-analyse van sterfte en ziekenhuisopnamen-

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "-analyse van sterfte en ziekenhuisopnamen-"

Transcriptie

1 REGIONALE GEZON DHEI DSVE RS C H I L L E N IN ZUIDHOLLAND analyse van sterfte en ziekenhuisopnamen W. Davids e / H.P.A. van de Water Nederlands lnstituut voor Praeventieve Gezondheidszorg HPGf,JJ Leiden

2 REGIONALE GEZONDHEIDSVERSCHILLEN IN ZUIDHOLLAND analyse van sterfte en ziekenhuisopnamen W. Davidse H.P.A. van de Water Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg april 1988

3 Nederlands Instituut voor Fraeventieve Gezondheidszorg TNO Wassenaarseweg 56 Leiden Postadres : Postbus AC Leiden Telefoon: Deze uitgave is te bestellen door het overmaken van ƒ 26,50 (incl. BTW) op postrekening van het NIPGTNO te Leiden onder vermelding van bestelnummer Nederlands Instituut voor Fraeventieve Gezondheidszorg TNO Publikatienummer Voor de rechten en verplichtingen van de opdrachtgever met betrekking tot de inhoud van dit rapport wordt verwezen naar de Algemene Voorwaarden van TNO. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, openbaar gemaakt, en/of verspreid door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIPGTNO.

4 INHOUD SAMENVATTING biz. I DEEL I 1. INLEIDING EN OPZET ONDERZOEK 3 l.l Indeling rapport, Aanleiding tot dit onderzoek Doelstelling Opzet onderzoek Bronnen...,,, Populatie, Indeling van de ziekten f Presentatie van resultaten BEVOLKING ZUIDHOLLAND EN REGIOINDELING Regioindeling, Bevolkingsopbouw, BELANGRIJKSTE RESULTATEN l Belangrijkste resultaten,, Opzet onderzoek, Beleidsrelevantie, 32 DEEL II 4. BRUTOSTERFTE EN OPNAMEN IN ZUIDHOLLAND EN NEDERLAND Verschillen tussen Nederland en ZuidHolland Verschillen tussen de WVGregio's in ZuidHolland Verschillen tussen de grote gemeenten van Zuid Holland Verschillen tusssen gemeenten naar urbanisatiegraad VOOR LEEFTIJD EN GESLACHT GECORRIGEERDE STERFTE EN OPNAMEN,, l Analysemethode, Verschillen tussen Nederland en ZuidHolland Verschillen tussen de WVGregio's Verschillen tussen de grote gemeenten van Zuid Holland, Verschillen tussen gemeenten naar urbanisatiegraad 67 LITERATUURLIJST 71 BIJLAGEN 73

5 SAMENVATTING Het Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO (NIEGTNO) heeft op verzoek van de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in ZuidHolland een onderzoek verricht naar regionale gezondheidsverschillen binnen de provincie ZuidHolland. De aanleiding tot dit onderzoek wordt gevormd door ontwikkelingen in het beleid ten aanzien van de gezondheidszorg, waarbij het meer dan voorheen de bedoeling is uit te gaan van de gezondheidstoestand van de bevolking. Bovendien sluit dit (type) onderzoek aan bij het meerjarenbeleid van de Sector Gezondheidszorg en Epidemiologie van het NIPGTNO. In deel I van dit rapport worden achtereenvolgens de opzet van het onderzoek, de bevolking van ZuidHolland en de regioindeling, en de belangrijkste resultaten beschreven. In deel II wordt meer gedetailleerd ingegaan op de resultaten. Het doel van het onderzoek is na te gaan of, en zo ja, in hoeverre er verschillen zijn binnen de provincie ZuidHolland enerzijds en tussen ZuidHolland en Nederland anderzijds in het vóórkomen van ziekte. Hierbij wordt, mede gezien de beperkte omvang van het onderzoek, uitgegaan van twee parameters van ziekte, te weten sterfte en ziekenhuisopnamen. Als populatieéénheid is binnen de provincie ZuidHolland gekozen voor de zogenaamde WVGregio's, de vier grote steden en de gemeenten naar drie urbanisatieklassen. Sterfte en ziekenhuisopnamen worden in twee maten uitgedrukt. Ten eerste als brutocijfers: aantallen per van de betreffende bevolking. Hierbij wordt geen rekening gehouden met verschillen in leeftij ds en geslachtsopbouw van de bevolking. Deze brutocijfers geven een indruk van sterfte en ziekenhuis

6 opnamen zoals deze feitelijk voorkomen in de bevolking. Als tweede maat zijn gestandaardiseerde ratio's berekend, waarbij gecorrigeerd is voor verschillen in leeftijd en geslacht. Binnen de provincie ZuidHolland bestaan grote verschillen tussen WVGregio's, tusen gemeenten en tussen de verschillende urbanisatieklassen in brutosterfte en brutoziekenhuisopnamen. Wanneer de sterfte en ziekenhuisgegevens gestandaardiseerd worden naar leeftijd en geslacht worden deze verschillen over het algemeen duidelijk kleiner. Nochthans blijven de verschillen tussen de regio's en gemeenten in veel diagnosegroepen zeer aanzienlijk. De grootste verschillen doen zich voor in de hoofdgroep Ongevallen/vergiftigingen. De sterfte is lager dan verwacht in de regio's Delft en Westland en MiddenHolland, zowel onder mannen als onder vrouwen. In de regio Rijnmond hebben de mannen een hogere totale sterfte. In de steden Rotterdam en Dordrecht is, onder mannen en vrouwen, de sterfte hoger dan verwacht. In Den Haag geldt hetzelfde voor de mannen; de sterfte onder vrouwen uit Leiden is lager dan verwacht. Het beeld bij de ziekenhuisopnamen vertoont meer afwisseling dan dat bij sterfte. Hierbij is het lang niet overal zo dat een verhoogde of zelfs sterk verhoogde sterfte ook meer ziekenhuisopnamen betekent! Enkele opvallende resultaten zijn dat uit de gemeente Dordrecht veel tot zeer veel mensen (mannen en vrouwen) worden opgenomen, dat de WVGregio Dordrecht een relatief hoge opname kent in een aantal hoofdgroepen, terwijl dat voor de Leidse bevolking net andersom is, en dat in de WVG regio's Delft en Westland en MiddenHolland, die beide een relatief lage sterfte kennen, dit beeld niet wordt bevestigd door de ziekenhuisopnamen. II

