Concept 1 e Begrotingswijziging 2016

Transcriptie

1 Concept 1 e Begrotingswijziging 2016 Opgesteld door het Dagelijks Bestuur d.d. 17 december 2015 Vast te stellen door het Algemeen Bestuur d.d. 31 maart 2016 De secretaris De voorzitter F. Dijk M.E.E. de Beer 1

2 Inhoudsopgave 1. Bestuurlijke inleiding Dashboard Strategische cockpit (gemeentelijke KPI s) Kengetallen Financiële Overzichten e swijziging 2016 GR WOZL Rijkssubsidie Taakstelling en Tekortfinanciering Risicomodel Bijlagen Bijlage Balanced Score Card Bijlage Terminologie Terminologie rapportage Terminologie primair proces Bijlage Geconsolideerde Begroting Resultatenrekening BV s Toelichting verbonden partijen Primair proces IDU Bijlage Overzicht Baten en lasten (conform regelgeving BBV) Bedrijfsvoering Uitvoering Wsw Uitvoering WIW/ID Uitvoering overig Verbonden partijen Personeelskosten Wsw Kerstens gelden Bijdragen en algemene dekkingsmiddelen Financiering Bijlage Bijdragen (conform regelgeving BBV ) Subsidiedifferentiatie Meerjarig overzicht baten & lasten Bijlage Integraal Risico Model

3 1. Bestuurlijke inleiding Het kader voor de Op 2 juli 2015 is door het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid Limburg (WOZL) de 2016 met de meerjarenramingen vastgesteld. Deze originele 2016 was grotendeels gebaseerd op de inzichten van de 1 ste swijziging 2015, zoals deze in het najaar van 2014 was opgesteld en vastgesteld. Met deze 1 ste swijziging 2016 met de meerjarenramingen wordt een gepresenteerd die evenals eerdere sjaren is gebaseerd op de koers die door de deelnemende gemeenten in de GR WOZL eerder in 2011 is vastgesteld en aangevuld met adviezen door de portefeuillehouders arbeidsmarktbeleid. Een van de belangrijkste strategische uitgangspunten hierbij is dat de marktbenadering in volledige afstemming met het Werkgevers Servicepunt Parkstad (WSP Parkstad) dient plaats te vinden en de organisatie Detacheringen OZL BV zich in twee jaar gerekend vanaf voorjaar 2015 voorbereidt op een naadloze aansluiting op en integratie met het WSP. In deze zijn de resultaten van de eigen uitvoeringsorganisaties (de WOZL bv s) meegenomen. Hierin zijn de nodige aanscherpingen aangebracht gerelateerd aan de noodzakelijke verbeteringen, zoals die in het verbeterprogramma Groen Licht zijn verwoord. De koers voor de GR WOZL voor de komende jaren is door de gemeenten als volgt geduid: de regie op de uitvoering van de Wsw ligt bij de deelnemende gemeenten. Deze regie reikt tot op klantniveau en is gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de werknemer in plaats van de continuïteit van een bedrijf. de primaire doelgroep is Wsw oud. WOZL richt zich op de doelgroep Wsw beschut. een zo klein mogelijk beschutte werkomgeving voor die wsw-medewerkers die (ook niet via groepsdetachering) naar buiten zijn te plaatsen waarna deze afdeling teruggaat naar het publieke domein. het zo maximaal mogelijk detacheren van Wsw medewerkers via groeps- of individuele detachering bij reguliere werkgevers / externe opdrachtgevers; geen eigen risicovolle en kapitaalintensieve activiteiten; de marktbenadering in volledige afstemming met het Werkgeversservicepunt (WSP) Parkstad; de organisatie Detachering OZL wordt zodanig voorbereid dat deze naadloos kan aansluiten op of geïntegreerd kan worden in het WSP Parkstad per december Bovendien spelen de deelnemende gemeenten met de oprichting van gemeentelijke werkbedrijven tegelijkertijd in op het uitgangspunt lokaal organiseren wat lokaal kan en waar mogelijk op regionaal niveau. 3

4 Ontwikkelingen in beleid De invoering van de Participatiewet heeft per 1 januari 2015 plaatsgevonden en mede met de ingezette koers geleid tot een aantal ontwikkelingen die in het jaar 2015 in gang zijn gezet, zoals het uitwerken van de contouren van het arbeidsmarktbeleid in de regio Oostelijk Zuid Limburg. Samen met de overige ontwikkelingen na aanleiding van de door de deelnemende gemeenten vastgestelde strategische uitgangspunten leidt dit tot verdere aanscherping van beleid en daarmee ook van de opdrachtformulering aan de verbonden partijen. De hiervoor liggende 1 ste swijziging is gebaseerd op de beleidsuitgangspunten van de GR WOZL, waarbij de opdrachtnemers binnen deze beleidsuitgangspunten geacht worden uitvoering te geven aan hun opdracht. De effecten van de invoering van de Participatiewet waarmee in deze rekening wordt gehouden zijn in hoofdlijnen onder andere, dat: de rechten van personen met een Wsw-dienstverband per 1 januari 2015 op basis van de Wet sociale werkvoorziening ongemoeid zijn gelaten, met de invoering van de Participatiewet er geen wachtlijst Wsw meer is, er geen nieuwe instroom meer van Wsw-medewerkers meer van toepassing is; de Rijksbijdrage als subsidie voor de uitvoering van de Wsw in de komende jaren jaarlijks met 500,- per arbeidsjaar (AJ) wordt verminderd met uitzondering van het sjaar 2016 waarvoor vanuit het Participatiebudget 62 minder beschikbaar 1 is voor de oude Wsw groep per AJ. Vanuit de Participatiewet wordt toegewerkt naar één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt die door de gemeenten wordt uitgevoerd. Iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt valt onder deze wet, waarbij de gemeente dient aan te geven op welke wijze en met welke inspanning zij gaan participeren. Opdrachtverstrekking in relatie tot genomen besluiten De opdracht die de GR WOZL aan de verbonden partijen, in het bijzonder aan de eigen uitvoeringsorganisaties meegeeft in relatie tot de oude Wsw- doelgroep, kan als volgt worden samengevat: 1. zorg voor duurzame plaatsingen op passend werk met een bijpassend rendement, waardoor de tekortfinanciering voor gemeenten zoveel als mogelijk wordt beperkt; 2. realiseer daartoe zoveel als mogelijk detacheringsplekken bij reguliere werkgevers, zowel op individuele basis als in groepen; 3. creëer een veilige en passende werkomgeving voor de medewerkers die op beschut werk binnen de eigen muren van de uitvoeringsorganisaties zijn aangewezen en beperk deze groep zoveel als mogelijk; 1 Conform September circulaire 2015 gepubliceerd door het Ministerie van SZW. 4

5 4. bouw risicovolle en kapitaalintensieve activiteiten, met name in de beschutte omgeving verder af en zoek daartoe samenwerking met andere partijen om deze activiteiten aan over te dragen; 5. zorg voor een sobere en doelmatige uitvoering i.c. bedrijfsvoering en begeleiding in het werk, zodat de tekortfinanciering zoveel als mogelijk beperkt wordt 6. tref in het komende sjaar de nodige maatregelen en neem de benodigde acties om detacheringen te laten aansluiten of te integreren in het WSP Parkstad. Flexibiliteit, beheersbaarheid, transparantie en borging van kwalitatief doelmatige processen zijn hierbij kernbegrippen in de verdere ontwikkeling van de betreffende eigen uitvoeringsorganisaties. Bij deze opdrachtverstrekking kan de situatie zich voordoen dat er om moverende redenen besluiten op bestuurlijk niveau van de GR WOZL genomen (moeten) worden, die afwijken van eerdere kaders meegegeven aan de verbonden partijen. Dit kan er toe leiden dat de mogelijkheden om de tekortfinanciering terug te dringen voor diezelfde verbonden partijen daarmee beperkt worden. De in het najaar 2013 ingezette transitie als eerste stap in de opbouw van de 100% deelnemingen heeft geleid tot een aantal ontwikkelingen die in de opdrachtverstrekking door de GR WOZL worden meegenomen. Daarnaast hebben de gemeentelijke aandeelhouders vertegenwoordigt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) en de bestuurders van de GR een aantal besluiten in lijn met deze transitie genomen met een rechtstreekse invloed op de opdrachtverstrekking vanuit de GR WOZL. Dit betreft voornamelijk de volgende zaken. De beoogde organisatiestructuur voor de eigen uitvoeringsorganisaties (de OZL bv s) bestaat uit de WOZL1 BV als consolidatiemaatschappij met daaronder als uitvoeringsorganisaties de OZL Beschut BV en de OZL Detachering BV, die beiden ondersteunt worden door de OZL Ondersteuning BV. Hierbij is het eerder vastgestelde primaire proces IDU (kanteling van mensontwikkeling naar effectieve en duurzame plaatsing, begeleiding en ontwikkeling van de doelgroep) de leidraad voor de totale uitvoeringsorganisatie (zie voor toelichting bijlage 5.5). Daarnaast wordt in het kader van de verdere transformatie van de GR WOZL nadrukkelijk ingezet op een verdergaande herstructurering en optimalisatie van bedrijfsprocessen, een commerciële marktbenadering in volledige afstemming met het WSP en een op de participatiegedachte gebaseerde cultuuromslag 2 (zie ook hierna bij overige ontwikkelingen ). De hierbij benodigde omslag in denken en handelen heeft niet alleen betrekking op de uitvoeringsorganisaties alleen, maar zeker ook op de markt en de (politieke) omgeving waarbinnen uitvoering gegeven wordt aan de opdracht door de uitvoeringsorganisaties. 2 Dit betreft voornamelijk de bedrijfsprocessen, zoals die binnen de eigen uitvoeringsorganisatie van toepassing zijn. Hier ligt een duidelijke verbinding met de projecten die met de aangevraagde Kerstens gelden zijn benoemd. 5

6 Overige ontwikkelingen In het voorjaar van het jaar 2015 is door de eigen uitvoeringsorganisaties een verbeterprogramma voorgesteld aan de AvA, in vervolg en aansluiting op de thema s die verwoord staan in de strategische notitie Werken is ontwikkelen en participeren. Dit verbeterprogramma met de werktitel Groen Licht is vervolgens conform opdracht van de AvA en het bestuur verwerkt in een aanvraag voor extra door het Rijk beschikbaar gestelde subsidie voor herstructurering van werkbedrijven in relatie tot de invoering van de Participatiewet. De aanvraag voor deze zogenaamde Kerstens gelden is door de centrumgemeente Heerlen tijdig ingediend en inmiddels toegekend. Deze gelden worden beheerd door het Regionaal Arbeidsnetwerk (RAN) en zijn nauw verbonden met Groen Licht. Bij formele toekenning van deze gelden aan de diverse in Kerstens opgenomen projecten leidt dit tot een zodanige financiering dat het totale verbeterprogramma binnen de uitvoeringsorganisaties uitgevoerd kan worden. Deze Kerstens gelden zijn door de GR WOZL als baten en lasten verwerkt in het overzicht baten en lasten als in de bijlagen in hoofdstuk 5 opgenomen en leiden binnen de GR niet tot financieel resultaat. Indien onverhoopt deze gelden niet aan de diverse projecten in Groen Licht worden toegekend leidt dit waarschijnlijk tot een hoger tekort bij de uitvoeringsorganisaties. Met betrekking tot het vraagstuk van sturing, verantwoording en toezicht voor de verschillende stakeholders is een notitie voor de bijpassende Governancestructuur aan het bestuur van de GR WOZL ter besluitvorming voorgelegd. De hierin geformuleerde aanpassingen moeten leiden tot een gewijzigde (meer doelmatige) opzet van de hier gepresenteerde, die past bij de beleidsregiefunctie van de GR WOZL en het toezicht van het bestuur namens haar gemeenten op de gemeentelijke (beleids)doelstellingen. De voorgelegde voor zienswijzen gemeenten In de voorliggende 1 ste swijziging 2016 met meerjarenraming van de GR WOZL inclusief verbonden partijen is vorenstaande verwerkt. Ook is rekening gehouden met een relatief grote teruggang van de formatie Wsw, daar er vanaf 2015 geen - of zeer beperkt - instroom meer plaatsvindt. In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op het totale takenpakket van de GR WOZL en de daarbij behorende programmaverantwoording ( overzicht baten & lasten ). Mochten in de loop van het komende sjaar 2016 wijzigingen optreden in de rol van de GR WOZL dan zal dit waar mogelijk en noodzakelijk worden verwerkt in een toekomstige swijziging. 6

