B O E R D E R I J. Thema : De boerderij Oudste kleuters. Brainstorm :

Transcriptie

1 Thema : De boerderij Oudste kleuters Brainstorm : boer boerin gebouw van de boerderij met stallen woning van boer en boerin hooizolder boerenbrood - boerenhesp weiden gras dieren : koe, varken, kippen, paarden, hond, poes mesthoop B O E R D E R I J mama dieren baby dieren papa dieren modder groentenboerderij fruitboerderij landbouwbedrijf veebedrijf melken melk boter kaas yoghurt ijs karnemelk melkmachine eitjes van de kippen vlees van de koe/varken groenten van het veld voedsel voor de dieren rode zakdoek met witte bollen Gewassen : aardappelen, graan, mais, landbouwmachines : tractor, kar, maaier, kar Dominante aspecten binnen dit thema : OA 64 : Inzichten verwerven over techniek OA 68 : Inzichten verwerven over getallen OA 76 : Kennismaken met geschreven taal

2 Explorerend beleven (Veelzijdig en actief ontdekken van de werkelijkheid inbreng van leidster en kleuter.) Ontwikkelingsondersteunend leren (Gestuurd spelen door leidster bepaald.) - 64 : assemblage met takken (64.5.2) - WO TE : Dat houdt in dat ze ontdekken dat de aard en de kwaliteit van verbindingen en hechtingen in een constructie de stevigheid en de bruikbaarheid ervan bepalen. - WO TE 6.11 : Kinderen kunnen zeggen aan welke eisen een bestaande constructie die ze zelf maken, moet voldoen : Buis en blok : een voedselmachine (64.4.3) - WO TE 6.14 : Kinderen kunnen gebruik maken van hun kennis over en vaardigheden in techniek om een constructie uit elkaar te halen of in elkaar te steken. - WO TE 6.15 : Kinderen kijken kritisch naar een zelfgemaakt product : Stappenplan met knexx : tractor maken (64.5.3) - WO TE 6.13 Kinderen kunnen een constructie correct uitvoeren. - WO TE 6.14 : Kinderen kunnen gebruik maken van hun kennis over en vaardigheden om een constructie uit elkaar te halen of in elkaar te steken : Leesplankje en magneetletters (76.3.2) - L : Elementen van de taalsystematiek decoderen en begrijpen op klankniveau. - TB 9.2 : Nadenken over de structuur van woorden, hoe ze zijn opgebouwd en hoe ze geanalyseerd kunnen worden : Leeskastje : verhaalbegrip (76.5.3) - Schr 1.1 : Belang en functie van visuele en geschreven boodschappen ervaren en beseffen. - Schr 1.3 : De componenten van het schriftelijk communicatieproces ervaren en beseffen waarover gaat de boodschap voor wie is de boodschap hoe zet ik het op papier hoe wordt het door anderen gelezen : Leeskastje : Functie van geschreven taal : zoekplaat en informatief boek. (76.1.2) - Schr 1.1 : Belang en functie van visuele en geschreven boodschappen ervaren en beseffen. - LE 1.3 : Communicatieve elementen waarnemen : coöperatief gezelschapsspel : eentje meer/eentje minder (68.5.1) - B1 : In eenvoudige situatie rekenhandelingen uitvoeren en ze verwoorden, daarbij gebruik maken van de begrippen : evenveel maken, bijdoen, wegdoen, vermeerderen en verminderen : gezelschapsspel : één-één verbinding met zakdoek (68.4.3) - G4 : één-één verbinding leggen tussen voorwerpen en de rij telwoorden synchroon tellen tot 6. - G9 : Een natuurlijk getal interpreteren en gebruiken als aanduiding voor een hoeveelheid : Welke dieren wonen op jouw boerderij? (68.1.3) - G1 : Gestructureerde en ongestructureerde aantallen vergelijken en sorteren, en de vergelijking verwoorden met de termen : veel/weinig, evenveel/niet evenveel, meer/minder, meest/minst, is meer dan/is minder dan - G9 : Een natuurlijk getal interpreteren en gebruiken als een aanduiding voor een rangorde, verhouding : Leeskastje : fonologisch bewustzijn : rijmspel (73.5.3) - S Woorden herkennen met dezelfde eindklank. - TB 6.3 Nadenken over eindklanken in een woord : Plasticine maken (64.5.3) - WO TE : Dat houdt in dat ze ervaren en uiten op welke wijze een aantal grondstoffen worden verwerkt tot materialen en/of producten. - WO TE 6.13 : Dat houdt in dat ze een eenvoudig visueel voorgesteld plan zelfstandig kunnen uitvoeren : Stappenplan Knexx : een tractor maken - 61 : Brainstorm om thema te starten (61.1.3) - WO DO 0.12 : Kinderen kunnen uit een aantal vaststellingen zelf conclusies trekken

