Overlegfiche: kiesuur

Transcriptie

1 Overlegfiche: kiesuur Klas: Laatste overleg: 9/10/2012 Volgend overleg: ONDERDELEN EN DOELEN Onderdeel Voorstellen van activiteiten Kiezen zelf Ontwikkelings domeinen Taal Ontwikkeling van de zelfsturing Ontwikkelingsaspecten, -lijn 2,5-jarigen 3-jarigen 4-jarigen 5-jarigen Eenvoudige, grote complexere en kleinere pictogrammen herkennen pictogrammen begrijpen die in een vertrouwde (74) omgeving gebruikt -NED TB 3.18 Nadenken over worden(74) niet-talige aspecten in communicatie zoals tekeningen, pictogrammen Aarzelend een keuze kunnen maken (bijvoorbeeld vlinderen of altijd hetzelfde kiezen)(79) Pictogrammen begrijpen die verwijzen naar één gegeven betekenis(bv. Het aantal kleuters dat tegelijk in een hoek mag spelen)(74) met hulp van de leidster een keuze maken binnen een beperkt en - NED TB 3.18 Nadenken over niet-talige aspecten in communicatie zoals lichaamstaal, mimiek, rustpauze, tekeningen, pictogrammen + zonder hulp binnen een groter aanbod een keuze maken(79) pictogrammen begrijpen die verwijzen naar een reeks opeenvolgende betekenissen(bv. Een opdrachtkaart of stappenplan) (74) 1

2 Een keuze maken tussen bekende mogelijkheden (79) Ervaren dat niet voor alles tegelijk kan worden gekozen(79) -WO TI 7.2 Dat houdt in dat ze een keuze kunnen maken uit een paar activiteiten. overzichtelijk aanbod(79) bereid zijn om te kiezen wat minder bekend is.(79) bereid zijn om bij het kiezen rekening te houden met beperkende regels of afspraken en om waar nodig de eigen voorkeur uit te stellen of opzij te zetten. Positieve ingesteldheid Observerend of impulsief het klasleven volgen (12) + initiatief nemen op vraag van iemand(12) spontaan initiatief nemen (12) ondernemend actief zijn om initiatieven met een gezonde werkijver uit te bouwen.(12) Experimenteren met materialen (12) + plannen maken om constructief met materialen iets te ondernemen(12) Tijdens het spel Positieve ingesteldheid Een veilige sfeer ervaren bij de leidster à zich veilig voelen op een plaats in de klas waar je de leidster kan zien (1) - WO ZI 1.3 Dat houdt in dat ze ervaren, vaststellen en uiten dat in iemand geloven betekent dat men elkaar wederzijds vertrouwt. zich veilig voelen in een kleine groep kleuters (1) + zich veilig voelen in een grote groep kleuters(1) Genieten van een sfeer van huiselijke geborgenheid(8) +geborgenheid ervaren in een kleine groep kinderen waarmee samen ervaringen beleefd worden(8) geborgenheid ervaren in een grotere groep(8) 2

3 Morele Sociale - WO ZI 1.1 Dat houdt in dat ze gevoelens van vriendschap, geborgenheid, genegenheid... kunnen ervaren en herkennen. - WO SA 1.2 Dat houdt in dat ze ervaren en verwoorden dat mensen binnen een groep vaak een samenhorigheidsgevoel ontwikkelen. Plezier beleven aan iets (6) Kennismaken met regels en afspraken(24) ruzie bijleggen: door aangedaan onrecht weer goed te maken en excuses aan te bieden(20) proberen greep te krijgen op regels en afspraken door ermee te experimenteren(24) Een ruzie bijleggen: door de regels weer te volgen (20) +ervaren en begrijpen dat samen spelen en samenwerken inhoudt dat er (spel)regels en afspraken zijn die iedereen moet naleven(24) - WO LH 3 Kinderen beseffen dat samenwerking met anderen nodig is om een aantal arbeidstaken zo goed mogelijk te kunnen verrichten. - WO LH 3.1 Dat houdt in dat ze ervaren dat bij een spel soms moet worden samengewerkt om een doel te bereiken. + door aangedaan onrecht weer goed te maken(20) + met hulp van de leidster nieuwe afspraken kunnen formuleren en die willen naleven.(24) door het aanbieden van excuses ten aanzien van wat gedaan werd (de daad) én waarom (het motief)(20) - WO ME 16.1 Dat houdt in dat ze eigen onkunde of mislukking kunnen toegeven zonder valse excuses. 3 - WO ME 16.2 Dat houdt in dat ze zich verontschuldigen na een tekortkoming, fout of

