FUNCTIEBESCHRIJ VING Onder wijs voor Sociale Pr omotie Ler aar pr aktische, technische en algemene vakken

Transcriptie

1 FUNCTIEECHRIJ VING Onder wijs voor ociale Pr omotie Ler aar pr aktische, technische en algemene vakken estaansreden van de functie Op basis van de basiscompetenties en de missie van het centrum, de toegewezen vormingsopdracht voorbereiden, uitvoeren, evalueren en bijsturen met als doel om samen met de collega s bij te dragen tot de bevordering van maatschappelijke integratie van cursisten, de persoonlijke ontplooiing van de cursisten, een verhoogde kans op tewerkstelling, via her, om of bijscholing van de cursisten, meewerken aan de realisatie van de algemene doelstellingen van het centrum (missie). AMENVATTING REULTAATGEIEDEN Resultaatgebied 1: Planning en voor bereiding van het lesgeven Resultaatgebied 2: Lesgeven Resultaatgebied 3: egeleiding van cursisten Resultaatgebied 4: Evaluatie Resultaatgebied 5: Lokalen, wer kinstrumenten, materialen Resultaatgebied 6: Relaties met bedrijven / organisaties Resultaatgebied 7: Het centrum als or ganisatie Resultaatgebied 8: Overleg en samenwerking Resultaatgebied 9: Permanente vorming Resultaatgebied 10: Cur sistenstages 1

2 Resultaatgebied 1: Planning en voor bereiding van het lesgeven Op basis van de missie van het centrum, de leerplannen (OVG) en het semester / jaarplan opstellen. Het 'lesgeven zelf' voorbereiden met als doel op een agogisch didactisch verantwoorde wijze efficiënt te kunnen lesgeven. op basis van de studie van de leerplannen, een semester/jaarplan opmaken en/of bijsturen (d.w.z. bepaling van de leerstof en spreiding hiervan over de lessenreeks) met bepaling van de doelstellingen op basis van dit semester/jaarplan een aantal aspecten concreet voorbereiden: praktijkuitstappen efficiënt plannen, op regelmatige tijdstippen vakvergaderingen bijwonen in overleg met TAC en TA in functie van de behoeften en rekening houdend met de cursistendoelgroep vanuit de eigen praktische vakervaring (zeer belangrijk) cursussen maken en/of samenstellen: informatie en gegevens (bibliotheek, vaktijdschriften, bedrijven, andere collega's, als gevolg van bijscholingen,...) verzamelen en/of opzoeken, verwerken en logisch structureren. de op eigen praktijkervaring gebaseerde cursusdelen ordenen en volgens de door de school vooropgestelde lay out vormgeven en regelmatig bij en herwerken. praktische taken en opdrachten opstellen de lessen concreet voorbereiden U in samenwerking met collega s en directie, opmaken van leerplannen, rekening houdend met de basiscompetenties en de vigerende normen, Resultaatgebied 2: Lesgeven Op basis van een goede planning en voorbereiding, lesgeven en cursisten leren zelfstandig handelen met als doel de doelstellingen bijbrengen van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes realiseren met maximale kans op slagen en bij aanvang van de lessenreeks, het communiceren van de globale doelstellingen van de cursus. een aangepast leef en leerklimaat creëren: goede afspraken maken (op basis van cursistenreglement) met cursisten en deze ook doen nakomen, zorgen voor een goede afwisseling in werkvormen in functie van de beginsituatie van de cursisten, zoveel mogelijk interactief lesgeven (zaken laten voorbereiden, vragen stellen,opdrachten laten uitvoeren,...) cursisten aanmoedigen en waarderen de voorziene leerstof aanbrengen op basis van de lesvoorbereiding, doch soepel inspelend op de reacties van de cursisten. Dit omvat o.a. volgende activiteiten: technieken, en handelingen demonstreren en overbrengen, 2

