leerjaar WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs

Transcriptie

1 leerjaar 1 WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar 1 doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs

2 Voorafgaande toelichting bij doelenkatern, leerjaar 1 leerjaar 1 Beste leerkracht Voor je ligt de doelenkatern van zwiso voor leerjaar 1. Je vindt in deze bundel een overzicht van alle lesdoelen geordend per blok en per les. Er staat tevens bij of het om een hoofddoel (H) of een nevendoel (N) gaat. In de vier kolommen die volgen staan de verwijzingen naar de respectievelijke eindtermen, GO-doelen, OVSG-doelen en VVKBaO-doelen. Je vindt deze doelenkatern ook online op Veel succes en plezier met zwiso! Het auteursteam 1

3 Blok 1 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Verkennen van de hoeveelheden tot en met 6. - Hoeveelheden benoemen en aanwijzen. OD G9a - Resultatief tellen tot en met G5 1 2 H Verkennen van de begrippen meer dan, minder dan en evenveel als 5. OD G1 - Schatten of een ongestructureerde hoeveelheid meer dan 5, minder dan 5 of OD G7 evenveel als 5 is. - Vergelijken van hoeveelheden door zien of door het leggen van de één-één OD G1 relatie. - Synchroon tellen tot en met G4 1 3 H Herkennen van de getallen tot en met G9a H Verkennen van de begrippen meer dan, minder dan en evenveel als 5. OD G1 H Vertellen of een ongestructureerde hoeveelheid meer dan 5, minder dan 5 of evenveel als 5 is. OD G1 1 4 H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getallen. G9a - Getallen aan de juiste hoeveelheid koppelen De juiste hoeveelheid tekenen bij een gegeven getal Kennismaking met de vijfstructuur G8 1 5 H Realiseren en symboliseren van de hoeveelheid 3 in het getalboekje G11a - Het getal 3 correct schrijven H Verdere kennismaking met de vijfstructuur H Oefenen van het koppelen van hoeveelheden aan getallen en omgekeerd op concreet en schematisch niveau G9a

4 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 1 7 H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getallen en omgekeerd G9a 1 8 H De volgende begrippen juist gebruiken: lang, langer dan, langst, kort, korter dan, kortst, dik, dikker dan, dikst, dun, dunner dan, dunst, groot, groter dan, grootst, hoog, hoger dan, hoogst, laag, lager dan, laagst, klein, kleiner dan, kleinst, even groot als. OD OD OD MR1 1 9 H De volgende begrippen juist gebruiken van het eigen lichaam uit ten opzichte van een voorwerp: voor, achter, tussen, op, naast, links, rechts, boven, onder. OD MK H Realiseren en symboliseren van de hoeveelheid 4 in het getalboekje G11a H Het getal 4 correct schrijven H Het getal 3 correct schrijven H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getallen en omgekeerd G9a 1 11 H Vergelijken van hoeveelheden tot en met 6. OD OD Bij een balspel de winnaar aanwijzen op concreet en schematisch niveau. OD Een hoeveelheid koppelen aan het overeenkomstig getal G9a G H Oefenen van de begrippen meer dan (5), minder dan (5), het meest, de meeste, het minst, de minste. OD H Vergelijken van hoeveelheden. OD OD G N Een hoeveelheid koppelen aan het bijbehorende getal G9a G1b Blok 1

5 Blok 1 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Eenvoudige patronen herkennen, namaken, zelf maken, inkleuren en tekenen. OD N Tekenen van cirkels en vierkanten MK H Vergelijken van hoeveelheden tot en met 6. OD OD H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getallen en omgekeerd H Eenvoudige patronen herkennen, namaken, zelf maken, inkleuren en tekenen. OD MK2 G H De begrippen meer dan, minder dan, evenveel, het meest, de meeste, het minst, de minste gebruiken. OD OD G1b 1 16 H Splitsen tot en met 6 op een speelse wijze en op concreet niveau G H De begrippen meer dan, minder dan, evenveel als, het meest, de meeste, het minst, de minste gebruiken. OD OD H Splitsen tot en met 6 op een speelse wijze G13 H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getallen G9a G1b 1 18 H Correct gebruiken van de begrippen eerder, eerst, later, laatst MR1 - Prenten en situaties in de juiste volgorde schikken H Hoeveelheden leren zien (onmiddellijk herkennen) en aantallen bepalen door te tellen of door verder te tellen. OD H Hoeveelheden tot 6 koppelen aan de getallen G11a G5

6 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 1 20 H Positioneren van de getallen tot en met 6 op de getallenlijn G12 - Hoeveelheden ordenen van weinig naar veel De getallen ordenen De getallen plaatsen op de getallenlijn Positie verwoorden: komt voor, komt na, staat tussen en G2a 1 21 H De getallen 5 en 6 correct schrijven G11a H Hoeveelheden leren zien (onmiddellijk herkennen) en aantallen bepalen door te OD G5 tellen of door verder te tellen. H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getallen. OD G9a H De getallen tot en met 6 ordenen G12 H De getallen tot en met 6 plaatsen op de getallenlijn G H Realiseren en symboliseren van de hoeveelheden 5 en 6. OD G11a - De getallen 5 en 6 correct schrijven H Meten met natuurlijke maateenheden en het resultaat turven. OD MR7 + MR8 + MR H Spelenderwijs kennismaken met de begrippen recht en gebogen. OD MK9a H Tellen t.e.m G4 5 Blok 1