7 Samengevat ziet de 1 ste swijziging 2016 er als volgt uit: Totaal baten en lasten 1e swijziging 2016 (bedragen x 1.000,-) Baten Lasten Saldo Rubriek origineel bijgesteld origineel bijgesteld origineel bijgesteld Bedrijfsvoering Uitvoering Wsw Uitvoering WIW/ID Uitvoering Overig Verbonden partijen Personeelskosten Wsw Kerstens gelden Fin. en alg. Dekkingsmidd Totaal Leeswijzer In hoofdstuk 2 Dashboard wordt het gemeentelijk sociaal beleid betreffende de Participatiewet vertaald in daarvan afgeleide doelstellingen voor het onderdeel Wsw, die in de aan de eigen uitvoeringsorganisaties verstrekte opdracht leidend zijn. Tevens zijn hier een aantal gemeentelijke kengetallen opgenomen. De financiën van het Schap en de aan de GR WOZL verbonden partijen worden met een resultatenrekening, betreffende de 1 ste swijziging 2016 en een aantal gemeentelijke tabellen toegelicht. Vervolgens worden de risico s die een rol kunnen spelen bij de realisatie hiervan in hoofdstuk 4 gemeld, enkel voor die risico s die actueel zijn en in het betreffende sjaar aandacht vereisen. Tot slot wordt met de bijlagen in hoofdstuk 5 voldaan aan de wettelijke verplichtingen in het kader van het Besluit Begroting & Verantwoording (BBV) voor gemeenten en provincies. In de betreffende bijlagen wordt tevens toelichting gegeven op de van de verbonden partijen, de OZL bv s. Daarnaast is hierin de totale Balanced Scorecard (BSC) opgenomen, zoals deze geldt voor de gemeentelijke opdracht en die aansluit bij het Dashboard als opgenomen in hoofdstuk 2. Tevens is het totale overzicht van de risico s, het risicobeheersingsmodel van de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen opgenomen. Dit totaal betreft de actuele risico s aangevuld met de (toekomstig) potentiële risico s, die voor het sjaar 2016 (nog) niet actueel zijn. 7

8 2. Dashboard 3 In deze paragraaf worden de diverse KPI s en waar van toepassing 4 kengetallen weergegeven en toegelicht. In de loop van 2016 wordt het dashboard met de stakeholders geevalueerd, waarbij enerzijds diverse (externe) ontwikkelingen van invloed kunnen zijn en anderzijds opgemerkt wordt dat met deze introductie sprake is van een iteratief proces. 2.1 Strategische cockpit (gemeentelijke KPI s) Netto Resultaat Netto Resultaat Bij de worden de KPI s vermeld zoals begroot. In de kwartaalrapportages wordt de realisatie vergeleken met de. 4 Een aantal kengetallen behoeven realisatiecijfers ter vergelijking om op te kunnen nemen in de kwartaalrapportages (gebaseerd op de ). Dit betekent dat er een aantal kengetallen niet in de worden gepresenteerd, maar slechts benoemd. 8

9 Deze strategische cockpit beperkt zich vooralsnog voor wat betreft de In- Door- en Uitstroom (inclusief terugstroom) tot de eigen uitvoeringsorganisaties onder de WOZL 1 bv. Voor de toekomst zal worden bekeken in hoeverre deze gegevens voor de cockpit aangevuld kunnen worden met gegevens van externe uitvoeringsorganisaties Relim en Werkmeester. Daartoe zullen nadere afspraken gemaakt moeten worden. Toelichting Uitstroom ( terugstroom ) naar dagbesteding : Dagbesteding komt in beeld op het moment dat een Wsw-medewerker niet (meer) geschikt is voor duurzame plaatsing. In deze gevallen zal er sprake zijn van herindicatie. Voor 2016 is nog geen uitstroom begroot (0,00 %). Op basis van het inzicht in deze deelpopulatie (Beschut) wordt strategisch beleid in deze op sociaal- en financieel gebied ontwikkeld, waarbij zorgvuldigheid en afstemming met de betrokken medewerkers en de sociale kring daaromheen aandacht vraagt. Mogelijk kan dit nog in 2016 leiden tot een eerste uitstroom, maar daar wordt in de 2016 geen rekening mee gehouden. Het hier vermelde percentage verhoudt zich tot de totale gemiddelde populatie Beschut in enig jaar. Uitstroom van Beschut naar Detachering : De doorstroom is begroot op 62,5 fte (5,9%). Het betreft in deze enkel uitstroom naar Groepsdetachering. Dit sluit aan bij het door de uitvoeringsorganisaties ingezette beleid de kwaliteit van de te detacheren groepen te borgen via (beperkte) plaatsing van Wsw-medewerkers die de kwaliteiten hebben om individueel gedetacheerd te worden (zie bijlage BSC). Terugstroom van Detachering naar Beschut : Begroot is dat 3,00 % terugstroomt naar Beschut vanuit Detachering. Oorzaak zijn voornamelijk de (toegenomen) beperkingen, ongeval, veroudering. Tevens wordt rekening gehouden met het potentieel risico van het wegvallen van passend werk op de markt aan de onderkant van de (groeps)detachering (zie bijlage BSC). Uitstroming als gevolg van natuurlijk verloop : aan de hand van leeftijdstaten en (statistische) ervaringspercentages inzake langdurige arbeidsongeschiktheid, overlijden, en verloop uit wijziging dienst/werk verband wordt het verloop op maandbasis begroot. Hierbij is de uitstroom als gevolg van het bereiken van de AOW leeftijd op individueel niveau in beeld. Voor 2016 bedraagt deze 180 fte ( 5,13%) voor 2016 (zie bijlage BSC). Benoemde actuele risico s in behandeling: De in het risicomodel bij de benoemde risico s zijn allen momenteel onderwerp van onderzoek en worden gedurende het jaar gemonitord, en waar mogelijk beperkt. Risico s worden als actueel gezien, enerzijs wanneer er een gerede kans is dat in het sjaar een risico zich kan voordoen. En anderzijds wanneer een risico van een zodanige substantiële omvang is dat de GR en / of de uitvoeringsorganisaties namens de GR hier maatregelen op (moeten) treffen. Daarnaast geldt dat wanneer een risico zich feitelijk voordoet deze in de gekwantificeerd moet worden opgenomen en als gevolg niet in het model (meer) wordt vermeld. Voor het volledig overzicht van de risico s van de actuele risico s wordt 9

10 verwezen naar hoofdstuk 4. In de bijlagen hoofdstuk 5 is het totaal risicomodel vermeld. Dit dasboard onderdeel is niet gerelateerd aan de BSC (bijlage 5) maar aan risicobeheersing (Hoofdstuk 4). Aantal gerealiseerde werk- en/of leertrajecten: Het in de bepaalde benodigde aantal te realiseren werk- en leertrajecten 5 (afgestemd op markt en mens) wordt hier op 100% gesteld en dient in 2016 gerealiseerd te worden. Dit zal op voortgang en realisatie in de kwartaalrapportages 2016 gemonitord gaan worden, zodra het integrale primaire proces IDU met behulp van de uitvoeringsorganisaties in het jaar 2016 is ontwikkelt en geïmplementeerd. Deze ontwikkeling is integraal onderdeel van de Kerstens aanvraag, zoals in de inleiding beschreven (hoofdstuk 1, overige ontwikkelingen ). Verloop resultaat voor financiering en algemene dekkingsmiddelen: Het verloop van het negatief netto resultaat kent een lichte afname in 2016, ondanks een grote krimp in de bezetting van de totale groep en met name van de individueel gedetacheerde medewerkers door natuurlijk verloop. Deze krimp is ten opzichte van de originele groter, gebaseerd op een herberekening verloop Arbeidsjaren in aansluiting op de gegevens van de Stichting Economisch Onderzoek. 2.2 Kengetallen 6 Hier worden nog een aantal kengetallen per kwartaal in de kwartaalrapportages aan toegevoegd, die in deze niet vermeld worden aangezien deze in relatie gebracht worden met de realisatiecijfers. Dit betreft de volgende kengetallen: - Begrote Taakstelling Wsw in vergelijking met de realisatie - Begroot ziekteverzuim Wsw in vergelijking tot werkelijk ziekteverzuim - Begrote bezetting naar bedrijfsonderdeel van de uitvoeringsorganisatie(s) in vergelijking tot werkelijke bezetting In de loop van 2016 wordt in overleg met de stakeholders in de rapportage cyclus de set kengetallen naast bovenvermelde eventueel verder uitgebreid, wanneer daar aanleiding voor is. 5 Er is sprake van werk leerlijnen voor die medewerkers die (nog) niet duurzaam zijn geplaatst en voor wie een trajectplan is opgesteld en dat nog in uitvoering is. Voor de overige medewerkers die geen actief trajectplan hebben geldt dat deze duurzaam geplaatst zijn of in geval niet direct passend werk beschikbaar is op voorraad staan om duurzaam geplaatst te worden. Tussentijds blijven deze medewerkers actief in het werkveld waar ze op dat moment in werk leerlijnen al actief waren (zie ook bijlage 5.5 IDU). 6 Bij de worden de Kengetallen vermeld zoals begroot. In de kwartaalrapportages wordt de realisatie vergeleken met de. 10

11 3. Financiële Overzichten De belangrijkste cijfermatige sturingsinformatie wordt gevonden in de Begroting. In dit hoofdstuk wordt de begrote winst- en verliesrekening van de GR per rubriek weergegeven. Een toelichting op de posten is te vinden in bijlage

12 3.1 1e swijziging 2016 GR WOZL 7 bedragen x (GR WOZL) Omschrijving 1ste origineel wijziging bijgesteld Rijksbijdrage Wsw Opbrengsten rijksbijdragen Regulier Begeleid werken Beschut werken Buitenregionale uitvoeringsorganisaties Uitvoeringskosten Doorgestorte rijksbijdragen Subsidieoverschot Personeelskosten Lonen GR Opleidingen Inhuur derden Overige personeelskosten GR Doorbelasting loonkosten Totaal personeelskosten Organisatiekosten Accountants & Advieskosten Rente & Financieringskosten Overige algemene kosten Incid. lasten (+)/incid. baten (-) Totale bedrijfskosten Operationeel resultaat Overige baten Overige lasten Per saldo baten/lasten Resultaat deelnemingen Netto resultaat (De van de GR WOZL laat via de regel deelnemingen de aansluiting zien met de van de verbonden partijen) 12