7 Wat de mate van urbanisatie betreft is het zo dat de sterfte lager is in plattelandsgemeenten, en hoger dan verwacht in de stedelijke gemeenten (althans onder de mannen). Het beeld bij de ziekenhuisopnamen is wisselend. Over het algemeen zijn deze lager in de plattelandsgebieden en hoger dan verwacht in de stedelijke gemeenten. De verschillen tussen de provincie ZuidHolland en de rest van Nederland zijn minder spectaculair. Voor wat betreft sterfte zijn er weinig verschillen, de ZuidHollandse vrouwen zitten iets lager. Bij de ziekenhuisopnamen zien we dat deze zowel bij mannen als bij vrouwen in ZuidHolland verlaagd zijn ten opzichte van de rest van Nederland. Wanneer we de sterfte vergelijken met de ziekenhuisopnamen zien we, zo blijkt uit het voorafgaande, dat de resultaten weinig consistent zijn: een hoge sterfte in een bepaalde hoofdgroep gaat soms gepaard met een niet hoge of zelfs lage opname en omgekeerd. Erg vreemd is dat niet. Ten eerste omdat sterfte en ziekenhuisopname twee verschillende aspecten van ziekte weergeven; sterfte betreft per definitie ziekten die als (primaire) doodsoorzaak opgevoerd kunnen worden, terwijl ziekenhuisopnamen ook meer chronische ziekten omvatten. In de tweede plaats omdat bij ziekenhuisopnamen zaken als aanbod van voorzieningen en verwijspatronen een rol (kunnen) spelen. Tenslotte worden in het rapport nog enkele opmerkingen gemaakt over de beleidsrelevantie van studies zoals in dit rapport beschreven. Het zal duidelijk zijn dat, mede gezien de periode waarop dit rapport betrekking heeft, alsmede de keuze van twee parameters, bij een gebruik van de resultaten, zoals hier beschreven, voor concreet beleid de nodige voorzichtigheid geboden is. III

8 i i a a a

9 1. INLEIDING EN OPZET ONDERZOEK 1.l Indeling rapport Dit rapport bestaat uit twee delen. Deel I is het algemene deel. Achtereenvolgens komen aan de orde de inleiding en de opzet van het onderzoek, de bevolking van ZuidHolland en Nederland, en tenslotte de belangrijkste bevindingen. In deel II wordt meer gedetailleerd ingegaan op de resultaten. 1.2 Aanleiding tot dit onderzoek In april 1983 werd de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid (PRV) in ZuidHolland door het Provinciaal bestuur verzocht een vooronderzoek uit te voeren of te doen uitvoeren naar regionale gezondheidsverschillen in de provincie ZuidHolland. Dit vooronderzoek werd uitgevoerd door de PRV ZuidHolland samen met het Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg/ TNO (NIPG/TNO). De resultaten van genoemd onderzoek werden gepubliceerd in het rapport "Regionale gezondheidsverschillen: een literatuuronderzoek", waaraan toegevoegd een studie naar de mogelijkheden van de provinciale overheid een op de gezondheidstoestand van de bevolking georiënteerd gezondheids(zorg)beleid te voeren (Mackenbach & Engels, 1984). In dit rapport werden aanbevelingen gedaan over de wijze waarop nader onderzoek gedaan zou kunnen worden. Overleg tussen de PRV ZuidHolland en het NIPG/TNO heeft geresulteerd in het verzoek van de PRV ZuidHolland aan het NIPG/TNO een vervolgonderzoek te verrichten naar regionale gezondheidsverschillen in de provincie ZuidHolland. Het verzoek van de PRV ZuidHolland aan het NIPG/TNO kan niet los gezien worden van een aantal ontwikkelingen in de gezond

10 heidszorg. In de eerste plaats is de rol die de provinciale overheid op het gebied van de gezondheidszorg speelt groter geworden dan in het verleden. In de tweede plaats is er gedurende de laatste jaren een groeiend besef van de noodzaak om in het gezondheids(zorg)beleid uit te gaan van de gezondheidstoestand van de bevolking. Dit heeft recentelijk geleid tot publicatie van de "Nota 2000" (Ministerie van WVC, 1986). Bovendien sluit de hiervoor genoemde tendens goed aan op het onderzoeksbeleid voor de middellange termijn zoals dat in de sector Gezondheidszorg en Epidemiologie van het NIPG/TNO ontwikkeld is. Met name kan dan gedacht worden aan de zogeheten preventieprofielen: onderzoek naar het voorkomen van ziekten, alsmede het aangeven van de mogelijkheden tot preventie van die ziekten. Het NIPGTNO heeft in dit project geïnvesteerd, omdat ze het tevens beschouwd als expertise ontwikkeling voor genoemde preventieprofielen. De resultaten van de studie waarover in dit rapport verslag wordt gedaan zullen door het NIPGTNO ook ingebracht worden in de contacten met de basisgezondheidsdiensten. Binnen veel van deze diensten is men momenteel immers bezig gestalte te geven aan gezondheidsbeleid, waarbij informatie over de gezondheidstoestand verzameld en gebruikt wordt. 1.3 Doelstelling Het doel van dit onderzoek is na te gaan of, en zo ja, in hoeverre er verschillen zijn binnen de provincie ZuidHolland enerzijds en tussen ZuidHolland en Nederland anderzijds in het vóórkomen van ziekte. Verderop in deze paragraaf zal worden uiteengezet dat hierbij is gekozen voor twee parameters van ziekte, nl. sterfte en ziekenhuisopnamen. Aldus ontstaat een overzicht van een aantal gezondheidsproblemen dat voor de provincie ZuidHolland aanknopingspunten kan bieden 4