7 Blok 1 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Getallen tot en met 6 als hoeveelheid: hoeveelheden koppelen aan een getal en G9a omgekeerd. H Rangorde: getallen verbinden in de juiste volgorde G2 H Vergelijken met 5: meer dan/minder dan 5. OD H Meer dan/minder dan/meest. OD N Een patroon voortzetten. OD MK2 H Opdrachten met de begrippen links en rechts juist uitvoeren. OD G H Getallen tot en met 6 als hoeveelheid: hoeveelheden koppelen aan een getal en G9a omgekeerd. H Rangorde: getallen verbinden in de juiste volgorde G H Vergelijken met 5: meer dan/minder dan 5. OD H Meer dan/minder dan/meest. OD G G1c 1 28 H Getallen tot en met 6 als hoeveelheid: hoeveelheden koppelen aan een getal en G9a omgekeerd. H Rangorde: getallen verbinden in de juiste volgorde G2 H Vergelijken met 5: meer dan/minder dan 5. OD H Meer dan/minder dan/meest OD G1 G1c

8 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 2 1 H Betekenis geven aan getallen tot en met G11a - De verschillende aspecten van een getal ervaren G9 - De getallen 3, 5 en 6 correct schrijven G9a 2 2 H In spelsituaties hoeveelheden tot en met 6 splitsen G13 - De splitsingen tot en met 6 met behulp van de schijfjes voorstellen en het resultaat benoemen G H Vergelijken van hoeveelheden tot en met G1 H De getallen tot en met 6 plaatsen op de getallenlijn G2 H Oefenen van het splitsen tot en met G13 H Realiseren van hoeveelheden tot en met G8 N Zelfstandig het nodige materiaal nemen en opruimen. Do7k 2 4 H Een hoeveelheid bijdoen of wegdoen, deze handelingen verwoorden als erbij en eraf. OD H De symbolen + en - herkennen en als erbij, eraf verwoorden. OD B N Herhalen van de begrippen meer dan, evenveel als en minder dan. OD G1 N Tellen en terugtellen tot en met G6 N Koppelen van getalbeelden aan getallen en hoeveelheden G9a B1 2 5 H Hoeveelheden en getallen koppelen aan de gestructureerde voorstelling en omgekeerd G9a 7 Blok 2

9 Blok 2 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Realiseren en symboliseren van de hoeveelheden 1 en 2 in het getalboekje. G11a - De getallen 1 en 2 correct schrijven De getallen 1 en 2 koppelen aan het getalbeeld G9a - De getallen 3, 4, 5 en 6 in het getalboekje koppelen aan het getalbeeld H Hoeveelheden en getallen tot en met 6 koppelen aan de gestructureerde G9a voorstelling en omgekeerd. H De getallen 1 en 2 correct schrijven G11a 2 8 H Hoeveelheden tot en met 6 splitsen G H De dagen van de week benoemen en aan elke dag een gebeurtenis koppelen MR66a H Verkennen van de begrippen vandaag, morgen en gisteren MR66b H Blokkenpatronen van 4 blokken bekijken, vergelijken, vertellen waarin ze verschillen en nabouwen G H Inoefenen van het splitsen van hoeveelheden tot en met G13 H Een hoeveelheid bijdoen of wegdoen, deze handelingen verwoorden als erbij en OD B1 eraf H De symbolen + en - herkennen en verwoorden als erbij en eraf. OD B3d H Hoeveelheden en getallen tot en met 6 koppelen aan het getalbeeld en omgekeerd G9a 2 11 H De symbolen = en gebruiken om vergelijkingen van hoeveelheden tot en met G1d voor te stellen. H De symbolen = en verwoorden als evenveel en niet evenveel G1d

10 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 2 12 H Realiseren en symboliseren van de hoeveelheid 0 in het getalboekje. H Correct schrijven van de getallen 0 tot en met G11a H Hoeveelheden en getallen tot en met 6 koppelen aan het getalbeeld en G9a omgekeerd. H Plaatsen van de getallen 0 tot en met 6 op de getallenlijn G H Ervaren dat even grote voorwerpen niet altijd evenveel wegen MR64 H Voorwerpen ordenen van licht naar zwaar. OD MR H Vergelijken van hoeveelheden tot en met G1 H Herkennen en gebruiken van de getalbeelden tot en met H De symbolen = en gebruiken om vergelijkingen van hoeveelheden tot en met G1d voor te stellen. H Hoeveelheden en getallen tot en met 6 splitsen G13 H Schatten welk gewicht het zwaarts is MR64 N Sportief de spelregels leren hanteren. Do7j 2 15 H De munten van 1 euro, 2 euro en het biljet van 5 euro herkennen, onderscheiden MR71 en benoemen. H Bedragen tot en met 6 euro gepast betalen MR71 N De term euro verwoorden en het symbool herkennen MR71b 9 Blok 2

