën beschikbaar voor het (optimaal) uitvoeren van een adequaat wegbeheer en het uitvoeren van vervangingswerkzaamheden, een nadere toelichting hierover staat in de paragraaf kapitaalgoederen. Programmabegroting

30 Wat willen we bereiken? 1. Op peil houden beheer en onderhoud van de verhardingen 2. Op peil houden beheer en onderhoud van de bermen in het buitengebied. 3. Tot een minimum beperken van achterstallig onderhoud. 4. Tot een minimum beperken van klachten m.b.t. wegonderhoud. Wat gaan we doen? Ter voorkoming van aansprakelijkstellingen, worden de noodzakelijke werkzaamheden opgepakt. Zo veel mogelijk aansluiten bij rioleringsonderhoud om de onderhoudskosten tot een minimum te beperken. De klachten op het huidige lage peil te houden door heldere communicatie en snelle klachtenafhandeling. Indicator Bron Meest recent Mate waarin het in de buurt buiten verlicht is WSJG-68: Slecht Goed 8% 73% Ontwikkeling Programmabegroting

31 2.3.B Water en riolering Water Op het terrein van water gaat de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en in het verlengde hiervan de nationale wetgeving de komende jaren een belangrijke rol spelen. Inspelend op deze wettelijke verplichtingen is het Waterplan Scherpenzeel ( ) vastgesteld. In het waterplan is de visie vastgesteld hoe wij als gemeente de komende jaren met het water omgaan en welke doelen de gemeente wil bereiken. In het bij het Waterplan behorende Uitvoeringsprogramma ( ) zijn tijdsfasering en financiering van de eventuele maatregelen uitgewerkt. Het Waterplan Scherpenzeel ( ) omvat onder meer het Schoonwatertracé kern Scherpenzeel. Vanwege de urgentie om de grondwateroverlast in de Oranjebuurt (Prinses Margrietlaan e.o.) te verminderen, is met de realisatie van het noordelijke schoonwatertracé inmiddels begonnen. Gelet op de grondwateroverlast in het zuidelijk deel van Scherpenzeel, de te verbeteren waterkwaliteit rondom Huize Scherpenzeel en de diverse ruimtelijke ontwikkelingen in het zuidelijk deel van Scherpenzeel (ten zuiden van de Stationsweg / Dorpsstraat) is het nodig om de waterhuishouding vanuit een breed perspectief te benaderen. In 2014 wordt aan uw raad een integraal Waterstructuurplan Scherpenzeel Zuid ter vaststelling aangeboden. Riolering In vervolg op het Waterplan was het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) opgesteld. Dit GRP is in 2013 geactualiseerd en een nieuw gezamenlijk afvalwaterplan (voor de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel en het Waterschap Vallei & Veluwe) is opgesteld. In het AWP zijn de resterende maatregelen en uitvoeringsprojecten opgenomen die nog uitgevoerd moeten worden. De visie op het stedelijke water zoals deze is verwoord in het door de raad vastgestelde Waterplan Scherpenzeel blijft overeind. Om de economische voordelen optimaal te benutten, zal het vervangen van rioleringen zo veel mogelijk gekoppeld worden aan onderhoudswerkzaamheden van wegen, waarbij de riolering leidend is. Nieuw Afvalwaterplan (AWP) Het nieuwe Afvalwaterplan is door de raad op 28 maart 2013 vastgesteld. Het AWP legt de relatie tussen de riolering en de waterzuivering vast. Het biedt gezamenlijke uitgangspunten ten aanzien van kwetsbaarheid, kosten en kwaliteit van dienstverlening en geeft inzicht in de mogelijkheden en voordelen van een verdergaande samenwerking in de afvalwaterketen. Regionale samenwerking Sinds december 2009 is de nieuwe Waterwet in werking getreden. De Waterwet regelt het beheer van oppervlakte- en grondwater en verbetert de samenhang tussen water in stedelijk gebied en ruimtelijke ordening. Via het Platform Water Vallei en Eem wordt invulling gegeven aan de regionale uitwerking zoals bedoeld in de Waterwet. Mede op grond van deze wettelijke ontwikkelingen gaat de gemeente verder met het concretiseren van de samenwerking met het waterschap op het gebied van de (afval)waterketen. Het doel is door samenwerking tot een effectieve en efficiënte uitvoering van water- en rioleringstaken te komen. Programmabegroting

32 In het kader van deze samenwerking zijn de gemeenten Scherpenzeel, Woudenberg en het Waterschap Vallei en Eem in december 2010 officieel akkoord gegaan met de samenwerking in de (afval)waterketen: Zuiveringskring Woudenberg. Een formele samenwerkingsovereenkomst tussen onze gemeente, de gemeente Woudenberg en het Waterschap is in november 2011ondertekend. Wat willen we bereiken? 1. Een goede kwaliteit van het oppervlaktewater in de bebouwde kom. 2. Een onbelemmerde afvoer van (afval)water naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. 3. Wateroverlast voorkomen op straat, in kruipruimtes (in de bebouwde kom). 4. Verminderen aantal klachten over riolering en (grond)wateroverlast (meldingen oppervlaktewater/ziekte met 5% ten van opzichte van Wat gaan we doen? Uitvoeren van het vastgestelde bij het Waterplan behorend Uitvoeringsplan (in samenwerking met de gemeente Woudenberg en het Waterschap). Uitvoeren van het AWP (o.a. Schoonwatertracé noord, fase 3). Opstellen waterstructuurplan Scherpenzeel zuid. Het doel- en planmatig onderhoud en beheer van kolken/drainage handhaven. Programmabegroting

33 2.3.C Groenvoorziening en speelplaatsen Een groene omgeving versterkt de sociale cohesie en het contact tussen bewoners in een wijk. In Scherpenzeel wordt de sfeer in sterke mate bepaald door de aanwezige bomenstructuur, Park Huize Scherpenzeel en het landschap buiten de bebouwde kom. Essentieel voor de gemeente Scherpenzeel is dat deze kwaliteitsdragers behouden dienen te worden door goed onderhoud en tijdige vervanging. Plantsoen De beheertypen blijven op het beheerniveau van Hoewel van de afgelopen jaren diverse beheertypen en beheerniveaus verder omlaag zijn gegaan, leidt dit niet tot kapitaalvernietiging. Om kapitaalvernietiging te voorkomen zijn essentiële beheermaatregelen al die jaren op kwaliteitsniveau A gebleven. De overige lagere beheerniveaus zorgen voor een sober beeld maar hebben geen negatief lange termijn effect. Deze kunnen -indien er een hogere kwaliteit wordt vereist- gemakkelijk teruggedraaid worden. Snippergroen In 2013 is begonnen met het verkopen van snippergroen aan particulieren. In 2014 zal de verkoop van snippergroen zich in de afrondende fase bevinden. Bomen De bomenstructuur van Scherpenzeel is één van de belangrijkste kernkwaliteiten van het dorp. Het bomenbestand van Scherpenzeel is relatief oud. Diverse lanen zijn aan vervanging toe, zoals de Eikenlaan, Het Witte Hek en de Polsche Steeg. In de bomenverordening (2010) van gemeente Scherpenzeel is de bomenstructuur vastgesteld. Deze structuur dient de groene kernkwaliteit te waarborgen. Door periodiek onderhoud en vervanging wordt de bomenstructuur in stand gehouden. Het boomonderhoud in de gemeente Scherpenzeel wordt planmatig uitgevoerd. Het is gezamenlijk met gemeente Woudenberg voor vijf jaar ( ) aanbesteed. Voor het vervangen van bomen en groeiplaatsverbetering is in 2014 een beperkt budget beschikbaar. Elk jaar worden alle bomen geïnspecteerd op veiligheid en actuele snoeibehoefte. Deze jaarlijkse inspectie vormt de basis voor het jaarlijkse snoeiplan. In 2014 wil de gemeente Scherpenzeel tijdens bouwwerkzaamheden meer prioriteit geven aan de bescherming van particuliere waardevolle bomen die een beschermde status hebben. Speelplaatsen Binnen Scherpenzeel zijn er 22 speelplaatsen en diverse trapveldjes. Er wordt veel gebruik gemaakt van deze speelplaatsen. In het kader van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) wordt jaarlijks één uitgebreide veiligheidsinspectie uitgevoerd op alle speeltoestellen. Jaarlijks worden noodzakelijke vervangingen van speeltoestellen gefinancierd uit het regulier budget. Het beheer van de speeltuinen wordt vanaf 2013 op een planmatige wijze uitgevoerd. In de nota Sport en Bewegen is als actiepunt opgenomen dat in 2014 een nieuw Speelplaatsenbeleid wordt opgesteld waarin integraal binnen de beleidsafdelingen, Burgerij en Grondgebied, en interactief in samenwerking met de buurtbewoners ge- Programmabegroting

34 richt wordt gekeken hoe de speelvoorzieningen aangepast kunnen worden zodat ze voldoen aan de behoeften van de genoemde doelgroepen < 6 jaar, 6-12 jaar en > 12 jaar. Dit sluit aan bij de opmerkingen die door de jongerenraad bij de nota Sport en Bewegen zijn gemaakt. Om hiervoor een werkbudget te hebben is in de begroting voor 2014 een incidenteel bedrag van ,00 opgenomen. Dit bedrag zal ook worden gebruikt voor de inpassing in de openbare ruimte van de zgn. Cruijff Court die aan de gemeente is aangeboden. De doelstelling van dit speelveld past binnen de doelstellingen van de nota Sport en Bewegen. Hoewel de aanleg van dit veld kosteloos is, zullen eenmalige kosten voor de aanpassing van de openbare ruimte gemaakt worden. Hondenpoep In 2013 is uitvoering gegeven aan het hondenpoepbeleid. Het effect van het hondenpoepbeleid zal in 2014 verder moeten gaan doorwerken in Scherpenzeel. Een evaluatie zal in 2015 plaatsvinden. Wat willen we bereiken? 1. Een veilig, vitaal en gezond bomenbestand. 2. De waardevolle bomenstructuur in Scherpenzeel waarborgen. 3. Het huidige beheerniveau van het groen handhaven. 4. Veilige speelomgeving voor de jeugd. 5. De overlast van hondenpoep beperken. 6. Incourant snippergroen verkopen. Wat gaan we doen? Het uitvoeren van planmatig boomonderhoud middels een meerjaren open posten bestek; Het uitvoeren van de wettelijk verplichte VTA boomveiligheidscontroles. Het bestaande onderhoudsniveau van plantsoen en bomen handhaven middels het uitvoeringsbestek. Integraal Speelplaatsenbeleid opstellen in samenwerking met de buurtbewoners. De kwaliteit van de speelplaatsen verbeteren, o.a. door periodieke vervanging van zandbakzand en zandondergronden. Uitvoering geven (inrichtingsmaatregelen en handhaving) aan het hondenpoepbeleid. Afronden project verkoop snippergroen Indicator Bron Meest recent Onderhoud van perken, plantsoenen en parken in de buurt WSJG-67: Slecht Goed 22% 51% Ontwikkeling Programmabegroting

35 2.3.D Sport en sportterreinen Sport algemeen Sport is van algemeen belang voor jong en oud, ter bevordering van de gezondheid, integratie van doelgroepen, (karakter)vorming van de jeugd, kennismaken met spelregels (rechten en plichten) en een goede vrijetijdsbesteding. (Jeugd-)sportstimulering met activiteiten zoals Klasse(n)sport, de vakantiespeelweek en activiteiten voor jongeren staan daarbij centraal. Deze activiteiten worden verder ontwikkeld, mede in samenwerking met de JOS-coördinator en de kernpartners. Formuleren sportbeleid De gemeente Scherpenzeel heeft een nieuw actueel sportbeleid voor de komende periode vastgesteld. Binnen het sportbeleid wordt naast het stimuleren van sportdeelname door verschillende doelgroepen ook de wijze van subsidiering van de sportverenigingen onderzocht. Uitgangspunt daarbij zal zijn dat gestreefd wordt naar een zo groot mogelijke diversiteit aan sportvoorzieningen maar ook de maatschappelijke inbreng van de diverse sportorganisaties aan sportstimulering en welzijn. Dit wordt gedaan in overleg met de verenigingen en in samenwerking met de Gelderse Sportfederatie. Zie ook onder brede impuls combinatiefuncties. Brede impuls combinatiefuncties In het kader van het programma Sport en Bewegen in de buurt zijn gemeenten in de gelegenheid gesteld om buurtsportcoaches in te zetten om sporten en bewegen te bevorderen. Dit doen we door de combinatiefunctie uit te breiden en minimaal voort te zetten in de periode Het betreft een rijksuitkering waarbij de provincie 40% financiert en de gemeente 60%. Door deze regeling kan financiering van derden als cofinanciering gebruikt worden. De raad heeft daarvoor beschikbaar gesteld en de overige co-financiering wordt bekostigd uit het budget vrijwilligerswerk, Ouderen en Welzijn. Met deze extra inzet breiden we de doelgroepen uit naar ouderen (senioren), mensen met een beperking en jongeren vanaf 13 jaar. Ook wordt het netwerk met de sportverenigingen versterkt. Op deze wijze wordt een impuls gegeven aan nieuwe sportactiviteiten in de buurt. Dat draagt bij tot een actieve- en gezonde leefwijze. De combinatiefunctionaris zal ook als taak krijgen om de maatschappelijke stages binnen de sportverenigingen (lintstages) te coördineren. Sportcomplex De Bree Met een recent gerenoveerd en goed bereikbaar sportcomplex biedt de gemeente goede voorzieningen om de buitensporten voetbal, hockey, tennis en zwemmen te faciliteren. Een openbaar speelveld met een trapveld, volleybalveld en fitnessapparaten biedt de nodige in- en ontspanningsmogelijkheden voor jong en oud. Het huidige sportcomplex is van goede kwaliteit. Doelstelling is het huidige kwaliteitsniveau van de velden en omliggende terreinen te handhaven. Het beheer van de sportvelden is in 2012 voor 3 jaar ( ) opnieuw aanbesteed. Door extra toezicht en handhaving wordt een correct gebruik van de velden geborgd en oneigenlijk gebruik voorkomen. Programmabegroting

36 Vervanging/renovatie van velden en accommodaties In de nota Sport en Bewegen is aangegeven dat door de kortere levensduur van de kunstgrasvelden dan oorspronkelijk aangenomen, de opgebouwde voorziening groot onderhoud niet voldoende zal zijn om de benodigde renovaties en vervangingen te bekostigen. Reeds eerder is aangekondigd dat in 2015 de Meerjarenonderhoudsplannen voor velden en accommodaties geactualiseerd worden en dat op basis van die berekeningen ook de gebruikersvergoedingen herberekend moeten worden. Om een gedegen besluit te kunnen nemen over de renovaties wordt op basis van de nieuwe richtlijnen voor behoeftebepaling velden en accommodaties, de demografische ontwikkelingen en de lokale ontwikkelingen, bepaald hoeveel velden er noodzakelijk zijn op basis van de capaciteitsbepaling. Vervolgens worden keuzes gemaakt welke investeringen er nodig en wenselijk zijn voor de toekomst en welke bijdragen de verenigingen daarin kunnen leveren in de gebruikersvergoedingen. Duurzame energie In de nota Sport en Bewegen is aangekondigd dat via de Provincie en de Gelderse Sportfederatie een pilot duurzame sportaccommodaties wordt uitgevoerd op Sportpark De Bree. De provincie heeft ingestemd dat gemeente Scherpenzeel tot één van de 10 pilots in Gelderland behoort. De verenigingen op Sportpark de Bree krijgen een energiescan en tevens een verenigingsscan. Op basis van de beide rapportages kan een keuze gemaakt worden om zonder voorinvesteringen energiebesparende maatregelen te treffen. Het zwembad heeft ook een onderzoek gestart naar energiebesparing specifiek gericht op zwembaden. Deze uitkomsten worden gecombineerd met deze pilot. De start van de pilot is najaar 2013 waarbij de eventuele vervolgstappen verder in 2014 geconcretiseerd kunnen worden. Programmabegroting

37 Wat willen we bereiken? 1. Een goede kwaliteit van de sportvelden waarborgen. 2. Een toename van de deelname van onze inwoners -en dan met name de jeugd- aan sport- en recreatieve activiteiten door het bieden van een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod van sportieve en recreatieve voorzieningen. 3. Een actueel integraal sportbeleid gericht op diversiteit in sportvoorzieningen en maatschappelijk effecten van sportdeelname (zorg/welzijn). 4. Herijking sportsubsidies. Wat gaan we doen? Het onderhoud van de sportvelden wordt voor drie jaar (2012 t/m 2014) aanbesteed. Middels een recent beheerplan sportpark vorm geven aan effectief vakkundig beheer en zelfwerkzaamheid verenigingen tegen lage kosten. Uitvoering van het Meerjarenonderhoudsplan groen en gebouwen en toezicht houden op de kwaliteit van de werkzaamheden. In 2015 raadsvoorstel beheer en onderhoud sportpark De Bree en geactualiseerde gebruikersovereenkomsten. In samenwerking met de sportverenigingen en de beleidsterreinen jeugd en welzijn een integraal sportbeleid formuleren met breed draagvlak; Door subsidieverlening aan de binnensportverenigingen het mogelijk maken dat zij hun sportactiviteiten kunnen uitvoeren. Inzetten van de combinatiefunctionaris om doelgroepen die sporten uit te breiden en een gevarieerd sportaanbod te bieden i.s.m. de sportorganisaties. Nadruk ligt bij interventieprogramma s voor doelgroep ouderen en ondersteuning van de verenigingen door beroeps-gerelateerde stages in te zetten om kader te ondersteunen. Op basis van de verenigingsscans voor de binnensportverenigingen die huurcompensatie ontvangen definitief bepalen of ze levensbestendig zijn en of een structurele extra bijdrage noodzakelijk cq. wenselijk is. Indicator Bron Meest recent Percentage jeugdsportleden tot 18jr Aanbod van sportvoorzieningen in de gemeente Mate waarin de gemeente beweging en sport stimuleert Sportverenigingen WSJG-96: Slecht Goed WSJG-100: Slecht Goed Ontwikkeling 59,4% 2013: 56,4% 2014: 58% 2015: 59% 2016: 60% 2017: 60% 3% 84% 9% 50% Programmabegroting