3 vaardigheden, werkmethodes en werkattitudes aanleren, indien mogelijk aanknopen bij de vorige les (= toetsen van de beginsituatie), cursisten aantonen hoe leerstof concreet in de praktijk kan toegepast worden, zelf vragen stellen om te toetsen of de leerstof begrepen werd, gemaakte opdrachten samen bespreken en/of verbeteren, steeds een verzorgd en aangepast taalgebruik en correcte omgangsvormen stimuleren, cursisten begeleiden om inzichten en leerresultaten te verwerven: leren de belangrijkste zaken te onderscheiden van de minder belangrijke probleemoplossend leren denken, zelfstandig leren werken, leren hun vakactiviteit te situeren in een groter geheel, Resultaatgebied 3: egeleiding van de cursisten De cursisten, individueel en/of als klasgroep begeleiden, met als doel hen te helpen om hun doelstellingen op de meest effectieve en efficiënte wijze te bereiken. zorgen voor een goed en vlot onthaal in het centrum, meewerken aan opstellen van toelatingsproeven en het afnemen ervan, (potentiële ) cursisten informeren over de mogelijke trajecten en de mogelijkheden van de diploma s toelichten. Resultaatgebied 4: Evaluatie van de cur sisten en zelfevaluatie De bereikte resultaten en de eigen werkwijze op een systematische en coherente wijze evalueren en analyseren met als doel cursisten te informeren over de bereikte resultaten, cursisten te waarderen, motiveren, te remediëren en de eigen werkwijze bijsturen en verbeteren. a. Evalueren van de cursisten: Op basis van de beginsituatie aangeven wat en hoe er geëvalueerd wordt in samenspraak met collega s en rekening houdend met vigerende reglementeringen en afspraken in het centrum Meest geschikte evaluatievorm gebruiken in functie van doelstellingen Evalueren van het product: toetsen (mondeling en schriftelijk), opdrachten, examens opstellen, verbeteren, quoteren en feedback geven over resultaten en proces aan cursisten. Met de collega s de resultaten en het proces bespreken op de deliberatie. cursisten evaluatieblad aanvullen en indien nodig het leerproces remediëren b. Zelfevaluatie en zelfr emediër ing : reflecteren over de eigen lespraktijk, nagaan of de (les)doelstellingen bereikt werden vanuit analyse van de resultaten de eigen manier van lesgeven bevragen en de examenvragen laten nalezen door collega s (moeilijkheidsgraad, vraagstelling,...),. de cursisten op een informele manier bevragen over de eigen manier van lesgeven, 3

4 Resultaatgebied 5: Lokalen, wer kinstrumenten, materialen,... In functie van de behoeften, het beheren van lokalen, werkinstrumenten en materialen in overleg met de andere gebruikers van de infrastructuur met als doel gebruikshandleidingen te verzorgen, te verzekeren dat de cursisten in optimale omstandigheden les kunnen volgen,bij te dragen tot de gebruiksefficiëntie van lokalen, werkinstrumenten en materialen en de veiligheid te verzekeren. zorgen dat de leslokalen op een verantwoorde manier gebruikt worden cursisten respect bijbrengen voor materialen, machines, hygiënevoorschriften en de officiële richtlijnen/wetgeving in dat verband (doen) opvolgen, veiligheidsvoorschriften en huishoudelijk reglement doen naleven, werkreglementen (ARA, AREI,...) (doen) toepassen, met andere gebruikers afspraken maken over gebruik van machines, toestellen en lokalen, inventaris van benodigdheden bijhouden, de nodige materialen en toestellen voorzien en/of klaarzetten voor de cursisten, waken over onderhoud van lokalen, machines en materialen, signaleren van kleine herstellingen aan toestellen en zorgen dat gebruiksaanwijzingen voorhanden zijn. zorgen voor het reinigen van de machines en van het materiaal en (na gebruik) controleren, de gereedschappen beheren (alles moet in en uitgeschreven worden, het moet teruggebracht worden naar een centraal magazijn,...), Resultaatgebied 6: Relaties met bedrijven en organisaties Initiëren, uitbouwen, onderhouden van relaties en samenwerken met bedrijven en organisaties met als doel nieuwe ontwikkelingen te leren kennen en integreren in lessenpakket, bedrijven en organisaties te laten kennis maken met cursisten en vice versa. Gedragsindicatoren (activiteiten na overleg met adjunct directeur of TAC): didactische uitstappen aanvragen, organiseren en opvolgen allerhande telefonische, schriftelijke en persoonlijke contacten initiëren, externe juryleden aanbrengen voor praktische en/of technische proeven en eindwerken, organiseren van stageplaatsen voor cursisten, binnen de stagereglementeringen, mensen uit de praktijk zoeken en uitnodigen als spreker of voor het geven van demonstraties, afstuderende cursisten informeren over tewerkstellingsmogelijkheden op de arbeidsmarkt, voordrachten en voorstellingen van de nieuwigheden in bedrijven/organisaties bijwonen, samenwerkingsverbanden tussen centrum en bedrijf of organisatie ondersteunen, 4