11 Blok 2 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Een hoeveelheid bijdoen of wegdoen, deze handelingen verwoorden als erbij en eraf. H De symbolen + en - herkennen en als erbij, eraf verwoorden. OD OD H Deze handelingen op de getallenlijn visualiseren. OD B2 H De rekentaal erbij en verder springen enerzijds en 'eraf' en terugspringen OD anderzijds aan elkaar koppelen. N Getalbeelden koppelen aan getallen en hoeveelheden en omgekeerd G9a B1 B3d 2 17 H Hoeveelheden en getallen tot en met 6 koppelen aan het getalbeeld en G9a omgekeerd. H De symbolen = en gebruiken G1 H De symbolen = en verwoorden als evenveel en niet evenveel G1d H Een hoeveelheid bijdoen of wegdoen, deze handelingen verwoorden als erbij en eraf. H De symbolen + en - herkennen en verwoorden als erbij en eraf. OD OD B1 B3d 2 18 H Getallen tot en met 6: û als gegeven hoeveelheid benoemen OD G9a û zelf een hoeveelheid realiseren OD G8 û koppelen aan de getalbeelden û schrijven G11a H De getallen tot en met 6 plaatsen op de getallenlijn G H Vergelijken van hoeveelheden tot en met 6 gebruik makend van de begrippen evenveel, niet evenveel, (1 of 2) meer dan, (1 of 2) minder dan, meest en minst' en van de symbolen = en G1 H Splitsen van hoeveelheden tot en met G13

12 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 2 20 H Verkennen van de begrippen 'voorste', 'middelste', 'achterste', 'vooraan', 'in het OD G2 of MR1 midden' en 'achteraan' in concrete situaties. H Verkennen van de begrippen naar links/rechts en naar voren/achteren in concrete OD MK3 situaties. H Eenvoudig regelmatig patroon naleggen en natekenen. OD MK H Vergelijken van hoeveelheden tot en met 6, gebruik makend van de begrippen G1 evenveel, niet evenveel, (1 of 2) meer dan, (1 of 2) minder dan, meest en minst en van de symbolen = en. H Splitsen van hoeveelheden tot en met G13 H Een hoeveelheid bijdoen of wegdoen, deze handelingen verwoorden als erbij en eraf. OD B1 H De symbolen + en - herkennen en verwoorden als erbij en eraf. OD OD B3d 2 22 H Het gewicht van 2 voorwerpen vergelijken en daarbij de begrippen zwaarder, lichter en even zwaar gebruiken. OD MR1 + MR2 + MR3 H Voorwerpen wegen met natuurlijke maateenheden. OD MR7 H Ervaren dat hoe zwaarder de maat, hoe minder maateenheden nodig zijn en MR12 omgekeerd. H Het wegen verwoorden. OD MR1 N Een balans gebruiken. OD MR H Het aantal ogen op de dobbelsteen bepalen H Een pion naar links, naar rechts, naar boven, naar onder evenveel vakjes verplaatsen als het aantal ogen dat men gooit. OD Blok 2

13 Blok 2 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Een gegeven hoeveelheid tot en met 6 benoemen. OD G9 H Realiseren van hoeveelheden tot en met G8 H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getalbeelden G9 H Getallen, getalbeelden en hoeveelheden tot en met 6 plaatsen op de getallenlijn G12 H Vergelijken van hoeveelheden tot 6, gebruik makend van de begrippen meer G1 dan, minder dan, meest en minst. H De symbolen = en gebruiken om vergelijkingen van hoeveelheden tot 6 voor te G1 stellen. H Splitsen van hoeveelheden tot en met G H Een gegeven hoeveelheid tot en met 6 benoemen G9 H Realiseren van hoeveelheden tot en met G8 H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getalbeelden G9 H Getallen, getalbeelden en hoeveelheden tot en met 6 plaatsen op de getallenlijn G H Vergelijken van hoeveelheden tot en met 6 door gebruik te maken van de G1 begrippen meer dan, minder dan, meest, minst. H De symbolen = en gebruiken G1 H Splitsen van hoeveelheden tot en met G H Een gegeven hoeveelheid tot en met 6 benoemen G9 H Realiseren van hoeveelheden tot en met G8 H Hoeveelheden tot en met 6 koppelen aan de getalbeelden G9 H Vergelijken van hoeveelheden tot 6, gebruik makend van de begrippen meer G1 dan, minder dan, meest, minst. H De symbolen = en gebruiken om vergelijkingen van hoeveelheden tot 6 voor te G1 stellen. H Splitsen van hoeveelheden tot en met G13 H Getallen, getalbeelden en hoeveelheden tot en met 6 plaatsen op de getallenlijn G12

14 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 3 1 H Hoeveelheden tot en met 10 koppelen aan de getallen en omgekeerd G9 H Getallen tot en met 10 lezen, herkennen, koppelen aan Roefie Rups, aan het G12 getalbeeld en de getallen plaatsen op een getallenlijn H De positie verwoorden als komt voor, komt achter en staat tussen G2 3 2 H Realiseren en symboliseren van de hoeveelheden 7 en 8 in het getalboekje G9 - De getallen 7 en 8 correct schrijven G11 - De getallen 7 en 8 koppelen aan het getalbeeld G11 N De getalbeelden van 7 tot en met 10 herkennen als 5 en G H Hoeveelheden tot en met 10 koppelen aan de getallen en omgekeerd G9 H Getallen tot en met 10 lezen, herkennen, koppelen aan Roefie Rups, G12 aan het getalbeeld en deze getallen op een getallenlijn positioneren. H Oefenen van het correct schrijven van de getallen 7 en G H Hoeveelheden schatten t.o.v. 10 en verwoorden als meer dan of minder dan G10 na ze te groeperen per 10. H In spelsituaties hoeveelheden tot en met 10 splitsen met aandacht voor de splitsing van 10 in 5 en 5. H De splitsingen verwoorden als x verdeeld in y en z G13a H Erbij-verhalen tot en met 10 visualiseren met de plusbus B1 H De erbij-handeling weergeven met het + -symbool. OD H Bij een plusbus tot en met 6 de rekenzin noteren. OD B B3d H Bij een rekenzin tot en met 6 de plusbus visualiseren. OD N Kennismaken met de term plus B3c Blok 3