13 De hier toegepaste indeling van de Winst- en Verliesrekening is verdicht voor onderdelen in het Overzicht Baten en Lasten (zie bijlage 5.6) welke qua financieel resultaat voor de GR WOZL neutraal zijn. Hiermee is één op één inzichtelijk op welke financiële rubrieken door de GR WOZL invloed uitgeoefend kan worden. De rubrieken die qua financieel resultaat neutraal zijn betreffen: uitvoering WIW / ID (totaal baten en lasten 1.603) uitvoering overig (totaal baten en lasten 77) personeelskosten Wsw (totaal baten en lasten ) Kerstens gelden (totaal baten en lasten 1.091) Voor een volledig overzicht van Baten en Lasten wordt verwezen naar hoofdstuk 5, alwaar deze als bijlage is opgenomen voorzien van een korte toelichting. 3.2 Rijkssubsidie Taakstelling en Tekortfinanciering In onderstaande tabel is de door de gemeenten te storten verwachte rijkssubsidie opgenomen (bedragen in enkele Euro s). Verwachting rijkssubsidie 2016 Deelnemende gemeente aj cf. gewijzigd taakstelling in % rijkssubsidie cf. gewijzigd Brunssum 424,43 11,19% Gulpen-Wittem 102,61 2,71% Heerlen 1.206,80 31,83% Kerkrade 865,41 22,82% Landgraaf 473,88 12,50% Nuth 110,20 2,91% Onderbanken 81,35 2,15% Simpelveld 109,02 2,87% Vaals 66,60 1,76% Valkenburg 92,48 2,44% Voerendaal 69,36 1,83% Niet deelnemende gem 189,80 5,01% totaal 3.791,91 100,00% * uitgangspunt voor de verdeling van de AJ zijn de percentages zoals in de originele 2015 is opgenomen. 13

14 Onderstaande tabel geeft de verwachte bijdragen in de tekortfinanciering per gemeente van de GR weer. In bijlage 5.6 wordt er per onderdeel een toelichting gegeven. Totaal bijdrage deelnemende gemeenten 2016 (x 1) Deelnemende gemeente bedrijfsvoering subsidie diff. resultaat bv's totaal bijdrage Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Valkenburg Voerendaal totaal Zie voor de verdelingscriteria bijlage

15 4. Risicomodel Het risicomodel is een wezenlijk onderdeel van de verantwoording en sturing. De uitvoeringsorganisatie en de gemeenten zijn mede dankzij het risicomodel in staat beleid te maken en te sturen op geconstateerde risico s welke voortvloeien uit de uitvoering ervan. Het risicomodel moet tevens inzicht verschaffen in weerstandsvermogen dat weliswaar niet wordt aangehouden bij de betreffende eigen uitvoeringsorganisatie, edoch leidt tot een inzicht in eventueel te vormen risicovoorzieningen bij de deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling. Risico s worden als actueel gezien, enerzijs wanneer er een gerede kans is dat een risico zich in het sjaar kan voordoen. En anderzijds wanneer een risico van een zodanige substantiële omvang is dat de GR en / of de uitvoeringsorganisaties namens de GR hier maatregelen op (moeten) treffen. Daarnaast geldt dat wanneer een risico zich feitelijk voordoet deze in de gekwantificeerd moet worden opgenomen en als gevolg niet in het model (meer) wordt vermeld. Wanneer hierbij sprake is van een substantieel en zodanig materieel bedrag zal dat ook tot het indienen van een swijziging leiden. In dit hoofdstuk wordt alleen ingegaan op de actuele risico s, zoals deze voor de GR gelden. Voor het totaal risicomodel verwijzen wij naar de bijlagen in hoofdstuk 5. We passen de volgende onderverdeling van de risicogebieden toe: Algemene en economische risico s Participatiewet, taakstelling en financiering WsW programma Bedrijfsvoering (Uitvoering Wsw-taken in verbonden partijen) Arbeidsvoorwaardelijke- en juridische risico s Participatiewet, taakstelling en financiering WsW programma Onder de risico s Participatiewet, taakstelling en Wsw financiering worden de risico s verstaan die WOZL binnen het kader van haar taakopdracht in onze maatschappij loopt. Te denken valt aan wijzigingen in het speelveld, gedicteerd door de overheid of betrokken gemeenten. Deze risico s kunnen afhankelijk van de achterliggende oorzaken soms wel, maar vaak ook niet binnen de van WOZL worden opgevangen. Algemene en economische risico s Onder de algemene en economische risico s worden de risico s verstaan die WOZL in het kader van haar bedrijfsvoering loopt. Deze risico s dienen binnen de van WOZL te worden opgevangen. 15

16 Bedrijfsvoering (Uitvoering Wsw-taken in verbonden partijen) Onder de titel Bedrijfsvoering worden de risico s verstaan die WOZL in het kader van haar bedrijfsvoering loopt. Al deze risico s dienen binnen de van WOZL te worden opgevangen. Arbeidsvoorwaardelijke- en juridische risico s Onder de arbeidsvoorwaardelijke- en juridische risico s worden de risico s verstaan die WOZL in het kader van haar HRM & personeelsbeleid maar ook op basis van acties van externe instanties loopt. Deze risico s dienen waar mogelijk binnen de van WOZL te worden opgevangen. Hierna treft u een toelichting aan op de actuele risico s. 1D) Afname verdiencapaciteit (individuele) detachering Achtergrond: De afwezigheid van instroom door de overheveling van de Wsw naar de Participatiewet, de meer dan in de originele voorziene afname van de Wsw populatie door natuurlijk verloop betekent voor Individuele Detachering een beperking van de verdienmogelijkheden. Zowel in kwantiteit (aantal individueel gedetacheerden) als in kwaliteit (vervanging door beter gekwalificeerde Wsw-medewerkers) zijn de mogelijkheden nu zeer beperkt. Acties: Beperkt mogelijk in de vorm van overleg om te komen tot projectmatige instroom uit andere groepen vanuit de participatiewet zoals aangegeven in het Iroko rapport. 1F) Financiering Kerstens Projecten Achtergrond: de dekking van de verschillende projecten middels de aanvraag Kerstens gelden is afhankelijk van de besluitvorming over de ingediende en nog in te dienen projectplannen door en 16

17 namens de drie sub-regio s. De beoordeling en toekenning van financiering bij de projecten vindt plaats door het Regionaal Arbeidsnetwerk (RAN), die op haar beurt verantwoording aflegt aan het Stedelijk Netwerk van de drie centrumgemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard Geleen. Daarmee ligt deze besluitvorming voor de gezamenlijke projecten en projecten per individuele regio grotendeels buiten de directe invloedssfeer van de GR WOZL. Met de beoordeling van de door de drie regio s ingediende projecten en de besluitvorming over de toekenning van subsidie wordt door het RAN de relatie gelegd met de diverse programma s die zijn opgestart voor o.a. de Wsw en Arbeidsmarkt. Er is dienaangaande geen zekerheid dat de betreffende gelden als financiering voor het verbeterprogramma Groen Licht / Kerstens ook daadwerkelijk ter beschikking gesteld zullen worden. Het doel van de ter beschikking gestelde extra Kerstens gelden door het Rijk is met name gericht op herstructurering van de Wsw op regionaal niveau. Daar Wozl voor de gemeenschappelijke projecten als kartrekker fungeert en het grootste deel van de gezamenlijke projecten voor haar rekening neemt, ligt dit risico met name bij de GR Wozl en aan de aan haar verbonden partijen. Dit risico kan in het uiterste geval oplopen tot de hoogte van de totale aanvraag Kerstens gelden, afgerond totaal 1,4 miljoen. Acties: Om dit risico op voorhand voor de GR WOZL zoveel als mogelijk in te perken worden de in te dienen plannen bij het RAN gecategoriseerd in de deelprojecten die specifiek voor en door één der drie gewesten worden uitgevoerd en projecten die namens de drie gewesten gezamenlijk worden uitgevoerd. Hierbij worden de aanvragen voor de individuele gewesten voorzien van de planning, begrote uitgaven en begrote financiering. De aanvragen voor gezamenlijke projecten worden in principe namens de drie gewesten door de 'kartrekker' ingediend. Ten behoeve van de beperking van het hier geschetste risico wordt echter per regio inzichtelijk gemaakt welk aandeel deze heeft in de werkzaamheden annex planning, de te verwachten kosten hierbij en de hierbij begrote financiering. Als gevolg kan wanneer dit aan de orde is sprake zijn van beoordeling en goedkeuring van die onderdelen van het gezamenlijke project die aan een individuele regio toe te schrijven zijn. 2C) Geen succesvolle realisatie verbeterprogramma Groen Licht / Kerstens Achtergrond: besluitvorming van de deelnemende gemeenten in het kader van het door de eigen' uitvoeringsorganisatie Wozl is voorbereid en zal met de vaststelling van deze plaats hebben op bestuurlijk niveau van de GR. Gegeven de verbinding en samenwerking met de twee andere sub-regio s als bij het risico hiervoor vermeld is het aan het Regionaal Arbeidsnetwerk (het RAN) om per project de betreffende Kerstens gelden ter beschikking te stellen. Indien positieve beschikking om even welke reden uitblijft is het risico opportuun dat de uitvoeringsorganisatie de noodzakelijke verbeteringen niet kan doorvoeren. Gevolg hiervan is dat met name op de meerjarige termijn vanaf het jaar 2017 niet mogelijk zal blijken om de voorgelegde gerealiseerd te krijgen. Dit heeft zowel een financiële impact als op de kans dat medewerkers uit de doelgroep succesvol duurzaam geplaatst kunnen worden in passend werk. Essentieel hierbij zijn het upgraden van het integrale primaire proces IDU (zie bijlage 5.5) en het leggen van een stevige verbinding met de markt, waarbij het WSP de regie neemt. 17

18 Acties: besluitvorming op het niveau van zowel het Stedelijk Netwerk als het RAN. 4D) Aanspraak op transitievergoeding Achtergrond: Naast de huidige in de verwerkte lasten als gevolg van de wettelijk ingevoerde transitievergoeding bestaat het risico van een volumegroei van dit recht, veroorzaakt door de keuzes gemaakt voor contractvorm en duur enerzijds. Anderzijds is het risico nu middels genomen maatregelen en richtinggevend kader vanuit de Wsw brancheorganisatie Cedris lager ingeschat, waarbij uitgegaan wordt van een vanuit het perspectief van regelgeving op langere termijn houdbare set aan maatregelen. Deze maatregelen zijn bestuurlijk afgestemd. Acties: Binnen kaders van zorgvuldig werkgeverschap en sociaal beleid wordt de huidige set aan maatregelen doorgevoerd en wordt de actualiteit rondom wet- en regelgeving nauwgezet gemonitord. Tevens worden maatregelen genomen om met name langdurig ziekteverzuim zoveel als mogelijk teruggedrongen te krijgen, waardoor er minder uitstroom van toepassing is welke zouden kunnen leiden tot transitievergoedingen. 18

19 5. Bijlagen 19

20 5.1 Bijlage Balanced Score Card Tabel Overzicht (strategische) factoren en indicatoren. Toelichting Met de verdere ontwikkeling van kengetallen en kritische prestatieindicatoren (kpi s) wordt nu een eerste versie van een dashboard aangeleverd. Met dit dashboard in de vorm van een Balanced Scorecard (BSC) worden naast de doelstellingen ook een normenkader gepresenteerd, zodat gemeten kan worden in hoeverre de bij de uitvoeringsorganisaties belegde taken succesvol zijn en tot de beoogde resultaten leiden. Hierbij wordt bij het normenkader waar mogelijk de aansluiting met de gemaakt. De hier getoonde BSC is van toepassing op het niveau van de GR en de hierin deelnemende gemeenten. Vanuit de aandeelhoudende gemeenten wordt tevens een uitgebreidere BSC vastgesteld met de van de eigen uitvoeringsorganisaties, de WOZL bv s. De ontwikkeling van dit dashboard is een iteratief proces, welke mede gevoed wordt door de feedback van de gremia waaraan gerapporteerd wordt. 20