38 2.3.E Verkeer en vervoer Het onderdeel verkeer en vervoer is onder te verdelen in 2 categorieën: verkeer en openbaar vervoer Verkeer Het verkeer bestaat uit 3 hoofdpijlers van verschillende verkeersdeelnemers te weten: 1. het auto en motor verkeer, 2. vracht- en landbouwverkeer, 3. het langzaam verkeer zijnde de fietsers en voetgangers Om je veilig te kunnen verplaatsen over de openbare weg wordt uitgegaan van het principe duurzaam veilig. Dit betekent dat de inrichting van de weg zodanig dient te zijn dat deze is afgestemd op de verwachte hoeveelheid gebruikers, de verschillende types weggebruikers en op het snelheidsregime. In het verkeer zijn verschillende type weggebruikers. Elk type weg heeft een andere samenstelling van weggebruikers en een bepaalde onderlinge verhouding tussen de weggebruikers. Het is noodzakelijk om er binnen de gemeente voor te zorgen dat de bedoelde verhoudingen niet scheef gaan groeien. In 2011 is het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) vastgesteld. In 2012 is een aanvulling op het GVVP vastgesteld. Beide onderdelen moeten er toe bijdragen dat de verkeersveiligheid, de bereikbaar en leefbaarheid in Scherpenzeel verbeterd. Dit wordt gedaan door middel van beleidsactiviteiten, onderzoeksactiviteiten en uitvoeringsactiviteiten. Openbaar vervoer Het openbaar vervoer bestaat uit de verschillende buslijnen, de buurtbus en de regiotaxi en valt onder de verantwoordelijkheid van de provincie. Het belangrijkste beïnvloedingsmoment ligt in de voorbereiding van de aanbesteding. Op het moment dat de aanbesteding heeft plaats gevonden liggen de afspraken vast en wordt het vervoer conform die afspraken uitgevoerd. De vervoersmaatschappij bepaalt dan of wensen c.q. vragen eventueel gehonoreerd worden. Een punt van aandacht voor het openbaar vervoer door het centrum van de gemeente is de reistijd. Blokkades c.q. vertragingen op de doorgaande route zijn voor de vervoersmaatschappij een punt van zorg in verband met de concurrentiepositie ten opzichte van de auto. Bij een langere reistijd maken minder passagiers gebruik van het openbaar vervoer, waardoor de buslijn minder rendabel wordt. Dit heeft dan gevolgen voor de ritfrequenties en de wijze van vervoer. Programmabegroting

39 Wat willen we bereiken? 1. Zorgen voor een weginrichting die leidt tot zoveel mogelijk verkeersveiligheid, maar met voldoende capaciteit. 2. Zorgen voor een goede verhouding tussen het wegtype en de samenstelling van de weggebruikers van de openbare wegen. 3. Verminderen parkeerproblematiek in het centrum en de woonwijken. 4. Het in stand houden van de bestaande faciliteiten op het gebied van openbaar vervoer. Wat gaan we doen? Beleidsmatige aanpak van verkeersproblemen door het GVVP uit te voeren. Zoveel mogelijk projectmatig parkeerruimte creeren in bestaande situaties. Bij herontwikkeling of nieuwbouwlocaties sterk inzetten op extra parkeerplaatsen. Tot behoud van onze voorzieningen in het openbaar vervoer goed contact onderhouden en waar mogelijk medewerking verlenen aan de wensen van met de concessiebeheerder Provincie Utrecht en de concessiehouder Connexxion. Indicator Bron Meest recent Verkeersveiligheid in de gemeente Parkeergelegenheid in de buurt WSJG-11: Slecht Goed WSJG-66: Slecht Goed 24% 39% 27% 51% Ontwikkeling Programmabegroting

40 2.4 Termijnkalender Uitvoeringsplannen Uitvoerings- Uitvoerings- uit plannen uit plannen uit GVVP GVVP GVVP Wegenlegger Evaluatie Aanbesteding Aanbesteding hondenpoepbeleimen onderhoud bo- onderhoud plantsoenen en Herziening 2019 maaien begraafplaatsen Bomenverorde- Uitvoerings ning 2010 plannen uit Af Aanbesteding valwaterplan Aanbesteding onderhoud VTA boominspectie sportvelden Uitvoeringsplannen Uitvoeringsplannen uit Af- uit Afvalwaterplan valwaterplan Raadsvoorstel Aanbesteding beheer en bestrijding Ei- onderhoud kenprocessie- sportpark de rups 2015 Bree 2017 Start overleg Nieuw speelplaatsenbeleikey voetbal en hocalisatie inzake actu- gebruikersovereenkomsten Uitvoeringsplannen uit GVVP Uitvoering hondenpoepbeleid Aanbesteding Plant- en renovatie groen Vaststellen Afvalwaterplan Vaststellen Waterstructuurplan Zuid Ontwikkeling sportbeleid Evaluatie en actualisatie het Afvalwaterplan en opstellen nieuw Afvalwaterplan Programmabegroting

41 2.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten Reserve reconstructie wegen: Toevoeging reserve lichtmasten: Onderhoud plantsoenen, areaaluitbreiding Onderhoud bomen, areaaluitbreiding Mobiliteitsfonds RFV Uitvoeringskosten n.a.v. vervolgonderzoeken GVVP PM PM PM PM Uitvoeringskosten n.a.v. PM PM PM PM parkeerbeleid Speelplaatsen Totaal Baten Totaal Programmabegroting

42 2.5.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten Wegen Verkeer Openbaar vervoer Afwatering, bruggen en duikers 530 Sport Sportcomplex De Bree Openbaar groen ev Speelplaatsen /726 Riolering Totaal lasten Baten Wegen Verkeer Openbaar vervoer Afwatering, bruggen en duikers 530 Sport Sportcomplex De Bree Openbaar groen ev Speelplaatsen /726 Riolering Totaal baten Saldo voor bestemming Reservemutaties Toev. Res. wegen Res. lichtmasten Res. riolering Res. GVVP Onttr. Alg. reserve: - Wegenlegger Vervolgonderz GVVP Reserve herinr. De Bree Res. GVVP Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Programmabegroting

43 Tabel incidentele baten en lasten (die niet worden gedekt uit een reserve) Lasten Incidenteel Huurgewenning binnensport Parkeermonitor Kosten plattegrondsboren Monumentale bomenlijst Speelplaatsenbeleid Baten Totaal incidenteel Programmabegroting

44 PROGRAMMA 3: ECONOMISCHE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Portefeuillehouder: B. Visser / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator:P. van Boxtel 3.1 Missie Het behouden en zo mogelijk uitbreiden van economische en sociale bedrijvigheid in Scherpenzeel en omgeving teneinde alle volwassen inwoners actief deel te laten nemen aan de samenleving ter bevordering van hun zelfredzaamheid. 3.2 Kaderstellende beleidsnota s Bruggen slaan, Regeerakkoord VVD PvdA, 29 oktober 2012 Hoofdlijnenbrief Participatiewet en quotum na Sociaal Akkoord, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 27 juni 2013; De gewijzigde Wet inburgering (per 1 januari 2013 in werking getreden) 3.3 Programma-onderdelen A. Bedrijfsterreinen B. Winkels en markt C. Agrarische bedrijven D. Participatie (re-integratie, volwasseneneducatie en inburgering) Programmabegroting

45 3.3.A Bedrijfsterreinen Regulier overleg vindt plaats met de Scherpenzeels ondernemers. Het is van belang dat contact blijft bestaan tussen gemeente en ondernemers. Belangrijk is ook dat binnen Scherpenzeel ruimte blijft voor kleinschalige bedrijven. Met het oog op de bedrijfsterreinen ligt daar de focus. In de structuurvisie zijn daarover beleidslijnen uitgewerkt. In de geactualiseerde bestemmingsplannen is een verruiming van de bepalingen van aan-huis-gebonden bedrijven en beroepen opgenomen. De Scherpenzeelse ondernemers zijn hecht en betrokken. De ondernemers verenigen zich in verschillende verbanden, waarbij te denken valt aan de Ondernemersvereniging Scherpenzeel en de Bedrijvenkring Scherpenzeel-Woudenberg. Gelet op de betrokkenheid van deze ondernemers gaat de gemeente dan ook graag in overleg met de verenigingen. Naast regulier overleg, dat regelmatig plaatsvindt, zoeken partijen elkaar ook in verschillende ontwikkelingen, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de aanwezige lokale kennis en deskundigheid. De ondernemers worden nadrukkelijk ook betrokken bij de totstandkoming van een nieuwe Centrumvisie, waarbij hun kennis van groot belang is. Samen met de bedrijven wordt tevens de behoefte aan bedrijfsruimte in beeld gebracht. Om de lokale ondernemers ook te ondersteunen, zeker in deze tijden, spant de gemeente zich in om, binnen de grenzen van de aanbestedingswetgeving, bij haar inkoopbeleid zoveel mogelijk gebruik te maken van plaatselijke ondernemers. Binnen de Regio FoodValley vindt afstemming plaats over spreiding en toedeling voor regionale bedrijven. Wat willen we bereiken? 1. De bedrijvigheid in Scherpenzeel behouden en/of Scherpenzeelse bedrijven zich laten vestigen op het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein in Woudenberg 2. Het faciliteren van kleinschalige bedrijvigheid 3. Revitalisering van bedrijventerreinen. Wat gaan we doen? Regulier overleg voeren met de Scherpenzeelse ondernemers en betrekken in planvorming Centrumvisie samen met ondernemers tot stand brengen In beeld brengen van behoefte aan bedrijfsruimte en overige wensen/ideeën Scherpenzeels bedrijfsleven. Inspanning leveren ter stimulering werkvoorraad/opdrachten Scherpenzeelse bedrijven. Programmabegroting

46 3.3.B Winkels en markt Door het Scherpenzeelse bedrijfsleven/winkeliers een rol te geven en te laten participeren in verschillende plan- en visievormingsprocessen, willen wij de ondernemers een structureel sterke positie in de markt geven. Tevens achten we het van groot belang het voorzieningenniveau binnen Scherpenzeel minimaal op het bestaande hoge peil te behouden. Eind van 2013 wordt een start gemaakt met de nieuwe Centrumvisie voor Scherpenzeel. Behoud en versterking van het bestaande voorzieningenniveau is daarbij een van de uitgangspunten. Bij het ontwikkelen van deze visie krijgen Scherpenzeelse ondernemers een grote rol. Wat willen we bereiken? 1. Een structureel goed functionerend winkelbestand met een gevarieerd aanbod in Scherpenzeel. Wat gaan we doen? Gestructureerd overleg met de Ondernemersvereniging / Bedrijvenkring om elkaar te informeren over ontwikkelingen; Opstellen Centrumvisie met daarin participatie ondernemers/winkeliers. Indicator Bron Meest recent Winkelaanbod in de gemeente WSJG-72: Slecht Goed 7% 71% Ontwikkeling Inspanningen van de gemeente op het gebied van de lokale economie Uitstraling van de gemeente als het gaat om het aantrekken van bedrijven WSJG-75 WSGJ-76 Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Mate waarin bedrijven en winkels zich in de gemeente ontwikkelen WSJG-77 17% 36% Mate waarin de gemeente gunstig is voor startende ondernemers Het ondernemersklimaat in de gemeente WSJG-78 WSJG-79 Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Programmabegroting

47 3.3.C Agrarische bedrijven De agrarische sector is voortdurend in ontwikkeling. De agrarische bedrijven die noodgedwongen moeten stoppen, bieden ruimte voor de bedrijven die overblijven om zich toekomstbestendig te kunnen ontwikkelen. Het college wil kijken naar nieuwe mogelijkheden om de bestaande bedrijven te versterken en daar waar mogelijk, nieuwe initiatieven mogelijk te maken. Er zijn nieuwe economische dragers nodig om het buitengebied leefbaar en aantrekkelijk te houden om er te wonen, te werken en te recreëren. Zo worden bijvoorbeeld meer mogelijkheden geboden voor nevenactiviteiten bij het agrarisch bedrijf. Ook wordt het makkelijker om naast bestaande agrarische activiteiten nieuwe (kleinschalige) bedrijfsactiviteiten te ontplooien. Dit zal de gemeente waar mogelijk en gewenst ruimtelijk planologisch faciliteren. In regionaal verband is gewerkt aan een nadere invulling van het bestaande functieveranderingsbeleid. De regels die hieruit voortvloeien hebben hun vertaalslag gekregen in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, waarvan eind 2013 de vaststelling wordt voorzien. In regioverband wordt een Regionale Gebiedsvisie FoodValley opgesteld. Deze bevat een regionale visie op de toekomstige ruimtelijke en economische ontwikkelingen tot Scherpenzeel neemt hierbinnen een plek in als productielandschap, woongebied en gebied voor recreatie. Het ruimtelijk beleid wordt mede ingegeven door de gemeenschappelijke koers in het kader van regio FoodValley. Een ontwikkeling hierbinnen is dat agrarische bedrijven die willen groeien een license to produce moeten 'verdienen'. Groeimogelijkheden hangen onder meer af van de kwaliteiten van de omgeving en de mate waarin de ondernemer investeert in die omgeving. Met het oog op de veranderende agrarische sector ( license to produce ) worden de bestaande mogelijkheden voor schaalvergroting van agrarische bedrijven in de gebiedsindeling door de provincie opnieuw tegen het licht gehouden. Eventueel nieuw beleid zal leidraad zijn voor het handelen van de gemeente Scherpenzeel. Vooralsnog zijn de bestaande (on)mogelijkheden planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Scherpenzeel. De gemeente Scherpenzeel wil, in lijn met de koers van regio FoodValley en de provincie, ondernemers die kiezen voor duurzaam ondernemen en inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen ruimte bieden. De regio stimuleert koplopers en wil bijdragen aan innovaties en kennisontwikkeling. De provincie is voornemens in het nieuwe ruimtelijk beleid (Omgevingsvisie en Ruimtelijke Verordening) de groeimogelijkheden van agrarische bedrijven meer afhankelijk te maken van de mate waarin zij maatschappelijk verantwoord ondernemen. In het agrarisch gebied van Scherpenzeel is blijvend ruimte voor sterke agrarische bedrijven passend binnen het multifunctionele cultuurlandschap. Programmabegroting

48 Wat willen we bereiken? 1. Binnen de kaders van de regelgeving (RO en Milieu) agrarische bedrijven de mogelijkheid bieden om economisch gezond te kunnen blijven functioneren. Indien gewenst wordt, waar mogelijk in samenspraak met regio Food- Valley gezamenlijk naar alternatieven gezocht. Wat gaan we doen? Nauwlettend volgen en waar mogelijk faciliteren van innovatieve ontwikkelingen, zoals de plattelandswoning, mestverwerking, vorming van een voercentrum en nieuwe soorten van huisvesting zoals ecologische stalontwerpen. Inzet mogelijkheden geboden vanuit regio FoodValley. Programmabegroting

49 3.3.D Participatie (re-integratie, volwasseneducatie en inburgering) Re-integratie Zoals in de Kadernota al is aangegeven wordt het wetsvoorstel Werken naar vermogen vervangen door de Participatiewet, volgens het Regeerakkoord in te voeren per Met het in de Kadernota beschreven Sociaal Akkoord dat het kabinet in april 2013 heeft gesloten, is de voorziene ingangsdatum ( ) van de Participatiewet uitgesteld tot 1 januari Nadat het sociaal akkoord is gesloten heeft het kabinet de Tweede Kamer in april geïnformeerd over het bereikte akkoord. Staatssecretaris Klijnsma heeft in juni een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de vormgeving van Participatiewet en het (banen)quotum voor werkgevers na de uitwerking van het Sociaal akkoord. Op hoofdlijn komt het er op neer dat de werkgevers moeten zorgen voor voldoende banen voor mensen met een arbeidsbeperking, gemeenten verstrekken loonkostensubsidie voor het ontbrekende deel van het arbeidsvermogen, Wajongers worden herbeoordeeld en degenen met arbeidsvermogen gaan over naar de Partcipatiewet. Naar verwachting is dat 60% van de Wajongers. De gemeente organiseert beschut werk voor de groep die niet regulier kan werken. Er wordt vanuit gegaan dat dit landelijk uiteindelijk om personen zal gaan. Permar Anticiperend op al deze ontwikkelingen, in combinatie met een neerwaartse omzet - mede als gevolg van de economische crisis -, heeft Permar een reorganisatie ingezet. De reorganisatie is gericht op kostenbeperking en omzetverhoging, waardoor het risico voor een gemeentelijke bijdrage naast de rijksvergoedingen tot een minimum wordt beperkt. Het sociaal akkoord tussen sociale partners en kabinet voorziet in één werkbedrijf per arbeidsmarktregio. Anticiperend hierop dienen in de arbeidsmarktregio FoodValley Permar en IW4 (Veenendaal) minimaal intensief samen te gaan werken. FoodValley domein Werkgelegenheid Vanuit Scherpenzeel willen wij optimale dienstverlening aan werkgevers aanbieden. Als zij er niet in slagen de afgesproken aantallen banen te realiseren wordt de Quotumwet toegepast, die werkgevers verplicht een bepaald percentage arbeidsgehandicapte werknemers in dienst te nemen. Deze wet wordt wel ingezet, maar nog niet toegepast omdat de werkgevers in vrijwilligheid willen komen tot de afgesproken banen. Inmiddels zijn de contouren van de Participatiewet duidelijk en wordt het wetsvoorstel afgewacht (naar verwachting in het najaar), vervolgens zullen de voorbereidingen regionaal voortvarend worden opgepakt. Arbeidsmarktregio FoodValley Sinds 2013 is FoodValley een zelfstandige arbeidsmarktregio waarin de 7 gemeenten samenwerken met werkgevers, werknemers, het UWV, Permar en IW4. Wij streven en werken nu al toe naar een optimaal functionerende arbeidsmarktregio. Er wordt actief gewerkt aan de inrichting en operationalisering van de arbeidsmarktregio rond de taakstellingen ketensamenwerking, registratie werkzoekenden en vacatures, arbeidsmarkt en werkgeversdienstverlening. Programmabegroting