5 Resultaatgebied 7: Het centrum als or ganisatie Opnemen van verantwoordelijkheden die het les of klasgebeuren overschrijden met als doel bij te dragen tot een goede werking en positieve uitstraling van het centrum. actief deelnemen aan de personeelsvergaderingen opvang van (beginnende) leerkrachten bijdragen tot de praktische vorming van beginnende leraren en stagiairs, nieuwe leraren helpen om zich zo vlot mogelijk te integreren in het centrum, leerkrachten permanente vormingskansen aanbieden. bijwonen van infosessies en opendeurdagen begeleiding van stagiairs van de lerarenopleiding U U U opnemen van één of andere specifieke rol of opdracht, bijvoorbeeld: coördinator, afdelingsverantwoordelijke onthaal van nieuwe leraren (organisatie van het 'mentorship'), begeleiden van eindwerk en stage meehelpen aan de promotie van het centrum: toelevering van informatie (inhoud, werkvormen, foto s, activiteiten) voor informatiebrochure en website het centrum vertegenwoordigen op beurzen, permanentie tijdens de vakantie (inschrijvingen of ander werk o.a. gebruiksklaar maken van lokalen), afwezige collega s vervangen volgens het in de school gebruikelijke systeem. Resultaatgebied 8: Overleg en samenwerking ijdragen tot een goede communicatie en plegen van het nodige overleg met alle personen of instanties betrokken bij de werking van het centrum met als doel bij te dragen tot een effectieve en efficiënte werking van het centrum, dankzij een goede afstemming en samenwerking, het onderwijsproces maximaal te laten renderen; dankzij een grote betrokkenheid de inzet, het engagement van alle deelnemers te verhogen. Met het directieteam: verslag uitbrengen over het gepleegde overleg met personen of instanties betrokken bij de werking van het centrum, raadplegen en toestemming vragen voor bepaalde activiteiten of aankopen, problemen bespreken, raad en/of hulp vragen, zijn/haar aanwezigheid vragen in de klas bij één of andere gelegenheid, bespreken en evalueren van het eigen functioneren, in overleg een vervanging van een afwezige collega bespreken, 5

6 Met de collega's / het team: participeren aan de vergaderingen van de vakwerkgroep, samenwerken in projectgroepen, vakoverschrijdend samenwerken en afspraken maken met de collega's, een collega met problemen ondersteunen (luisteren, raad geven, helpen,...), U Met externen : bijwonen van coördinatievergaderingen met de andere onderwijsinstellingen, samenwerken over het opstellen van leerplannen, Resultaatgebied 9: Permanente Vor ming innen het kader van de missie van het centrum, instaan voor de eigen vorming met als doel nieuwe werkmethodes en nieuwe vaardigheden te kunnen uittesten en eventueel toe te passen in de praktijk, op de hoogte te blijven van de actualiteit, de maatschappelijke evoluties en de recente ontwikkelingen op het vakgebied en nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. volgen welke vormingsactiviteiten worden georganiseerd voor de eigen sector / het eigen vak, naar vakbeurzen gaan, demonstraties en voordrachten bijwonen, bedrijfsbezoeken doen, contacten onderhouden met andere mensen uit hetzelfde vakgebied en met vakorganisaties, pedagogische studiedagen bijwonen, inspelen op het opleidingsaanbod van het onderwijsnet of van andere organisaties/instanties kennis in de nascholing opgedaan, overdragen aan collega's, de vakliteratuur volgen (zowel de vaktechnische als de agogisch didactische), ervaringen, studiemateriaal en werkmethodes met collega's uitwisselen, Resultaatgebied 10: Cursistenstages en eindwerken voor betr okken opleidingen Organiseren en opvolgen van cursistenstages en eindwerken met als doel om de cursist zo dicht mogelijk bij de praktijk te brengen, om de cursist zo grondig mogelijk voor te bereiden op het beroepsleven, om werkgelegenheidskansen te vergroten. helpen samenstellen van jury, cursisten begeleiden in het zoeken van geschikte stageplaatsen en daarvoor contacten leggen en onderhouden, bijdragen tot de opmaak van stagereglementen, afspraken maken rond de concrete inhoud van de opdracht, het stageproces continu evalueren (samen met de mentor) via stagebezoeken en formele evaluatie opmaken, stageverslagen van de cursisten lezen en verbeteren, het eindresultaat met de cursist en de mentor van de stageplaats bespreken, stagedossier opmaken, 6