21 5.2 Bijlage Terminologie Eenduidigheid van begrippen is van belang bij sturing en verantwoordingsprocessen. Borging van een juist gebruik en helder begrip van de Balanced Scorecard (BSC) en het Risico model is van specifiek belang bij de rapportage. Om deze redenen worden veelgebruikte begrippen binnen de organisatie vastgelegd en verspreid. De meest relevante begrippen worden in deze bijlage benoemd Terminologie rapportage Dashboard Het dashboard is een visuele compilatie en samenvatting van de belangrijkste stuurinformatie. Het dient op het hoogste niveau in een oogopslag aan te geven hoe de organisatie voor wat betreft alle kernprocessen functioneert. Dashboards bestaan op GR bestuursniveau (met een helikopterview); op AvA niveau (gericht op de bedrijfsuitvoering) en op operationeel niveau. Dit laatste niveau ziet toe op de dagelijkse uitvoering annex operatie gericht op effectieve en duurzame plaatsing van medewerkers uit de doelgroep. Balanced scorecard (BSC) De BSC is een methode om de belangrijkste onderdelen van de organisatie op een structurele wijze te meten en bij te houden. Hiermee is het onderdeel van sturing en verantwoording op strategisch niveau en ondersteunt het behalen van lange termijn doelstellingen. De BSC bestaat uit vier onderdelen. De Amerikaanse grondlegger van dit model, Robert Kaplan, noemt dit perspectieven. Afhankelijk van de branche komen hierin varianten terug van: Interne processen (primaire proces) Financeel Markt Ontwikkeling Een BSC werkt met grootheden als KPI s. Er ligt in veel gevallen een directe relatie liggen met overige kengetallen, die de status van een bepaalde activiteit of beoogd doel op enig moment aangeven. KPI s Kritieke Prestatie Indicatoren, ook wel Key Performance Indicators (KPI s), zijn norm- en meetwaarden welke dienen als bron voor stuurinformatie. Een KPI beoogd de koers van een organisatie(onderdeel) te kunnen controleren en (bij)sturen. Veelal geven KPI s een ontwikkeling weer. Elke KPI behoort tot 1 van de 4 perspectieven (zie BSC) en kan stuurinformatie verstrekken bedoeld op 1 van de 3 organisatie niveaus (strategisch, tactisch en operationeel). KPI s zijn afgeleiden van Kritische Succes Factoren (KSF). KSF Kritische Succes Factoren, ook wel Critical Success Factors (KSF), zijn factoren die beslissend zijn voor het al dan niet behalen van een vooraf gesteld doel. Om het doel te behalen ("succes") zijn bepaalde factoren een noodzakelijke voorwaarde ("kritiek"). Kengetallen Kengetallen dienen als verantwoordingsinformatie en geven statische en statistische informatie. Veelal laten kengetallen een momentopname zien. De grens tussen KPI s en kengetallen is niet altijd even scherp. 21

22 Strategisch niveau Op dit niveau wordt de missie en visie beschreven vanuit het perspectief van de stakeholder en stakeholder waarden. Het vermeldt de bestaansreden en hoe deze waar te maken. De strategie van do organisatie (beleid) wordt op verschillende niveaus beschreven, hier hoog over. Tactisch niveau Hier wordt de rol van de organisatie in de waardeketen beschreven, ondersteund door SWOT (sterkte/zwakte) analyses en kerncompetenties. De strategie wordt daarbij per onderdeel uitgewerkt. Operationeel niveau Het uitvoerend niveau. De strategie is hier vertaald naar doelen die concreet en SMART benoemd zijn. SMART Beschrijvingen dienen slim opgezet te zijn; SMART. S= specifiek (eenduidige doelstelling) M=Meetbaar A=Acceptabel voor doelgroep R=Realistisch T=tijdsgebonden (deadline) KISS Keep It Short & Simple. Een begrip dat de Lean & mean gedachte (gebruik alleen wat nodig is en focus op effectief werken) verwoordt daar waar het gaat om processen en procedures te ontwerpen en/of beschrijven. PDCA Plan Do Check (re)act. Dit is de kwaliteitscirkel van Deming. Deze cirkel beschrijft vier activiteiten die op alle verbeteringen in organisaties van toepassing zijn. De vier activiteiten zorgen voor een kwaliteitsverbetering. Het cyclische karakter garandeert dat de kwaliteitsverbetering continu onder de aandacht is. PLAN: Beoordeel de huidige werkzaamheden en ontwerp een plan voor de verbetering van deze werkzaamheden. Stel voor deze verbetering doelstellingen vast. DO: Voer de geplande verbetering uit in een gecontroleerde omgeving. CHECK: Meet het resultaat van de verbetering, vergelijk deze met de oorspronkelijke situatie en toets deze aan de vastgestelde doelstellingen. (RE)ACT: Neem maatregelen en stel waar nodig doelen aan de hand van de gevonden resultaten bij. Risicofactor Aandachtsgebied waarop risico s gelopen worden. Risico De onzekerheid / het negatief effect op een specifiek onderdeel van het aandachtsgebied. 22

23 Risicofrequentie De mate waarin een risico voorkomt (eenmalig of structureel) en de trend (afnemend, stabiel of toenemend) van een structureel risico Toegevoegde Waarde (TW) DE TW is verschil tussen de marktwaarde van productie (datgene wat we aan de markt als dienst leveren) en de hiertoe ingekochte verbruiksgoederen, grondstoffen en inhuur van derden die benodigd zijn om de productie of dienstverlening voor de klant uit te kunnen voeren. Geconsolideerde resultatenrekening Een samengevoegde winst- en verliesrekening (overzicht baten en lasten) van bij elkaar behorende organisatie onderdelen. De Wozl kent de GR resultatenrekening (de GR en de ertoe verbonden partijen) waarin opgenomen de resultaten van de interne en externe verbonden partijen en de geconsolideerde BV resultatenrekening (de uitvoeringsorganisaties Beschut, Detachering en Ondersteuning) Terminologie primair proces IDU Het instroom-, doorstroom- en uitstroom (IDU) proces staat centraal bij WOZL. Het proces geeft inzicht in de competenties en vaardigheden van de medewerkers en geeft vorm aan de werkleerlijnen waarlangs medewerkers werknemers- en vakvaardigheden ontwikkelen teneinde een betere aansluiting op de marktbehoefte te realiseren. IDU resulteert in een effectieve, bij de competenties van de medewerkers passende, duurzame plaatsing in reguliere werkzaamheden. Instroom Tijdens de instroomfase worden de competenties van medewerkers in kaart gebracht en wordt er inzicht verschaft in het werk dat men duurzaam naar vermogen zou kunnen verrichten. Het gaat hierbij om het in kaart brengen van het arbeidspotentieel. Doorstroom In de doorstroomfase vindt de daadwerkelijke ontwikkeling plaats. Dat wil zeggen dat medewerkers gericht worden getraind en ontwikkeld op het gebied van basis werknemers- en vakvaardigheden. De training en ontwikkeling vindt plaats langs zogenaamde werk-leerlijnen. Terugstroom De terugval van een Wsw medewerker van een gerealiseerd leer en/of werkniveau naar een lager niveau. Terugstroom kan zijn van Detachering naar Beschut, van Beschut naar de AWBZ maar ook binnen Beschut respectievelijk Detachering. + van individuele naar groeps deta? 23

24 Uitstroom De uitstroomfase is gericht op het realiseren van een duurzame plaatsing. Er is sprake van uitstroom wanneer de medewerker duurzaam geplaatst is en het individueel trajectplan kan worden afgesloten. Een duurzame plaatsing kent vier varianten: het kan intern zijn in een beschutte omgeving, een groepsdetachering of individuele detachering. Het kan ook een externe plek zijn met uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt en een dienstverband bij een andere werkgever, dan wel begeleid werken. Sector Wij hebben nu 5 sectoren benoemd in het Marketing & Salesplan en in het Ondernemingsplan van de uitvoeringsorganisaties, de OZL bv s: Productie en Industrie Transport en Logistiek Zakelijke Dienstverlening Zorg en Welzijn Detailhandel, Groothandel en Horeca Werk-leerlijn Werk-leerlijnen zijn afgestemd op de vraag in de markt en helpen de SW medewerker met zijn voorbereiding op een succesvolle detacheringsplaats in de markt. Nadat de competenties van de medewerker in beeld zijn gebracht, wordt de keuze gemaakt welke werk-leerlijn de medewerker gaat volgen. Dit is onderdeel van het trajectplan en volgt de systematiek van SBCM. Werkplek Een plek waar de medewerkers uit de doelgroep begeleid worden en indien de medewerker nog niet duurzaam is geplaatst de plek waar uitvoering gegeven wordt aan de beoogde ontwikkeling middels trajectplan. Binnen WOZL bestaan verschillende types (standaarden) allen afgestemd op mens en markt. Functiegerichte leerroute De elf door SBSM ontwikkelde functiegerichte leerroutes ondersteunen de werk-leerlijnen. De richting van de leerroutes wordt bepaald op basis van de vraag uit de markt. De diepgang en accenten worden voor iedere medewerker vastgesteld afhankelijk van ervaringen van de medewerker en de vraag vanuit de betreffende branche. Wegwijzer Een wegwijzer is een foto van de competenties, mens- en vakvaardigheden. De wegwijzer wordt opgesteld tijdens de instroomfase van een Wsw medewerker t.b.v. de afstemming tussen de mogelijkheden van de mens en de mogelijkheden op de markt. Op basis van gecertificeerde methode Dariuz 24

25 Trajectplan/IOP Een trajectplan is een uitgewerkt individueel ontwikkelingsplan (IOP) om via werk en ontwikkeling van basis werknemers- en vakvaardigheden een Wsw medewerker voor te bereiden op uitstroom. Het is een plan waarin beschreven staat hoe een medewerker zich verder kan ontwikkelen en hoe de talenten en mogelijkheden van een medewerker optimaal te benutten. Het IOP is een instrument, geregeld bij cao. Duurzaam geplaatst De medewerker zit op de juiste trede van de arbeidsladder i.c. voert werkzaamheden uit op het bij de medewerker passende competentieniveau. De plaatsing houdt stand en alle partijen, werkgever en werknemer, zijn tevreden. Dit kan zowel binnen detachering als beschut zijn maar ook in vaste dienst van de werkgever (geen SW status meer), al dan niet middels begeleid werken. Werkgeversarrangement Met werkgevers worden afspraken gemaakt over voorwaarden voor het creëren van werkplekken voor de doelgroep. WOZL organiseert de specifieke begeleiding voor medewerkers op de werkplek en WOZL realiseert de concrete invulling van de economische, sociaal-maatschappelijke en juridische drivers voor werkgevers. Met deze arrangementen ontzorgt WOZL de klant en kunnen werkgevers economische voordelen behalen en aan hun sociaal-maatschappelijke taak en toekomstige juridische verplichting voldoen. Werknemersarrangement Het werknemersarrangement behelst het realiseren van maximale condities voor werknemers om te participeren op de arbeidsmarkt. Met sociale diensten en gemeenten worden uniforme afspraken gemaakt over de voorwaarden die nodig zijn om de doelgroep maximaal in staat te stellen om te kunnen participeren op de arbeidsmarkt. 25