50 Aanpak Jeugdwerkloosheid Met het project Impuls Aanpak jeugdwerkloosheid in de arbeidsmarktregio Samen Werken FoodValley wil de regio FoodValley de jeugdwerkloosheid aanpakken. De werkloosheid onder jongeren in de regio is vanaf januari 2013 hoger dan in de rest van het land. De werkloosheid onder Scherpenzeelse jongeren is in de regio Food- Valley verhoudingsgewijs het hardst gestegen met 118% ten opzichte van 2012 (4-2012: 11, ; 24), dus is er alle aanleiding om de werkloosheid onder jongeren zoveel mogelijk te beteugelen. Het project loopt door tot januari 2015 en voorziet in het faciliteren van werkgevers, arbeidsmarktgericht opleiden en het versterken van de startpositie van de werkzoekende jongere. Volwasseneneducatie Het participatiebudget biedt volwassenen de mogelijkheid zich (verder) te ontwikkelen door een opleiding te volgen. De opleidingen volwasseneneducatie zijn per 2013 beperkt tot Nederlandse taal en rekenen en voor de inkoop van deze opleidingen sluit de gemeente een overeenkomst af met ROC A12. De minister is voornemens het educatiebudget bij gemeenten te laten en hen niet langer te verplichten dit budget uitsluitend bij een ROC te besteden. De bedoeling is dit met ingang van 2015 in werking te laten treden. Om versnippering van het educatiebudget te voorkomen, zal worden bezien of het mogelijk is het budget te verdelen over regio s in plaats van over individuele gemeenten. Inburgering Wat betreft inburgering is onze gemeentelijke rol door het kabinet teruggebracht tot nihil voor personen die na een verblijfsvergunning hebben ontvangen. Voor personen die vóór een verblijfsvergunning hebben ontvangen heeft de gemeente nog handhavende taken en de plicht om een taalcursus aan te bieden. De gemeente blijft een taak houden op het gebied van de maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden 1. Dit zijn dus ook de personen die na een verblijfsvergunning hebben ontvangen. Opvang en maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden Hoewel de inburgering een volledige rijkstaak is geworden vanaf 2013, is de menswaardige opvang van asielgerechtigden in de gemeente wel een punt van aandacht. Dit betekent dat enige begeleiding op zijn plaats blijft. Huisvestingstaakstelling De gemeente houdt overigens wel de verplichting om jaarlijks een door het rijk opgelegd aantal asielgerechtigden te huisvesten (huisvestingstaakstelling). Sinds medio 2013 lopen wij voor op de opgelegde taakstelling. Dit heeft als gevolg dat de begeleiding door Vluchtelingenwerk tijdelijk een intensiever karakter heeft. Opvang door Vluchtelingenwerk Zoals in de Kadernota beschreven willen wij de subsidierelatie met Vluchtelingenwerk ombouwen naar een inkooprelatie. De subsidieaanvraag 2014 van de stichting is al ontvangen. In het najaar van 2013 zal de samenwerking worden geëvalueerd en zal mogelijk door ons worden besloten een inkoop- in plaats van een subsidierelatie aan te gaan. 1 Personen met een vluchtelingenstatus Programmabegroting

51 Wat willen we bereiken? 1. Een goede organisatie van en dienstverlening aan onze werkzoekende burgers in het bijzonder de burgers met een arbeidsbeperking. 2. Een goed functionerende arbeidsmarktregio 3. Op weg naar 2015 een goede samenwerking tussen Permar en IW4 4. Minimale jeugdwerkloosheid in de regio FoodValley en Scherpenzeel in het bijzonder 2. Een actieve bijdrage van (boven)lokale- en regionale werkgevers aan de realisatie van werken naar vermogen in verband met de komst van de Participatiewet per De kennis en fundamentele vaardigheden van volwassenen vergroten, zodat hun ontplooiingsmogelijkheden toenemen en zij in staat zijn te participeren in de samenleving. 4. Een continue menswaardig verblijf van verblijfsgerechtigden in Scherpenzeel. Wat gaan we doen? Voortgaan met de reorganisatie van Permar: In 2014 gaat het nog om (beperkte) acties en beoogde resultaten rond de thema s: commercie, marketing, cliëntenregistratie en planning, financiën beheer en governance, product markt combinaties en leerwerkplekken, arbeidsontwikkeling, HRM en organisatie. Verder implementeren van: a. inrichting van de arbeidsmarktregio b. de opzet van de werkgeversdienstverlening c. het verzamelen en benutten van regionale arbeidsmarktgegevens Nader onderzoeken van de samenwerkingsmogelijkheden en niveaus door de besturen van Permar en IW4. Aanpakken van de jeugdwerkloosheid in FoodValley verband Benutten van binnen de arbeidsmarktregio FoodValley te ontwikkelen werkgeversdienstverlening De werkgevers zoveel mogelijk te ontzorgen door middel van informatie, advies en praktische ondersteuning (aanvragen subsidies, invullen formulieren etc.) in FoodValleyverband. Burgers informeren over het aanbod van volwassenenonderwijs; Op basis van de behoefte en noodzaak aan scholing worden cursussen voor 2014 nog bij het ROC ingekocht. Oriënteren op aanbod en mogelijkheden tot inkoop (non) formele educatie voor 2015 e.v. De opvang van verblijfsgerechtigden continueren en in verband daarmee met Vluchtelingenwerk een inkooprelatie aangaan. Programmabegroting

52 Indicator Bron Meest recent Ontwikkeling Inspanningen van de gemeente op het gebied van arbeidsparticipatie en werkgelegenheid Manier waarop de gemeente mensen helpt die zonder baan (komen te) zitten Duidelijkheid van informatie over naar welke instelling inwoners moeten/kunnen gaan als zij zonder werk komen te zitten Hulp die gemeente geeft aan langdurig werklozen Aanbod van geschikte vacatures in de gemeente Aanbod van geschikte vacatures in de regio Inspanningen van de gemeente bij het zorgen voor voldoende banen voor mensen met een beperking Manier waarop gemeente samenwerkt met andere instellingen om werkzoekenden ondersteuning te bieden WSJG-81 WSJG-82 WSJG-83 WSJG-84 WSJG-85 WSJG-86 WSJG-87 WSJG-88 Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Programmabegroting

53 3.4 Termijnkalender Vaststellen Centrumvisie Reorganisatie Permar voor groot deel afgerond Besturen Permar en IW4 onderzoeken samenwerkingsmogelijkheden en - niveaus Subsidierelatie met stichting Vluchtelingenwerk is omgezet naar een inkooprelatie met een daaraan gerelateerd budget. Vaststellen structuurvisie Vaststellen Bestemmingsplan Buitengebied Gewijzigde inkoop en doelstelling volwasseneneducatie Reorganisatie Permar voltooid, nieuwe organisatie staat en draait Participatiewet gaat in Werkbedrijf FoodValley operationeel Einde aanpak jeugdwerkloosheid in jan Werkgeversdienstverlening structureel van start Implementatie inrichting en operationalisering arbeidsmarktregio afgerond Verplichte winkelnering bij ROC voor educatie vervalt Programmabegroting

54 3.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten Toenemend beroep Participatiebudget Totaal Baten Vergoeding maatschappelijke begeleiding inburgeraars PM PM PM Totaal Programmabegroting

55 3.5.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten /311 Handel en ambacht Nutsbedrijven Werk Participatiebudget Totaal lasten Baten /311 Handel en ambacht Nutsbedrijven Werk Participatiebudget Totaal baten Saldo voor bestemming Reservemutaties Geen Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Programmabegroting

56 PROGRAMMA 4: KUNST, CULTUUR EN RECREATIE Portefeuillehouder: B. Visser / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: H. Bimmel 4.1 Missie De gemeente Scherpenzeel wil een vitale samenleving zijn waarin inwoners de mogelijkheid wordt geboden actief deel te nemen aan en gebruik te maken van activiteiten en voorzieningen op het terrein van kunst, cultuur, bibliotheekwerk en recreatie & toerisme. 4.2 Kaderstellende beleidsnota s Strategische agenda Regio FoodValley; Kadernota bibliotheekwerk ; Regionaal Cultuurprogramma Veluwe (Cultuurpact). 4.3 Programma-onderdelen A. Kunst, Cultuur en Bibliotheekwerk B. Kulturhus De Breehoek C. Recreatie en toerisme Programmabegroting

57 4.3.A Kunst, Cultuur en Bibliotheekwerk Cultuurpact Het Regionaal Samenwerkingsverband Cultuurpact Veluwe gaat weer een nieuwe periode van aan. Gemeente Scherpenzeel heeft het voornemen om weer voor die periode deel te nemen in dit samenwerkingsverband. De jaarlijkse bijdrage is vervallen (bezuiniging), maar de werkwijze is ook gewijzigd. De bijeenkomsten van Cultuurpact zijn op bestuurlijk niveau. De bijdragen van de gemeenten zijn nu gerelateerd aan het project waaraan een gemeente wil deelnemen. Gemeente Scherpenzeel heeft beperkte middelen cultuur beschikbaar. Indien projecten geschikt zijn voor jeugdigen dan wordt gekeken naar mogelijkheden daarbij aan te sluiten in samenwerking met de JOS-coördinator. Bibliotheek De bibliotheek is verantwoordelijk voor de uitvoering van de vijf kernfuncties kennis & informatie, ontwikkeling & educatie, kunst en cultuur, lezen en literatuur en ontmoeting &debat. Daarnaast wordt in samenwerking met de gemeente, scholen en overige maatschappelijke partijen ingezet op specifieke doelgroepen (taalstimulering, participatie, educatie). De bibliotheek vervult ook een belangrijke bijdrage in de programmaraad van Kulturhus de Breehoek en is proactief in het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten die de organisaties en doelgroepen met elkaar verbindt. De Openbare Bibliotheek Scherpenzeel voldoet aan de certificeringsnorm (2013 certificaat opnieuw verleend) van de branchevereniging en kan daarmee als zelfstandige bibliotheek blijven functioneren. Door op onderdelen samen te werken met omliggende bibliotheken is de continuïteit van de bibliotheek gewaarborgd. Cultuur Muzikale educatie wordt vanuit het budget Cultuur voor een bedrag van gestimuleerd via het JOS-programma. Om uitvoering te geven aan muzikale educatie wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van lokale organisaties. Caecilia participeert met haar project Houd je toeter. Programmabegroting

58 Wat willen we bereiken? 1. Een culturele diversiteit aan activiteiten die plaatsvinden in het Kulturhus de Breehoek en passen bij de gemeente Scherpenzeel. 2. Een bibliotheekvoorziening handhaven die naast haar reguliere taken op het gebied van informatie haar deskundigheid inzet ter bevordering van de Kulturhusgedachte, taalstimuleringsprojecten (o.a. uitgevoerd door het JOS) en samenwerking met de gemeente op de beleidsterreinen jeugd en cultuureducatie. 3. Een kwaliteitsimpuls voor het culturele aanbod en cultuureducatie. Wat gaan we doen? Prestatieafspraken maken met Stichting Kulturhus de Breehoek over een breed activiteitenaanbod. Prestatieafspraken maken met de bibliotheek over het reguliere aanbod en extra inzet op taalstimulering, programmaraad, cultuur en samenwerking met gemeente en overige instellingen. Deelnemen aan het samenwerkingsverband Cultuurpact Veluwe en cultuur-educatieve projecten voor de jeugd. Stimuleren van cultuureducatie op de basisscholen via Cultuurpact in samenwerking met JOS. Indicator Bron Meest recent Percentage jeugdleden bibliotheek Aanbod van verschillende culturele voorzieningen in de gemeente Aanbod van verenigingen, clubs, cursussen e.d. in de gemeente Bibliotheek WSJG-70: Slecht Goed WSJG-97: Slecht Goed 14% 51% 3% 83% Ontwikkeling 2013: 60,6 % 2014: 61,0 % 2015: 61,5 % 2016: 62,0 % 2017: 62,5 % Programmabegroting

59 4.3.B Kulturhus De Breehoek Het Kulturhus De Breehoek brengt tal van voorzieningen als bibliotheek, jeugdruimte, sportaccommodatie, buitenschoolse opvang, multifunctionele ruimte voor toneel, muziekuitvoeringen en dergelijke onder één dak samen. De programmaraad zorgt voor een breed aanbod aan activiteiten voor de inwoners en bezoekers van Scherpenzeel. De gemeenteraad heeft op 19 september 2013 de bijdrage aan Stichting Kulturhus de Breehoek gehandhaafd op ,00. Aan de subsidieverlening voor seizoen 2013/2014 aan Stichting Kulturhus de Breehoek worden prestatieafspraken gekoppeld om de exploitatie verder te optimaliseren. De voortgang van deze prestatieafspraken wordt bestuurlijk twee keer per jaar gemonitord. De gemeenteraad wordt regelmatig via een memo op de hoogte gebracht. Wat willen we bereiken? 1. Een Kulturhus dat zo optimaal mogelijk gebruikt wordt door diverse organisaties en verenigingen, en waar veel activiteiten plaatsvinden voor een zo breed mogelijk publiek. 2. Professioneel en doelmatig beheer van het Kulturhus. 3. Een zo laag mogelijke exploitatiebijdrage. Wat gaan we doen? De Programmaraad maakt jaarlijks een breed aanbod van activiteiten waarbij samenwerking gezocht wordt met zowel sportorganisaties, culturele instellingen, de JOS-coördinator en scholen. De directie voert dit programma via en in samenwerking met de programmamanager van het Kulturhus uit. Een jaarlijkse bijdrage in de exploitatie verlenen en subsidievoorwaarden stellen aan Stichting Kulturhus de Breehoek in de vorm van prestatieafspraken. Daarin optimalisaties ter verbetering van de exploitatie opnemen. De naleving van deze prestatieafspraken gestructureerd monitoren, afwijkingen signaleren en bijsturen. Indicator Bron Meest recent Het sportieve/culturele aanbod en de huidige mogelijkheden om ruimtes te huren in het Kulturhus De accommodatie van het Kulturhus (aankleding, faciliteiten, beheer, ontvangst, comfort, sfeer, etc.) WSJG-109: Slecht Goed WSJG-110: Slecht Goed 9% 70% 12% 63% Ontwikkeling Programmabegroting

60 4.3.C Recreatie en toerisme Klompenpaden De klompenpaden in de regio zijn een belangrijke toeristisch recreatieve voorziening. De gemeenten Renswoude, Woudenberg en Scherpenzeel hebben met Landschap Erfgoed Utrecht (LEU) een overeenkomst gesloten voor 6 jaar om het onderhoud en de kwaliteit van de klompenpaden te borgen. Scherpenzeel participeert in het regionale project optimalisatie klompenpaden en realisatie klompenpaden netwerk. Hoofddoel is de paden die er al zijn goed te beheren en op een kwalitatief goed niveau te houden. Voorts wordt gekeken of er tussen bestaande paden verbindingen gemaakt kunnen worden t.b.v. een klompenpaden netwerk. Het onderwerp klompenpaden netwerk is ook een van de projecten van FoodValley. LEU en Landschapsbeheer Gelderland alsmede de beide provincies zijn betrokken bij de verdere uitwerking. Regionale samenwerking Regio FoodValley en provincie Gelderland hebben het Regiocontract gesloten. Daarin participeert Scherpenzeel binnen programma a Rentmeesterschap natuurlijke leefomgeving in het project herstel landschapselementen ( p/j) en maisrandenbeheer p/j) gericht op een natuurlijke en prettige leefomgeving en biodiversiteit. Vanaf 2014 is voor de uitvoering van het project maisrandenbeheer een hogere bijdrage benodigd omdat een derde partij niet meer meefinanciert. Via het regiocontract wordt getracht om een hogere bijdrage te verkrijgen, tevens wordt in samenwerking met afdeling Grondgebied gezocht naar medefinanciering. Het project wordt voortgezet binnen bestaande middelen. Platteland Anders Een grote groep vrijwilligers creëert jaarlijks een fiets-/wandelroute in het buitengebied waar creatieve uitingen langs de route geplaatst worden. Hierin wordt samengewerkt met de basisscholen, de Stichting Avondvierdaagse en overige doelgroepen. De route loopt langs delen van bestaande klompenpaden ter promotie van het buitengebied. Deze werkgroep organiseert ook het Platteland Anderspad in augustus, wandelen van najaar naar voorjaar (wandeling 2x per maand van sept/okt t/m mei) en het kerstavondpad in de winter. De wandelingen zijn onder begeleiding van vrijwilligers van Platteland Anders en voorzien in een behoefte gezien het feit dat er een groot animo is voor deelname. Toekomst Regio VVV/RBT Vallei In het kader van de professionalisering van de VVV s is er een proces gestart in de tweede helft van 2013 dat geleid wordt door voormalig wethouder van gemeente Utrechtse Heuvelrug dhr. R. Pamboer. De opdracht is om te kijken naar de mogelijkheden tot (verregaande) samenwerking tussen in ieder geval de regio VVV/RBT Vallei, Utrechtse Heuvelrug en Soest. Tevens worden er gesprekken gevoerd met de gemeenten Baarn en Soest. Dat houdt tevens in dat er minder initiatieven/activiteiten die recreatie en toerisme bevorderen middels subsidies kunnen worden ondersteund. Programmabegroting

61 Wat willen we bereiken? 1. Dat Scherpenzeel als plattelandsgemeente een aantrekkelijke plaats is en blijft om te bezoeken en te recreëren, voor zowel inwoners als bezoekers. 2. Instandhouding van de bestaande en ontwikkeling van nieuwe recreatieve wandel-, paardenen fietsroutes. 3. Instandhouding en ontwikkeling van recreatieve voorzieningen en activiteiten. Wat gaan we doen? De promotiecommissie R&T Scherpenzeel optimaliseert de verbinding tussen recreatieve mogelijkheden en activiteiten in Scherpenzeel; Verlenen van subsidies voor projecten/initiatieven/activiteiten die recreatie en toerisme bevorderen en/of het buitengebied promoten; In samenwerking met LEU en buurgemeenten waar mogelijk verbindingen realiseren tussen bestaande klompenpaden; Verbeteren natuurlijke leefomgeving door deelname projecten Regiocontract De werkgroep Platteland Anders faciliteren om jaarlijks een thematische wandel- en/of fietsroute te creëren door de dorpskern en het buitengebied met langs de route creatieve uitingen gemaakt door vrijwilligers en kinderen van de basisscholen. Programmabegroting