15 Blok 3 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Optellen tot en met 6 visualiseren met de getallendoos. OD B2 H De rekenzin correct verwoorden B2 3 7 H Splitsen tot en met 10 op schematisch niveau G13a H De splitsingen tot en met 10 noteren in een splitsschema G13a H Bij een plusbus tot en met 6 de rekenzin noteren. OD B H Bij een rekenzin tot en met 6 de plusbus visualiseren. OD B2 H Optellen tot en met 6 automatiseren B9a 3 8 H De koppeling tussen hoeveelheid, getal en getalbeeld inoefenen G9 H De 5-structuur herkennen in de getalbeelden van de getallen > 5 en < G8 H Vergelijken van de hoeveelheid 6 (7) als 1 (2) meer dan 5, 4 (3) als 1 (2) minder OD G1c dan 5 en 9 (8) als 1 (2) minder dan 10 in het getalbeeld en op de getallenlijn. H Vergelijken van de hoeveelheden tot en met 10: meer dan, minder dan en evenveel als d.m.v. de 1-1 relatie. OD G1c 3 9 H Eraf-verhalen tot en met 10 visualiseren met de minbus. OD H De eraf-handeling weergeven met het -symbool. OD H Bij een minbus tot en met 6 de rekenzin noteren. OD B B13d B2 H Bij een rekenzin tot en met 6 de minbus visualiseren. OD B2 H Aftrekken tot en met 6 visualiseren met de getallendoos. OD B2 H De rekenzin correct verwoorden B2 N Kennismaken met de term min B3c

16 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 3 10 H Positioneren van de getallen tot en met 10 op de getallenlijn G12 H Bij een minbus tot en met 6 de rekenzin noteren. OD B H Bij een rekenzin tot en met 6 de minbus visualiseren. OD B2 H Optellen en aftrekken tot en met 6 automatiseren B H Meten met natuurlijke maateenheden en het resultaat turven. OD MR H Realiseren en symboliseren van de hoeveelheden 9 en 10 in het getalboekje G9 - De getallen 9 en 10 correct schrijven G11 - De getallen 9 en 10 koppelen aan het getalbeeld G H De helft nemen van aantallen tot en met 10 in speelse situaties. OD B H Ervaren dat de helft nemen van oneven aantallen onmogelijk is. OD B1 H Het dubbele nemen van aantallen tot en met 5 in speelse situaties B H Inoefenen van het correct schrijven van de getallen 9 en G11 H De helft nemen van aantallen tot en met 10 in speelse situaties. OD B H Het dubbele nemen van aantallen tot en met 5 in speelse situaties B1 H Optellen tot en met 6 automatiseren B9 H Hoeveelheden en getallen tot en met 10 koppelen aan het getalbeeld en omgekeerd G9 15 Blok 3

17 Blok 3 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H De munten van 1 euro, 2 euro en de biljetten van 5 euro en 10 euro herkennen, MR71a onderscheiden en benoemen. H Bedragen tot en met 10 euro gepast betalen op verschillende manieren MR72 H In een reeks gelegde gelijke bedragen, het bedrag aanduiden met het kleinste aantal munten of biljetten. H Vaststellen dat niet alleen het aantal maar ook de waarde van de munten MR3 belangrijk is. N De term euro verwoorden en het symbool herkennen MR71b 3 16 H 2 hoeveelheden vergelijken G1 H De vergelijking verwoorden als is minder dan, is meer dan of is evenveel als. OD G1b H Het symbool < verwoorden als is minder dan en het symbool > verwoorden G1d als is meer dan H De symbolen tussen 2 getallen zetten G1d 3 17 H Werken met euro s tot en met H De symbolen < en > juist gebruiken G1d H De symbolen = en juist gebruiken G1d H Optellen en aftrekken tot en met 6 automatiseren B H Oefeningen van het type + 1, + 2, - 1, - 2 tot en met 10 visualiseren B2 H De erbij-handeling weergeven met het + -symbool en de eraf-handeling met het B2 -symbool. H De rekenzin tot en met 10 noteren B2 H De rekenzin tot en met 10 visualiseren met behulp van de getallendoos B H Ervaringen opdoen met spiegelen door zelf in de spiegel te kijken en door elkaars MK36 spiegelbeeld te spelen. H Spiegelen van eenvoudige patronen MK36