26 5.3 Bijlage Geconsolideerde Begroting Resultatenrekening BV s Doelstellingen uitvoeringsorganisatie WOZL 1bv De uitvoeringsorganisatie geeft uitvoering aan de door de GR aan haar toegeschreven opdracht. Samengevat komt dat neer op het volgende. WOZL 1 BV staat, als een van de uitvoeringsorganisaties van de GR WOZL, voor de opdracht om uitvoering te geven aan de Wsw. De opdracht wordt verder vormgegeven in een uitvoeringsovereenkomst tussen de GR WOZL en de WOZL 1 BV. Als basis voor verdere strategische doorontwikkeling van WOZL dient onverkort de koers, waartoe de 11 deelnemende gemeenten met betrekking tot de uitvoering van de Wsw hebben besloten, gevolgd te blijven worden. Binnen deze kaders stelt de uitvoeringsorganisatie zich samengevat ten doel: 1. zorg te dragen voor duurzame plaatsingen op passend werk met een bijpassend rendement voor de aan haar toegewezen doelgroep, waardoor de tekortfinanciering voor gemeenten zoveel als mogelijk wordt beperkt; 2. zoveel als mogelijk detacheringsplekken bij reguliere werkgevers re realiseren, zowel op individuele basis als in groepen; 3. een veilige en passende werkomgeving te creëren voor de medewerkers die op beschut werk binnen de eigen muren van de uitvoeringsorganisaties zijn aangewezen en deze groep zoveel als mogelijk te beperken; 4. de nog binnen beschut van toepassing zijnde risicovolle en kapitaalintensieve activiteiten (deels) bij een derde partij onder te brengen met bijpassende detachering, dan wel ander en beter renderend werk daarvoor in de plaats te stellen; 5. te zorgen voor een sobere en doelmatige uitvoering i.c. bedrijfsvoering en begeleiding in het werk, waaronder het realiseren van inkoopvoordelen en het terugdringen van facilitaire kosten in lijn met de IDU beweging van binnen naar buiten en de beperking van de groep medewerkers die op interne werkplaatsen zijn aangewezen; 6. de nodige maatregelen te nemen en acties uit te voeren om detacheringen te laten aansluiten of te integreren in het WSP Parkstad. Flexibiliteit, beheersbaarheid, transparantie en borging van kwalitatief doelmatige processen zijn hierbij kernbegrippen in de verdere ontwikkeling van de betreffende eigen uitvoeringsorganisaties. Om bovenstaande opdracht succesvol uit te kunnen voeren is het essentieel voor de uitvoeringsorganisaties dat hierop gerichte noodzakelijke verbeteringen in het primaire proces IDU (zie ook bijlage 5.5) doorgevoerd kunnen worden. Hiertoe is een verbeterprogramma met de werktitel Groen Licht opgesteld. Daarnaast zijn de verbinding naar de markt en de specifiek te ontwikkelen werkgeversaanpak voor de doelgroep met een verdiencapaciteit tussen de 20 en 80 procent van het wettelijke minimumloon cruciaal. Deze zijn nodig om de duurzame participatie tegen zo laag mogelijke schadelast voor de gemeente te realiseren en onderdeel van Groen Licht / de Kerstens aanvraag. Het te ontwikkelen jobarrangement is daarbij rand voorwaardelijk, evenals de samenwerking met het WSP, waarmee in het jaar 2015 een start is gemaakt. 26

27 De doelgroep Wsw die in het sjaar 2016 in lijn met deze doelstellingen begeleid wordt in of naar passend regulier werk middels duurzame plaatsingen is gemiddeld fte groot. De exploitatie van de bv s over verloopt als in het hierna volgende samenvattende overzicht: x 1.000,- Resultaat rapportageperiode Omzet Inkoop/Uitbesteed Toegevoegde Waarde Personele kosten niet Wsw Overige kosten Wsw Bedrijfskosten Frictiekosten 500 Operationeel resultaat Subsidie Loonkosten Wsw Subsidieresultaat Netto resultaat De resultaten met deze 1 ste swijziging 2016 verhouden zich als volgt tot de originele 2016, als in de maand april 2015 vastgesteld: Netto resultaten vergelijking Begrotingsjaar Originele 2016 (vastgesteld in april 2015) ste swijziging Mutatie gebaseerd op ondernemingsplan 7 december Groen Licht / Kerstens kosten hierin begrepen Groen Licht / Kerstens financiering hierin begrepen Voorziene frictiekosten a.g.v. Transitie met overgang naar WSP Resultaatverbetering a.g.v. Groen Licht / Kerstens met IDU beweging Jaarlijkse Rijkssubsidiekorting Wsw hierin begrepen n.b. de hier vermelde Rijkssubsidiekorting geeft per jaar het cumulatieve verschil aan, zo is het bedrag van 212 van het jaar 2016 in het bedrag van van het jaar 2017 meegeteld, welk bedrag vervolgens weer geheel is meegeteld in de korting van het jaar

28 5.4 Toelichting verbonden partijen Bij de opdrachtverstrekking door de GR WOZL aan de verbonden partijen, met name de eigen uitvoeringsorganisatie WOZL1 bv worden kaders meegegeven die gedurende het sjaar dan wel een volgend sjaar aangepast worden op basis van bestuurlijke besluitvorming in de GR WOZL. Dit kan er toe leiden dat de mogelijkheden om de tekortfinanciering terug te dringen voor verbonden partijen daarmee beperkt worden. Zo is bijvoorbeeld met het overdragen van gemeentelijke groenactiviteiten het daarbij behorende contract voor detachering enerzijds gefixeerd door gemeenten op prijspeil Vooralsnog is de als gevolg hiervan niet door te berekenen subsidiekorting onderdeel van het negatieve resultaat van de verbonden partijen. De mogelijke knoppen om de opbrengsten te verhogen bestaan voornamelijk uit het omzetten van relatief slecht renderende (meerjarige) contracten in betere contracten op de markt. Dit betreft voornamelijk omzetsubstitutie, daar veel van de bestaande contracten zowel intern als beschut qua voorwaarden voor langere tijd vastliggen. In lijn met de krimp van de Wsw bezetting en de uitstroom (beweging van binnen naar buiten) als gevolg van het IDU proces nemen de bedrijfskosten af. Daarnaast zijn inkoopvoordelen op basis van nieuwe contractafspraken gerealiseerd, met name op het gebied van de Arbo dienstverlening en ICT & telecommunicatie. Het belangrijkste onderdeel van de tekortfinanciering door gemeenten in de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening betreft het tekort van de verbonden partijen. Door de krimp in bezetting Wsw voor de komende jaren neemt de groep van individueel gedetacheerde medewerkers met netto verdienvermogen sterk af (sterker dan waarmee in de originele nog gerekend was). 28

29 In de grafische voorstelling hierna zijn het verloop van het operationeel resultaat en subsidieresultaat inzichtelijk gemaakt. Ondanks een krimp in de bezetting van de Wsw doelgroep met een relatief grote impact op het verdienvermogen bij individuele detacheringen blijft het operationeel resultaat op een vergelijkbaar niveau over de komende jaren. Het negatief subsidieresultaat neemt met 2,6 miljoen toe tussen 2016 en Splitsing netto resultaat Operationeel resultaat Subsidie resultaat Hierna volgt op hoofdlijnen een verdere toelichting op de (ontwikkeling van) exploitatie 2016 en de meerjarenraming Omzet Ondanks de daling in formatie zal de omzet 2016 nagenoeg uitkomen op het niveau van het jaar Binnen de beschutte werkzaamheden wordt een stijging gerealiseerd van circa 0,2 miljoen als gevolg van omzetsubstitutie (beter renderende omzet) en een toename in productiviteit. Dit laatste effect is reeds ingezet in het vierde kwartaal van Voor de in 2016 begrote groepsdetacheringen geldt dat deze voor circa 65% gerealiseerd zullen gaan worden bij gemeentelijke werkbedrijven en de Business Post. Voor de groepsdetachering wordt een uitstroom (vanuit Beschut) verwacht van 125 medewerkers, gemiddeld 62,5 fte op jaarbasis. De hieraan gerelateerde omzetstijging voor groepsdetachering is begroot op circa 0,3 miljoen. Daarnaast is er een terugval in omzet i.v.m. het natuurlijk verloop in de formatie van de individuele detacheringen van circa 1,0 miljoen. Deze relatief oude groep medewerkers neemt in verhouding als gevolg van natuurlijk verloop, met name door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, sterker af dan de medewerkers in interne werkplaatsen en groepsdetacheringen. De belangrijkste oorzaak voor de daling in omzet met ingang van het jaar 2017 is gelegen in de voorgenomen (gedeeltelijke) vervreemding en / of beëindiging van bedradingssystemen. Daarnaast nemen de omzetten jaarlijks af als gevolg van het natuurlijk verloop van de Wsw populatie, 29

30 met name bij individuele detachering met een hoge omzetwaarde. De beoogde doorstroom vanuit interne werkplaatsen naar de groepsdetacheringen leidt tot een stijging in de omzet. Tevens is de verwachting dat circa 10 % van de uitstroom (uit o.a. groepsdetachering) geschikt is voor individuele detachering, die een hogere omzet realiseert. Inkoop/Uitbesteed Deze kosten hebben met name betrekking op het verbruik grondstoffen voor de productie van bedradingssystemen. Deze kosten vervallen grotendeels in verband met de voorgenomen (gedeeltelijke) vervreemding en / of beëindiging van bedradingssystemen met ingang van 1 januari Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde ontwikkelt zich in lijn met de hiervoor genoemde omzetontwikkeling over de komende jaren. Ingevolge de ingezette ontwikkeling van het integrale proces IDU wordt er voor de nieuw te realiseren groepsdetacheringen uitgegaan van een toegevoegde waarde van circa per fte per jaar. Dit is een stijging ten opzichte van de gemiddelde toegevoegde waarde van circa per jaar per fte in 2015 (exclusief bedradingssystemen). Voor 2016 resulteert dit in een stijging van circa 0,2 miljoen. Met de voorgenomen (gedeeltelijke) vervreemding en / of beëindiging van bedradingssystemen wordt voor de betreffende groep medewerkers een toeneming in de toegevoegde waarde verwacht tot circa per fte per jaar en groeit geleidelijk naar circa per fte per jaar in Personeelskosten niet Wsw De personele kosten niet Wsw dalen met ingang van het jaar 2017 als gevolg van de overgang van detacheringen naar het WSP. De daling betreft voornamelijk de overgang van WOZL naar het WSP van de formatie ten behoeve van de Marketing & Salesfunctie en de consulenten en staf ten behoeve van het proces IDU. Overige kosten Wsw De overige kosten Wsw nemen jaarlijks af ingevolge de dalende bezetting als gevolg van natuurlijk verloop. Er is voor de komende jaren slechts een beperkte instroom voorzien afkomstig van externe uitvoeringsorganisaties, Relim, Werkmeester en Transfer Werkt. De jaarlijks voorziene transitiekostenvergoedingen zijn begroot op circa 0,1 miljoen per jaar. Bedrijfskosten De totale bedrijfskosten nemen af van 5,7 miljoen in 2016 tot 3,5 miljoen in De afname van de facilitaire kosten en ICT kosten zijn voornamelijk het gevolg van enerzijds de voorgenomen (gedeeltelijke) vervreemding en / of beëindiging van bedradingssystemen en anderzijds de aanpassing van de totale huisvestingsbehoefte aan de dalende bezetting bij de interne werkplaatsen. Dit heeft zowel impact op de huur van vierkante meters als de daarbij komende kosten van energie, onderhoud installaties et cetera. 30