62 4.4 Termijnkalender Kadernota bibliotheekwerk Besluitvorming over subsidieverlening Caecilia en SMS Voorstel meerjarige exploitatiebijdrage aan Kulturhus de Breehoek inclusief prestatieafspraken. Nieuwe prestatieafspraken maken ter besluitvorming in de gemeenteraad (de Breehoek). Programmabegroting

63 4.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens N.v.t Baten en lasten onderliggende producten Lasten Bibliotheek Kunst en cultuur Recreatie Kulturhus Totaal lasten Baten Bibliotheek Kunst en cultuur Recreatie Kulturhus Totaal baten Saldo voor bestemming Onttr. Reservemutaties Res. lening Breehoek Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Programmabegroting

64 PROGRAMMA 5: ONDERWIJS EN EDUCATIE Portefeuillehouder: H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: H. Bimmel 5.1 Missie Het faciliteren van toegankelijk en modern onderwijs en het bieden van educatieve activiteiten die stimuleren tot persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling voor alle jongeren van Scherpenzeel. 5.2 Kaderstellende beleidsnota s Verordening onderwijshuisvesting (2012); Jaarverslag leerplicht (2011/2012); Jaarverslag RMC/voortijdig schoolverlaten (2011/2012); Jaarverslag kwalificatieplicht (2011/2012); Verordening leerlingenvervoer (2012); Beleidsnota Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (2009) Uitvoeringsplan VVE (2012) 5.3 Programma-onderdelen A. Onderwijshuisvesting B. Leerplicht en voortijdig schoolverlaten C. Leerlingenvervoer D. Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (JOS) Programmabegroting

65 5.3.A Onderwijshuisvesting Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een adequate huisvesting van scholen. Scherpenzeel heeft vijf basisscholen en gaat medio 2015 terug naar vier basisscholen. Per 2015 wordt de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud van de basisscholen overgeheveld van gemeenten naar schoolbesturen. Het opstellen van meerjaren onderhoudsplannen is dan niet meer nodig. Alle andere taken zoals (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding, tijdelijke huisvesting, 1 e inrichting, herstel constructiefouten, verzekering en onroerend zaakbelasting blijven bij de gemeenten. Met de invoering van Passend Onderwijs moeten de scholen een zo goed mogelijk passende onderwijsplek bieden aan leerlingen die zich bij de school aanmelden, ongeacht hun zorgbehoefte. Niet bekend is of de stelselwijziging, ingaande op 1 augustus 2014, van invloed is op de onderwijshuisvesting (aanpassing schoolgebouwen). Wat willen we bereiken? 1. Basisschoolgebouwen die over voldoende ruimte beschikken om hun leerlingen te kunnen onderwijzen. 2. Veilig en goed onderhouden schoolgebouwen die toegerust zijn om eigentijds basisonderwijs te geven. Wat gaan we doen? Vaststellen ruimtebehoefte o.b.v. aantal leerlingen per 1 oktober. Vaststellen noodzaak tot uitbreiding o.b.v. leerlingenprognose. Volgen ontwikkeling Passend Onderwijs en hierover in overleg blijven met schoolbesturen. Bewaken kwaliteit en onderhoud van de schoolgebouwen (tot 2015). Inspecties uitvoeren t.b.v. opstellen meerjaren onderhoudsplan (tot 2015). Starten met vervangende nieuwbouw voor de Bruinhorst en de Maatjes. Indicator Bron Meest recent Aanbod van onderwijsinstellingen in de gemeente WSJG-71: Slecht Goed 4% 71% Ontwikkeling Programmabegroting

66 5.3.B Leerplicht en voortijdig schoolverlaten Jongeren zijn vanaf hun 5 e tot en met het schooljaar waarin zij 16 jaar worden volledig leerplichtig. Daarna volgt de kwalificatieplicht waarbij jongeren tot hun 18 e jaar onderwijs moeten volgen, gericht op het halen van een startkwalificatie. Jongeren zonder startkwalificatie worden tot hun 23 e jaar gevolgd. Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten heeft landelijk hoge prioriteit en momenteel onderzoekt de minister de mogelijkheid om de leerplicht te verlengen tot 23 jaar. Binnen de regio Vallei wordt goed samengewerkt op het gebied van leerplicht en voortijdig schoolverlaten en de mogelijkheid van regionalisering van taken wordt onderzocht. Binnen het samenwerkingsverband Regio FoodValley is aandacht voor een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Wat willen we bereiken? 1. Alle leerplichtige jongeren volgen onderwijs op een school of instelling volgens de Leerplichtwet 1969, behalve als zij daarvan vrijgesteld zijn. 2. Alle jongeren tot 23 jaar behalen, wanneer zij daartoe in staat zijn, een startkwalificatie. Een startkwalificatie is minimaal een diploma Havo, Vwo of Mbo (niveau 2). Wat gaan we doen? Registreren en actief bijhouden op welke school of instelling leerplichtige jongeren staan ingeschreven. Onderhouden contacten met scholen om schoolverzuim te voorkomen. Afspraken maken met scholen over het vroegtijdig signaleren en melden van spijbelgedrag en het uitwisselen van informatie over zorgleerlingen. Aanpakken schoolverzuim in samenwerking met scholen, instellingen voor (jeugd)hulpverlening, justitie, ouders en de jongeren zelf om te proberen de oorzaak van het verzuim op te sporen en de jongeren weer naar school te laten gaan. Registreren van alle niet leerplichtige jongeren tot 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie. Verwijzen naar een regionaal consulent die vervolgens de jongere ertoe beweegt alsnog een startkwalificatie te behalen. Programmabegroting

67 5.3.C Leerlingenvervoer Voor kinderen die om diverse redenen afhankelijk zijn van schoolbezoek elders, regelt de gemeente het vervoer op grond van de verordening leerlingenvervoer. Een procedure Europese aanbesteding, samen met Renswoude en Woudenberg, heeft geresulteerd in een nieuw vervoerscontract per 1 augustus Als gevolg van de invoering van Passend Onderwijs per augustus 2014 kan het aantal vervoerbewegingen de komende jaren af- of toenemen, maar hoe groot dit effect zal zijn is nog niet bekend. Wat willen we bereiken? 1. Alle leerlingen een passende vervoersvoorziening aanbieden om de school van hun keuze te bezoeken, wanneer zij daar op grond van de Verordening leerlingenvervoer recht op hebben. 2. Het aangepaste vervoer dat de gemeente zelf regelt, moet veilig en efficiënt uitgevoerd worden en van goede kwaliteit zijn. Wat gaan we doen? Voorlichting geven aan ouders over de vervoersmogelijkheden en de mogelijkheid bieden een vervoersvoorziening aan te vragen. Overleggen met ouders, school en eventueel deskundigen om de meest passende en voordelige voorziening toe te kennen. Uitvoeren tevredenheidonderzoek onder de ouders. Organiseren informatieavond voor ouders over het leerlingenvervoer samen met vervoerder. Programmabegroting

68 5.3.D Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (JOS) JOS is een uniek Brede Schoolconcept dat voldoet aan de landelijke trends gericht op de optimale ontwikkeling van het kind (onderwijs, opvang, sport, cultuur, gezondheid, (sociale) veiligheid etc.). Binnen JOS werken de kernpartners (gemeente, basisscholen, kinderopvang/peuterspeelzaal) samen en afhankelijk van het thema worden er andere (maatschappelijke) partners bij betrokken. Deze samenwerking leidt tot meer samenhang in voorzieningen en een sterke sociale infrastructuur voor de jeugd tot 18 jaar. JOS is een dynamisch project en biedt naar behoefte een breed scala van activiteiten aan die in en buiten schooltijd plaatsvinden, gericht op de talentontwikkeling van de jongeren. De scholen richten zich daarbij op hun kerntaken en JOS is additioneel op educatief, sportief en cultureel gebied. Op basis van een positieve evaluatie (eind 2012) is JOS als structureel programma opgenomen binnen het onderwijs- en jeugdbeleid. Voor de periode wordt het JOS beleid bijgesteld naar de trends en ontwikkelingen binnen het WMO-, jeugd-, onderwijs- en het gezondheidsbeleid. Vervolgens wordt hierop het activiteitenaanbod afgestemd. Het wegvallen van de subsidie van ZonMw in 2014 en de taakstellende bezuiniging betekent een versobering van de inhoud en uitvoering van het JOS programma. Op grond van de Wet Onderwijskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) is de gemeente verplicht een voldoende aanbod te hebben van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). In 2012 is hiervoor in samenwerking met de basisscholen, kinderopvang/peuterspeelzaal en consultatiebureau een plan opgesteld dat per 2013 uitgevoerd wordt. Wat willen we bereiken? 1. Met JOS een samenhang van voorzieningen creeren t.b.v. een sterke sociale infrastructuur voor de jeugd en zo kansen bieden voor een optimale ontwikkeling. 2. Jonge kinderen zijn voldoende toegerust om naar de basisschool te gaan. Wat gaan we doen? Opstellen jaarprogramma JOS o.b.v. tien streefdoelen uit beleidsnota in samenspraak met (kern)partners. Organiseren van activiteiten waarbij aandacht is voor o.a. educatie, sport, cultuur, natuur- en milieu, techniek, (sociale) veiligheid en gezondheid. Verstrekken schoolbegeleidingsmiddelen om in het kader van (individuele) leerlingenzorg bijv. een schoolbegeleidingsdienst in te schakelen en sociale vaardigheidstrainingen te geven. Bevorderen verkeersveiligheid in basisonderwijs samen met VVN en verkeersouders. Voorlichting geven aan leerlingen en ouders basisonderwijs over middelengebruik (alcohol, roken en drugs) en het omgaan met social media; Uitvoeren voorschools programma, samen met het consultatiebureau, de kinderopvang/peuterspeelzaal en basisschool De Wittenberg om de taal/spraak, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling van peuters te stimuleren. Programmabegroting

69 Indicator Bron Meest recent Aantal kinderen dat deelneemt aan naschoolse activiteiten: 4 t/m 12 jaar Aantal kinderen dat deelneemt aan naschoolse activiteiten: 13 t/m 18 jaar JOS JOS 390 (1 e half jaar 2013) 525 (1 e half jaar 2013) Ontwikkeling 2013: : : : : : : : : : 550 Programmabegroting

70 5.4 Termijnkalender Start vervangende nieuwbouw De Viermaster Investeringsniveau Glashorst bepalen Ambitieniveau JOS bepalen Invoering Passend Onderwijs (in relatie tot onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer) Uitvoering vervangende nieuwbouw De Viermaster Uitvoering JOS programma Vervallen totale onderhoudsplicht basisscholen Ontwikkeling nieuwe subsidiesystematiek peuterspeelzaalwerk Programmabegroting

71 5.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten Buitenonderhoud naar schoolbestuur Renovatie/nieuwbouw Glashorst Vergoeding 16e lokaal Wittenberg PM PM PM PM PM PM PM Totaal Baten Totaal Programmabegroting

72 5.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten Huisvesting openbaar onderwijs 423 Huisvesting bijzonder onderwijs Onderwijs Totaal lasten Baten Huisvesting openbaar onderwijs 423 Huisvesting bijzonder onderwijs Onderwijs Totaal baten Saldo voor bestemming Toev. Reservemutaties Res. Ver /nieuwbouw onderwijsgebouwen Onttr. Res. Ver- /nieuwbouw onderwijsgebouwen Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Tabel incidentele baten en lasten (die niet worden gedekt uit een reserve) Incidenteel Lasten Vervoer gymonderwijs Baten Totaal incidenteel Programmabegroting

73 PROGRAMMA 6: MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN VOLKSGEZONDHEID Portefeuillehouder: H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: H. Bimmel 6.1 Missie Het voor de inwoners van Scherpenzeel bieden van maatschappelijke ondersteuning en het bevorderen van de volksgezondheid. Deze zijn gericht op het versterken van de zelfredzaamheid. Het volgende beginsel is hierbij uitgangspunt: lokaal wat lokaal kan, regionaal als dat voor Scherpenzeel voordeel biedt. 6.2 Kaderstellende beleidsnota s Maatschappelijke ondersteuning: Visiedocument Maatschappelijke ondersteuning ( ); Nota Maatschappelijke ondersteuning (afhankelijk van raadsbesluit ); Kadernota WMO 2009 t/m 2011 (2008); Beleidsnota WMO 2009 t/m 2011 (2009); Vrijwilligersbeleid (in ontwikkeling). Jeugd(zorg): Regionale visie Decentralisatie Jeugdzorg (2013) (in ontwikkeling); Lokale visie decentralisatie Jeugdzorg (2013); Uitvoeringsplan VVE (2012); Beleidsnota Centrum voor Jeugd en Gezin (2010); Beleidsnota Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (2009); Nota Integraal jeugdbeleid Scherpenzeel (2008). Overige: Bijgestelde beleidsnota voor het ouderenbeleid 2009 t/m 2011 (2008); Nota gezondheidsbeleid 2011 t/m 2014, kaders regio West-Veluwe/Vallei en lokale uitwerking gemeente Scherpenzeel (2010). Samenwerking: Samenwerking in FoodValley-verband; Samenwerking met de vijf in de GR Permar deelnemende gemeenten; Samenwerking met de volgende gemeenten, Barneveld, Ede, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal, Wageningen, m.b.t. Regiotaxi Gelderland; Samenwerking met centrumgemeente Ede inzake Steunpunt huiselijk geweld West-Veluwe/Vallei; Convenant Openbare Geestelijke Gezondheidszorg De Valleiregio met ingang van verlengd tot Programma-onderdelen A. Maatschappelijke Ondersteuning 1. Algemeen 2. Algemene voorzieningen 3. Ouderen 4. Jeugd 5. Gehandicapten en chronisch zieken 6. Vrijwilligers en mantelzorgers 7. Openbare Geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg B. Volksgezondheid Programmabegroting

74 6.3.A-1 Maatschappelijke ondersteuning, algemeen Maatschappelijke ondersteuning gaat over het antwoord van de gemeente Scherpenzeel op de nieuwe gemeentelijk taken, zoals belegd in de beoogde Jeugdwet (2015), beoogde herziene Wmo (2015), de beoogde Participatiewet (2015), de Wet participatiebudget en de Wet Passend Onderwijs. Maatschappelijke ondersteuning is gericht op het bevorderen, stimuleren of behoud van zelfredzaamheid met als doel: naar vermogen participeren in de samenleving. Uit het plaatje wordt duidelijk in welke levensfase mensen met welk wettelijk regiem van doen kunnen krijgen. Het gaat dan om onderwijs, hulp, scholing, reintegrale en werk. Plaatje voor nota MO wet participatiebudget wet passend onderwijs participatiewet wet op jeugdhulp wet maatschappelijke ondersteuning, maatwerkvoorzieningen wet maatschappelijke ondersteuning algemeen 20 wk geboorte 4jr 5jr 16jr 18jr 23jr max. 67jr Aow-gerechtigd Aanvankelijk, begin 2012, was de bedoeling om begeleiding per 2014 uit de Awbz te halen en onder te brengen bij de Wmo. Ook de beoogde Jeugdwet en Participatiewet (toen nog: Wet werken naar Vermogen) zouden per 2014 in werking treden. Voorjaar 2012 viel het kabinet en volgde er Tweede Kamer verkiezingen. Inmiddels, zomer 2013, is het kabinet voornemens om najaar 2013 het wetsvoorstel Wmo en Participatiewet aan te bieden aan de Tweede Kamer. N.B. De teksten hieronder bij Wat gaan we doen? zijn onder voorbehoud raadsbesluit nota Maatschappelijke ondersteuning d.d. 31 oktober 2013 Programmabegroting

75 Wat willen we bereiken? 1. Bevorderen van de sociale samenhang, onderlinge betrokkenheid en leefbaarheid in Scherpenzeel met dito passend niveau aan voorzieningen; 2. Bevorderen zelfredzaamheid van inwoners in een kwetsbare situatie, zo nodig met een steuntje in de rug. Wat gaan we doen? Handhaven van gemeentelijke voorzieningen, met een nadere uitwerking van: CJG/jeugdhulp/specialistische jeugdhulp; Logeeropvang/persoonlijke verzorging/ begeleiding/ dagactivering Stimuleren lokale samenwerking tussen organisaties en professionals door in gesprek te gaan met gesubsidieerde organisaties Versterken van vrijwilligersorganisaties, nader uit te werken in een notitie. Mogelijkheden tot het leveren van een tegenprestatie, bijv. in de vorm van vrijwilligerswerk, nadrukkelijker in beeld brengen bij aanvragen voor MOvoorziening CJG en VraagWijzer aanwijzen als locaties waar klantgegevens samen komen Regievoerder aanstellen Plan van aanpak organiseren op proces en inhoud Afspraken met organisaties over: a. Verwijzing en inschakeling CJG en Vraag- Wijzer; b. Doorvoeren visie Zelf-samen-professional; c. Uitvoering van en grenzen aan info, advies, cliënt ondersteuning en signalering; d. Gegevensuitwisseling; e. Participatiegedachte Indicator Bron Meest recent Inspanningen van de gemeente op het gebied van gezondheid, zorg en welzijn WSJG-90: Slecht Goed 3% 70% Ontwikkeling Manier waarop zorg- en welzijnsorganisaties samenwerken Aanbod van welzijnsvoorzieningen (buurthuis, jongerencentrum) in de gemeente WSJG-94 WSJG-98 Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Programmabegroting