18 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 3 20 H De rekentaal erbij en verder springen enerzijds en eraf en terug springen B2 anderzijds aan elkaar koppelen. H De gesprongen bewerking op de getallenlijn wiskundig juist noteren met de OD B2b symbolen + en -. H De wiskundige bewerking visualiseren op de getallenlijn B2b 3 21 H Oefeningen van het type + 1, - 1, + 2, - 2 tot en met 10 visualiseren en noteren B2 H Spiegelen van eenvoudige patronen MK36 H In spelsituaties hoeveelheden tot en met 10 splitsen G13 H Optellen en aftrekken tot en met 6 automatiseren B H De wiskundige bewerking visualiseren op de getallenlijn B2 H Optellen en aftrekken tot en met 10 visualiseren met de getallendoos B2 H De rekenzin correct verwoorden B2 H Optellen en aftrekken tot en met 6 automatiseren B H De helft en het dubbele nemen tot en met 10 in speelse situaties. OD B H De getallen tot en met 10 als hoeveelheid correct benoemen G9 H De rangorde van de getallen tot en met 10 bepalen op de getallenlijn G11 H Hoeveelheden tot en met 10 splitsen G13 H De symbolen > en < correct tussen 2 getallen zetten B1 H Optellen en aftrekken tot en met 10 van het type + 1, + 2, - 1, - 2 waarbij de B3b rekenzin genoteerd wordt. H Optellen en aftrekken tot en met 6 automatiseren B9 N Een bedrag tot 10 euro gepast betalen op verschillende manieren MR71 N Spiegelen van eenvoudige patronen MK36 Blok 3

19 Blok 3 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H De getallen tot en met 10 als hoeveelheid correct benoemen G9 H De rangorde van de getallen tot en met 10 bepalen op de getallenlijn G11 H Hoeveelheden tot en met 10 splitsen G13 H De symbolen > en < correct plaatsen tussen 2 getallen G1d 3 26 H Optellen en aftrekken tot en met 10 van het type + 1, + 2, - 1, - 2 waarbij de B2 rekenzin genoteerd wordt. H Optellen en aftrekken tot en met 6 automatiseren B H De getallen tot en met 10 als hoeveelheid correct benoemen G9 H De rangorde van de getallen tot en met 10 bepalen op de getallenlijn G11 H Hoeveelheden tot en met 10 splitsen G13 H De symbolen > en < correct tussen 2 getallen zetten G1d H Optellen en aftrekken tot en met 10 van het type + 1, + 2, - 1, - 2 waarbij de B2 rekenzin genoteerd wordt. H Optellen en aftrekken tot en met 6 automatiseren B9

20 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 4 1 H De structuur van de getallen tot en met 12 ontdekken door te groeperen per G H Het resultaat van het groeperen verwoorden en noteren G10 H Ervaren dat de waarde van het cijfer 1 afhankelijk is van de plaats in het getal G10 H Roefie Rups, getalbeeld, getal en hoeveelheid tot en met 12 aan elkaar koppelen G9 N Positioneren van de getallen tot en met 12 op de getallenlijn G12 N Schatten of een ongestructureerde hoeveelheid meer dan 5, minder dan 5 (10) of OD G1 evenveel als 5 (10) is. N Tellen t.e.m. 10 en terug G6 4 2 H Eenvoudige patronen leggen en kleuren met vierhoekige vormen. OD MK14 H De term vierhoekig gebruiken MK14 H Het begrip hoek ervaren door hoeken te tellen, voelen en construeren. 3.2a MK H De gestructureerde voorstelling van de getallen tot en met 12 inoefenen G10 H Hoeveelheden tot en met 12 tekenen G9 H Roefie Rups, getalbeeld, getal en hoeveelheid tot en met 12 aan elkaar koppelen G9 H De structuur van de getallen tot en met 12 aantonen door te kleuren G H De getallen 3, 5, 7, 8, 9, 10 en 12 correct schrijven G H Optellingen tot en met 10 materialiseren met de getallendoos B2 H Optellingen tot en met 10 schematisch voorstellen op de getallenlijn B3 H De handeling verwoorden. OD B2 H De rekenzin noteren. OD B N Ervaren van de wisseleigenschap B4a Blok 4

21 Blok 4 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is en dit materialiseren B2 met de getallendoos. H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is en dit schematisch B3 voorstellen op de getallenlijn. H De handeling verwoorden. OD B2 H De rekenzin noteren. OD B2 4 6 H Voorwerpen van verschillende lengte meten met natuurlijke maateenheden en OD MR9 het resultaat turven. H Vaststellen dat hoe kleiner de maateenheid is, hoe groter het maatgetal wordt MR12 H Vaststellen dat hoe groter de maateenheid is, hoe kleiner het maatgetal wordt MR12 H Ervaren dat een vaste maateenheid nodig is H Realiseren en symboliseren van de hoeveelheden 11 en 12 in het getalboekje G9 - De getallen 11 en 12 correct schrijven G11 - De getallen 11 en 12 koppelen aan het getalbeeld G10 H Optellen tot en met B9a H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B9a H De rangorde van de getallen tot en met 12 bepalen op de getallenlijn G H 1, 2, 10, 11 en 12 aanwijzen op de getallenlijn G12 H Inzien dat 11 en 12 verder zijn dan 10 door ze te situeren op de getallenlijn G12 H De waarde van het cijfer 1 in de getallen 1, 10, 11 en 12 voorstellen en G10 verwoorden. H De rangorde van de getallen en hoeveelheden tot en met 12 bepalen op de G12 getallenlijn. H De structuur van de getallen tot en met 12 aantonen door te kleuren G H Tellen met sprongen van 2 op de getallenlijn G6 N Schatten of een hoeveelheid meer of minder is dan 10. OD G1