3 - 76 : Leeskastje : Relatie tussen gesproken en geschreven taal : na stempelen van woorden (76.6.4) - L : Woorden onderscheiden en erover nadenken. - LE : Talige boodschappen waarnemen het herkennen van verschillende letters : Leeskastje : fonemisch bewustzijn : de B van Bo (76.3.3) - L : Elementen van de taalsystematiek decoderen en begrijpen op klankniveau. - TB 8.8 : Nadenken over klanken : Leeskastje : alfabetisch bewustzijn : letters in plasticine (76.3.3) - LE 1.2. : Talige boodschappen waarnemen. - Schr DA 34 : De kleuter wil schrijfpatronen oefenen. - WO DO 0.14 : Dat houdt in dat ze kunnen groeperen volgens gemeenschappelijke kenmerken of eigenschappen : Art on Cow (37.3.2) - Muzo BE 5.2 : Mogelijkheden van de beeldtaal ontdekken door werkstukken te maken. - Muzo BE 7.2 : Tijdens het creëren hun gedachten en beelden toetsen aan het product en daaruit nieuwe vormen laten ontstaan : schilderen met modder (37.

4 Zelfstandig spel (Vrij spelen door kleuter bepaald.) Ontmoeten (Actief beleven van het samenzijn - inbreng van leidster en kleuter) - In de letterhoek - leesplankje - magneetletters - In de constructiehoek - stappenplan knexx tractor - in de boekenhoek : - Leeskastje : - verhaalbegrip : verhaal namaken - functie van geschreven taal : informatief boek en zoekplaat - relatie geschreven en gesproken taal : woorden na stempelen - fonologisch bewustzijn : rijmspel - fonemisch bewustzijn : de B van Bo - alfabetisch bewustzijn : letters in plasticine - In de themahoek : - boerderij - in de teken/schilderhoek : - assemblage met takken - brainstorm : kls tekenen bij de woorden - in de gang : - buis en blok - in de spelletjeshoek : - coöperatief spel :eentje meer/eentje minder - één-één verbinding met zakdoek - welke dieren wonen op jouw boerderij? - 76 : Boekoriëntatie (76.1.1) - L 2.3 : De communicatieve elementen begrijpen en interpreteren. - L : Het ervaren van allerlei visuele boodschappen als communicatie tussen mensen : kleuters vertellen het verhaal aan de hand van laatje 1 (70.3.1) - Ned AD 14 : Een kind beleeft plezier in de omgang met schriftelijke taal en in schriftelijke talige expressie. - Ned AD 17 : Een kind wil persoonsgericht spreken en luisteren.

5 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Naar de boerderij OOL : Brainstorm rond het thema. EB : Art on OOL : Introductie gezelschapsspel eentje meer eentje minder EB : Art on EB : Introductie voedselmachine EB : Art on EB : introductie leesplankje en magneetplankje speeltijd speeltijd speeltijd speeltijd EB : Art on EB : Introductie : assemblage met takken. EB : Art on EB : Introductie laatje 1 Verhaalbegrip : namaken van het boek. EB : Art on EB : Introductie laatje 2 Informatief boek en zoekboek EB : Introductie laatje 3 woorden na stempelen - Turnen bij Juf Marie middag middag middag - assemblage speeltijd O : Boekoriëntatie + vertellen van het verhaal - coöperatief gezelschapsspel - voedselmachine - leeskastje speeltijd - Turnen bij Juf Marie - voedselmachine - leesplankje - leeskastje

6 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag OOL : introductie gezelschapsspel één-één OOL : plasticine maken EB : Introductie laatje 6 Letters van plasticine Nog in te vullen EB : Schilderen met modder (2x4) Nog in te vullen EB : Schilderen met modder (2x4) speeltijd speeltijd speeltijd speeltijd speeltijd EB : Schilderen met modder (2x4) Nog in te vullen - Turnen bij Juf Marie OOL : Introductie laatje 4 Rijmspel EB : Introductie laatje 5 De B van BO middag middag middag middag - leeskastje - gezelschapsspel : éénéén - rijmspel - experimenteren met de zelfgemaakte plasticine - welke dieren wonen op jouw boerderij Waar nodig Waar nodig speeltijd speeltijd speeltijd OOL : introductie spel : Welke dieren wonen op jouw boerderij? O : Bo is geen varken : kleuters vertellen het verhaal aan de hand van laatje 1 - Turnen bij Juf Marie