76 6.3.A-2 Algemene voorzieningen In het visiedocument Maatschappelijke Ondersteuning is opgenomen dat zelfredzaamheid van inwoners centraal staat. Alle inwoners moeten mee (kunnen) doen aan de samenleving. Als daarbij beperkingen worden ervaren, moeten zij hiervoor eerst zelf oplossingen vinden, gebruik maken van hun sociale netwerk of ondersteuning vragen van maatschappelijke organisaties. De gemeentelijke Wmovoorzieningen zijn een vangnet voor wie dat op eigen kracht niet lukt. In 2013 wordt onderzocht op welke manier deze Wmo-visie vanaf 2014 beter in de uitvoering in praktijk gebracht kan worden. We zetten meer in op vraagverheldering om na te kunnen gaan wat de klant echt nodig heeft en welke eigen of andere oplossingen hiervoor zijn. We gaan met inwoners in gesprek naar aanleiding van een vraag, in plaats van naar aanleiding van een Wmo-aanvraag. Deze methodiek sluit aan bij het landelijk project De Kanteling, dat door de VNG in gang is gezet om gemeenten te faciliteren. Werk boven uitkering blijft de belangrijkste leidraad in ons uitkeringsbeleid. Uitkeringsgerechtigden stellen zelf alles in het werk om betaalde arbeid te vinden (de zogenoemde inspanningsverplichting). Zolang werk (nog) niet mogelijk is, verricht de uitkeringsgerechtigde maatschappelijk nuttige werkzaamheden (de tegenprestatie naar vermogen). Wat willen we bereiken? 1. Invoering van de principes van de Kanteling. 2. Het bestaande Wmobeleid en -uitvoering verbeteren en verscherpen waar mogelijk. 3. Inkomensondersteuning waar nodig. Wat gaan we doen? Opleiden van de klantmanagers van VraagWijzer op het gebied van het gekanteld werken Het hierop aanpassen van het werkproces voor Wmo-voorzieningen. Het vaststellen van de gekantelde Wmoverordening op basis van het model van de VNG. Informeren van inwoners en organisaties over De Kanteling via een communicatietraject. Verstrekken van individuele Wmo-voorzieningen Beschikbaar houden van het systeem van Regiotaxi door een inkomensafhankelijke eigen bijdrage achteraf via het CAK te vragen Verstrekking van inkomensvoorzieningen (periodieke bijstand, bijzondere bijstand) Ontwikkeling criteria tegenprestatie naar vermogen Onderzoeken van samenwerking op het terrein van schuldhulpverlening met de gemeente Barneveld Handhavingsbeleid ontwikkelen m.b.t. uitkeringsverstrekking Gevolgen onderzoeken van het afschaffen van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), de Compensatieregeling Eigen Risico Zorgverzekeringswet en de regeling specifieke zorgkosten. Programmabegroting

77 6.3.A-3 Ouderen Wat willen we bereiken? 1. Het verder vormgeven en uitvoeren van een integraal ouderenbeleid op de terreinen van wonen, zorg en welzijn. Doel hierbij is potentieel kwetsbare ouderen stimuleren tot zelfstandigheid, waaronder het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, ontplooiing en participeren in de samenleving. 2. Verdere ontwikkeling van plan Weijdelaer. Wat gaan we doen? Subsidieafspraken SOS Huisbezoekproject continueren Breed overleg wonen, zorg, welzijn: doelstelling en werkwijze in overeenstemming brengen met nota MO Realiseren woonservicezone in Weijdelaer Indicator Bron Meest recent Manier waarop gemeente aandacht geeft aan ouderen WSJG-93: Slecht Goed 5% 58% Ontwikkeling Programmabegroting

78 6.3.A-4 Jeugd Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor alle vormen van jeugdzorg. Met zeven gemeenten in FoodValley (m.u.v. Wageningen) trekken we samen op bij de transitie (het proces van overdracht van taken, verantwoordelijkheden en middelen naar de gemeenten) en de transformatie (de zorginhoudelijke verbetering en vernieuwing) van de zorg voor jeugd. In juni 2013 is de concept Jeugdwet voor behandeling naar de Tweede Kamer gestuurd. Het streven van de wetgever is om de wet per 1 januari 2015 in werking te laten treden. Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 moeten de scholen een zo goed mogelijk passende onderwijsplek bieden aan leerlingen die zich bij de school aanmelden, ongeacht hun zorgbehoefte. Passend Onderwijs voor alle leerlingen is alleen mogelijk door goede samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en ketenpartners in zorg en welzijn. De gemeenten, verantwoordelijk voor maatschappelijke ondersteuningen en jeugdhulp, hebben belang bij een goede aansluiting van de zorg in en om de school. De schoolbesturen en de gemeenten zullen daarom met elkaar in overleg moeten treden. In regionaal FoodValley verband werken de gemeenten met het project Versterken Basisstructuur samen ten aanzien van Passend Onderwijs. Programmabegroting

79 Wat willen we bereiken? 1. Het efficiënt en effectief inrichten van een nieuwe stelsel van jeugdhulp vanaf 2015 dat voldoet aan de zes beleidsuitgangspunten in de lokale visienota Jeugdhulp ( Elkaar vinden & verbinden ). 2. Het geven van informatie en advies of andere passende ondersteuning aan ouders over opvoeden en opgroeien, zodat voorkomen wordt dat opvoedproblemen ontstaan. Doel is dat ouders zelf weer de regie in handen krijgen. Wat gaan we doen? Samenwerken en deelnemen aan het FoodValleyprojecten t.a.v. de transitie en de transformatie van de jeugdhulp vanaf De samenwerking van de FoodValley-gemeenten is uitgewerkt en vastgelegd (afstemming lokaal - regionaal). Vaststellen van het lokale beleidsplan over de zorg voor jeugd vanaf Vaststellen van de lokale verordening zorg voor jeugd vanaf Vaststellen van een klachtenprocedure, toezichtkader, subsidie- en inkoopkader vanaf Afsluiten van contracten c.q. verlenen van subsidies aan jeugdhulpverleners vanaf Het (regionale) Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is operationeel; De (regionale) voorziening voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering is de voor FoodValleygemeenten operationeel. Afspraken maken met huisartsen, zorgverzekeraars, samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs, Raad voor de Kinderbescherming en de instelling(en) voor jeugdbescherming en jeugdreclassering. Evalueren van het lokale project ambulante zorg zonder indicatie. Faciliteren dat professionals in de jeugdhulp tot een goede vraagverheldering in staat zijn. Doorontwikkelen van het CJG als toegangspoort i.v.m. komst Jeugdwet per 1 januari Subsidiëring oudercursussen, sociale vaardigheidstrainingen, hulp aan kinderen in echtscheidingssituaties Maken van afspraken met het onderwijs en CJG over een sluitende zorgstructuur rond het kind/gezin. Indicator Bron Meest recent Manier waarop gemeente aandacht geeft aan jongeren WSJG-91: Slecht Goed 18% 41% Ontwikkeling Manier waarop gemeente jongeren begeleidt die in de problemen zijn gekomen. WSJG-92 Gegevens niet bruikbaar Programmabegroting

80 6.3.A-5 Gehandicapten en chronisch zieken In het Zorgakkoord wordt het landelijke budget voor de huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo met 40% verlaagd. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de manier waarop wij op dit moment voorzien in huishoudelijke hulp, want we kiezen voor de lijn dat de uitgaven niet meer mogen zijn dan de inkomsten. In 2014 is bekend welke criteria we hanteren voor de verstrekking of continuering van de huishoudelijke hulp. Wat willen we bereiken? 1. Chronisch zieken en gehandicapten kunnen volwaardig deelnemen aan de samenleving. Wat gaan we doen? Vaststellen van criteria voor de verstrekking of continuering van huishoudelijke hulp op basis van de nieuwe wettelijke regeling. Uitvoeren van herbeoordelingen t.a.v. bestaande gebruikers van Huishoudelijke hulp op basis van de nieuwe criteria. Programmabegroting

81 6.3.A-6 Vrijwilligers en mantelzorgers De mantelzorgondersteuning heeft voor ons hoge prioriteit. Met het oog op de komende decentralisaties worden mantelzorgers een steeds belangrijkere schakel om aan de zorgvraag te voldoen. Zonder mantelzorgers doen veel meer hulpbehoevenden anders een beroep op professionele zorg. VraagWijzer (ons Wmo-loket) is verantwoordelijk voor de algemene informatie en adviesfunctie in Scherpenzeel. Dat geldt ook voor mantelzorg. Als onze medewerkers situaties tegenkomen waarin sprake is van mogelijke overbelasting konden zij doorverwijzen naar het Steunpunt Mantelzorg van De Medewerker in Ede. Dit is vanaf 1 januari 2014 niet meer mogelijk. We zoeken naar een vervanging van deze dienstverlening. In 2013 doen we een onderzoek onder mantelzorgers waaruit moet blijken hoe we die het beste kunnen ondersteunen. Uit dat onderzoek halen we input voor vraaggerichte beleidsontwikkeling én kijken we of concrete aanvullende acties nodig zijn om overbelasting te voorkomen. Wat willen we bereiken? 1. Ondersteuning bieden aan mantelzorgers en vrijwilligers. Wat gaan we doen? Herzien van het vrijwilligersbeleid, als onderdeel van de Wmo-nota. Bieden van een pakket aan ondersteuningsactiviteiten voor mantelzorgers zoals bijv. via Vraag- Wijzer voorlichting, informatie en advies aan individuele mantelzorgers, bemiddeling en afstemming van vraag en aanbod van vrijwillige zorg én het doorgeven van signalen door 1 e lijnszorg van dreigende overbelasting van mantelzorgers; Aandacht besteden aan de mantelzorger via de Dag van de mantelzorger; Uitvoeren van een jaarlijks heronderzoek in die gevallen waarin de aanvraag hulp bij het huishouden is afgewezen door toepassing van de leidraad gebruikelijke zorg. Vormgeven van de mantelzorgondersteuning vanaf 2014 n.a.v. het mantelzorgonderzoek Programmabegroting

82 6.3.A-7 Openbare Geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg Gemeenten zijn op grond van prestatieveld 8 uit de Wet maatschappelijke ondersteuning verplicht tot het bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg (Oggz). In de praktijk blijven vooral inwoners uit de volgende categorieën tot de Oggzdoelgroep te behoren: dak- en thuislozen, zwerfjongeren, drugs- en alcoholverslaafden, slachtoffers van huiselijk geweld, mensen met langdurige psychische of psychiatrische stoornissen. De gemeente Ede is de centrumgemeente voor de Valleiregio op het gebied van de OGGZ. In 2013 is gestart met individuele persoonsgebonden trajecten, op basis van een kostprijsmodel, i.p.v. een jaarlijkse subsidie aan de in Ede opererende instellingen. In de 2014 worden de effecten hiervan duidelijk. Prestatieveld 9 van de Wmo betreft de hulp aan verslaafden en het voorkomen dat mensen verslaafd raken. Het gaat niet alleen om drugsverslaving, maar ook om bijvoorbeeld alcoholverslaving en gokverslaving. Wat willen we bereiken? 1. Voorkomen dat inwoners uit Scherpenzeel een beroep moeten doen op de centrum gemeentelijke voorzieningen. 2. Samenwerken met deelnemende gemeenten en organisaties teneinde een efficiënte uitvoering via de centrumgemeente te waarborgen. Wat gaan we doen? Beoordelen via VraagWijzer of in individuele gevallen lokale alternatieven voorhanden zijn (verwijzing, behandeling, inkomensvoorziening, schuldhulpverlening e.d.) als alternatief voor een duurdere centrum gemeentelijke voorziening. Leveren van ambtelijk en bestuurlijk inbreng in de overleggen met centrumgemeente Ede t.a.v. Oggz, verslavingszorg en huiselijk geweld, teneinde een samenhangend pakket van zorg, diensten en voorzieningen te handhaven. Evalueren van de in 2013 ingevoerde trajectfinanciering Oggz met alle deelnemende gemeenten en organisaties. Programmabegroting

83 6.3.B Volksgezondheid Dit onderdeel is o.a. gebaseerd op de Wet publieke gezondheid (Wpg). De Wpg verplicht gemeenten tot het hebben van een gemeentelijk gezondheidsbeleid. Uit onderzoek blijkt dat jongeren in de regio De Vallei forse drinkers zijn. Ze beginnen vaak al op jonge leeftijd, ruim voor hun zestiende jaar, met het drinken van alcohol. Overmatig drinken, meer dan vijf drankjes in korte tijd, komt ook geregeld voor. Alcohol is schadelijk voor de gezondheid. Voor jongeren geldt dat nog veel meer dan bij volwassenen. FrisValley richt zich op het terugdringen van alcoholgebruik onder de 24 jaar en op het voorkomen dat jongeren al (ver) voor hun zestiende beginnen met drinken. Het project benadert vooral de omgeving van jongeren: het aanspreken van de jongeren zelf blijkt niet effectief. Doel van FrisValley is om in die omgeving de verkrijgbaarheid van alcohol voor jongeren te beperken en zo alcoholgebruik op jonge leeftijd te verminderen. Wat willen we bereiken? 1. Bevordering en bescherming van de gezondheid van inwoners. 2. Terugdringen van alcoholgebruik van jongeren onder de 24 jaar. Wat gaan we doen? Uitvoering van het vastgelegde beleid in de Nota Gezondheidsbeleid 2011 t/m 2014, kader regio West-Veluwe/Vallei en lokale uitwerking gemeente Scherpenzeel. Integreren van gezondheid bevorderende activiteiten in het programma van JOS. Voortzetting van Senioren in beweging Voortzetten van de samenwerking in het Steunpunt huiselijk geweld en het uitvoeren van het jaarlijks activiteitenplan. Uitvoeren van wettelijke taken Wet preventie gezondheidszorg (Wpg), waaronder het bieden van jeugdgezondheidszorg. Bewaken van de aanrijtijden van ambulances. Overleggen met VGGM en regiogemeenten om vast te stellen of en hoe we samenwerken in de vaststelling van een nieuwe nota Volksgezondheid Deelnemen aan het regionale project FrisValley 2.0. Realiseren van een lokale aanpak ter voorkoming van alcoholmisbruik door jongeren. Realiseren van een sluitende toezicht op de nakoming van de nieuwe Drank- en Horecaverordening. Programmabegroting

84 Indicator Bron Meest recent Ontwikkeling Overschrijdingspercentage A-1-ritten VGGM 6,6% Aanbod van gezondheidszorgvoorzieningen in de gemeente Mate waarin de gemeente een gezonde levensstijl stimuleert Manier waarop de gemeente haar inwoners informeert over het verstandig omgaan met alcohol Mate waarin er in de gemeente deskundige hulp en advies beschikbaar is bij vragen over een gezonde levensstijl WSJG-95: Slecht Goed WSJG-99: Slecht Goed WSJG-101 WSJG-102 1% 83% 12% 43% Gegevens niet bruikbaar Gegevens niet bruikbaar Programmabegroting

85 6.4 Termijnkalender Vaststellen Integrale Nota Maatschappelijke Ontwikkelingen Vaststellen beleidskaders decentralisatie Jeugdzorg Voorbereiding decentralisatie Awbz Vaststellen gekantelde Uitvoering nota Maatschappelijke ondersteuning Uitvoering herbeoordelingen huishoudelijke hulp Wmo. Uitvoering principes van De Kanteling Wmo Regionale Afspraken over Uitvoering korting op het budget huishoudelijke hulp. Feitelijke uitvoering Jeugdzorg vanaf 1 jan Feitelijke uitvoering decentralisatie Awbz (extramurale begeleiding, persoon- Wmoverordening samenwerking lijke verzor- de uitvoering en Jeugdhulp. Vaststellen ging) vanaf 1 jan verordening decentralisatie Jeugdhulp. Vaststellen lokale beleidskader Jeugdhulp vanaf Voorbereiding uitvoering Jeugdhulp. Voorbereiding decentralisatie extramurale begeleiding. Voorbereiding regionale nota volksgezondheid 2015 e.v. Programmabegroting

86 6.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten Inkomenstoets op huishoudelijke PM PM PM PM hulp Toename WWBuitgaven Toename kosten schuldhulpverlening Toename uitgaven bijzondere bijstand Extramuralisering AWBZ, meer huish.hulp Vervallen kinderopvangtoeslag PM PM PM PM Doorontwikkeling CJG Extra contactmoment JGZ Besparing woonvoorzieningen Besparing BTWvoordeel regiotaxi Totaal Baten Bezuiniging: eigen bijdrage regiotaxi Totaal Programmabegroting

87 6.5.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten Vormings- en ontwikkelingswerk Inkomen Armoedebestrijding Maatschappelijke begeleiding 622 WMO Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang Voorzieningen gehandicapten 714 Openbare gezondheidszorg Centra voor Jeugd en Gezin (JGZ) 716 Centra voor Jeugd en Gezin (WMO) Totaal lasten Baten Vormings- en ontwikkelingswerk Inkomen Armoedebestrijding Maatschappelijke begeleiding 622 WMO Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang Voorzieningen gehandicapten 714 Openbare gezondheidszorg Centra voor Jeugd en Gezin (JGZ) 716 Centra voor Jeugd en Gezin (WMO) Totaal baten Saldo voor bestemming Reservemutaties Geen Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Programmabegroting

88 PROGRAMMA 7: NATUUR EN MILIEU Portefeuillehouder: E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: P. van Boxtel 7.1 Missie De gemeente wil in belangrijke mate bijdragen aan een gezond en prettig leefmilieu voor haar inwoners. De gemeente draagt zorg voor het verzamelen en afvoeren van afvalstoffen en afvalwater op milieuhygiënische verantwoorde wijze. Handhaving van milieuwetgeving met betrekking tot andere partijen hoort daar ook bij. Tevens draagt de gemeente zorg voor voldoende en adequate begraafmogelijkheden. Daar waar mogelijk en/of wenselijk draagt de gemeente zorg voor een meer duurzame inrichting van de openbare ruimte, het stimuleren van milieuvriendelijk beheer en het versterken van het landschap. 7.2 Kaderstellende beleidsnota s Notitie beheer Begraafplaatsen (2008); Werkplan onderhoud begraafplaatsen; Milieubeleidsplan ; Bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer 2013; LAP ; Raamovereenkomst verpakkingen; Nota Afvalinzameling Programma-onderdelen A. Natuur B. Afvalinzameling C. Milieu D. Begraven Programmabegroting