7 begeleiden van eindwerken, helpen en adviseren bij de keuze van onderwerpen, toezien dat de administratieve verplichtingen worden opgevolgd (bijvoorbeeld burgerlijke aansprakelijkheid bij bedrijven), toezien of de nodige verzekeringen genomen worden 7

8 COMPETENTIEPROFIEL Onder wijs voor ociale Pr omotie LERAAR PRAKTICHE, TECHNICHE EN ALGEMENE VAKKEN VAKEKWAAMHEID De vaktechnische kennis die nodig is om de functie goed te kunnen uitoefenen : bezit vaktechnische kennis, beheerst de details van de materie, heeft praktische ervaring, heeft gefunctioneerd in de omgeving waarin door de cursisten zal gewerkt worden, kent de arbeidswereld, beheerst het vakjargon en de technische termen, kan moderne apparatuur op een goede manier gebruiken (communicatie apparatuur) kent de technologische specificiteit van zijn vak en kan de praktische handelingen nauwkeurig uitvoeren, beheerst de neventechnologieën van het vak (bijv. gebruik van een computer), kan oordeelkundig gereedschap, materiaal en machines gebruiken, weet op een veilige en verantwoorde manier een opdracht te volbrengen, beschikt over een brede theoretische achtergrond, kan voorbeelden uit de praktijk aanbrengen; beheerst de relatie tussen theorie en praktijk, is polyvalent, handig, kent de ruimere aspecten van zijn vak: risico s, gevaren, hygiëne, beperkende wetgeving, heeft materiaal en machinekennis en kennis van de grondstoffen, kent productieprocessen, beheerst vak tekenen en plan lezen, heeft ruimtelijk inzicht, heeft PC + software kennis, kent de historische achtergrond van het vak, is taalvaardig: heeft een goede kennis van de eigen taal, kent technische termen, bezit algemene agogisch didactische kennis en psychologische inzichten. AMENVATTING COMPETENTIE 1. Cur sistenbetrokkenheid 2. Gedrevenheid 3. Organisatietalent 4. Teamger icht 5. Kritische ingesteldheid 6. Relatiebekwaam 7. ociale ingesteldheid 8. Flexibiliteit COMPETENTIE 1. Cur sistenbetrokkenheid De bekwaamheid om zich te kunnen inleven in de leef en denkwereld van de cursisten en de aanpak daarop af te stemmen. 8

9 2. Gedrevenheid De wil en de bekwaamheid om zich op een positieve manier in te zetten voor het centrum en met het vak bezig te zijn en over te dragen via een gevarieerde en boeiende lesaanpak. 3. Organisatietalent De bekwaamheid om planmatig en doeltreffend te werken. 4. Teamger icht De bekwaamheid om constructief met anderen aan een gemeenschappelijk doel te werken. 5. Kritische ingesteldheid De bekwaamheid om de eigen aanpak en die van anderen in vraag te stellen en indien nodig bij te sturen. 6. Relatiebekwaamheid De bekwaamheid om contacten te leggen en te onderhouden. 7. ociale ingesteldheid Heeft oog voor de bredere sociaal maatschappelijke dimensie van de functie en betoont interesse in anderen. 8. Flexibiliteit De bekwaamheid rekening te houden met wijzigende omstandigheden en het gedrag en de aanpak daarop af te stemmen. Gezien om ge voegd te w o rden bij he t co llegebesluit 05/ 484 van 24 no vember ho udende de goedkeuring van de algemene functiebesch rijvingen voo r he t perso neel van CV O Elishout COOVI. De Co lle geleden, rigitte GROUW EL P ascal M ET Guy V AN HEN GEL 9