31 Frictiekosten In 2016 zijn frictiekosten voorzien ingevolge de koerswijziging voor de bv s, voor in totaal 0,5 miljoen. Dit betreft zowel de ingezette koers om detacheringen in het WSP onder te brengen als de (gedeeltelijke) vervreemding en / of beëindiging van bedradingssystemen. Operationeel resultaat Het operationeel resultaat verloopt tussen 2016 en 2019 van 11,378 miljoen in het jaar 2016 tot 12,340 miljoen in het jaar 2019, rekening houdende met een dalende bezetting van circa 20% over de raamperiode. Subsidie De Rijksbijdrage per Arbeidsjaar (AJ) neemt jaarlijks af conform de besluitvorming rondom de invoering van de Participatiewet. Deze daling is in het sjaar 2016 ingevolge de September circulaire van het Ministerie van SZW begroot op 62 per AJ. Voor de daaropvolgende jaren wordt rekening gehouden met de jaarlijkse korting van 500. Het prijseffect als gevolg is tussen 2017 en 2019 circa 1,5 miljoen per jaar. De overige effecten in het subsidie worden veroorzaakt door de afname van de bezetting Wsw. Loonkosten Wsw De loonkosten Wsw nemen af door de lagere bezetting in 2016 en de daaropvolgende jaren als gevolg van het natuurlijk verloop. Subsidieresultaat Ingevolge de afnemende rijksbijdrage per AJ neemt het negatieve subsidieresultaat af van - 19,5 miljoen in 2016 tot - 22,1 miljoen in Netto resultaat Het netto resultaat in de komende jaren neemt als gevolg van de bovenstaande effecten af van in 2016 tot in het jaar Risico s In het ondernemingsplan van de WOZL 1 b.v. zijn de belangrijkste risico s opgenomen. Dit betreft de volgende: Rand voorwaardelijk is dat de AVA het plan + op 17 december 2015 heeft goedgekeurd incl. de Groen- Licht activiteiten. De AVA heeft eveneens de financiering via de aanvraag Kerstens-gelden reeds goedgekeurd. Doorlooptijden acties worden beïnvloed door het intern en extern overleg en besluitvormingstraject. Toekenning Kerstens-gelden. Daarbij gaat het over de toekenning van de middelen via het RAN en het moment van het ter beschikking komen van deze middelen (liquiditeit). Frictiekosten: Gegeven de opdracht waarbij de WOZL organisatie wordt afgebouwd zullen er, afhankelijk van de gekozen oplossing, frictiekosten ontstaan die op voorhand moeilijk tot niet 31

32 te voorspellen zijn. Daarbij kan gedacht worden aan de vervreemding van de draadboomactiviteiten waarbij de overgang van de ene naar de andere situatie vaak geen naadloze aansluiting oplevert. Kwalitatieve en kwantitatieve bezetting van de indirecte organisatie. De organisatie is lean en mean ingericht maar er is ook sprake van een kwalitatief magere bezetting om de opdracht uit te voeren. Daarnaast vraagt de ambitie, zoals verwoord in dit ondernemingsplan om een adequate bezetting. E.e.a. is ook verwoord in het verbeterprogramma Groen Licht. Naast deze risico s zijn er enkele risico s die een forse impact kunnen hebben op de en meerjarenraming van de bv s en die in de gemeentelijke context genoemd moeten worden. Geen of onvoldoende samenwerking met het WSP Achtergrond: Onze maatschappij en daarmee ook de omgeving rondom WOZL is en blijft vooralsnog flink in beweging. De economische vooruitzichten verbeteren duidelijk 8, met uitzondering van de zeker voor onze branche relevante werkgelegenheid in de regio Oost Zuid Limburg. Binnen deze dynamiek is gekozen voor een versnelde samenwerking met het WSP (Werkgevers Service Punt) voor de regio Parkstad. De met het verbeterprogramma Groen Licht reeds opgestarte oriëntatie en benadering van de markt wordt samengevoegd met de activiteiten van het nog door te ontwikkelen WSP. Een succesvolle positionering van het WSP in de markt en een nauw samenwerkingsverband is echter een voorwaarde voor succesvolle outsourcing van Detachering zoals gepland staat en voor behoud (duurzaamheid) van bestaande detacheringen. Acties: versneld samenwerkingstraject met WSP, onderlinge afstemming strategie, investeren op inzichtelijkheid van de marktbehoefte en mogelijkheden voor (nieuwe) werkgeversarrangementen. Dit zijn allen acties als voorgesteld in de Kerstens aanvraag en verbeterprogramma Groen Licht. Afname beschikbare Wsw professionals Achtergrond: In 2015 is de instroom in de Wsw gestopt. Op de langere termijn is er sprake van een sterfhuisconstructie voor de doelgroep Wsw, die op basis van natuurlijk verloop op de kortere termijn kan leiden tot uitstroom van voor de bedrijfsvoering noodzakelijke Wsw- professionals 8 Hoewel de economische omstandigheden na een aantal mindere jaren verbeteren betekent dit niet automatisch dat er sprake is van verbeterd rendement in de betreffende eigen uitvoeringsorganisatie. Dit heeft te maken met een aantal beleidsbeslissingen in het verleden die inhouden dat dienstverlening aan gemeenten qua prijsstelling veelal gefixeerd is op prijspeil 2014, zoals het gemeentelijk groen. Daarnaast zijn destijds na het overnemen van een aantal bedrijfsactiviteiten uit de failliete boedel van een voorgaande uitvoeringsorganisatie meerjarige commerciële contracten met inleners gesloten, die in rustiger omstandigheden waarschijnlijk tot hogere omzet annex prijsstelling had geleid. Daar deze contracten eveneens gerespecteerd dienen te worden is de ruimte om het rendement, gegeven de waarde van de dienstverlening met de doelgroep, naar boven bij te stellen beperkt. Dit heeft zijn weerslag in de komende jaren op de begrote tekortfinanciering en geeft aan dat er tijd nodig is om o.a. door de verbinding met de markt te maken (in samenwerking tussen de OZL bv s met het WSP) hoger renderend werk en opdrachtgevers te kunnen contracteren. 32

33 (AOW en overige oorzaken). Binnen de verbonden partijen is momenteel sprake van een relatief grote groep Wsw- professionals die in de formatie voor lijn en stafposities zijn opgenomen. Daar waar echte sleutelposities niet van onderuit de doelgroep opgevuld kunnen worden bestaat het risico dat hierop Cao-formatie aangesteld moet worden met hogere Cao-loonkosten als gevolg. Acties: opdracht aan eigen uitvoeringsorganisatie de organisatie verregaand doelmatig en sober ingericht te houden. Dit betreft een wezenlijk onderdeel van het in Groen Licht opgenomen IDUproject (herdefiniëring van het primaire proces). Nieuwe cao afspraken Wsw Achtergrond: De huidige cao is een cao die geënt is op een compleet arbeidsvoorwaardenpalet met een in de Wsw verankerde ontslagbescherming. Dit heeft tot gevolg, mede met de Participatiewet op komst, dat Wsw-medewerkers minder snel genegen zijn om, indien dat überhaupt tot de mogelijkheden behoort, door te stromen naar een reguliere cao. De huidige groep Wsw-medewerkers zal naar verwachting derhalve de komende jaren nog in dienst van de GR WOZL blijven. Als gevolg zal het negatieve subsidieresultaat jaarlijks verder toenemen, wat een grote druk legt op de doelstelling om de tekortfinanciering terug te dringen. Immers, als gevolg hiervan wordt voor uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening gestart met een tekort van circa 19,5 miljoen in 2016 oplopend tot circa 22 miljoen op jaarbasis. Dit betreft zowel de personeelskosten Wsw voor het loongebouw vermindert met de Rijksbijdrage Wsw als de overige personeelskosten Wsw, waaronder vervoersregelingen, opleidingskosten Wsw en dergelijke. Daarnaast zijn de onderhandelingen met betrekking tot de cao gestagneerd en wordt er door de bonden regelmatig actie gevoerd om kracht bij te zetten aan de looneisen voor de doelgroep. Elke 1% loonsverhoging leidt tot circa 1 miljoen extra lasten voor WOZL en de deelnemende gemeenten. In deze eerste sherziening is evenals in de primaire uitgegaan van het nulscenario, ofwel geen stijging van het loon in de komende jaren Actie: geen rechtstreekse beïnvloedende acties mogelijk. 33

34 5.5 Primair proces IDU 9 Het primaire instroom-, doorstroom- en uitstroomproces heeft als doel het creëren van een duurzame inzetbaarheid van de SW doelgroep, waarbij een zo hoog mogelijk financieel en sociaal rendement wordt behaald. Dit wordt gerealiseerd door het aanbieden van passend werk, deskundige begeleiding en het ontwikkelen van basisvaardigheden en competenties in werk-leerlijnen. Na het in kaart brengen van de competenties van medewerkers worden zij in de basis ontwikkeld in lijn met de behoeftes op de arbeidsmarkt. Op die manier wordt er aan de basiscondities gewerkt die nodig zijn om medewerkers zo duurzaam mogelijk te plaatsen op de reguliere arbeidsmarkt. Het is een manier van denken en handelen waarbij medewerkers via werk-leerlijnen competenties ontwikkelen die de randvoorwaarden vormen voor een duurzame plaatsing op de (reguliere) arbeidsmarkt. De gedachte hierachter is dat iedereen een bijdrage levert aan de samenleving. De arbeidsmarkt en meer specifiek de (latente) vraag is daarbij leidend. Afbeelding 3. Het WOZL IDU proces 9 Kennisoverdracht over het IDU als primair proces voor overige doelgroepen Participatiewet kan risico s verminderen. 34

35 Instroom Tijdens de instroomfase worden de competenties van medewerkers in kaart gebracht en wordt er inzicht verschaft in het werk dat men duurzaam naar vermogen zou kunnen verrichten. Het gaat hierbij om het in kaart brengen van het arbeidspotentieel. Er bestaat een kleine groep met wie we het IDU proces niet doorlopen. Medewerkers die kort op de pensioengerechtigde leeftijd zitten. Medewerkers die langdurig ziek zijn en naar alle waarschijnlijkheid niet meer terugkeren. Middels de Dariuz methodiek wordt er een wegwijzer opgesteld. Aan de hand van deze wegwijzer wordt er voor de betreffende medewerker een trajectplan opgesteld oftewel een individueel ontwikkelingsplan (IOP). In dit trajectplan/iop zijn de doelstellingen en leerdoelen van de medewerker opgesteld. Doorstroom In de doorstroomfase vindt de daadwerkelijke ontwikkeling plaats. Dat wil zeggen dat medewerkers gericht worden getraind en ontwikkeld op het gebied van basis werknemersvaardigheden. De training en ontwikkeling vindt plaats langs zogenaamde werk-leerlijnen. De werk-leerlijn is de totale route waarlangs medewerkers middels het uitvoeren van werk, ondersteund door werkplek opleiden en e-learning, worden ontwikkeld naar een duurzame plek op de arbeidsmarkt. De werk-leerlijn ondersteunt/faciliteert de leerdoelen die zijn afgesproken in het trajectplan/iop. Werk-leerlijnen vinden bij voorkeur plaats op externe werkplekken, maar kunnen ook worden vormgegeven binnen de muren van WOZL. Waarbij het doel is om de basis werknemersvaardigheden op het niveau te krijgen waarmee de slagingskans van plaatsing extern wordt vergroot. Na de instroomfase is duidelijk wat voor de betrokken medewerker haalbaar is en worden werkleerlijnen ingezet ter voorbereiding op het uitstroomproces. Het resultaat van de werk-leerlijn is een succesvol ontwikkelde medewerker die gereed is voor duurzame plaatsing. Er is inzicht in de competenties van de medewerker en het daadwerkelijke arbeidspotentieel. Daarnaast is er inzicht in de branche(s) en functie(s) waarnaar de betrokken medewerker bemiddeld kan worden. De huidige functiegerichte leerroutes van SBCM zijn: Administratieve ondersteuning Groen Logistiek Productiemedewerker Telefoniste en gastheer Zorghulp Detailhandel Horeca Postbezorger 35