11 bij het verder ontwikkelen van gezondheids(zorg)beieid. Voorts kan nader inzicht ontstaan in de mogelijkheden en de beperkingen van het voeren van een provinciaal beleid dat de gezondheidstoestand van de bevolking als uitgangspunt neemt. Het onderzoek heeft een verkennend karakter en beoogt derhalve geen antwoord te geven op specifieke beleidsvragen. Het presenteren van informatie over de gezondheidstoestand van de bevolking is slechts een eerste stap in het proces van gezondheidsbeleid, dat verschillende stadia kent, zoals blijkt uit de opzet van het onderzoek naar preventieprofielen. / Bij de uitwerking van dit onderzoek zijn we uitgegaan van het gebruik van beschikbare, secundaire gegevens (het alternatief zou zijn een bevolkingsonderzoek, hetgeen zeer hoge kosten met zich mee zou brengen). Het probleem doet zich hierbij voor, dat dergelijke secundaire gegevens niet in directe zin betrekking hebben op ziekten en de mate waarin deze in populaties voorkomen, maar daar een afgeleide van vormen. Wat op deze indirecte wijze wordt gemeten, kan dan gezien worden als parameters van gezondheid of ziekte. 1.4 Opzet onderzoek 1.4.l Bronnen In principe zou er naar een reeks van parameters van gezondheid of ziekte gekeken kunnen worden. Te denken valt aan: bezoek aan huisartsen; contact met wijkverpleging; ziekenhuisopnamen; verpleeghuisopnamen; sterfte;

12 ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheidgegevens; gezondheidsenquêtes; speciale registraties. Om enkele redenen moest een keuze worden gemaakt uit bovenstaande mogelijkheden. Naast het feit, dat dit onderzoek een oriënterend karakter had waarvoor een beperkt budget beschikbaar was, was dat het geval wanneer: geen gegevens voorradig zijn (bezoek aan huisartsen); gegevens worden verkregen uit steekproeven die niet primair opgezet zijn om differentiatie naar regionaal niveau mogelijk te maken (gezondheidsenquêtes CBS, peilstations van huisartsen); gegevens niet betrekking hebben op diagnosen (contact met wij kverpleg ing); gegevens zeer onvolledig zijn (verzuimgegevens); gegevens betrekking hebben op aandoeningen die een te lage frequentie van vóórkomen hebben om op regionaal niveau mee te kunnen werken (bijvoorbeeld de registratie van erfelijke ziekten, die bovendien nog in opbouw is). Resteren drie mogelijke parameters, te weten ziekenhuisopnamen, verpleeghuisopnamen en sterfte. De verpleeghuisopnamen zijn niet gebruikt, omdat het verpleeghuisregistratiesysteem, het SIVIS, in de periode waarop dit onderzoek betrekking heeft nog volop in opbouw was. De parameters van ziekte waarmee in dit onderzoek gewerkt wordt zijn derhalve ziekenhuisopname en sterfte*. Gegevens over ziekenhuisopnamen zijn verkregen van de Stichting In de tekst wordt gesproken van opnamen. Feitelijk worden ontslagen gevallen geregistreerd. Beide begrippen kunnen gehanteerd worden. De ziekenhuisopnamegegevens hebben betrekking op de woonplaats van de betreffende patiënten, dus niet op de plaats van opneming.

13 Informatiecentrum voor de Gezondheidszorg (SIG); sterftecijfers zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De ziekenhuisgegevens zijn niet (helemaal) volledig en wel om twee redenen: ten eerste omdat de gegevens betrekking hebben op patiënten die uit de kliniek zijn ontslagen. Poliklinische contacten worden niet beschouwd als opnemingen en derhalve niet geregistreerd door de SIG. Hetzelfde geldt over het algemeen voor de steeds belangrijker wordende dagbehandeling; niet alle ziekenhuizen nemen deel aan de SIGregistratie. In Nederland had in 1983 de registratie betrekking op 98% van alle ontslagen patiënten, in ZuidHolland op 94%. Na 1983 zijn deze percentages hoger geworden. Hoewel de participatie dus hoog is, kunnen er bij een onderverdeling van ZuidHolland problemen ontstaan omdat de nonparticipatie, afgezien van twee oogziekenhuizen (in Den Haag en Rotterdam) en twee vroedvrouwklinieken (eveneens in Den Haag en Rotterdam), twee ziekenhuizen in Rotterdam betreft, waarvan één op het gebied van de oncologie. De gemeente Rotterdam en de regio Rijnmond, maar niet uitsluitend deze, zullen daarom een onderrapportage te zien geven. Alleen al vanwege de onvolledigheid van de ziekenhuisgegevens dient meer gewicht toegekend te worden aan de sterftecijfers. In de jaren vóór 1984 was de deelname aan de SIGregistratie lager. Om deze reden wordt bij de presentatie van opnamegegevens een beperking aangebracht tot 1984 (in enkele gevallen uitgebreid tot 1983). De periode waarover sterftegegevens zijn verzameld loopt van 1980 t/m 1984.

14 1.4.2 Populatie In par. 1.2 werd vermeld, dat de doelstelling voor dit onderzoek is na te gaan of, en zo ja, in hoeverre er verschillen zijn binnen de provincie ZuidHolland enerzijds en tussen ZuidHolland en Nederland anderzijds in het vóórkomen van sterfte en ziekenhuisopnamen. Het spreekt voor zich, dat de aantallen opname en sterftegevallen daartoe gerelateerd dienen te worden aan gegevens omtrent de bevolking. In eerste instantie werd daarbij gedacht aan het verzamelen van de gegevens op het niveau van de laagste geografische eenheid, de gemeente. Omdat dit echter vanwege de lage aantallen ziekenhuisopnamen en sterftegevallen en om privacyredenen niet mogelijk bleek, is gezocht naar een hogere eenheid. Gekozen is voor een indeling van de provincie ZuidHolland op drie manieren. Ten eerste een indeling naar regio's die in het kader van de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg zijn vastgesteld, de zogenaamde WVGregio's. In de tweede plaats worden de gemeenten die op meer dan inwoners telden apart bekeken. De derde indeling is die naar de urbanisatiegraad van de gemeenten. In hoofdstuk 2 wordt hier nader op in gegaan Indeling van de ziekten Zowel de sterfte als de ziekenhuisopnamen zijn gerubriceerd volgens de International Classification of Diseases (ICD), 9e revisie. Uitgegaan is in eerste instantie van de indeling in 17 hoofdgroepen. Deze zijn de volgende: 1. Infectieziekten en parasitaire ziekten 2. Nieuwvormingen 3. Endocriene, voedings en stofwisselingsziekten 8

15 4. Bloed en bloedvormende organen 5. Psychische stoornissen 6. Zenuwstelsel en zintuigen 7. Hartvaatstelsel 8. Ademhalingswegen 9. Spijsverteringsstelsel 10. Urogenitaal systeem 11. Zwangerschap, bevalling en kraambed 12. Huid en subcutis 13. Bewegingsstelsel en bindweefsel 14. Congénitale afwijkingen 15. Aandoeningen périnatale periode 16. Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden 17. Ongevalsletsels en vergiftigingen In een aantal gevallen is van een hoofdgroep een onderverdeling gemaakt. In dit rapport zal om praktische redenen volstaan worden met het presenteren van de kwantitatief belangrijkste hoofdgroepen en onderverdelingen. In bijlage 3 wordt aangegeven welke ICDcodes horen bij de verschillende hoofdgroepen en onderverdelingen.