7 64) inzichten verwerven over natuur en techniek (fysische kennis) Experimenterend kennismaken met een verscheidenheid aan grondstoffen en materialen uit de eigen omgeving eigenschappen van grondstoffen en materialen handelend ervaren (vervormen, combineren, betasten, ) en herkennen eenvoudige als-dan-relaties bij dat handelend omgaan formuleren en controleren Experimenteren met constructiemateriaal en bereidingsgrondstoffen met hulp van de leid-st-er materialenkennis en kennis van constructie en bereidingsprincipes gebruiken bij het uitvoeren van een constructie of van een bereiding met behulp van een stappenplan een constructie of bereiding uitvoeren Vertrouwd worden met een cassetterecorder, een cd-speler, een videorecorder, een televisie, eenvoudige handelingen uitvoeren die deze toestellen bedienen (bijvoorbeeld aan en afzetten, een cassette inleggen, terugspoelen, ) Vertrouwd worden met een computer eenvoudige handelingen uitvoeren die de computer bedienen (bijvoorbeeld de muis hanteren (bewegen over het scherm), links klikken met de muis, een programma openen door aan te klikken, ). 68) inzichten verwerven over getallen Experimenteren met hoeveelheden hoeveelheden op het zicht vergelijken en met woorden benoemen (veel, weinig, ) hoeveelheden ordenen door gebruik te maken van de één-één-verbinding (evenveel, meer, minder, ) ervaren dat hoeveelheden gelijk blijven ook al worden ze anders geordend vaststellen hoeveel meer of hoeveel minder er zijn Spontaan de naam van enkele getallen kennen voorwerpen tellen tot 5 ( à 6) en daarna zeggen hoeveel voorwerpen geteld zijn tellen tot 10 en meer, een klein aantal voorwerpen (tot 5) herkennen zonder te tellen, enkele cijfers herkennen en ze koppelen aan het aantal Met woorden een rangorde aanduiden als begin en richting zijn afgesproken met rangtelwoorden een rangorde kunnen aanduiden (bijvoorbeeld tot vijfde ) Met de hulp van de leid-st-er iets verdelen onder enkele kinderen een één-één-verbinding leggen tussen voorwerpen tot tot In eenvoudige wisselende situaties rekenhandelingen (aantal, hoeveelheid en rangorde) uitvoeren en verwoorden door de juiste begrippen te gebruiken, bijvoorbeeld bij meten. 76) kennismaken met geschreven taal Ervaren dat mensen aandacht besteden aan schriftelijke boodschappen ervaren dat mensen met getekende boodschappen kunnen communiceren zelf willen lezen en schrijven en ervaren dat lettertekens inhoudelijk naar dezelfde boodschap verwijzen als de afbeelding waar ze bijhoren Ervaren dat lezen en schrijven gebeurt van links naar rechts en van boven naar onder rekening houden met de lees en schrijfrichting bij het kijken in boeken of naar prentenreeksen en bij eigen lees en schrijfwerk Enkele letters herkennen (bijvoorbeeld van de eigen naam) ervaren dat ons schrift bestaat uit letters, die woorden, zinnen en teksten vormen letters opzoeken, tekenen, overtrekken, schrijven, Letters herkennen in een gekende schriftvorm (meestal blok of drukletters) een verband leggen tussen blok- of drukletters en de schooleigen schriftvormen (lees en schrijfletters) Ervan genieten als er uit een boek verteld wordt in boeken kijken en anderen nabootsen die lezen zelf verhalen opschrijven via tekeningen Spelen met letters letters namaken onzinwoorden maken met letters en willen weten wat je gemaakt hebt woorden namaken woorden die je eerst zegt ook op papier willen opschrijven of naschrijven ( lagere school: woorden maken en lezen).

8 Explorerend beleven Assemblage Voedselmachine Stappenplan Knexx Leesplankje / magneetletters Leeskastje

9 Lade1 Verhaalbegrip Lade2 Zoekplaat/informatief boek Lade3 woorden na stempelen Lade 5 de B van BO Lade 6 letters van plasticine

10 - Art On Cow schilderen met modder

11 Ontwikkelingsondersteunend leren Gezelschapsspel 1 meer 1 minder Eén één relatie zakdoekspel Welke dieren wonen op mijn boerderij Lade 4 rijmspel Brainstorm

12