36 Schoonmaak Toezicht en veiligheid De diverse leerroutes kunnen in meerdere branches aan de orde zijn. De functiegerichte leerroute administratieve ondersteuning kan bijvoorbeeld gevolgd worden door iemand die dit werk gaat doen in een productieomgeving (bijv. administratief werk bij Invista). De functiegerichte leerroute is maatwerk en wordt opgesteld vanuit de afdeling IDU. Hier wordt aangegeven welke onderdelen voor iemand worden ingezet bijvoorbeeld: taal, handige Herman en werken in een productieomgeving. Een werk-leerlijn kan dus concreet bestaan uit een aantal onderdelen: de werkplek waar werkplek opleiden wordt toegepast, een digitale leeromgeving thuis of in het open leerplein of een specifieke opleiding denk aan agressieregulatie of assertiviteitstraining. Een werkplekopleiding is een doelgerichte en gestructureerde vorm van een opleiding waarbij een leerproces is gecombineerd met het uitvoeren van productieve arbeid én er sprake is van een interventie in het werkproces. Werkplek opleiden is als methodiek specifiek ontwikkeld voor de doelgroep SW. Het heeft als doel SWwerknemers zodanig op te leiden dat ze zo regulier mogelijk kunnen werken. Leren en werken vinden in een werkplekopleiding tegelijkertijd plaats. Door werk uit te voeren, leert men. Leren op de werkplek vindt dan ook eigenlijk bijna altijd plaats. Om bepaalde leerdoelen te verwezenlijken op de werkplek is het nodig structuur aan te brengen en maatregelen te nemen op de werkplek die het leren mogelijk maken (opleidingskundige en arbeidsorganisatorische interventies). Pas dan is er sprake van een werkplekopleiding. Het leren binnen een werkplekopleiding wordt met andere woorden niet overgelaten aan het toeval. Er is sprake van intentioneel leren (d.w.z. doelgericht en gestructureerd) naast de altijd plaatsvindende incidentele (d.w.z. toevallige) leerprocessen. Opleiden op de werkplek stelt eisen aan de werkplek (arbeidsorganisatorische interventies). Er is een checklijst ontwikkeld die gebruikt kan worden om te controleren of de werkplek als leeromgeving geschikt is of wat nodig is om deze geschikt te maken. Opdrachten om competenties van medewerkers te ontwikkelen worden op twee manieren uitgevoerd: 1 Tijdens het werk door bepaalde opdrachten uit te voeren die zijn afgesproken in het trajectplan/iop waarbij de werkbegeleider instrueert en beoordeelt of iets geleerd is. Het instrument voor werkbegeleiders om dit vorm te geven moeten we nog ontwikkelen gedacht wordt aan een soort checklist die digitaal kan worden gebruikt om aan te vinken of iemand iets kan. De verwachting is dat dit in 2016 pas ontwikkelt gaat worden. 2 Middels e-learning (WPO interactief) dit is oefenen op een PC. Wederom is het trajectplan leading. Het kan thuis worden gedaan of op een open leerplein als er begeleiding nodig is. Deze programma s zijn ontwikkeld door SBCM en de functiegerichte leerroutes kunnen als maatwerk worden samengesteld. 36

37 Het Open Leerplein is een online platform dat een breed scala aan programma s bevat, gericht op o.a. werknemersvaardigheden, pc-vaardigheden, reken- en taalvaardigheden en 11 functiegerichte leerroutes. De functiegerichte leerroutes zijn gericht op de basis vakvaardigheden en ondersteunen hierin de werk-leerlijnen waar de uitgebreidere praktische vakvaardigheden verder worden ontwikkeld. Kortom: het vak wordt geleerd op locatie bij de inleners en zij financieren dit dat is niet de opdracht van WOZL. Wij leveren medewerkers die in staat zijn het werk te doen. Wij concentreren ons op basis werknemersvaardigheden en eventueel verzorgen wij een oriëntatie op het werk voor betrokkene zodat de drempel om hier te gaan werken wordt verlaagd. Uitstroom De uitstroomfase is gericht op het realiseren van een duurzame plaatsing. Er is sprake van uitstroom wanneer de medewerker duurzaam geplaatst is en het individueel trajectplan kan worden afgesloten. Een duurzame plaatsing kent vier varianten: het kan intern zijn in een beschutte omgeving, een groepsdetachering of individuele detachering. Het kan ook een externe plek zijn met uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt en een dienstverband bij een andere werkgever. In nagenoeg alle gevallen blijft de medewerker op de loonlijst staan van de GR WOZL. Bij uitstroom eindigt het ontwikkelingsproces van de medewerker. Via het reguliere P&O beleid wordt wel aandacht besteed aan noodzakelijke reguliere opleidingen. IDU productieschema 2016 e.v. De accenten van de werkzaamheden van het voor WOZL (tijdelijke) IDU proces verschuiven gedurende de loop der jaren. Dat komt omdat er gegeven het afbouwscenario geen nieuwe instroom meer plaatsvindt. Op een gegeven moment is iedereen in kaart gebracht (instroom), ontwikkeld (doorstroom) en duurzaam geplaatst (uitstroom) of gereed om geplaatst te worden (op voorraad). Op 1 januari 2017 zijn de detacheringsactiviteiten ondergebracht bij het WSP Parkstad en bestaat er nog uitsluitend het WOZL onderdeel beschut en kan het IDU proces binnen WOZL worden beëindigd. De gemeenten als regievoerders zullen een besluit moeten nemen of men de activiteiten en de ontwikkelde kennis behorende tot het IDU proces door gaat zetten bij het WSP Parkstad. Sinds 2014 en vooruitkijkend naar de komende jaren zal het navolgende productieschema worden gehanteerd. 37

38 FTE Cumula- Cumula- Cumulatief Cumulatief aan Duurzaam Uitstroom Totaal Beschut Deta Overig * tief weg- tief nog aan traject- werk- leerlijnen te plaatsen van Beschut wijzers geen plannen op voorraad naar Deta wegwij- gerealiseerd ** *** zers N.T.B N.T.B N.T.B. 0 fte fte fte fte mens mens mens mens mens Tabel 5. In behandeling genomen SW medewerkers t.b.v. bepaling positionering in duurzame uitstroom. Begeleiding en opleiding op de werkvloer in werk-leerlijnen. Duurzame plaatsing, binnen (Beschut) of buiten (Gedetacheerd) de organisatie * Jaar 2015 bezetting 'overig' betreft de inmiddels overgedragen groen medewerkers (351 fte) aan gemeenten en de staf & lijnfuncties cao Wsw (138 fte) ** N.T.B. hier vermeld gegeven de invoering en ontwikkeling van de nieuwe IDU systematiek (in lijn met aanvraag Kerstens-gelden) *** De wegwijzers en trajectplannen leiden in 2016 tot 'uitstroom' naar detachering en duurzame plaatsingen; hoewel er geen cijfers van 2015 genoemd zijn, zijn er in 2015 diverse medewerkers 'doorgestroomd' naar duurzame plekken a.g.v. commerciële inspanningen en vervreemdingen. Beweging van binnen naar buiten (beoogde uitstroom) Het IDU proces ondersteunt de beweging van binnen naar buiten die gericht is op het duurzaam plaatsen van Wsw medewerkers in het reguliere bedrijfsleven. Het gemeentelijk beleid is erop gericht dat in principe iedereen gedetacheerd kan worden (lees naar buiten kan). Uitsluitend de allerzwakste medewerkers zullen blijvend in de beschutte interne werkplaats te werk worden gesteld, waarbij de dienstverlening zal worden afgestemd op deze specifieke doelgroep. Naar verwachting zal, indien alle medewerkers het IDU proces hebben doorlopen, ongeveer 300 fte s afhankelijk zijn van de beschutte optie. De rest van de medewerkers is, afhankelijk van de opnamecapaciteit van de markt en de wijze waarop we met het WSP Parkstad succesvol zijn in het maken van de jobarrangementen, geplaatst bij reguliere bedrijven. Mocht de opnamecapaciteit onvoldoende zijn dan zal deze te plaatsen groep binnen de eigen infrastructuur werkzaam zijn tot het moment dat er een geschikt alternatief buiten voorhanden is. 38

39 5.6 Bijlage overzicht baten en lasten (conform regelgeving BBV) In dit hoofdstuk wordt per rubriek een toelichting gegeven met betrekking tot de afwijkingen van de 1 e swijziging 2016 ten opzichte van de originele Voor de onderbouwing van de ongewijzigde cijfers wordt verwezen naar de 2016 en de meerjarenraming Overzicht baten & lasten (bedragen x 1.000,-) Rubriek 2016 Bedrijfsvoering par origineel 1ste wijziging bijgesteld baten lasten Uitvoering Wsw par baten lasten Uitvoering WIW/ID par baten lasten Uitvoering Overig par baten lasten Verbonden Partijen par baten lasten Personeelskosten Wsw par baten lasten Kerstens gelden par baten lasten Resultaat voor financiering en algemene dekkingsmiddelen Financiering en alg. dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering par Uitvoering Wsw Tekort bv's Onvoorzien Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves onttrekking reserve wachtlijstproblem Resultaat na bestemming

40 5.6.1 Bedrijfsvoering Baten Specificatie baten 2016 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld Bijdrage niet deeln. gem. in adm. kosten Rente opbrengsten Bijdrage deeln. gem. aan buitenregionale uitv. kosten Dekking uitvoeringskosten WOZL Totaal De baten bij bedrijfsvoering nemen met 7 af, met name als gevolg van een daling in het aantal Wsw-medewerkers bij begeleid werken en beschut werken. Dientengevolge krijgt WOZL minder vergoeding voor de administratie- en uitvoeringskosten. Lasten Specificatie lasten 2016 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld Personeelskosten Organisatiekosten Dienstverlening Parkstad Limburg Accountants- en advieskosten Rentekosten en kosten bank Totaal Totale lasten stijgen ten opzichte van de originele met 3. Dit is het saldo van de daling bij personeelskosten (- 8) en de stijging bij de organisatiekosten ( 5). 40

41 5.6.2 Uitvoering Wsw De verwachting voor 2016 is dat het resultaat op de subsidiedifferentiatie 599 hoger uitvalt dan is opgenomen in de originele Met name de daling van het aantal AJ (42,27) bij Beschut zijn hierop van invloed. In bijlage V staat een totaal overzicht per categorie. Baten Specificatie baten 2016 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld Rijkssubsidie deelnemende gemeenten Rijkssubsidie niet deelnemende gemeenten Totaal In de 1 ste swijziging is rekening gehouden met een lagere taakstelling dan in de originele De geprognosticeerde realisatie Wsw voor 2016 komt uit op totaal 3.791,91 AJ en is berekend op basis van de gemiddelde uitstroom per categorie WOZL gebaseerd op historische cijfers. In de originele 2016 werd gerekend met totaal 3.817,89 AJ. Daarnaast is in de originele gerekend met een rijkssubsidie per arbeidsjaar van 25,003. In de 1 ste swijziging wordt uitgegaan van 25,441 per arbeidsjaar. Het totaal effect bedraagt een verhoging van de post rijkssubsidie van circa Lasten Specificatie lasten 2016 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld Regulier Begeleid werken Beschut werken Buitenregionale uitvoeringsorganiaties Bijdrage adm. lasten buitenregionale uitv. org Uitvoeringskosten WOZL Totaal