16 Het betreft de volgende Sterfte Nieuwvormingen totaal. tractus respiratorius (ademhalingswegen). tractus digestivus (spij sverteringsstelsel). tractus urogenital is (nieren, urinewegen, geslachtsorganen) (borst) indeling: Ziekenhuisopnaraan Nieuwvormingen totaal. maligne neoplasma (kwaadaardige gezwellen). bénigne neoplasma (goedaardige gezwellen) Endrocriene, voedings en stofwisselingsziekten Ziekten van het hartvaatstelsel. ischaemische hartziekten (hartinfarct e.d.). cerebrovasculaire aandoeningen (CVA) Ziekten van de ademhalingswegen. pneumonie en influenza. CARA Ziekten van het spijsverteringsstelsel Ziekten van het hartvaatstelsel. ischaemische hartziekten. CVA Ziekten van de ademhalingswegen Ziekten van het spijsverteringsstelsel Ziekten van het urogenitaalsysteem. vrouwelijke geslachtsorganen. nieren en urinewegen Cortplicatie van zwangerschap, bevalling en kraambed Ziekten van het bewegingsstelsel Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ongevallen en vergiftigingen Totaal Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ongevallen en vergiftigingen. fracturen en intracranieel letsel. overige Totaal 10

17 Twee hoofdgroepen die op grond van de frequentie van voorkomen thuishoren in de rechterkolom (ziekenhuisopnamen) van bovenstaande opsomming zijn eruit weggelaten: ziekten van het zenuwstelsel. Een kwantitatief belangrijk deel van deze hoofdgroep wordt gevormd door de ziekten van het oog en adnexa. Het probleem is nu dat twee oogziekenhuizen (in Den Haag en Rotterdam) niet meededen aan de SIGregistratie; om deze reden hebben we de 'oogziekten' weggelaten. Het overblijvende deel van deze hoofdgroep behoort niet tot de 15 meest voorkomende diagnosegroepen; uit de hoofdgroep zwangerschap, bevalling en kraambed zijn de normale bevallingen weggelaten, mede omdat twee vroedvrouwenklinieken niet participeerden in het SIGregistratiesysteem. Het overblijvende deel wordt in bovenstaande opsomming (rechterkolom) genoemd: complicatie van zwangerschap, bevalling en kraambed Presentatie van resultaten Sterfte en ziekenhuisopnamen worden in dit rapport uitgedrukt in twee maten. In de eerste plaats als brutocijfers: aantallen per van de betreffende bevolking. Hierbij wordt geen rekening gehouden met verschillen in leeftijds en geslachtsopbouw tussen de regio's en steden. Deze brutocijfers geven een indruk van sterfte en ziekenhuisopnamen zoals die feitelijk voorkomen in de betreffende bevolking. De tweede maat zijn de gestandaardiseerde ratio's, waarbij wel rekening wordt gehouden met verschillen in leeftijds en geslachtsopbouw tussen de betreffende bevolkingen. Hogere sterfte en meer opnamen in een bepaalde regio of stad kunnen louter het gevolg zijn van het feit dat de bevolking daar ouder is. Bij standaardisatie wordt hier als het ware voor gecorrigeerd. In 11

18 paragraaf 5.1 wordt nader ingegaan op de gestandaardiseerde ratio's en worden ook de beperkingen ervan aangegeven. 12

19 2. BEVOLKING ZUIDHOLLAND EN REGIOINDELING In dit hoofdstuk wordt de indeling van de provincie ZuidHolland beschreven, en wordt informatie verstrekt over de bevolkingsopbouw. 2.l Regioindeling In het vorige hoofdstuk (1.4.2) werd aangegeven dat gekozen is voor een drietal indelingen van ZuidHolland: naar WVGregio's; naar grote steden versus de andere gemeenten; naar urbanisatiegraad. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de WVGregio's. De grote steden zijn die gemeenten die op of meer inwoners hadden: Rotterdam, Den Haag, Leiden en Dordrecht. Bij de indeling naar urbanisatiegraad is uitgegaan van de criteria die het CBS hanteert. Categorie A gemeenten zijn de plattelandsgemeenten; categorie C de stedelijke gemeenten en plattelandsstadjes. Categorie B zit hier tussen in: verstedelijkte plattelandsgemeenten en specifieke forensengemeenten (zie bijlage 4). In figuur 2.1 is te zien hoe de provincie ZuidHolland is opgesplitst in zes WVGregio's. Deze indeling is voorgegesteld door gedeputeerde staten van ZuidHolland., De regio's komen deels overeen met de zgn. COROFgebieden. 13

20 Figuur 2.l Indeling van ZuidHolland in 6 WVGregio's Regio I: Leiden ( inwoners per ) Regio II: 's Gravenhage ( inwoners per ) Regio III: Delft en Westland ( inwoners per ) Regio IV: MiddenHolland ( inwoners per ) Regio V: Rijnmond ( inwoners per ) Regio VI: Dordrecht ( inwoners per ) 2.2 Bevolkingsopbouw In onderstaande figuren wordt de bevolkingsopbouw van Nederland, de provincie ZuidHolland en de zes WVGregio's grafisch weergegeven. In bijlage 2 wordt de opbouw van de overige bevolkingen gegeven (steden, urbanisatie klassen). 14

21 Nederland ZuidHolland MANNEN T: leeftijd VROUWEN % MANNEN leeftijd VROUWEN % % WVGregio Leiden WVGregio 'sgravenhage MANNEN leeftijd VROUWEN MANNEN leeftijd S VROUWEN l O % % WVGreglo Delft en Westland WVGregio MiddenHolland MANNEN l 10 B O leeftijd t VROUWEN O % leeftijd MANNEN n j.,_, VROUWEN '5 l % 15