4 ruzie. Korte tijd samenspelen(21) langere tijd samenspelen(21) samenwerken(21) - MUZO D 2.5 Dat houdt in dat ze: plezier beleven aan en genieten van zelf spelen en samenspelen met anderen - WO LH 3 Kinderen beseffen dat samenwerking met anderen nodig is om een aantal arbeidstaken zo goed mogelijk te kunnen verrichten. Alleen spelenà toekijken wanneer andere kinderen spelenà naast elkaar hetzelfde spel spelen (parallel spel)(21) + samen spelen met eenvoudige regels (21) samenspelen gebaseerd op duidelijke afspraken en regels.(21) Opruimen Sociale Een eenvoudige taak alleen kunnen uitvoeren(21) met twee of drie kleuters een taak kunnen uitvoeren (21) binnen een gezamenlijke taak met meer dan twee kleuters afspraken kunnen maken betreffende deeltaken en zich aan die afspraken kunnen houden.(21) - WO LH 3.1 Dat houdt in dat ze ervaren dat bij opruimen soms moet worden samengewerkt om een doel te bereiken. Morele ontdekken dat bepaalde waarden deugd doen voor zichzelf en voor anderen, bijvoorbeeld bij opruimen(25) 4

5 - WO LH 14.3 Dat houdt in dat ze ervaren en uiten dat gewoon iemand helpen (bv. in het gezin, in de klas) of vrijwillige dienstbaarheid vaak een goed gevoel oplevert. GELIJKGERICHTE OPTIES zelfstandigheid samenspelen, samenwerken rekening houden met elkaar keuzes maken regels en afspraken respecteren GRADATIE IN DE SCHOOL: onderdelen en materialen. Onderdeel 2,5 jarigen 3 jarigen 4 jarigen 5 jarigen Voorstellen van activiteiten Klassikaal, mondeling meedelen, activiteit voordoen, speelgoedbakken klaarzetten Idem + wie inde poppenhoek mag spelen krijgt een kenteken Hoeken voorstellen aan de hand van pictogrammen + op keuzebord Kiezen zelf Kleuters kiezen zelf Kleuters kiezen zelf Kleuters kiezen aan de hand van hun symbool. Het aantal kls per hoek hangt af van het aantal haakjes Tijdens het spel Opruimen Mogen de kls vlinderen van hoekje naar hoekje. Speelgoed moet in de juiste hoek blijven. Kleuters ruimen samen de klas op. Juf geeft het opruimmoment aan met een liedje. Mogen de kls vlinderen van hoekje naar hoekje Kleuters ruimen het hoekje waar ze spelen op en mogen hierna anderen helpen. De kls mogen wisselen als er een haakje vrij komt. Wanneer de kls het opruimsignaal (bel of lied) horen, ruimen ze het hoekje op waar ze op dat ogenblik aan het spelen/werken zijn. Hoeken voorstellen aan de hand van pictogrammen + op keuzebord. Kls kiezen aan de hand van hun symbool. Het aantal per hoek staat afgebeeld met het aantal vingers en juiste aantal witte stippen. De kls mogen wisselen maar we stimuleren om toch even in een hoek te blijven spelen.(afhankelijk van de soort van activiteit) Wanneer de kls het opruimsignaal (bel of lied) horen, ruimen ze het hoekje op waar ze op dat ogenblik aan het spelen/werken zijn. 5