Onderwerp : meerjarenraming stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing

Transcriptie

1 Raadsbesluit Gescand archi'.-/ 2 7 JAN.2015 Datunn Registratie nr. Stuk 18 december GR14-537II Onderwerp : meerjarenraming stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van 28 oktober 2014; BESLUIT: vast te stellen: 1. De meerjarenraming stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing (MR-DOP4-1) en het volumebesluit inleg revolverende leningen stedelijke vernieuwing 2015; 2. De verordening stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing Delft 2015; 3. De verwerking van de financiële consequenties in de eerstvolgende ARB. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december burgemeester. A.P. Oostdijk.wnd.griffier.

2 J Gemeente Delft Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad Van Datum Pfh. Steller tel.nr. Programma Registratie nr. Stuk Ondenverp college van B&W 28 oktober 2014 Raimond de Prez Peter de Jong Stad van Participatie, sterke samenleving GR I meerjarenraming stimuleringsfonds stedelijke vemieuwing (MR- DOP4-1) Gevraagde beslissing: vast te stellen: 1. De meerjarenraming stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing (MR-DOP4-1) en het volumebesluit revolverende leningen stedelijke vernieuwing 2015; 2. De verordening stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing Delft 2015; 3. De verwerking van de financiële consequenties in de eerstvolgende ARB. Samenvatting Hoofddoel van het Delfts stedelijk vernieuwingsbeleid is het realiseren en behouden van een vitale en ongedeelde stad met vitale, leefbare en gemengde wijken. Om dit doel te bereiken, is de afgelopen periode o.a. gewerkt aan een minder eenzijdige opbouw van de woningvoorraad door herstructurering en toevoeging van (duurdere) woningen. De Wet stedelijke vernieuwing is per 1 januari 2011 ingetrokken en per 31 december 2014 worden de tot en met 2014 lopende ISV bijdragen van Rijk en Provincie gestopt. Maar ook na 2014 blijven investeringen in fysieke vernieuwing van buurten en wijken van groot belang voor vitaie, leefbare en gemengde wijken, waarbij ook aandacht is voor duurzaamheid en ontwikkelingen rond wonen en zorg. Daarom is gemeentelijk budget voor voortzetting van stedelijke vernieuwing geresen/eerd voor dejaren 2015 t/m In de bijgaande meerjarenraming wordt de voortzetting van het stedelijke vernieuwingsbeleid verder uitgewerkt op een wijze die past bij de afnemende middelen en de veranderende rol van de gemeente. Ging de gemeente bij vernieuwing van de stad tot nog toe uit van het concept 'stad maken', waarbij grootschalige projecten worden gesubsidieerd en uitgevoerd; nu wordt steeds meer uitgegaan van het concept 'stad zijn', waarbij netwerkpartners worden uitgenodigd om vernieuwing samen met de gemeente vorm te geven. Ook is de participatiestad of participatiesamenleving steeds meer een feit. Er is en wordt een beweging gemaakt van een aanbod aan landelijke en lokale zorgstructuren naar eigen kracht van partners en burgers. Met een samenhangender en flexibeler stelsel van ondersteuning dat maatwerk mogelijk maakt. Initiatieven voor verbetering komen in toenemende mate vanuit de samenleving en de gemeente ondersteunt en faciliteert daarbij. Met het wegvallen van bijdragen voor stedelijke vernieuwing vanuit het Rijk en Provincie valt ook het oorspronkelijk kader voor de bestedingen weg. De veranderende maatschappelijke context betekent ook dat het kader meer op hoofdlijnen wordt bepaald en voor de invulling daarvan meer samenwerking met partners en burgers wordt gezocht. Het stimuleren van een vitale, leefbare en ongedeelde stad blijft hierbij het hoofddoel.