22 WV6regio Rijnmond WVGregio Dordrecht MANNEN T_ teeftild VROUWEN MANNEN leeftijd VROUWEN % % Zoals te zien valt, komt de bevolkingsopbouw van de provincie ZuidHolland redelijk overeen met die van Nederland; de Nederlandse bevolking kent relatief iets meer jongeren. Binnen de provincie ZuidHolland zien we het volgende beeld. Ten opzichte van ZuidHolland totaal is de bevolking van WVGregio Leiden iets jonger: relatief grotere klassen tot 40 jaar, daarboven relatief minder inwoners dan in de provincie. De bevolking van de regio 'sgravenhage is duidelijk ouder dan die van de provincie: beneden de 50 jaar heeft deze regio relatief minder, erboven relatief meer inwoners. Regio III, Delft en Westland heeft weer een iets jongere bevolking dan de provincie: beneden de 4045 jaar relatief iets meer, daarboven minder inwoners. De bevolking van regio MiddenHolland is eveneens jonger dan die van de provincie. Ook hier ligt de omslag bij de 45 jaar, zij het dat er in deze regio relatief minder 2030 jarigen wonen. Regio Rijnmond heeft een bevolkingsopbouw die een fractie ouder is dan die van de provincie totaal. De bevolking van regio Dordrecht tenslotte is weer wat jonger dan die van de provincie ZuidHolland. Boven de 55 jaar telt deze regio relatief wat minder inwoners, terwijl dat in de lagere leeftijdsklassen andersom ligt. 16

23 3. BELANGRIJKSTE RESULTATEN In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten weergegeven. Vervolgens wordt stilgestaan bij de opzet van het onderzoek en bij de beleidsrelevantie. 3.l Belangrijkste resultaten In deze paragraaf worden de belangrijkste resultaten vermeld. Eerst worden de brutocijfers voor sterfte en ziekenhuisopnamen gepresenteerd, vervolgens de gestandaardiseerde, dat wil zeggen die verschillen die overblijven na het uitschakelen van verschillen in leeftijds en geslachtsopbouw. Figuur 3.1 laat de verschillen zien in totale sterfte per van de betreffende bevolking. Tussen de WVGregio's 's Gravenhage enerzijds en MiddenHolland anderzijds bestaat een verschil van ca. 40%. Bij de urbanisatieklassen bedraagt het verschil tussen de laagste en de hoogste een factor 2. 17

24 Figuur 3.l Sterfte per van de bevolking, 1984 ZuidHolland totaal: 860 Nederland: 823 Den Haag Rotterdam Leiden Dordrecht steden l B urbanisatiegraden l In figuur 3.2 staan de ziekenhuisopnamen per van de betreffende bevolking vermeld. Vergeleken bij de sterfte valt op dat de verschillen veel kleiner zijn, zowel voor de WVGreglo's als de grote gemeenten en de urbanisatiegraden. De getallen voor de WVGregio Rijnmond en de gemeente Rotterdam staan tussen haakjes; dit vanwege de onderrapportage door het nietdeelnemen van twee ziekenhuizen in Rotterdam aan de SIGregistratie. 18

25 Figuur 3.2 Ziekenhuisopnamen per van de bevolking, 1984 DEN MAAG 10099^ ZuidHolland totaal: 9352 Nederland: 9971 Den Haag Rotterdam Leiden Dordrecht steden (9511) B urbanisatiegraden l Figuur 3.3 toont de gestandaardiseerde totale sterfte bij mannen. De regio's Delft/Westland en MiddenHolland hebben een significant verlaagde sterfte, Rijnmond een verhoogde. Van de grote steden hebben drie van de vier een verhoogde sterfte. Bij de urbanisatiegraad zien we een verlaagde sterfte in klasse A (platteland) en B, terwijl klasse C (geürbaniseerde gemeenten) een verhoogde sterfte kent. 19

26 Figuur 3.3 Gestandaardiseerde sterfte mannen, verlaagd (P<.05) (P>.05) verhoogd (P<.05) Den Haag steden i;l : ^s Rotterdam Leiden B Dordrecht urbanisatiegraden l Tabel 3.1 toont de significant afwijkende sterfte naar enkele belangrijke doodsoorzaken in de mannelijke bevolking van de WVGregio's en de grote steden (zie ook de tabellen 5.3a en 5.5, deel II). 20

27 Tabel 3.1 Significant verhoogde (+) en verlaagde () gestandaardiseerde sterfte in de WVGregio's en de grote gemeenten van ZuidHolland (Mannen) MÖWEN WVGregio's grote gemeenten Lei 'sgra Delft Midden Rijn Dor Den R'dam Lei Dorden venhage en Hol ncnd drecht Haag den drecht Wast land land Nieuwvormingen Ziekten Hartvaatstelsel Ziekten Ademhalingswegen Ongevallen/Vergiftigingen + _ + + Totaal De verschillen zijn met name zeer groot in de groep Ongevallen/Vergiftigingen en, in iets mindere mate in de hoofdgroep Ziekten van de Ademhalingswegen. Opvallend is dat de regio's Delft en Westland en MiddenHolland in (vrijwel) alle hoofdgroepen een verlaagde sterfte kennen, terwijl deze in de steden Rotterdam en Den Haag over de hele linie verhoogd is. Figuur 3.4 laat de gestandaardiseerde totale sterfte in de vrouwelijke bevolking zien. 21

28 Figuur 3.4 Gestandaardiseerde sterfte vrouwen, verlaagd (P<.05) (P>.05) verhoogd (P<.05) ^'.'.'.'.''.'.'.. >;;;v^'^^tiir '.''. J >7 : "r : rv'''' > ' i '^'i i.'i' Den Haag Rotterdam Leiden steden B urbanisatiegraden l Dordrecht Ook hier zien we een verlaagde totale sterfte in de regio's Delft en Westland en MiddenHolland, en een verhoogde in Rijnmond. Het beeld bij de grote steden wisselt: Rotterdam en Dordrecht verhoogd, Leiden en Den Haag verlaagd. Bij de urbanisatieklassen zien we dat de plattelandsgemeenten (klasse A) een verlaagde sterfte hebben. 22