22 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 4 9 H Aanvullen tot 10 (bv = 10) B9a H Wegnemen van 11 en 12 tot 10 (bv. 12. = 10) B12b 4 10 H Optellen tot en met B9a H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B12b H Aanvullen tot B9a H Wegnemen van 11 en 12 tot B12b H Schatten of een hoeveelheid minder is dan 10. OD G1 H De rangorde van de getallen en hoeveelheden tot en met 12 bepalen op de G12 getallenlijn. H De getallen 5 en 8 correct schrijven G11 H De getallen t.e.m. 12 situeren op de getallenlijn G H De splitsingen tot en met 10 vastzetten G13a H De splitsingen tot en met 10 noteren in een splitsschema G13a 4 12 H Oefenen van het optellen tot en met B9a H Oefenen van het bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B12a H Oefenen van het aanvullen tot B9a H Wegnemen van 11 en 12 tot 10 inoefenen B12b H Oefeningen van het type , , 10 1 en 10 2 maken H De inhoud meten van verschillende voorwerpen met natuurlijke maateenheden. OD MR9 H Vaststellen dat hoe kleiner de maateenheid is, hoe groter het maatgetal wordt MR12 H Vaststellen dat hoe groter de maateenheid is, hoe kleiner het maatgetal wordt MR12 H Ervaren dat een vaste maateenheid nodig is MR8 Blok 4

23 Blok 4 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H De splitsingen tot en met 10 inoefenen en noteren in een splitsschema G13a H Optellen tot en met B9a H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B12 H Aanvullen tot B9a H Wegnemen van 11 en 12 tot B12b H Oefeningen van het type , , 10 1 en 10 2 maken H Tellen met sprongen van 1 en 2 op de getallenlijn G6 N Eenvoudige patronen kleuren met vierhoekige vormen. OD MK H 2 hoeveelheden vergelijken G1b H De vergelijking verwoorden als is minder dan, is meer dan of is evenveel als G1c H Het symbool < verwoorden als is minder dan en het symbool > verwoorden G1d als is meer dan H Het symbool = verwoorden als is evenveel als en het symbool verwoorden G1d als is niet evenveel als H De symbolen plaatsen tussen 2 getallen G1d H De positie van de getallen op de getallenlijn correct verwoorden G12 H De rangorde van de getallen tot en met 12 bepalen op de getallenlijn G H Driedimensionaal bewegen in de ruimte. OD MK4 H De woorden links, rechts en rechtdoor koppelen aan een pijlenvoorstelling en OD MK4 omgekeerd. H Een route volgen, aangegeven door woorden of pijlen. OD MK4

24 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 4 17 H Optellen tot en met B9a H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B12b H Aanvullen tot B9a H Wegnemen van 11 en 12 tot B13 H De symbolen >, <, = juist gebruiken G1d H De splitsingen tot en met 6 vastzetten G13a H Inoefenen van de splitsingen van 7, 8, 9 en G13a 4 18 H Bedragen tot en met 12 euro gepast betalen op verschillende manieren MR72 H Bij het kopen van 1 artikel teruggeven als er te veel betaald wordt, door bij te MR72 tellen. N In een reeks gelegde gelijke bedragen het bedrag aanwijzen met het kleinste aantal munten of biljetten H Ervaren van en inzien dat er een link is tussen + en B8a H Ervaren van en inzicht verwerven in de wisseleigenschap B4a 1.14 H Oefeningen van het type , , 10 1 en 10 2 maken N Schatten of een hoeveelheid meer of minder is dan 10. OD G H Herkennen en benoemen van driehoekige, vierhoekige en ronde vormen MK14 H Knippen en puzzelen van driehoekige, vierhoekige en ronde vormen MK14 23 Blok 4

25 Blok 4 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Bedragen tot en met 12 euro gepast betalen op verschillende manieren MR72 H Ervaren van en inzien dat er een link is tussen + en B8a H Ervaren van en inzicht verwerven in de wisseleigenschap B4a 1.14 H De splitsingen tot en met 6 vastzetten G13a H Oefenen van de splitsingen van 7, 8, 9 en G13a N Eenvoudige patronen kleuren met driehoekige, vierhoekige en ronde vormen. OD MK14 N Herkennen van driehoekige, vierhoekige en ronde vormen MK H De splitsingen tot en met 10 inoefenen en noteren in een splitsschema G13a N Roefie Rups, getalbeeld, getal en hoeveelheid tot en met 12 aan elkaar koppelen G11 N De dagen van de week benoemen. WO TIJD MR66 N De begrippen: vandaag, morgen, overmorgen, gisteren en eergisteren verwoorden en gebruiken. WO TIJD MR H De begrippen links(af) en rechts(af), en naar boven en naar beneden vanuit eigen positie gebruiken in de context van een plattegrond. OD MK H De getallen tot en met 12 als hoeveelheid correct benoemen G11 H De rangorde van de getallen tot en met 12 bepalen op de getallenlijn G12 H Hoeveelheden tot en met 10 splitsen G13a H De symbolen > en < correct plaatsen tussen 2 getallen G1d H Optellen tot en met B9 H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B12 H Aanvullen en wegnemen (1 en 2) tot B9a + B12a H Oefeningen van het type , , 10 1 en 10 2 maken B9b + B12b 1.23 N De dagen van de week correct benoemen. WO TIJD MR66a N Bedragen tot en met 12 euro gepast betalen op verschillende manieren MR72