89 7.3.A Natuur Voor natuurontwikkeling, -beheer en -educatie is beperkt budget beschikbaar. In het regulier groenbeheer wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de ecologische verantwoordelijkheid van de gemeente Scherpenzeel. De gemeente Scherpenzeel wil ondanks de moeilijke economische omstandigheden educatie met name aan schoolgaande jeugd blijven geven ten aanzien van de natuur in de eigen omgeving. Niet elk jaar is er een geschikt plantlocatie om een boomfeestdag te organiseren. Voor 2014 streeft de gemeente Scherpenzeel ernaar een natuurwerkdag te organiseren die aantrekkelijk is voor de inwoners van Scherpenzeel en met name voor de jeugd. De gemeente Scherpenzeel wil uit ecologisch oogpunt meer verschillende soorten bomen toepassen in Scherpenzeel. Hierbij worden de soorten afgestemd op de groeiplaats omstandigheden en hun ecologische waarde voor insecten en vogels. Tevens wordt het bomenbestand door variatie minder gevoelig voor ziekten en plagen. Verder wordt de nadruk gelegd op het creëren van bosschages die aantrekkelijk zijn voor vogels en insecten. Wat willen we bereiken? 1. Een grotere betrokkenheid van de jeugd bij het groen in de gemeente Scherpenzeel. 2. Beheer van de visstand en verbetering van de water- en oeverkwaliteit. 3. Een soortenrijker bomenbestand. 4. Instandhouding van de kwaliteit van de huidige bomenstructuur. 5. Een hogere ecologische waarde creëren door het toepassen van vogel- en insectenvriendelijke beplantingen. Wat gaan we doen? Jaarlijks (indien er geschikte plantlocaties zijn) een boomfeestdag dan wel natuurwerkdag organiseren voor groep 8 van de basisscholen uit Scherpenzeel. Uitvoeren van het visbeleid. Het continueren van het soortenbeleid uit 2007 waarbij een geleidelijke overgang plaatsvindt naar een gevarieerder bomenbestand. Het continueren van het zoveel mogelijk toepassen van vogel- en bijvriendelijke boom- en heestersoorten. Programmabegroting

90 7.3.B Afvalinzameling De gemeente is wettelijk verplicht om de huisvuilinzameling te regelen. In 2008 is besloten om alle containers te vervangen en daarnaast containers voor oud papier in gebruik te gaan nemen. De Wet milieubeheer en diverse internationale richtlijnen verplichten Nederland om periodiek een of meerdere afvalbeheersplannen op te stellen. Op is het eerste Landelijk afvalbeheersplan (LAP) in werking getreden. De geldingsduur van dat plan was van 2003 tot en met Het nu geldende tweede LAP is geldig van 2009 tot en met 2015, met een doorkijk tot 2021.Het beleidskader bevat het beleid voor afvalpreventie en afvalbeheer en doelstellingen voor dit afvalbeleid. Eind 2012 is de nieuwe Raamovereenkomst Verpakkingen tot stand gekomen. In deze overeenkomst hebben de VNG, de Rijksoverheid en het verpakkende bedrijfsleven afspraken gemaakt over de rollen, doelstellingen en verantwoordelijkheden voor de periode In 2013 zullen deelnemersovereenkomsten met de gemeente worden afgesloten. Op 31 december 2015 loopt het contract af met de inzamelaar voor het Rest-, Gft afval en oud papier en karton. In 2015 zal de aanbesteding hiervan moeten plaatsvinden. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van gescheiden inzameling van afval zal in 2014 een afvalbeleidsplan worden opgesteld. Wat willen we bereiken? 1. Ondergrondse afvalinzameling o.a. ter vervanging van bovengronds. Het zorgdragen voor een goed functionerend effectief systeem voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Hierbij zal tevens aandacht worden geschonken aan mogelijke afvalreductiemaatregelen. Wat gaan we doen? Aan de Vijverlaan zullen twee bovengrondse glascontainers vervangen gaan worden door één ondergrondse glascontainer. De uitvoering zal gelijk oplopen met de uitvoering van Plan Weidelaer. 2. Als gemeente streven we er zoveel mogelijk naar te voldoen aan de doelstellingen uit het LAP, bijvoorbeeld minimaal 60% van de hoeveelheid afval scheiden. Door juiste voorlichting informatie worden geven over het scheiden van afval binnen de gemeente. Programmabegroting

91 7.3.C Milieu In 2009 is het milieubeleidsplan vastgesteld voor de periode Mede gezien de vorming van de Omgevingsdienst de Vallei wordt vooralsnog geen nieuw milieubeleidsplan opgesteld. Een milieubeleidsplan is geen verplicht document. De huidige uitvoering en handhaving richten zich nog steeds op de wettelijk vastgelegde taken van de gemeente. Met de invoering van het activiteitenbesluit (2008) is de vergunningsplicht voor een groot aantal bedrijven komen te vervallen. Het activiteitenbesluit stelt algemene regels voor bedrijven. Binnen de gemeente Scherpenzeel vallen steeds meer bedrijven, nu circa 75% van het bedrijvenbestand, onder het activiteitenbesluit. Door zowel de invoering van het activiteitenbesluit als de WABO heeft er een afname van vergunningverlening plaatsgevonden en licht de focus nu vooral op toezicht en (preventie van) handhaving. De invoering van het Actieplan ammoniak veehouderij en het Besluit landbouw activiteiten zal er toe leiden dat veehouderijen emissiearmer gaan worden en gaan voldoen aan het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting). Met de invoering van de professionalisering van de handhaving is in 2011 gestart met het opnieuw indelen van het bedrijvenbestand van de gemeente. Hierbij is per bedrijf gekeken naar de gevaarsaspecten (risico s) en naleefgedrag. Op basis van beide aspecten is een prioritering (controle frequentie) opgesteld voor de Scherpenzeelse bedrijven. Inmiddels zijn alle gemeentelijke milieutaken overgedragen naar de Omgevingsdienst de Vallei (OddV). De OddV volgt hierbij, naast uiteraard de wettelijke voorschriften en geldende regelgeving op rijks- en provinciaal niveau, het gemeentelijk beleid (o.m. Milieubeleidsplan). Doordat de milieutaken door de OddV worden uitgevoerd is er sprake van een bundeling van kennis en erg belangrijk ook een vergroting van de capaciteit. Hiermee kunnen meer controles plaatsvinden en wordt verwacht dat aanvragen om omgevingsvergunning voor de activiteit milieu nog sneller en adequater worden afgehandeld dan nu het geval is. Met de inwerkingtreding van de OddV voert de gemeente Scherpenzeel zelf geen milieutaken meer uit. Buiten een soepele overdracht en het maken van goede afspraken over de uitvoering van de milieutaken door de OddV, voert de gemeente zelf geen uitvoeringstaken (vergunningverlening, toezicht en handhaving) meer uit op het deelgebied milieu. Wat willen we bereiken? 1. Een goede dienstverlening en samenwerking tussen gemeente Scherpenzeel en de OddV. 2. Een betere advisering aan partijen door de OddV. Wat gaan we doen? Toezicht op adequate uitvoering van milieutaken door de OddV. Programmabegroting

92 Indicator Bron Meest recent Ontwikkeling Aantal milieucontroles Administratie 69 Nader af te spreken met de OddV Aantal aanschrijvingen Administratie 6 Nader af te spreken met de OddV Programmabegroting

93 7.3.D Begraven Uitgangspunt hierbij is dat, conform het coalitieakkoord, geen graven geruimd gaan worden. De uitbreiding van begraafplaats Lambalgen is inmiddels gerealiseerd en bevindt zich in de garantiefase. Na verwachting wordt hier in 2014 begonnen met begraven. De uitbreiding biedt voldoende ruimte om tot 2027 te kunnen begraven. Het college wenst de kostendekkendheid van de begraafplaatsen in 2014 te verhogen. Wat willen we bereiken? 1. Het handhaven van het huidige beheerniveau van de begraafplaatsen. Wat gaan we doen? Het beheer van de begraafplaatsen uitvoeren conform de bestaande beheerrichtlijnen grotendeels uit laten voeren door de Buitendienst. Programmabegroting

94 7.4 Termijnkalender OddV operationeel Voorstel aula en parkeren Vervanging glascontainers Vijverlaan Programmabegroting

95 7.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten Handhaving lopende dossiers Totaal Baten Lijkbezorgingsrechten, kostendekkendheid Totaal Programmabegroting

96 7.5.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten Bevordering natuur /725 Huishoudelijk afval Milieu /732 Algemene begraafplaats Totaal lasten Baten Bevordering natuur /725 Huishoudelijk afval Milieu /732 Algemene begraafplaats Totaal baten Saldo voor bestemming Reservemutaties Onttr. Alg. reserve: - Ondersteuning milieukwesties Res. Afvalst.heffing: - Tariefmatiging Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Programmabegroting

97 PROGRAMMA 8: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Portefeuillehouder: B. Visser Programmacoördinator: V.J.M. van Arkel 8.1 Missie Het programma Openbare Orde en Veiligheid richt zich op een veilig Scherpenzeel voor inwoners, ondernemers en toeristen. De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, maar doet dat niet alleen. Inwoners, ondernemers en toeristen weten zich beschermd door de overheid, maar spreken elkaar ook aan op veiligheid. Respect voor elkaar is en blijft de norm van waaruit wordt gehandeld. Regels worden door de overheid gehandhaafd. Iedereen is (goed) voorbereid op calamiteiten. 8.3 Programma-onderdelen A. Openbare orde en veiligheid B. Brandweer en rampen-/crisisbestrijding 8.3 Kaderstellende beleidsnota s Coalitieakkoord ; Notitie handhaving 2005 en evaluatienotitie 2007; Integraal Gemeentelijk Veiligheidsplan Scherpenzeel ; Regionaal Crisisplan 2011 (deel 1, regionaal plan); Regionaal Crisisplan 2012 (deel 2, lokale uitwerking); Brandweerbeleidsplannen. Programmabegroting

98 8.3.A Openbare orde en veiligheid Algemeen De gemeente Scherpenzeel is een fijne gemeente om te wonen, te werken en te recreeren. Het gevoel van veiligheid is groot; in juni van dit jaar werd Scherpenzeel uitgeroepen tot de veiligste gemeente van de regio. We werken ook de komende jaren samen met inwoners, ondernemers en andere veiligheidspartners aan een veilig Scherpenzeel. De gemeenteraad stelde 14 februari jl. het Integraal Gemeentelijk Veiligheidsplan Scherpenzeel vast. Het plan is de basis voor de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Politie De eerste veiligheidsstrategie voor de politie eenheid Oost-Nederland is een voortzetting van het bestaande beleid, veelal gebaseerd op de huidige integrale veiligheidsplannen van de 81 gemeenten die deel uitmaken van de nieuwe (vanaf 2013) politie eenheid Oost-Nederland. Dat betekent dat onze gemeentelijke prioriteiten hierin zijn meegenomen. Het ontwikkelen van de veiligheidsstrategie voor de jaren komt parallel aan de eerste fase tot stand. Hierbij worden gemeenteraden tijdig geconsulteerd om hun wensen voor het integraal veiligheidsbeleid te inventariseren. Deze consultatieronde zal in 2014 plaatsvinden. Formatie Openbare Orde en Veiligheid en BOA Bij de Kadernota is een aanvraag gedaan voor de uitbreiding van formatie van de ondersteuning voor AOV. De huidige ondersteuning 3 uur per week is onvoldoende om alle wensen binnen afzienbare tijd bij de kop te pakken. Bij de behandeling van de Kadernota heeft de gemeenteraad aangegeven meer te zien in het uitbreiden van de formatie van de BOA. Gezien de door de raad aangegeven prioritering laten wij het verzoek voor uitbreiding AOV vervallen. Dit onder de condities dat er herprioritering dient plaats te vinden van de acties van het veiligheidsplan. Wij zullen voor de raad van december 2013 met een aangepast uitvoeringsprogramma komen. In de plaats hiervan stellen wij u voor om structureel budget beschikbaar te stellen voor het uitbreiden van de BOA-capaciteit. Hiervoor vragen wij een bedrag van ,00. Dit bedrag komt overeen met ongeveer 0,5 fte BOA-capaciteit. Programmabegroting

99 Wat willen we bereiken? 1. De gemeente Scherpenzeel werkt, samen met inwoners, ondernemers en veiligheidspartners, aan een duurzaam veilige gemeente. 2. Het tegengaan van woninginbraken en auto-inbraken. 3. Het verminderen van overlast door jongeren en vernielingen. 4. De aanpak van drugsgebruik door jongeren en drugsoverlast. 5. De preventie van brand(stichting)en. 6. Het veilig inrichten van de openbare ruimte. Wat gaan we doen? Regelmatig overleg met veiligheidspartners (politie, Veiligheidshuis West-Veluwe Vallei en Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden); Jaarlijkse ontmoeting tussen gemeentebestuur en politie; Actieve communicatie over veiligheid, in het bijzonder gericht op wat inwoners en ondernemers zelf kunnen doen. Communicatie over het Politiekeurmerk Veilig Wonen; Communicatie over Selecta DNA (een onzichtbare vloeistof waarmee waardevolle spullen kunnen worden gemarkeerd; na een diefstal kunnen teruggevonden spullen weer snel aan de rechtmatige eigenaar worden teruggegeven); Informatiebrochure over veiligheid en preventieve maatregelen; Communicatie over veiligheid door middel van de informatiepagina en de internetsite; Veiligheidsavond voor inwoners en ondernemers, samen met veiligheidspartners. Voortzetting van het Jeugdveiligheidsoverleg; Voorkomen en bestrijden van overlast en vernielingen door jongeren en verhalen van de kosten op de daders; Realisatie van een jongerenontmoetingsplek nabij De Breehoek; Controle en handhaven van openingstijden in horeca en sportkantines; Terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren; Rustige en veilige jaarwisseling. Plan van aanpak om drugsgebruik en overlast door jongeren te verminderen en/of te beëindigen. Plan van aanpak om branden en brandstichtingen te voorkomen. Verbeteren van de verkeersveiligheid en het verkeersgedrag, met name ten aanzien van de snelheid en het fout parkeren. Programmabegroting

100 Wat willen we bereiken? 7. De gemeente Scherpenzeel versterkt de betrokkenheid van inwoners en ondernemers bij het veiligheidsbeleid, onder andere door de oprichting van wijkplatforms en het betrekken van de jongerenraad bij de uitvoering van het veiligheidsbeleid en continuering van de communicatie over openbare orde en veiligheid. 8. Realiseren van bij onze gemeente passende politiesterkte en speerpunten. Wat gaan we doen? Scherpenzeel beschikt over drie wijkplatforms en communiceert hierover; Voortzetting van de communicatie over openbare orde en veiligheid; Communicatie over Burgernet en plan van aanpak voor een toename van het aantal Burgernetters in Scherpenzeel; Introductie van het Keurmerk Veilig Ondernemen; Overleg met de jongerenraad. Inbreng leveren aan het veiligheidsbeleid politieregio Oost Nederland. Indicator Bron Meest recent Inspanning van de gemeente op het gebied van veiligheid Veiligheid in de buurt Manier waarop gemeente werkt aan verbetering van veiligheid en leefbaarheid Manier waarop gemeente de buurt informeert over de aanpak van leefbaarheid en veiligheid Manier waarop gemeente de buurt betrekt bij de aanpak van leefbaarheid en veiligheid Mate waarin gemeente bereikbaar is voor meldingen en klachten over leefbaarheid en overlast in de buurt WSJG-2: Slecht Goed WSJG-3: Slecht Goed WSJG-4: Slecht Goed WSJG-5: Slecht Goed WSJG-6: Slecht Goed WSJG-7: Slecht Goed 11% 49% 9% 57% 11% 41% 18% 39% 25% 33% 12% 46% Ontwikkeling Manier waarop gemeente reageert op meldingen en klachten over leefbaarheid en overlast in de buurt Mate waarin gemeente doet wat ze zegt bij het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in de buurt Zichtbaarheid politie in de buurt Manier waarop de gemeente een beroep doet op inwoners om zelf bij te dragen aan de veiligheid in uw buurt WSJG-8 WSJG-9: Slecht Goed WSJG-10: Slecht Goed WSJG-33: Slecht Goed 13% 27% 56% 14% 13% 42% Gegevens niet bruikbaar Programmabegroting