29 Tabel 3.2 bevat de significant afwijkende sterfte naar dezelfde doodsoorzaken als tabel 3.1 (zie hierbij ook de tabellen 5.3.b en 5.5.). Tabel 3.2 Significant verhoogde (+) en verlaagde () gestandaardiseerde sterfte in de WVGregio's en de grote gemeenten van ZuidHolland (vrouwen) VROUWEN WVGregio's grote gemeenten Lei 'sgra Delft Midden Rijn Dorden venhage en Hol mond drecht West land land Den R'dam Lei Dor Haag den drecht Nieuwvormingen Ziekten Hartvaatstelsel Ziekten Adenhalingswegen Ongevallen/Vergiftigingen Totaal Het patroon is hier iets wisselender dan bij de mannen. Ook voor de vrouwen geldt dat de grootste verschillen in sterfte te zien zijn in de hoofdgroep Ongevallen/Vergiftigingen en in iets mindere mate in die van Zieken van de Ademhalingswegen. De volgende resultaten hebben betrekking op de (totale) ziekenhuisopnamen. Een tweetal beperkingen dient hier te worden aangegeven. Ten eerste dat bij de WVGregio's de regio Rijnmond is weggelaten; hetzelfde geldt voor de gemeente Rotterdam bij de grote steden. De reden hiervan is gelegen in de eerder vermelde onderrappor 23

30 tage (zie ook par. 5.1). De tweede beperking hangt samen met het vermelden van de totale opnamen. Eveneens in par. 5.I., deel II wordt uitgelegd dat daarbij enige voorzichtigheid geboden is. Voor de volledigheid evenwel worden hier de totale ziekenhuisopnamen gepresenteerd. Figuur 3.5 toont de verschillen in gestandaardiseerde totale ziekenhuisopnamen voor de mannen. Het beeld is niet erg consistent met dat in figuur 3.3. Midden Holland dat een verlaagde sterfte te zien gaf, heeft significant meer opnamen, terwijl ook de regio's 'sgravenhage, Dordrecht en Delft en Westland een ander beeld te zien geven. Wat betreft de grote steden zien we dat Dordrecht meer opnamen kent, terwijl voor de sterfte hetzelfde geldt. Den Haag en Leiden geven bij de opnamen een ander beeld te zien dan bij de sterfte. Bij de urbanisatiegraden zien we hier hetzelfde als bij de sterfte (verlaagd in de klassen A en B, verhoogd in klasse C). 24

31 Figuur 3.5 Gestandaardiseerde totale hospitalisatie mannen, 1984 verlaagd (P<.05) (P>.05) verhoogd (P<.05) Den Haag Rotterdam Leiden Dordrecht steden B urbanisatiegraden j Tabel 3.3 laat de verschillen zien in opname voor een aantal hoofdgroepen (zie verder de tabellen 5.4.a en 5.6). 25

32 Tabel 3.3 Significant verhoogde (+) en verlaagde () gestandaardiseerde ziekenhuisopnamen in de WVGregio's (exclusief Rijmend*) en in de grote gemeenten (exclusief Rotterdam*) van ZuidHolland 1984 (mannen) M&NEN WVGregio's grote gemeenten Lei 'sgra Delft Midden Dorden verihage en Hol drecht West land land Den Lei Dor Haag den drecht Nieuwvormingen Endocriene, voedings en stofwisselingsziekten Ziekten Hartvaatstelsel Ziekten Spijsverteringsstelsel Ziekten Urogenitaalsysteem Ziekten Bewegingsstelsel Ongevallen/Vergiftigingen * Zie par Het beeld is wat wisselender dan bij de sterfte. Ook hier zijn waar het de WVGregio's betreft, de verschillen het grootst in de hoofdgroep Ongevallen/vergiftigingen (en tevens bij Endocriene ziekten en Ziekten van het urogenitaal systeem). Vergeleken bij de sterfte vallen enkele dingen op. Ten eerste dat de regio 'sgravenhage significant minder opnamen kent tengevolge van Ongevallen/vergiftigingen, terwijl de sterfte juist zeer hoog is. In de tweede plaats dat vanuit de regio Delft en Westland zeer veel opnamen te zien zijn vanwege Ongevallen/vergifti 26

33 gingen, terwijl de sterfte zeer laag is. MiddenHolland tenslotte geeft een duidelijk verhoogde opname vanwege Hartvaatziekten te zien, terwijl de sterfte lager is dan verwacht. Bij de mannelijke bevolking van de grote gemeenten bestaan grote verschillen voor wat betreft Endocriene ziekten, Ziekten van het spijsverteringsstelsel en Ziekten van het bewegingsstelsel. In alle gevallen worden uit Dordrecht veel tot zeer veel mannen opgenomen. Figuur 3.6 geeft de verschillen aan in gestandaardiseerde totale ziekenhuisopnamen voor de vrouwelijke bevolking. Ook hier is het beeld niet consistent met de totale sterfte in figuur 3.4: De regio Leiden heeft minder opnamen dan verwacht, Dordrecht meer, terwijl MiddenHolland dat een verlaagde sterfte heeft, significant meer ziekenhuisopnamen kent (hetzelfde zagen we bij de mannen). Bij de grote steden zien we dat Dordrecht, evenals bij de sterfte, hoger zit dan verwacht, en Leiden lager. Den Haag, waar de sterfte onder de vrouwen verlaagd is heeft meer opnamen in ziekenhuizen. 27

34 Figuur 3.6 Gestandaardiseerde totale hospitalisatie vrouwen, 1984 verlaagd (P<.05) (P>.05) verhoogd (P<.05) #;:;:::3 :$:^^ Den Haag Rotterdam Leiden steden ^^^^Jjy^É B urbanisatiegraden Dordrecht Tabel 3.4 tenslotte geeft voor de vrouwen de verschillen aan in een aantal hoofdgroepen (zie ook de tabellen 5. 4b en 5.6). 28

35 Tabel 3.4 Significant verhoogde (+) en verlaagde () gestandaardiseerde ziekenhuisopnamen in de WVGregio's (exclusief Rijnmond*) en in de grote gemeenten (exclusief Rotterdam*) van ZuidHalland 1984 (vrouwen) VROUWEN WVGregio's grote gemeenten Lei 'sgra Delft Midden Dorden venhage en Hol drecht West land land Den Lei Dor Haag den drecht Nieuwvormingen Endocriene, voedings en stofwisselingsziekten Ziekten Hartvaatstelsel Ziekten Spijsverteringsstelsel Ziekten Urogenitaalsysteetn Ziekten Bewegingsstelsel Ongevallen/Vergiftigingen * Zie par De WVGregio's geven de grootste verschillen te zien voor wat betreft Endocriene Ziekten en Ongevallen/vergiftigingen. De regio Leiden kent voor een aantal hoofdgroepen minder opnamen dan verwacht. Bij de vrouwelijke bevolking van de grote gemeenten zien we grote verschillen in de hoofdgroepen Endocriene Ziekten, Ziekten van het bewegingsstelsel, het Urogenitaal systeem en bij Ongevallen/vergiftigingen. Opvallend is dat Dordrecht overal veel tot zéér veel opnamen kent (evenals bij de mannen). 29