26 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 4 25 H De getallen tot en met 12 als hoeveelheid correct benoemen G11 H De rangorde van de getallen tot en met 12 bepalen op de getallenlijn G12 H Hoeveelheden tot en met 10 splitsen G13a H De symbolen > en < correct zetten tussen 2 getallen G1d 4 26 H Optellen tot en met B9a H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B12a H Aanvullen en wegnemen (1 en 2) tot B9a H Oefeningen van het type , , 10 1 en 10 2 maken B9b + B12b 4 27 H De getallen tot en met 12 als hoeveelheid correct benoemen G11 H De rangorde van de getallen tot en met 12 bepalen op de getallenlijn G12 H Hoeveelheden tot en met 10 splitsen G13a H De symbolen > en < correct tussen 2 getallen zetten G1d H Optellen tot en met B9a H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B12a H Aanvullen en wegnemen (1 en 2) tot B9a H Oefeningen van het type , , 10 1 en 10 2 maken B9b + B12b 25 Blok 4

27 Blok 5 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Hoeveelheden tot en met 20 groeperen per G10 H De gegroepeerde hoeveelheden omschrijven als een groepje (zakje) van 10 en G10 losse of als 2 groepjes (zakjes) van 10. H De getallen tot en met 20 lezen en schrijven G11 H De getalbeelden tot en met 20 herkennen en benoemen G9 H Hoeveelheden tot en met 20 koppelen aan een getal en omgekeerd G9 5 2 H De getallen tot en met 20 positioneren op de getallenlijn G12 H Hoeveelheden t.e.m. 20 vergelijken G1d H De symbolen >, <, = verwoorden en hanteren G1d N Hoeveelheden tot en met 20 groeperen per G9a N Getallen tot en met 20 koppelen aan de juiste hoeveelheid G H Hoeveelheden tot en met 20 groeperen per G10 H De getallen tot en met 20 positioneren op de getallenlijn G H De getalbeelden tot en met 20 herkennen en benoemen G19 H Hoeveelheden tot en met 20 vergelijken met de symbolen >, <, = G1d 5 4 H De maateenheid de meter invoeren MR16 H De juiste notatie lezen en schrijven MR17 H Een referentiemaat voor de meter invoeren MR18 H De lengte van voorwerpen schatten t.o.v. de meter MR20 H Afstanden en objecten meten met een meetlat MR23 H De lengte verwoorden als precies 1 meter, korter dan 1 meter en langer dan MR19 1 meter. N De meetlat correct en nauwkeurig hanteren MR23 N Vaststellen dat hoe groter de maateenheid is, hoe kleiner het maatgetal wordt MR12

28 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 5 5 H Optellingen van het type T + E en E + T uitvoeren met behulp van materiaal B2 H Optellingen van het type T + E voorstellen op de getallenlijn B2 H Ervaren van de wisseleigenschap B4a 1.14 H Aftrekkingen van het type TE E = T en TE T = E uitvoeren met behulp van B2 materiaal. H Aftrekkingen van het type TE E = T voorstellen op de getallenlijn B2 H Deze bewerkingen uitvoeren zonder materiaal B10 N Optellen en aftrekken tot en met 10 al dan niet met behulp van materiaal, alle types B9a + B12a 5 6 H De splitsingen van de getallen tot en met 10 noteren in een T-schema waarbij al G13a dan niet 1 getal gegeven is. H Alle splitsingen van 4, 5, 6, 7 en 8 bepalen G13a 5 7 H Optellen en aftrekken tot en met 20 zonder de brug, oefeningen van het type B9b + B12b T + E, E + T, TE E = T en TE T = E. H Hoeveelheden tot en met 10 correct splitsen G13a H Automatiseren van de splitsingen tot en met G13a H Automatiseren van het optellen en aftrekken tot en met 10, alle types B9 H De getallen tot en met 20 positioneren op de getallenlijn G12 N Automatiseren van optellingen en aftrekkingen tot en met B H De helft nemen van even aantallen tot en met 12. OD OD B1 2.4 H Verwoorden dat de helft nemen betekent: verdelen in 2 gelijke delen B1 H Het resultaat verwoorden als: de helft van is B2 N Ervaren dat de helft nemen van oneven aantallen onmogelijk is Blok 5