3 Stuk GR I pag.2. Bij de inzet van de beperkte middelen om initiatieven te stimuleren vindt een omslag plaats van subsidiëren naar revolveren. Dat wil zeggen dat in plaats van (eenmalige) subsidies voortaan (revolverende) leningen verstrekt worden aan initiatiefnemers en dan tegen een rente die lager is dan de marktrente. Stimulering via het verstrekken van revolverende laagrentende leningen past bij de afnemende middelen en de veranderende rol van de gemeente. Het benutten van de kracht van organisaties, burgers en verenigingen is hierbij vertrekpunt. Via het verstrekken van laagrentende leningen stimuleert de gemeente collectieven om maatschappelijke doelen binnen vooraf vastgestelde criteria en randvoorwaarden te bereiken. Omdat het revolverende leningen zijn, komt het geld op den duur weer terug en kan dit opnieuw worden ingezet. Naast revolverende fondsen zet de gemeente nog in beperkte mate andere middelen in. Middelen die bedoeld zijn als 'trigger money' om beweging te krijgen in de gebiedsgerichte aanpak. Op basis van actuele ontwikkelingen wordt in bijgaande nota een voorstel gedaan voor bestedingen voor de aldus 'aangepaste' stedelijke vernieuwing in dejaren 2015 tot en met De uitgaven worden in de meerjarenraming gedekt via de post intensiveringen uit de Programmabegroting en via overige incidentele bijdragen. In hoofdstuk 2 wordt het stedelijk vernieuwingsbeleid in Delft na 2014 op hoofdlijnen beschreven, in hoofdstuk 3 is een bestedingsplan voor de jaren 2015 tot en met 2018 opgenomen en in hoofdstuk 4 is een volumebesluit voor 2015 toegevoegd. Een concept verordening als kader voor de uitgaven vanaf 2015 wordt apart ter vaststelling aangeboden. Het voorgestelde tijdpad van de besluitvorming over bijgaande raming is als volgt: vaststelling concept in college oktober 2014 bespreking in de commissie RVW december 2014 vaststelling in de gemeenteraad december Aanleiding De ISV gelden zijn vanaf het begin in 2000 als 'triggermoney 1 gebruikt om stedelijke vernieuwing mogelijk te maken. Het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) heeft in de periode 2000 t/m 2014 (ISV1 t/m 3) dan ook tot veel positieve resultaten geleid in Delft. Globaal ging het om de herstructurering of vernieuwing van gebieden als Die Delfgaauwse Weye, Bomenwijk, Poptahof, Binnenstad en delen van Buitenhof en Tanthof. Naast vernieuwing van panden, ging het daarbij om herinrichting van het openbaar gebied en de voorbereiding en bouw van een groot aantal wijk- en buurtaccommodaties, enkele gezondheidscentra en bedrijfsverzamelgebouwen. De stedelijke vernieuwing van Delft is in wezen een permanente opgave zodat investeringen in de vernieuwing van buurten en wijken ook de komende jaren nodig blijven. Delft kiest er daarom voor om - nu de ISV bijdragen van Rijk en Provincie stoppen- vanaf 2015 de stedelijke vernieuwing in buurten en wijken in Delft die dat het meest nodig hebben zoveel mogelijk op peil te houden. Een andere tijd en een veel kleiner budget vragen echter om een andere werkwijze: meer verleidend en faciliterend en minder (sterk) sturend en programmerend. Het stedelijk vernieuwingsbeleid wordt daarom na 2014 voortgezet en de stads- en wijkvisies vormen hiervoor het nieuwe kader. 2. Bevoegdheid Jaarlijkse toekenning van budgetten en daarmee samenhangende wijziging van de begroting is een bevoegdheid van de gemeenteraad op basis van art. 189 en 192 van de Gemeentewet.

4 Stuk GR I pag Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces De meerjarenraming stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing en het bijbehorend volumebesluit zijn onderdeel van de gemeentelijke begrotingscyclus. De meerjarenraming is inhoudelijk een vervolg op de door de raad vastgestelde MR-ISV14-15 (reg.nr ). Ankerpunten voor het beleid rond stedelijke vernieuwing na 2014 zijn de eerder door de gemeenteraad vastgestelde Woonvisie , de uitvoeringsagenda Woonvisie (2012) en de nota wijkaanpak 2.0. Inhoudelijk sluit het beleid daarnaast aan bij eerder door de raad verschillende keren apart vastgestelde verordeningen rond revolverende SVn leningen (startersleningen, duurzaamheidsleningen en restauratieleningen). Ook wordt aangesloten bij eerder in de raad besproken ontwikkelingen en nog op te stellen beleid rond wonen en zorg. Als beleidskader voor de in bijgaande raming opgenomen bestedingen wordt daar tenslotte begin 2015 de stads- en wijkvisie aan toegevoegd. 4. Wat willen we bereiken? (Beoogd effect) De doelen en prestaties passen binnen de beoogde effecten in het kader van de doelstelling Stad van participatie, sterke samenleving en Leefbare stad, aantrekkelijke stad uit de Programmabegroting Aanvragen voor leningen worden daarom getoetst aan de volgende stedélijke doelen: 1. Verbetering van het sociaal klimaat en vergroting van betrokkenheid in buurten en wijken door benutting kracht van de stad via netwerken; 2. Hogere kwaliteit van de leefomgeving in betrokken aandachts- en preventie/focusgebieden en in gebieden waar concrete ontwikkelingen spelen op het gebied van wonen en zorg; 3. Bijdrage aan ruimtelijke kwaliteit door opplussen, klimaatbestendigheid en/of energiebesparing; 4. Bijdrage aan opgave wonen/ zorgvastgoed en/of diversificatie van de woningvoorraad. Naast deze doelen worden aanvragen getoetst aan in de meerjarenraming opgenomen beoordelingscriteria en randvoorwaarden. 5. Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen) Uitvoering van de stimuleringsleningsregeling zoals voorgesteld in de meerjarenraming stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing. Voor een nadere beschrijving wordt verwezen naar het bestedingsplan (zie paragraaf 3.2 van de raming). 6. Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf) Via de raming worden budgetplafonds vastgesteld voor dejaarlijkse inleg vanuit de gemeente voor het Delftse stedelijk vernieuwingsfonds. Voor een beschrijving van de beoogde uitgaven en dekking wordt verwezen naar paragraaf 3.2 en 3.3. De revolverende inleg in 2015 kan tot maximaal ,- worden bekostigd uit de lopende rekening courant van de gemeente Delft bij SVn. De geraamde uitgaven in 2016 t/m 2018 kunnen worden gedekt door in de Programmabegroting opgenomen bijdragen uit intensiveringen, uit overige incidentele bijdragen en terugontvangen rente.