36 Concluderend kan gesteld worden dat er grote verschillen bestaan tussen de regio's en gemeenten in brutosterfte en brutoopnamen. Wanneer de sterfte en ziekenhuisgegevens gestandaardiseerd worden naar leeftijd en geslacht worden deze verschillen over het algemeen duidelijk kleiner. Nochthans blijven de verschillen tussen de regio's en gemeenten in veel diagnosegroepen zeer aanzienlijk. De grootste verschillen doen zich voor in de hoofdgroep Ongevallen/vergiftigingen. De sterfte is lager dan verwacht in de regio's Delft en Westland en MiddenHolland, zowel onder mannen als onder vrouwen. In de regio Rijnmond hebben de mannen een hogere totale sterfte. In de steden Rotterdam en Dordrecht is, onder mannen en vrouwen, de sterfte hoger dan verwacht. In Den Haag geldt hetzelfde voor de mannen; de sterfte onder vrouwen uit Leiden is lager dan verwacht. Het beeld bij de ziekenhuisopnamen vertoont meer afwisseling dan dat bij sterfte. Hierbij is het lang niet overal zo dat een verhoogde of zelfs sterk verhoogde sterfte ook meer ziekenhuisopnamen betekent! Enkele opvallende resultaten zijn dat uit de gemeente Dordrecht veel tot zeer veel mensen (mannen en vrouwen) worden opgenomen, dat de WVGregio Dordrecht een relatief hoge opname kent in een aantal hoofdgroepen, terwijl dat voor de Leidse bevolking net andersom is, en dat in de WVG regio's Delft en Westland en MiddenHo l l and, die beide een relatief lage sterfte kennen, dit beeld niet wordt bevestigd door de ziekenhuisopnamen. 30

37 De verschillen tussen de provincie ZuidHolland en de rest van Nederland zijn minder spectaculair. Voor wat betreft sterfte zijn er weinig verschillen; de ZuidHollandse vrouwen zitten iets lager. Bij de ziekenhuisopnamen zien we dat deze zowel bij mannen als bij vrouwen in ZuidHolland verlaagd zijn ten opzichte van de rest van Nederland. Wat de mate van urbanisatie betreft is het zo dat de sterfte lager is in plattelandsgemeenten, en hoger dan verwacht in de stedelijke gemeenten (althans onder de mannen). Het beeld bij de ziekenhuisopnamen is wisselend. Over het algemeen zijn deze lager in de plattelandsgebieden en hoger dan verwacht in de stedelijke gemeenten. Wanneer we de sterfte vergelijken met de ziekenhuisopnamen zien we, zo blijkt uit het voorafgaande, dat de resultaten weinig consistent zijn: een hoge sterfte in een bepaalde hoofdgroep gaat soms gepaard met een niet hoge of zelfs lage opname en omgekeerd. Erg vreemd is dat niet. Ten eerste omdat sterfte en ziekenhuisopname twee verschillende aspecten van ziekte weergeven; sterfte betreft per definitie ziekten die als (primaire) doodsoorzaak opgevoerd kunnen worden, terwijl ziekenhuisopnamen ook meer chronische ziekten omvatten. In de tweede plaats omdat bij ziekenhuisopnamen zaken als aanbod van voorzieningen en verwijspatronen een rol (kunnen) spelen. 3.2 Opzet onderzoek Zoals in paragraaf 1.2 beschreven staat, was de doelstelling van dit onderzoek na te gaan of, en zo ja, in hoeverre er verschillen zijn binnen de provincie ZuidHolland enerzijds en tussen ZuidHolland en Nederland anderzijds voor wat betreft het vóórkomen van ziekte. 31

38 Als maat voor het vóórkomen van ziekte is gekozen voor sterfte en ziekenhuisopnamen de redenen hiervoor worden in genoemde paragraaf weergegeven. Het is duidelijk dat sterfte en ziekenhuisopnamen slechts twee aspecten weergeven van het begrip ziekte, hoewel twee belangrijke. In het kader van dit onderzoek was het evenwel niet goed mogelijk andere ziektematen (bijvoorbeeld de ervaren gezondheidstoestand, te meten door middel van gezondheidsenquêtes, of bezoek aan huisartsen) erbij te betrekken. Een tweede beperking is gelegen in het feit dat het onderzoek, en meer nog de presentatie van de resultaten, toegespitst zijn op een betrekkelijk gering aantal hoofdgroepen en diagnoserubrieken. Met name in het geval van een presentatie per hoofdgroep zijn er geen directe aanknopingspunten voor aetiologisch onderzoek, omdat één hoofdgroep ziekten kan bevatten met zeer verschillende oorzaken. 3.3 Beleidsrelevantie In deze paragraaf worden enkele opmerkingen gemaakt over de relatie tussen dit (type) onderzoek en het beleid. De aanleiding tot dit onderzoek is gelegen zie hoofdstuk 1 in ontwikkelingen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan, ontwikkelingen in de richting van een beleid waarin de gezondheidsproblemen van de bevolking als uitgangspunt van beleid worden genomen. Het zal duidelijk zijn dat er bij het voeren van een dergelijk beleid informatie nodig is over de gezondheidstoestand van de bevolking (communitydiagnosis). Op landelijk niveau zijn er al veel gegevens beschikbaar, en inmiddels ook op provinciaal niveau. Informatie op subprovinciaal niveau is nog zeer schaars. 32

39 In dit rapport wordt getracht deze leemte op te vullen, waarbij enkele beperkingen in ogenschouw genomen dienen te worden. Ten eerste waren de middelen en de mogelijkheden (in termen van beschikbaarheid van gegevens) zodanig dat we ons tevreden moesten stellen met twee parameters van ziekte, namelijk sterfte en ziekenhuisopnamen. In de tweede plaats hebben de resultaten betrekking op slechts enkele jaren (sterfte) of zelfs maar één jaar (ziekenhuisopnamen). Wil men bij middellange en lange termijnbeleid uitgaan van de gezondheidstoestand van de bevolking, dan verdient het aanbeveling continu of periodiek dezelfde soort informatie te verzamelen, zodat ontwikkelingen (trends of trendbreuken) zichtbaar gemaakt kunnen worden. De functie van communitydiagnosis is niet zozeer dat er een directe lijn loopt naar praktisch beleid, maar veeleer dat op deze manier basisinformatie wordt verstrekt over de gezondheidstoestand van de bevolking. Bepaalde resultaten kunnen dan aanleiding vormen tot nader onderzoek en/of actie. Het spreekt voor zich dat in een dergelijke benadering ook plaats is voor andere informatie over de gezondheidstoestand van de bevolking dan alleen sterfte en ziekenhuisopnamen. 33