29 Blok 5 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H Heen- en terugtellen tot en met G6 H Heen- en terugtellen tot en met 20 met sprongen van G6 H Heen- en terugtellen tot en met 20 met sprongen van G6 H De sprongen voorstellen op de getallenlijn B H De helft nemen van even aantallen tot en met 12. OD OD B1 2.4 H Heen- en terugtellen tot en met 20 met sprongen van G6 H Optellingen van het type T + E en E + T uitvoeren B10 H Aftrekkingen van het type TE E = T en TE T = E uitvoeren B13 H Automatiseren van de splitsingen tot en met G13a H Automatiseren van optellingen en aftekkingen t.e.m B H De getallen tot en met 20 positioneren op de getallenlijn G12 H Hoeveelheden tot en met 20 vergelijken en verwoorden als: is 10 meer dan en is G1 10 minder dan. H Oefenen van optellingen van het type T + E, E + T, TE E = T en TE T = E B10 + B13 H Optellingen van het type T + E voorstellen op de getallenlijn B2b H Aftrekkingen van het type TE E = T voorstellen op de getallenlijn B2b H Oefenen van het aanvullen tot B9 H Wegnemen van 11 en 12 tot 10 inoefenen B13 H Ervaren van de wisseleigenschap B4a 5 12 H Een klok verkennen. De verschillende elementen benoemen en de functie ervan verwoorden. H Het uur aflezen op een klok tot op het uur nauwkeurig en verwoorden als precies uur, iets voor uur en iets over uur MR MR69

30 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 5 13 H De maateenheid de liter invoeren MR16 H De juiste notatie lezen en schrijven MR17 H Een referentiemaat voor de liter invoeren MR18 H De inhoud van voorwerpen schatten t.o.v. de liter MR20 H Inhouden meten met een litermaat MR23 H De inhoud verwoorden als precies 1 liter, meer dan 1 liter, minder dan 1 liter MR19 N Vaststellen dat hoe groter de maateenheid is, hoe kleiner het maatgetal wordt MR H Hoeveelheden tot en met 20 groeperen per G10 H De hoeveelheden tot en met 20 koppelen aan een getal en omgekeerd G9 H Oefenen van optellingen en aftrekkingen van het type T + E, E + T, TE E = T en B9b + B12b TE T = E. H Oefenen van het aanvullen tot B9 H Oefenen van het optellen en aftrekken tot en met 10, alle types B9 H Het uur aflezen op een klok MR69 H Automatiseren van de splitsingen tot en met G13a N De getallen tot en met 20 correct schrijven G H Optellingen van het type TE + E = TE uitvoeren met behulp van materiaal B10 H De bewerkingen voorstellen op de getallenlijn B2b N Aanvullen tot 10 (bv = 10) B H Aftrekkingen van het type TE E = TE oplossen met materiaal B13 H De bewerkingen voorstellen op de getallenlijn B2b N Wegnemen tot B12 29 Blok 5

31 Blok 5 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO H De splitsingen tot en met 10 correct oplossen G13a H Automatiseren van de splitsingen tot en met G13a H Aanvullen tot B9a H Aftrekkingen van het type TE E = TE oplossen met materiaal B12b H Optellingen van het type TE + E = TE uitvoeren met materiaal B9b H De bewerkingen voorstellen op de getallenlijn B2b 5 18 H Verkennen van en experimenteren met schaduwbeelden MK H De verschillende munten en biljetten tot en met 20 herkennen en benoemen MR71 H Bedragen tot en met 20 euro op verschillende manieren gepast betalen MR72 H Bij het kopen van 1 artikel teruggeven als er teveel betaald wordt door bij te tellen MR H Alle splitsingen van 9 systematisch bepalen G13a H De splitsingen t.e.m. 10 correct oplossen wanneer 1 van de 2 delen gegeven is G13a 5 21 H Vlot en correct splitsen tot en met 10 als 1 van de 2 delen gegeven is G13a N Omgaan met tijdsdruk.

32 Blok Les H/N Lesdoelen Eindterm GO OVSG VVKBaO 5 22 H Roefie Rups, getalbeeld, getal en hoeveelheid tot en met 20 aan elkaar koppelen G11 H Hoeveelheden tot en met 10 correct splitsen G13a H Automatiseren van de splitsingen tot en met G13a H Optellen tot en met B9a H Bepalen van het verschil waarbij het aftrektal maximaal 10 is B12a H Aanvullen tot B9a H Wegnemen van 11 en 12 tot B12b H De helft nemen van even aantallen tot en met 12. OD B H Het dubbele nemen van aantallen tot en met B1 H Eenvoudige patronen met vierhoekige, ronde en driehoekige vormen leggen en OD MK14 kleuren. H Herkennen van en puzzelen met driehoekige, vierhoekige en ronde vormen MK14 H De begrippen links(af) en rechts(af), naar boven en naar onder vanuit eigen positie gebruiken in de context van een plattegrond MK H Automatiseren van optellingen van het type E + E = E, T + E = TE en TE + E = TE B9 H Automatiseren van aftrekkingen van het type E E = E, T E = E, TE E = T en B12 TE E = TE. H Automatiseren van aanvullen tot B9a H De getallen tot en met 20 als hoeveelheid correct benoemen (met bijzondere G11 aandacht voor de tientallige structuur). H De getallen tot en met 20 positioneren op de getallenlijn G12 H Hoeveelheden tot en met 20 vergelijken en de symbolen >, <, = gebruiken G1d H Optellingen van het type E + E = E, T + E = TE en TE + E = TE uitvoeren B9 H Aftrekkingen van het type E E = E, T E = E, TE E = T en TE E = TE uitvoeren B12 H Aanvullen tot B9 H Bewerkingen (optellingen en aftrekkingen) voorstellen op de getallenlijn B2 Blok 5