42 Regulier Deze post heeft voornamelijk betrekking op de verstrekte loonkostensubsidie voor de Wswmedewerkers die werkzaam zijn bij de verbonden partijen. Deze subsidie bedraagt voor de originele 24,758, terwijl voor de gewijzigde met 25,196 per arbeidsjaar wordt gerekend. Tevens is er een hoger aantal AJ (13,2) Wsw- medewerkers geplaatst bij de reguliere groep. In de originele is geen rekening gehouden met het aantal Wsw- medewerkers die vanuit de beschutte werkomgeving (Relim en Werkmeester) geplaatst worden bij de verbonden partijen (regulier). Het totaal effect bedraagt een verhoging in de lasten van Begeleid werken Deze post heeft betrekking op begeleidingskosten en verstrekte loonkostensubsidie voor de Wswmedewerkers die vallen onder de categorie begeleid werken. De gemiddelde subsidie per fte bedraagt 20,0. Het aantal te verwachten begeleid werkers stijgt marginaal ten opzichte van de originele Beschut werken Bij deze groep gaat het om Wsw-medewerkers die voor een passende tewerkstelling zijn overgedragen aan externe uitvoeringsorganisaties. Bij deze groep medewerkers is bij plaatsing nog gerede twijfel over de geschiktheid voor regelmatige arbeid. Bij de externe uitvoeringsorganisaties (Relim en Werkmeester) worden deze medewerkers op basis van contract geplaatst, beoordeeld en waar mogelijk ontwikkeld naar een niveau dat leidt tot instroom in het beschutte werk van de verbonden partijen. De verwachting is dat deze groep aanzienlijk lager zal zijn dan in de originele rekening is mee gehouden. De kosten zullen met verminderen, enerzijds ten gevolge van de daling in het aantal FTE (52,97) en anderzijds ten gevolge van een prijsverschil. Buitenregionale uitvoeringsorganisaties Hierbij gaat het om een aantal Wsw-medewerkers van deelnemende gemeenten die tewerkgesteld zijn bij buitenregionale uitvoeringsorganisaties. De betaling van de rijkssubsidie is gelijk aan de ontvangen rijkssubsidie en derhalve resultaat neutraal. De groep is in deze circa 3 AJ hoger dan origineel begroot. Uitvoeringskosten Het aantal Wsw-medewerkers bij begeleid werken en beschut werken daalt ten opzichte van de originele, waardoor de uitvoeringskosten met circa 7 dalen. 42

43 5.6.3 Uitvoering WIW/ID Specificatie lasten 2016 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld WIW ID Totaal In de originele 2016 is uitgegaan dat de activiteiten voor de WIW zou worden afgebouwd. Door ontwikkelingen binnen de gemeente Heerlen en Kerkrade worden deze activiteiten vooralsnog voortgezet. De lasten worden volledig vergoed door de gemeenten Kerkrade en Heerlen. Deze rubriek is derhalve resultaat neutraal voor WOZL. De verdeling over de gemeenten Heerlen en Kerkrade is als volgt: verdeling WIW en ID (bedragen x 1.000,-) Gemeente 2016 WIW ID totaal Heerlen Kerkrade Totaal Uitvoering overig Specificatie lasten 2015 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld Sociaal akkoord op hoofdlijnen Totaal

44 In 2016 bestaat deze post alleen uit het Sociaal Akkoord op hoofdlijnen. Door WOZL worden de lasten van het sociaal akkoord doorbelast aan de deelnemende gemeenten en zijn derhalve resultaat neutraal voor WOZL Verbonden partijen Specificatie lasten 2016 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld Exploitatietekort verbonden partijen Totaal Voor een nadere toelichting op het resultaat verbonden partijen wordt verwezen naar paragraaf Personeelskosten Wsw De personeelskosten van de Wsw-medewerkers bij de verbonden partijen worden betaald door WOZL GR in haar hoedanigheid als juridisch werkgever. Deze kosten worden geheel doorbelast aan de WOZL bv's. Deze rubriek is derhalve resultaat neutraal voor WOZL GR. Specificatie lasten 2016 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld Personeelskosten Totaal In de originele is rekening gehouden met de loonkosten inclusief diverse personeelskosten. In de 1 ste swijziging zijn deze overige kosten voor de transparantie niet meegenomen. Tevens is ten opzichte van de originele het aantal FTE met circa 60 naar beneden bijgesteld waardoor de personeelskosten met circa dalen. 44

45 5.6.7 Kerstens gelden In het voorjaar van het jaar 2015 is door de eigen uitvoeringsorganisaties, de WOZL 1 bv met dochters, een verbeterprogramma voorgesteld aan de AvA, in vervolg en aansluiting op de thema s die verwoord staan in de strategische notitie Werken is ontwikkelen en participeren. Dit verbeterprogramma met de werktitel Groen Licht is vervolgens conform opdracht van de AvA en het bestuur verwerkt in een aanvraag voor extra door het Rijk beschikbaar gestelde subsidie voor herstructurering van werkbedrijven in relatie tot de invoering van de Participatiewet. De aanvraag voor deze zogenaamde Kerstens gelden is door de centrumgemeente Heerlen tijdig ingediend en inmiddels door het Rijk toegekend. Bij toekenning van deze gelden door het Regionaal Arbeidsnetwerk (RAN) als beheerder en verantwoordelijk orgaan namens de centrumgemeenten leidt dit tot een zodanige financiering dat het totale verbeterprogramma binnen de uitvoeringsorganisaties uitgevoerd kan worden. Deze Kerstens gelden zijn door de GR WOZL als baten en lasten verwerkt in het overzicht baten en lasten als in de bijlagen in hoofdstuk 5 opgenomen en leiden binnen de GR niet tot financieel resultaat Bijdragen en algemene dekkingsmiddelen In deze rubriek wordt een overzicht gegeven van de bijdragen van de deelnemende gemeenten ter dekking van de tekorten van de voorgaande rubrieken. De swijziging heeft geleid tot de volgende aanpassingen van de bijdragen. Specificatie baten 2016 (bedragen x 1.000,-) 2016 origineel 1ste wijziging bijgesteld Bedrijfsvoering Uitvoering Wsw Tekort WOZL bv's Totaal Ten opzichte van de originele wordt een lagere bijdrage gevraagd van Voor een verdeling van de bijdragen per deelnemende gemeente wordt verwezen naar de bijlagen. 45

46 5.6.9 Financiering Voor de inrichting en uitvoering van de treasury functie van decentrale overheden zijn kaders gesteld in de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido). Onder de treasury functie vallen onder andere het geldstromenbeheer, het saldobeheer, liquiditeitsbeheer, financiering, uitzetting van gelden en renterisicobeheer. Als gevolg van de swijziging verandert zowel de limiet voor het kasgeld als het toegestane saldo voor het schatkistbankieren. Kasgeldlimiet De norm bedraagt 8,20% van het stotaal aan lasten vóór bestemming, dus met uitzondering van stortingen in reserves. Bij de bepaling van de omvang van het totaal aan lasten in de is uitgegaan van de totale lasten exclusief de lasten bij de rubriek personeelskosten Wsw. Dit ligt in lijn met eerdere jaren en is ter voorkoming van dubbel tellingen. (bedragen x 1.000,-) Kasgeldlimiet 2016 omvang in toegestane kasgeldlimiet in % 8,20% toegestane kasgeldlimiet in Schatkistbankieren Bij de bepaling van de hoogte van de overtollige middelen is het decentrale overheden toegestaan een drempelbedrag aan te houden buiten de schatkist. Dit drempelbedrag is vastgesteld op 0,75% van het jaarlijks stotaal, met een minimum van 0,25 miljoen en een maximum van 2,5 miljoen. Voor WOZL is het drempelbedrag als volgt bepaald: (bedragen x 1.000,-) Toegstaan saldo schatkistbankieren 2015 omvang in toegestane saldo in % 0,75% toegestane saldo in

47 5.7 Bijlage Bijdragen (conform regelgeving BBV 10 ) Bijlage: Ia Bijdrage sociaal statuut 2016 (x 1) origineel gewijzigd Deelnemende gemeente aandeel * wijziging Brunssum 11,83% Gulpen-Wittem 3,68% Heerlen 28,10% Kerkrade 24,35% Landgraaf 15,50% Nuth 3,49% Onderbanken 2,90% Simpelveld 3,52% Vaals 2,07% Valkenburg 2,28% Voerendaal 2,29% totaal 100,00% * verdeling o.b.v. % bruto loonsom Licom 1999 Bijlage: II a Bijdrage tekort bedrijfsvoering 2016 (x 1) taakstelling in aj * taakstelling in % bijdrage origineel bijdrage bijgesteld wijziging Brunssum 446,23 11,78% Gulpen-Wittem 107,88 2,85% Heerlen 1.268,79 33,50% Kerkrade 909,86 24,02% Landgraaf 498,22 13,16% Nuth 115,86 3,06% Onderbanken 85,52 2,26% Simpelveld 114,62 3,03% Vaals 70,02 1,85% Valkenburg 97,23 2,57% Voerendaal 72,92 1,93% totaal 3.787,16 100,00% * Betreft de taakstelling 2015 zoals opgenomen in de 1ste swijziging NB. Er vindt nog een definitieve check plaats op de verdere verplichte figuren vanuit de regelgeving BBV. Dit geldt o.a. voor de investerings, zoals deze overigens wel wordt opgenomen in de bv s. Tevens wordt nogmaals nagegaan of en zo ja, er nog onderdelen zijn uit de vorige rapportages die hierin meegenomen moeten worden. 47

48 Bijlage: II b Bijdrage overschot subsidiedifferentiatie 2016 (x 1) Deelnemende gemeente taakstelling in aj * taakstelling in % bijdrage origineel bijdrage bijgesteld wijziging Brunssum 446,23 11,78% Gulpen-Wittem 107,88 2,85% Heerlen 1.268,79 33,50% Kerkrade 909,86 24,02% Landgraaf 498,22 13,16% Nuth 115,86 3,06% Onderbanken 85,52 2,26% Simpelveld 114,62 3,03% Vaals 70,02 1,85% Valkenburg 97,23 2,57% Voerendaal 72,92 1,93% totaal 3.787,16 100,00% * Betreft de taakstelling 2015 zoals opgenomen in de 1ste swijziging 2015 Bijlage II c Bijdrage resultaat WOZL bv's 2015 (bedragen x 1,-) Deelnemende gemeente bezetting WOZL bv's* bezetting in % bijdrage origineel bijdrage gewijzigd wijziging Brunssum 435,68 12,46% Gulpen-Wittem 95,81 2,74% Heerlen 1.127,48 32,24% Kerkrade 879,41 25,15% Landgraaf 468,44 13,39% Nuth 92,60 2,65% Onderbanken 87,24 2,49% Simpelveld 108,55 3,10% Vaals 69,56 1,99% Valkenburg 68,42 1,96% Voerendaal 63,98 1,83% Totaal 3497, % * conform de bezetting in Arbeidsjaren WOZL bv's per 31 december 2013, bij de berekening van het percentage is nog geen rekening gehouden met de bonus/malus systematiek. Met de jaarrekening 2016 wordt dit overzicht op basis van de gerealiseerde bonus/malus per gemeente definitief vastgesteld. 48

49 5.8 Subsidiedifferentiatie Subsidiedifferentiatie 2016 (bedragen x 1,-) verg. uitv, subsidie- uitv. kosten totaal rijksbijdrage resultaat Omschrijving aj per aj/fte * lasten WOZL kosten Regulier Verbonden partijen (WOZL B.V.'s) 3.425, Relim 21, Werkmeester 27, totaal Regulier 3.474, Begeleid werken 133, Beschut werken Relim categorie , Werkmeester categorie , Werkmeester categorie , totaal Beschut Werken 120, Buitenregionale uitvoeringsorganisaties 63, Totaal Arbeidsjaren (AJ) 3.791, * bij begeleid- en beschut werken wordt subsidie verstrekt aan de uitvoerende organisaties o.b.v. fte. 49

50 5.9 Meerjarig overzicht baten & lasten Meerjarig overzicht baten & lasten (bedragen x 1.000,-) Rubriek Bedrijfsvoering par bijgesteld prognose bijgesteld prognose bijgesteld prognose bijgesteld baten lasten Uitvoering Wsw par baten lasten Uitvoering WIW/ID par baten lasten Uitvoering Overig par baten lasten Verbonden Partijen par baten lasten Personeelskosten Wsw par baten lasten Kerstens gelden par baten lasten Resultaat voor financiering en algemene dekkingsmiddelen Financiering en alg. dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering par Uitvoering Wsw Tekort bv's Onvoorzien Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves onttrekking reserve wachtlijstproblem Resultaat na bestemming

51 5.10 Bijlage Integraal Risico Model 51