5 Stuk GR I pag. 4. Naast het 'revolverend geld' wordt programmageld ingezet als 'trigger money' om gewenste ontwikkelingen te kunnen blijven stimuleren in wijken of buurten waar dat nodig is. De in de raming opgenomen uitgavencategorieën zijn: a. Revolverende leningen Opgenomen zijn de jaarlijks maximaal in te leggen gelden voor revolverende leningen (budgetplafonds); b. Voorbereidingskosten Opgenomen zijn jaarlijkse budgetten voor proces- en uitvoeringskosten (incl. monitoring en verantwoording) en incidentele (her)inrichtingskosten (acupunturele aanpak). 7. Communicatie Na vaststelling van de raming door de gemeenteraad zal rond de inwerkingtreding van de nieuwe verordening in het eerste kwartaal 2015 een communicatieactie worden uitgevoerd waarbij zoveel mogelijk verbinding wordt gelegd met lopende initiatieven rond de wijkaanpak/ wijkvisies. Zo worden de mogelijkheden van aanwending van dit stimuleringsfonds gecommuniceerd via de stadsdialoog over de stad-/wijkvisies. Ook partners en burgers die rechtstreeks aankloppen bij de gemeente worden nader geïnformeerd. Tot slot zal het fonds ook via de diverse netwerken in de stad zoveel mogelijk onder de aandacht worden gebracht. 8. Verdere procedure Na vaststelling in de raad treedt de regeling per in werking en worden de bijbehorende activiteiten uitgevoerd. Na afloop van elk boekjaar wordt een verantwoording van de uitgaven opgesteld die samen met een herijkte raming en een eventueel bijgestelde verordening ter vaststelling wordt aangeboden aan de gemeenteraad. Bijlagen: meerjarenraming stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing (MR-DOP4-1) en bijbehorend volumebesluit inleg revolverende leningen 2015 verordening stimuleringsfonds stedelijke vernieuwing Delft 2015 Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Delft, mr. drs. G.A.A. Verkerk.burgemeester, mr. J. Krul.secretaris.

6 Amendement De gemeenteraad bijeen op 18 december 2014 Wijzigt de voorgestelde Verordening Stimuleringsfonds Stedelijke Vernieuwing Delft 2015 als volgt: Bij artikel 8 Een stimuleringslening wordt niet toegekend indien: Toevoegen lid 3 Lid 3 het leningen betreft aan organisaties met nationalistische- en/of religieuze doeleinden En gaat oy&cpót de orde^an de dag, Martin Stoelinga Toelichting In 2005 en 2007 zijn SVN leningen gegeven voor de aanbouwen aan de Sultan Ahmed ( ) en Al Ansaar ( ) moskeeën in Delft. Die leningen werden verstrekt aan de Turkse Vereniging Sultan Ahmed en de Marokkaans Sociale Culturele vereniging. De Nederlandse overheid is gebaseerd op seculariteit. Dat zou verder geen uitleg behoeven ware het niet dat de PvdA in Delft dit uitgangspunt stelselmatig ondermijnt in ruil voor politieke steun. De tijd waarin de multiculturele samenleving door de overheid gepromoot werd ligt ver achter ons. Het is geen taak van de gemeente om nationalistische collectieven te promoten door financiering. De ervaring leert dat dit ouderwetse jaren vijftig zuilen denken juist segregatie en isolatie bevorderd.