101 8.3.B Brandweer en rampen-/ crisisbestrijding Regionaal korps per 1 januari 2014 Per 1 januari 2014 ontstaat er één regionaal brandweerkorps binnen de Veiligheidsregio Gelderland Midden. Een korps met 41 posten en ongeveer 860 vrijwilligers. De uitvoering van de brandweerzorg blijft lokaal beschikbaar en de structuur met lokale posten blijft in stand. Het gaat om een omvangrijke operatie waarbij de lokale betrokkenheid (van de gemeenten en van de brandweermensen) goed moet worden geborgd. Zowel de beroepskrachten als de vele vrijwilligers hebben een lokale binding. Binnen de voorbereidingen en planvorming is daarvoor naar ons oordeel voldoende aandacht. Brandweervrijwilligers blijven bij hun lokale posten werken en hun betrokkenheid bij het reilen en zeilen van de brandweerpost blijft hetzelfde. De band met de lokale gemeenschap kan hierbij goed behouden worden. Rol burgemeester en gemeenteraad na regionalisering Ook na regionalisering blijven de gemeentebesturen wettelijk verantwoordelijk voor het niveau van de brandweerzorg per gemeente. Zij maken met VGGM afspraken over de uitvoering. De sector brandweer van VGGM dient met de beschikbare mensen en middelen, capaciteit en kwaliteit, het afgesproken brandweerzorgniveau voor alle gemeenten optimaal en efficiënt te organiseren. Gemeenten krijgen daarbij een meer toezichthoudende rol. De direct sturing op het lokale korps zal minder worden. De gemeenteraden kunnen invloed blijven uitoefenen op het beleid van het bestuur en de brandweerorganisatie. In de eerste plaats door de jaarlijks vast te stellen begroting. Bij het behandelen van de begroting stellen de raden vast hoeveel hun gemeente gaat bijdragen aan de regio en welke prestaties daar tegenover staan. Daarnaast stelt het regiobestuur een vierjarig beleidsplan vast. De gemeenteraden worden geïnformeerd over deze plannen en kunnen zich hierover uitspreken. Indien zij specifieke zaken in de plannen geregeld willen zien, kunnen zij daar hun burgemeester op aanspreken. In december 2012 is het beleidsplan vastgesteld voor de zgn. transformatieperiode: de periode van bouw aan de nieuwe brandweerorganisatie. Voor de beleidsdoelen wordt u verwezen naar de onderstaande tabel. De burgemeester blijft opperbevelhebber van de brandweer. De gezamenlijke burgemeesters vertegenwoordigen de gemeenten in het regiobestuur. Overdracht en financiën Materieel gaat in eigendom over naar de regio. De kazerne blijft in eigendom van de gemeente en zal via een overeenkomst beschikbaar gesteld worden aan de Regio. De gemeente blijft als eigenaar verantwoordelijk voor het groot onderhoud. Een situatie die vergelijkbaar is met verhuur. Op basis van diverse onderzoeken blijkt dat het kostenniveau van onze brandweerorganisatie in vergelijking met de regio laag is. De kwaliteit van de repressie (uitruk) is kwalitatief goed. Aan preventie heeft Scherpenzeel in het verleden weinig prioriteit gegeven. De regio zet hier stevig op in: preventie kan naast slachtoffers ook (dure) uitrukken voorkomen. Verwacht wordt dat dit meerkosten met zich mee zal brengen. In de begroting is structureel rekening gehouden met een kostentoename van ,00. We gaan ervan uit dat dit voldoende zal zijn. Programmabegroting

102 Rampenplan Op 1 oktober 2010 is de Wet Veiligheidsregio s (Wvr) in werking getreden. In de wet is geregeld, dat de veiligheidsregio eenmaal per vier jaar een crisisplan vaststelt. Dit heeft in oktober 2011 plaatsgevonden voor wat betreft de regionale rampenorganisatie en in december 2012 voor de lokale uitwerking bij de gemeenten. Dit crisisplan is in de plaats gekomen van de gemeentelijke rampenplannen. De gemeente is verantwoordelijk voor bevolkingszorg. Kerntaken hierbij zijn onder meer opvang en evacuatie, schaderegistratie en uitvaartzorg. Bevolkingszorg is vanaf 2012 regionaal georganiseerd en wordt centraal aangestuurd. Lokale en regionale functionarissen werken daarbij samen binnen één regionale stafsectie. De lokale functionarissen komen uit de incidentgemeente en sturen de lokale processen aan. De regionale functionarissen komen uit een regionale pool en sturen vooral de regionale processen aan. Vanuit onze gemeente nemen de communicatieadviseur en de directeur/secretaris deel aan de regionale rampenbestrijding, respectievelijk als adviseur Crisiscommunicatie en algemeen commandant Publieke Zorg. Wat willen we bereiken? 1. Zorgen voor een kwalitatief en kwantitatief adequate brandweerzorg, af te meten aan: - Voldoen aan kwaliteitsnormen, zoals uitruktijden, - voldoende zorg voor vrijwilligers, - financieel passend binnen de huidige budgetten, etc ). Speerpunten beleidsplan VGGM: 2. Basis nieuwe brandweerorganisatie op orde. 3. Een brandveilige samenleving Doorontwikkeling repressieve organisatie Wat gaan we doen? Actieve bijdrage leveren aan he functioneren van de regionale brandweer door: monitoring van de kwaliteit van de brandweerzorg in het kader van de overgang naar de nieuw te vormen veiligheidsregio (VGGM); Deelname bestuur en overlegorganen binnen de VGGM. Investeren in ontwikkeling procesgericht organisatiemodel. Investeren in relatie met lokaal bestuur. Inzetten op preventie om onder andere riscioreductie en bevorderen veiligheidsbeleving inwoners en instellingen. Inzetten op verbeteren van repressie: - Snellere opkomsttijden, - Terugdringen loze meldingen. - Voldoende inzet vrijwilligers voor toekomst borgen. - Doelmatig inzetten van financiële middelen. Programmabegroting

103 8.4 Termijnkalender Implementatie cameratoezicht Nieuwe Drank en horecawet in uitvoering. Buurtpreventie geëffectueerd Nieuw veiligheidsplan in werking Voorstellen toetreding regionalisering brandweer 01-01: Vorming Regionale brandweer. Opstellen integraal veiligheidsbeleid (politieregio) Ter kennisgeving aan de raad: PvA Brandstichtingen en Drugsoverlast. Programmabegroting

104 8.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten BOA-capaciteit Totaal Baten Totaal Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten Brandweer Openbare orde en veiligheid Handhaving Totaal lasten Baten Brandweer Openbare orde en veiligheid Handhaving Totaal baten Saldo voor bestemming Reservemutaties Geen Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Programmabegroting

105 PROGRAMMA 9: DIENSTVERLENING, BESTUUR EN ORGANISATIE Portefeuillehouder: B. Visser / E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: V.J.M. van Arkel 9.1 Missie Het gemeentebestuur staat dicht bij haar inwoners. Een toegankelijke houding is hierbij ons uitgangspunt. Onze inwoners en bedrijven worden tijdig betrokken bij nieuwe ontwikkelingen, op een moment dat er nog sprake kan zijn van een wezenlijke inbreng. Wij communiceren op een directe en actieve wijze. Het bestuur is krachtig en zichtbaar aanwezig in de gemeente en de regio. Wij willen een dienstverlenende gemeente zijn. Dit komt tot uitdrukking in het meedenken met onze inwoners, het uit de weg ruimen van bureaucratie en snellere doorlooptijden. Digitaliseren is hierbij een belangrijk instrument. 9.2 Kaderstellende beleidsnota s Coalitieakkoord ; Toekomstvisie 2030; Nota Mandaat (2008); Klachtenregeling (2000); Kadernotitie interactieve beleidsvorming 2003 (wordt in 2013 herzien); Nota communicatiebeleid (2003); Realisatieplan EGEM (2009); Bedrijfsvoeringsconcept gemeentelijke organisatie (2011). 9.3 Programma-onderdelen A. Dienstverlening B. Bestuur en organisatie Programmabegroting

106 9.3.A Dienstverlening Dienstverlening en organisatie De in 2013 ingezette lijn waarbij de focus van de organisatie zich richt op het verbeteren van de dienstverlening wordt in 2014 voortgezet. De vorming van de Gemeentewinkel als Klant Contact Centrum is daarbij een belangrijke stap vooruit. Deze zal naar verwachting per 1 januari 2014 geopend worden. De Gemeentewinkel vergt een doorontwikkeling in de komende jaren waarin deze een steeds centralere rol zal spelen binnen onze dienstverlening: zowel bij bezoeken aan het gemeentehuis, telefonisch, schriftelijk als digitaal. Dat zal de nodige investeringen in met name tijd vergen. Daarnaast wordt de website vervangen. De voorbereidingen hiervoor vinden plaats in 2013, daadwerkelijke oplevering van de nieuwe site zal in 2014 zijn. Naast een belangrijke informatiebron voor onze inwoners, zal de website een steeds centralere plaats innemen binnen onze dienstverlening: meer producten in de digitale winkel. Aanpassing publieksruimte Buitenplaats Om de Gemeentewinkel op een efficiënte wijze te kunnen laten werken en een aantrekkelijke ruimte te creëren om inwoners te ontvangen, wordt in het najaar van 2013 de hal van Buitenplaats aangepast. De huidige inrichting met loketten met rolluiken is niet meer van deze tijd: donker, afstandelijk en niet geschikt voor minder validen. Tegelijkertijd wordt een lift aangebracht zodat de gemeentelijke gebouwen beter voor minder validen toegankelijk worden. Deze aanpassingen zullen binnen de huidige beschikbare budgetten plaatsvinden en daarmee uiterst sober worden uitgevoerd. ICT als ondersteuning voor dienstverlening In 2013 is een informatiebeleidsplan opgesteld. ICT is van groot belang voor de ontwikkeling van onze dienstverlening en vereist de nodige investeringen in onder andere een Klant Contact Systeem. Hiermee kunnen we informatie over een burger bundelen en de voortgang van aanvragen en dergelijke centraal in beeld houden. Hierbij wordt rekening gehouden dat digitaal contact persoonlijk contact niet kan vervangen. De gemeente moet een organisatie zijn met een gezicht. Programmabegroting

107 Wat willen we bereiken? 1. Goede telefonische bereikbaarheid en dienstverlening: snel een deskundige medewerker aan de lijn. 2. Onze inwoners en bedrijven sturen we niet van het kastje naar de muur: voor elke aanvraag/dossier is bij onze inwoners een persoon als aanspreekpunt bekend waar je terecht kunt met vragen. 3. Een website met betere, actuele informatie die makkelijk te vinden is en het aanbieden van meer producten/aanvragen die geheel digitaal kunnen worden afgehandeld. Wat gaan we doen? Vormen van een Front Office voor de gemeentelijk voor zowel de fysieke, digitale als telefonische dienstverlening. Verder ontwikkelen van het niveau van dienstverlening binnen de gemeentewinkel: meer snelproducten, flexibele openingstijden, etc. Eenheid brengen in externe communicatie binnen de Front Office. Vervangen van de website voor een versie die beantwoord aan de eisen van de tijd en meer digitale dienstverlening mogelijk maakt. Tabel effect- en prestatie-indicatoren Indicator Bron Meest recent Duidelijkheid van gemeentelijke informatie in het algemeen Gemeentelijke informatie via lokale kranten Informatie op gemeentelijke website Mate waarin makkelijk aan gemeentelijke informatie is te komen Beoordeling van de totale dienstverlening n.a.v. concrete bezoeken Gemak waarmee over het algemeen een product aan te vragen of te krijgen is Gemak van dienstverlening via Gemak van dienstverlening via internet WSJG-21: Slecht Goed WSJG-22: Slecht Goed WSJG-23: Slecht Goed WSJG-34: Moeilijk Makkelijk WSJG-38: Slecht Goed WSJG-43: Moeilijk Makkelijk WSJG-44: Moeilijk Makkelijk WSJG-45: Moeilijk Makkelijk 7% 58% 4% 71% 6% 63% 6% 65% 7% 81% 5% 77% 8% 58% 7% 61% Ontwikkeling Programmabegroting

108 Indicator Bron Meest recent Mate waarin gemeentelijke regels belemmeren bij het aanvragen of krijgen van een gemeentelijk product of dienst Mate waarin de gemeente heldere taal gebruikt Bereikbaarheid van de gemeente via balie, internet, of telefonisch Juistheid van ontvangen informatie Beoordeling totale afhandeltijd Mate waarin op hoogte wordt gehouden van voortgang Deskundigheid medeweker Mate waarin invloed kan worden uitgeoefend op de manier waarop vraag word afgehandeld of probleem opgelost Bereidheid van medewerker om te helpen Mate waarin medewerker zich verantwoordelijk toonde om vraag of probleem op te lossen Mate waarin medewerker signalen oppakte Manier waarop medewerker de hele gemeente vertegenwoordigde Mate waarin medewerker zelf probeerde de vraag te beantwoorden voordat doorverwijzing plaatsvond Mate waarin medewerker verraste met de service die verleend werd Manier waarop gemeente klachten behandelde Mate waarin burger kreeg wat hij wilde WSJG-46: Slecht Goed WSJG-47: Slecht Goed WSJG-48: Slecht Goed WSJG-49: Slecht Goed WSJG-50: Slecht Goed WSJG-51: Slecht Goed WSJG-52: Slecht Goed WSJG-53: Slecht Goed WSJG-54: Slecht Goed WSJG-55: Slecht Goed WSJG-56: Slecht Goed WSJG-57: Slecht Goed WSJG-58: Slecht Goed WSJG-59: Slecht Goed WSJG-60: Slecht Goed WSJG-61: Slecht Goed 14% 26% 6% 59% 8% 75% 8% 71% 13% 61% 15% 57% 6% 72% 16% 48% 6% 77% 9% 69% 11% 71% 9% 61% 10% 63% 11% 49% 23% 48% 14% 63% Ontwikkeling Programmabegroting

109 9.3.B Bestuur en organisatie Bestuurlijke toekomst Scherpenzeel is en blijft een zelfstandige gemeente. Er zullen binnen deze collegeperiode geen initiatieven worden ontplooid op het gebied van ambtelijke dan wel bestuurlijke samenvoeging. Om ons takenpakket op voldoende kwaliteitsniveau uit te kunnen voeren tegen een reëel kostenniveau, is het noodzakelijk om meer en breder regionaal samen te werken dan wel bepaalde taken uit te besteden. Wij richten ons op dit vlak in eerste instantie op de Regio FoodValley-gemeenten. De belangrijkste bestuurlijke randvoorwaarden voor samenwerking zijn: Het sturing kunnen geven aan en invloed kunnen houden op ons eigen beleid dient gewaarborgd te blijven. Er dient in Scherpenzeel een volledig dienstenpakket voor onze inwoners aangeboden te worden. Samenwerken dient in termen van kwetsbaarheid, kwaliteit en kosten kwantificeerbare voordelen/meerwaarde te hebben. Samenwerking In de jaren 2013 en 2014 zal het initiëren en uitbouwen van samenwerking voor onze gemeente centraal staan. In diverse onderdelen van deze paragraaf komt dat nader terug, zowel op het gebied van bedrijfsvoering als beleidsinhoudelijk. Samenwerking is noodzakelijk om ons takenpakket op een goede wijze uit te kunnen voeren en over een toekomstbestendige ambtelijke ondersteuning te kunnen beschikken. Uitvoeringsprogramma Regio FoodValley In het voorjaar van 2012 hebben de colleges van de FoodValley-gemeenten het uitvoeringsprogramma vastgesteld. Daarbij heeft uw Raad de cofinanciering voor het regiocontract beschikbaar gesteld. De uitvoering is in 2012 gestart waarbij de projecten enkele jaren doorlopen. In de dekking voor het uitvoeringsprogramma is via de begroting voorzien. Nieuw initiatief binnen de regio FoodValley is het initiatief van het mobiliteitsfonds. Inhoudelijk wordt daar in programma 2 nader op ingegaan. Nieuwe taken De gemeente wordt verantwoordelijk voor diverse nieuwe taken. Met name gaat het hierbij om de decentralisaties: Jeugd, AWBZ en de komst van de Participatiewet. Deze taken zullen de bedrijfsvoering van de gemeente raken. Nog steeds is niet helder wat dit concreet betekent: in welke mate? Wat kunnen we zelf en wat moeten we uitbesteden dan wel de samenwerking in de regio zoeken? Vanuit de verantwoordelijk bewindspersoon van Binnenlandse Zaken, wordt sterke druk gelegd op het organiseren van voldoende uitvoeringskracht om deze taken aan te kunnen, waarbij wordt aangegeven dat intensieve samenwerking daarbij onontkoombaar is. De decentralisaties worden binnen de Regio FoodValley-gemeenten opgepakt. Hierbij wordt gekeken wat er persé regionaal moet (deels ook wettelijk bepaald, vooral bij de jeugdzorg) en wat er lokaal kan. Ook Scherpenzeel hanteert dit uitgangspunt. Echter zal Scherpenzeel niet alle lokale taken zelf aankunnen en zal hierbij één of meerdere samenwerkingspartners moeten zoeken. Scherpenzeel hanteert daarbij voor deze centralisatie als ook voor andere als strategie 3 fases: 1. Taken die regionaal (of zelfs bovenregionaal) opgepakt moeten worden: voorkeur om dit onder te brengen binnen Regio FoodValley. Programmabegroting

110 2. Taken die in verband met kwetsbaarheid, kwaliteit en kosten niet door Scherpenzeel alleen opgepakt kunnen worden: voorkeur om dit samen met gelijkgestemde buurgemeente op te pakken, bij voorkeur een FoodValley- gemeente: we zijn hierover in gesprek met Barneveld. 3. Taken die Scherpenzeel zelfstandig aan kan: dit zijn bij voorkeur taken die de het dichts bij de burger staan: zoals de toeleiding tot zorg, casemanagement, intake, etc.. De impact van bovenstaande ontwikkelingen op de formatie en begroting is niet bekend. Daarnaast is nog niet concreet welke taken we zelf gaan uitvoeren en welke zaken we in samenwerking dan wel uitbesteding gaan oppakken. Ook over de financiële consequenties valt nog niets concreets te zeggen. Wel is al helder dat het om veel geld gaat: landelijk wordt uitgegaan van de toename van het begrotingstotaal met 50%. Voor ons is dat circa 7 miljoen. 19 maart 2014 Gemeenteraadsverkiezingen Op 19 maart 2014 worden gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Met de kosten hiervoor is in de begroting rekening gehouden. Communicatie en burgerparticipatie De gemeente heeft als doel om inwoners actief en in een vroeg stadium te betrekken bij het opstellen van nieuw beleid. Daarom organiseert zij regelmatig informatieavonden waarop belangstellenden hun mening kunnen geven op plannen van de gemeente. (Hondenpoepbeleid, Plan Zuid, Structuurvisie etc.). Niet alle onderwerpen zijn geschikt voor burgerparticipatie. Dit hangt af van verschillende factoren. Om hier eenduidig mee om te gaan, wordt in 2013 een participatienota opgesteld met een concrete beslisboom. Hiermee kan een ieder voor zichzelf bepalen of burgerparticipatie past bij het onderwerp en de doelgroep. In 2014 is het de bedoeling dat burgerparticipatie verankerd is in projectplannen en collegevoorstellen. Begin 2013 werden de resultaten van het gehouden tevredenheidsonderzoek naar communicatiemiddelen bekend. Op basis daarvan zijn aanbevelingen gedaan die in 2013 en 2014 uitgevoerd worden. Het aantal volgers op Social media van de gemeente stijgt. Op Twitter heeft de gemeente 389 volgers, op Facebook 170 likes. Een bericht over hondenpoep dat op Facebook door anderen is gedeeld, heeft hierdoor 657 mensen bereikt. Op dat zelfde bericht hebben meer dan 22 inwoners een reactie gegeven. Serieuze aantallen die laten zien dat social media ook voor gemeenten een steeds belangrijker communicatiemiddel is om met inwoners in contact te komen. Wat willen we bereiken? 1. Scherpenzeel voor de lange termijn in staat stellen om op een kwalitatief goede wijze de gemeentelijke taken aan te kunnen. 2. Bij wettelijk verplichte regionale samenwerking onze belangen als kleine gemeente zoveel mogelijk veilig- Wat gaan we doen? Samenwerking binnen de Regio FoodValley dan wel buurgemeenten zoeken om het gebied van bedrijfsvoering en beleidsinhoudelijke terreinen, binnen de bestuurlijke randvoorwaarden met als doel de kwaliteit van de uitvoering van onze taken te borgen en daarnaast invulling te geven aan de taakstelling op de bedrijfsvoering. Inzetten op een vormgeving van samenwer- Programmabegroting

111 stellen. 3. Wat betreft de activiteiten op zondag; houden zoals het nu is. 4. Inwoners, bedrijven en organisaties in een vroegtijdig stadium informeren en betrekken bij ontwikkelingen in onze gemeente. 5. Wij willen duidelijk en helder communiceren met onze inwoners en schrijven helder en begrijpelijk. Onze besluiten zijn goed en helder gemotiveerd. king die niet nadelig is voor de relatief kleine deelnemers. De status quo handhaven t.a.v. zondagsrust. Actiever informeren van de buitenwacht en het organiseren van participatiebijeenkomsten waarin inwoners kunnen meepraten over plannen. Verankering participatiebeleid in gemeentelijke plannen op basis van de Nota Inwonerparticipatie. Werken aan heldere correspondentie en beter onderbouwde besluiten. Programmabegroting

112 Indicator Bron Meest recent Percentage gegronde bezwaarschriften Beoordeling van alles wat de gemeente doet voor de inwoners doet: veiligheid, leefbaarheid, woon- en leefklimaat, zorg en welzijn, werkgelegenheid, gemeentelijke economie en directe individuele dienstverlening Manier waarop gemeente inhoudt geeft aan relatie met inwoners Mate waarin kiezer invloed heeft op wat er in de gemeente gebeurt Mate waarin burger zich vertegenwoordigd weet door de gemeenteraad Vertrouwen in burgemeester en wethouders Mate waarin B&W hun beloften waarmaken Manier waarop gemeente bestuurd wordt Duidelijkheid van gemeentelijke regels en verordeningen Manier waarop gemeente deze regels controleert en handhaaft Mate waarin inwoners betrokken worden bij totstandkoming van plannen Mate waarin inwoners betrokken worden bij uitvoering van plannen Mate waarin gemeente interesse heeft voor mening van inwoners Mate waarin inwoners invloed hebben op wat gemeente doet Mogelijkheid tot inspraak op gemeentelijke plannen Mate waarin gemeente luistert en iets doet met idee of initiatief tot verbeteringen Ontwikkeling Bezwarencommissie WSJG-1: Slecht Goed WSJG-13: Slecht Goed WSJG-14: Slecht Goed WSJG-15: Slecht Goed WSJG-16: Weinig vertr. Vertrouwen WSJG-17: Slecht Goed WSJG-18: Slecht Goed WSJG-19: Slecht Goed WSJG-20: Slecht Goed WSJG-24: Slecht Goed WSJG-25: Slecht Goed WSJG-26: Slecht Goed WSJG-27: Slecht Goed WSJG-28: Slecht Goed WSJG-29: Slecht Goed 5% (1 van 21) 5% 61% 7% 48% 24% 26% 18% 27% 16% 52% 17% 29% 13% 40% 10% 47% 17% 33% 15% 38% 18% 33% 16% 41% 25% 23% 16% 37% 24% 27% 2013: 5% 2014: 3% 2015: 2% 2016: 2% 2017: 2% Programmabegroting

113 Indicator Bron Meest recent Mate waarin gemeente door inwoners bedachte plannen in uitvoering brengt WSJG-30 Ontwikkeling Gegevens niet bruikbaar Mate waarin inwoners gelegenheid krijgen om zelf bedachte plannen onder de aandacht te brengen WSJG-31 Gegevens niet bruikbaar Programmabegroting

114 9.4 Termijnkalender Start RUD- OddV Start FrontOffice/KCC Nota Inwonerparticipatie Oplevering nieuwe website Gemeenteraadsverkiezingen (19-03) Programmabegroting

115 9.5 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten Dotaties onderhoudsvoorziening Gevolgen Informatiebeleidsplan PM PM PM PM Uitvoeringskosten bijzondere bijstand Uitvoeringskosten WWB/Ioaw Besparing kosten HR Totaal Baten Totaal Programmabegroting

116 9.5.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W /004 Burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning gemeenteraad Totaal lasten Baten Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W /004 Burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning gemeenteraad Totaal baten Saldo voor bestemming Toev. Onttr. Reservemutaties Alg. reserve: - Kasschuif NUP Res. Automatisering Alg. reserve: - EGEM (stelpost) Kasschuif NUP Frictie RUD Res. huisvesting Res. Automatisering Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Programmabegroting

117 Tabel incidentele baten en lasten (die niet worden gedekt uit een reserve) Lasten Incidenteel Storting Alg. reserve (NUP) Strategische adviezen Baten Totaal incidenteel Raadsbegroting Raad en commissies Personeelslasten raadsleden Presentiegelden en onkostenvergoedingen Thema-avond en opleidingen Excursies Notuleren Raad en Cie. Onderzoek indicatoren programmabegroting Kapitaallasten geluidsinstallatie Totaal Raadsondersteuning Ambtelijke ondersteuning (uren) Rekenkamer Fractie-ondersteuning Kosten accountant Onderzoek indicatoren programmabegroting Huur De Breehoek Vergaderkosten en notuleren Overname Ipads door raadsleden Totaal Totaal raadsbegroting Programmabegroting

118 PROGRAMMA 10: ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 10.1 Kaderstellende beleidsnota s - Treasurystatuut; - Financiële verordening art. 212; - Controleverordening art. 213; - Onderzoeksverordening art. 213a; - Nota reserves en voorzieningen; - Nota waardering en afschrijving vaste activa; - Belastingverordeningen; - Legesverorderingen Financieel beleid en belastingen Dit programma omvat de algemene dekkingsmiddelen zoals de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de belastingen, etc. Daarmee wordt het grootste deel van de opbrengsten van de gemeente verantwoord in programma 10. In de eerste plaats gaat het om de Algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze uitkering staat flink onder druk door de rijksbezuinigingen. De begroting is gebaseerd op de meicirculaire 2013; de septembercirculaire bevat waarschijnlijk meer nieuws over de invulling van het bezuinigingspakket van 6 miljard, maar verschijnt te laat om in de begroting op te nemen. De gemeentelijke belastingen maken eveneens onderdeel uit van dit programma. Belasting betalen vindt niemand leuk. Daarom is dit niet een onderwerp waarmee de gemeente zich populair maakt, terwijl de woonlasten in Scherpenzeel relatief laag zijn. Belastingverordeningen zijn er om het gelijkheidsbeginsel inhoud te geven. Hiermee krijgt de burger duidelijkheid en zekerheid, maar niet altijd zijn zin. De regelgeving wordt daarom rechtlijnig toegepast, waarbij de burgers recht hebben op een goede communicatie en een eerlijke behandeling. Programmabegroting

119 Wat willen we bereiken? 1. Een gezond en sluitend meerjarenperspectief 2. Een evenwichtige jaarbegroting 3. Financieel beleid volgens vastgestelde randvoorwaarden 4. Goede uitvoering van de gemeentelijke belastingen 5. Actuele tarieven voor gemeentelijke heffingen Wat gaan we doen? Nauwlettend volgen van effecten van kabinetsbeleid op Gemeentefonds Lopende bezuinigingen monitoren. Huidige niveau AO/IC handhaven Actualiseren van Treasurystatuut en Nota waardering en afschrijving vaste activa Herijken leges omgevingsvergunningen en burgerzaken Uitvoering aanpassen aan Wet Hof en schatkistbankieren Koppeling WOZ-BAG benutten Herijken beleids- en uitvoeringsregels Communicatie over de belangrijkste items van de belastingverordeningen Eenduidige uitvoering van de belastingverordeningen Efficiënte afhandeling bezwaarschriften Actualiseren leges Herijken structuur lijkbezorgingsrechten Herijken structuur rioolheffing Indicator Bron Meest recent Mate waarin gemeente voldoende doet voor belastinggeld WSJG-35: Weinig Veel 22% 17% Ontwikkeling Programmabegroting

120 10.3 Termijnkalender Koppeling WOZ-BAG Invoering Wet Hof Start schatkistbankieren Herijken leges omgevingsvergunning en burgerzaken Treasurystatuut Nota waardering en afschrijving vaste activa Nota reserves en voorzieningen Financiële verordening Controleverordening Onderzoeksverordening Nota Grondbeleid Programmabegroting

121 10.4 Wat mag het kosten? Nieuwe beleidsvoornemens Lasten Vervallen stelpost prijsstijgingen Totaal Baten Toeristenbelasting Totaal Programmabegroting

122 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten Uitzettingen korter < 1 jaar 913 Beleggingen Geldleningen en uitzettingen > 1 jaar 921 Algemene uitkering Onvoorziene uitgaven 930 Waardering onroerende zaken Belastingen Saldi Kostenplaatsen Totaal lasten Baten Uitzettingen korter < 1 jaar 913 Beleggingen Geldleningen en uitzettingen > 1 jaar 921 Algemene uitkering Onvoorziene uitgaven 930 Waardering onroerende zaken Belastingen Saldi Kostenplaatsen Totaal baten Saldo voor bestemming Reservemutaties Geen Totaal reservemutaties Saldo na bestemming Programmabegroting

123 Tabel incidentele baten en lasten (die niet worden gedekt uit een reserve) Incidenteel Lasten Urentoerekening Plan Zuid Baten Totaal incidenteel Programmabegroting

124 PROGRAMMA 11: RESERVES Het programma omvat de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. In overeenstemming met de voorschriften worden onttrekkingen en toevoegingen aan reserves binnen de begroting expliciet zichtbaar gemaakt. De stand van de reserves is te vinden in het overzicht specificatie van het eigen vermogen (zie bijlagen). Toevoegingen Toegerekende rente Algem. reserve Reserve GVVP Egalisatiereserve wegen Reserve lichtmasten Reserve grondexploitatie Reserve onderwijsgebouwen Reserve FoodValley Reserve JOS Reserve riolering Reserve automatisering Totaal toevoegingen Programmabegroting

125 Onttrekkingen Algemene reserve Reserve onderwijsgebouwen Kwaliteitsreserve soc. Woningbouw Reserve monumenten Reserve GVVP Reserve WMO Reserve huisvesting Reserve lening Breehoek Afvalstoffenheffing Reserve herinrichting sportpark De Bree Reserve automatisering Reserve riolering Reserve bodemsanering Reserve onderhoud wegen Reserve WWnV en Participatie Totaal onttrekkingen Saldo reservemutaties Programmabegroting

126 RECAPUTILATIE PROGRAMMA S Pr. Lasten Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening 2 Beheer openbare ruimte en sport 3 Economische zaken en werkgelegenheid 4 Kunst, cultuur en recreatie 5 Onderwijs en educatie 6 Zorg en Welzijn Natuur en milieu Openbare Orde en Veiligheid 9 Dienstverlening, bestuur en organisatie 10 Algemene dekkingsmiddelen Totale lasten Pr. Baten Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening 2 Beheer openbare ruimte en sport 3 Economische zaken en werkgelegenheid 4 Kunst, cultuur en recreatie 5 Onderwijs en educatie 6 Zorg en Welzijn Natuur en milieu Openbare Orde en Veiligheid 9 Dienstverlening, bestuur en organisatie 10 Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten Saldo begroting voor bestemming Programmabegroting

127 Pr. Toev. Reserves Rentetoevoeging Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening 2 Beheer openbare ruimte en sport 3 Economische zaken en werkgelegenheid 4 Kunst, cultuur en recreatie 5 Onderwijs en educatie 6 Zorg en Welzijn 7 Natuur en milieu 8 Openbare Orde en Veiligheid 9 Dienstverlening, bestuur en organisatie 10 Algemene dekkingsmiddelen 11 Toevoegingen Pr. Onttr. Reserves Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening 2 Beheer openbare ruimte en sport 3 Economische zaken en werkgelegenheid 4 Kunst, cultuur en recreatie 5 Onderwijs en educatie 6 Zorg en Welzijn 7 Natuur en milieu Openbare Orde en Veiligheid 9 Dienstverlening, bestuur en organisatie 10 Algemene dekkingsmiddelen 11 Onttrekkingen Saldo begroting Voordelig Nadelig Voordelig Voordelig Voordelig Voordelig Programmabegroting

128 EMU- saldo Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Op basis van het BBV dient in de programmabegroting een berekening opgenomen te worden van het gemeentelijk aandeel in het EMU-saldo. Gemeenten hebben ook invloed op de omvang van het EMU-saldo. Het zal duidelijk zijn dat de bijdrage van Scherpenzeel hierin marginaal is. 1 Exploitatiesaldo voor toevoeging cq onttrekking uit reserves Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Uitgaven aan investeringen in (im)materiele vaste activa die op de balans worden geactiveerd + 5 De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen + 6a Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiele vaste activa - 6b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiele vaste activa - 7 Uitgaven aan aankoop van gronden en de uitgaven aan bouw- en woonrijp maken e.d. + 8a Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) - 8b Boekwinst op grondverkopen - 9 Betalingen ten laste van voorzieningen Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen ondere één van de andere genoemde posten 11b Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen Totale Emu-saldo Programmabegroting

129 PARAGRAFEN Programmabegroting

130 Programmabegroting

131 PARAGRAFEN ALGEMEEN De voor de programmabegroting voorgeschreven paragrafen hebben als doel een dwarsdoorsnede te geven van de begroting, telkens bezien vanuit een bepaald perspectief. Hiermee wordt de informatie die in de programma s en overige financiële stukken versnipperd is weergegeven gebundeld. De raad krijgt hierdoor een beter zicht op verschillende onderdelen die van belang zijn voor het financieel beheer van de gemeente. Met de paragrafen heeft de raad een instrument in handen dat kan bijdragen aan de kaderstellende en controlerende functie. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft de volgende verplichte paragrafen voor. 1. Bedrijfsvoering Deze paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken rond de bedrijfsvoering van de gemeente. Het gaat hierbij om onderwerpen als personeel, automatisering en planning & control. 2. Weerstandsvermogen In deze paragraaf draait het om de vraag in welke mate onze gemeente in staat is middelen vrij te maken om financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van het huidige beleid en dienstverleningsniveau. 3. Onderhoud van kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in het onderhoud van de infrastructuur en de gemeentelijke gebouwen. Dit wordt gerelateerd aan de relevante beheersplannen. 4. Financiering Inzicht wordt gegeven in de financieringswijze van het gemeentelijk takenpakket en over hoe wordt omgegaan met gelden die tijdelijk overtollig zijn. 5. Grondbeleid Bij dit onderdeel is weergegeven wat het gemeentelijk grondbeleid is, hoe dit wordt uitgevoerd en wat de actuele (financiële) stand is van de grondcomplexen. 6. Verbonden partijen Scherpenzeel heeft zich bestuurlijk en financieel gebonden aan diverse organisaties. Dit worden verbonden partijen genoemd. In deze paragraaf worden deze partijen in beeld gebracht waarbij ook het financiële belang wordt benoemd. 7. Belastingen en tarieven In deze paragraaf vindt u het beleid van Scherpenzeel met betrekking op lokale heffingen. Opgenomen is onder andere een overzicht van de belastingtarieven en opbrengsten. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de lokale belastingdruk. Programmabegroting

132 1. PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING Organisatie Om onze dienstverlening goed vorm te kunnen geven, brengen wij onze kerndienstverlening onder in één gezamenlijke afdeling: de gemeentewinkel. De mate van inwonercontacten is hierbij bepalend. De gemeentewinkel is feitelijk de FrontOffice. Dit betekent bijvoorbeeld dat de Belastingen, Vraagwijzer, Burgerzaken en Loket OddV binnen deze afdeling gepositioneerd zijn. De organisatiestructuur per 1 januari 2014 is naar verwachting als volgt: Gemeentewinkel: Frontoffice / klantcontactcentrum; Samenleving: maatschappelijk en sociaal beleid, sport en veiligheid; Ruimte en Groen: RO en beheer openbare ruimte; Bedrijfsvoering: Financiën, ICT, facilitaire zaken en P&O). Schematisch weergegeven: Beoogd is de organisatorische aanpassing per 1 januari 2014 een feit te laten zijn. Op dit moment (september 2013) bevinden we ons in het besluitvormingstraject, waar ook de Ondernemingsraad een rol heeft. Vanwege het feit dat bij deze organisatieaanpassing een sociaal statuut nodig was is de doorlooptijd langer geweest dan vooraf in te schatten was. Van formatie-uitbreiding als gevolg van deze organisatiewijziging is geen sprake. Samenwerking Op het gebied van samenwerking gerelateerd aan de bedrijfsvoering wordt gewerkt aan verschillende kansrijke initiatieven: Voorbereiding en uitvoering 3D s: met de Regio FoodValley-gemeenten en op onderdelen met de gemeente Barneveld. Samenwerking P&O: Leusden, Barneveld, Nijkerk, Woudenberg en Bunschoten. Woudenberg en Scherpenzeel hebben reeds een gezamenlijke afdeling. ICT, diverse trajecten: grootschalige samenwerking met hierboven genoemde gemeenten (er zal in 2014 meer duidelijkheid komen over haalbaarheid), hosting pakketten met Barneveld. Leusden voert reeds jaren het systeembeheer en de helpdeskfunctie voor ons uit. Programmabegroting