40 DEEL II

41 4. BRUTOSTERFTE EN OPNAMEN IN ZUIDHOLLAND EN NEDERLAND In dit hoofdstuk worden de bruto sterfte en opnamecijfers weergegeven. Het betreft aantallen per van de bevolking. De brutocijfers geven een globaal beeld van het feitelijk voorkomen van sterfte en ziekenhuisopnamen en de verschillen daarin tussen de onderzochte gebieden. We beperken ons in dit hoofdstuk in beginsel tot Voor wat betreft de vergelijking van ziekenhuisopnamen tussen ZuidHolland en Nederland gaan we uit van 1983 omdat we van Nederland totaal de gegevens over 1984 nog niet tot onze beschikking hadden bij het begin van de gegevensverwerking. Om praktische redenen beperken we ons bij de presentatie tot 15 diagnosegroepen (hoofdgroepen en onderverdelingen), namelijk de kwantitatief belangrijkste (d.w.z. met de hoogste aantallen per van de bevolking). Hierop zijn twee uitzonderingen (zie ook 1.3.3): ziekten van het zenuwstelsel. Deze hoofdgroep is buiten beschouwing gelaten; uit de hoofdgroep zwangerschap, bevalling en kraambed zijn de normale bevallingen weggelaten, zodat we als groep overhouden de complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed. Per indeling (Nederland ZuidHolland, ZuidHolland naar WVGregio's, grote gemeenten, urbanisatieklassen) worden eerst de sterftecijfers gepresenteerd, gevolgd door de opnamegegevens. In het vorige hoofdstuk is al aangegeven (zie 1.4.1) dat de ziekenhuisgegevens niet volledig zijn. In de eerste plaats omdat zij alleen op in de kliniek opgenomen ziektegevallen betrekking hebben. Poliklinische bezoeken en over het algemeen dagbehandelingen vallen buiten de SIGregistratie. In de tweede plaats 37

42 zijn de ziekenhuisgegevens niet volledig omdat niet alle ziekenhuizen aan de registratie meedoen. Dit betreft twee oogziekenhuizen (in Den Haag en Rotterdam), twee vroedvrouwenklinieken (idem) en twee algemene ziekenhuizen in Rotterdam, waarvan één zich toelegt op oncologie. De gepresenteerde gegevens over opnamen dienen dan ook met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. 4. l Verschillen tussen Nederland en ZuidHolland In tabel 4.1 wordt de sterfte per van de bevolking van Nederland en ZuidHolland gegeven, alsmede die voor de verschillende urbanisatieklassen (deze laatste worden besproken in paragraaf 4.4). De meest voorkomende doodsoorzaken zijn duidelijk hartvaatzlekten enerzijds en nieuwvormingen anderzijds. Samen zijn deze hoofdgroepen voor bijna driekwart verantwoordelijk voor de totale sterfte. De overige hoofdgroepen volgen op grote afstand. Wat betreft de afzonderlijke diagnosen zien we dat de ischaemische hartziekten verreweg de belangrijkste doodsoorzaak vormen, op afstand gevolgd door cerebrovasculaire aandoeningen (CVA) en kanker van respectievelijk het spijsverteringsstelsel (tractus digestivus) en de ademhalingswegen (tractus respiratorius). De bruto verschillen tussen Nederland en ZuidHolland zijn betrekkelijk gering. ZuidHolland had in 1984, per van de bevolking, over vrijwel de hele linie een sterfte die een fractie (ca. 4%) hoger was dan die in Nederland totaal. 38

43 Tabel 4.1 Sterfte per van de betreffende (totale) bevolking, 1984 Nederland ZuidHolland ZuidHolland naar urbanisatiegraad* A B C Nieuwvormingen totaal. tr. respiratorius. tr. digestivus. tr. urogenital is iflsnnici Ziekten van het hartvaatstelsel. ischaemische hartziekten. CVA Ziekten van de ademhalingswegen. pnenodnie en influenza. CARA Ziekten van het spijsverteringsstelsel Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ongevallen en vergiftigingen Totaal * Zie paragraaf 4.4. Tabel 4.2 laat het aantal ziekenhuisopnamen zien per van de bevolking van Nederland en ZuidHolland, alsmede dat per van de verschillende urbanisatieklassen (zie paragraaf 3.4). Omdat we tijdens de gegevensverwerking niet de beschikking hadden over de gegevens van Nederland over het jaar 1984, presenteren we hier de gegevens voor

44 Tabel 4.2 Ontslagen ziekerihuispatignten per van de betreffende (totale) bevolking, 1984 (en 1983) Nederland ZuidHolland ZuidHolland naar * urbanisatiegraad** A B C Nieuwvormingen totaal maligne neoplasma Ziekten van het hartvaatstelsel ischaemische hartziekten Ziekten van de ademhalingswegen Ziekten van het spijsverteringsstelsel Ziekten van het urogenitaal systeem vrouwelijke geslachtsorganen Complicatie van zwangerschap, bevallingen en kraambed Ziekten van het bewegingsstelsel Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ongevallen en vergiftigingen fracturen en intracranieel letsel. overige Ibtaal * ZuidHolland 1984: 9271 ** Zie paragraaf 4.4 Ook bij de opnamen is de grootste hoofdgroep die van de ziekten van het hartvaatstelsel, geleidelijk gevolgd door de andere hoofdgroepen. Ten opzichte van het beeld bij sterfte scoren hier enkele hoofdgroepen vrij hoog: urogenitaalsysteem, ziekten van 40

45 het bewegingsstelsel en complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed. ZuidHolland had in 1983 per van de bevolking iets (ca. 7%) minder opnamen dan Nederland. Dit verschil zou bij gelijke participatie in de SIGregistratie nog kleiner zijn geweest. Het kleine verschil doet zich in de meeste diagnosegroepen voor, met uitzondering van maligne neoplasma en hartvaatziekten, waar geen verschil is. 4.2 Verschillen tussen de WVGregio's in ZuidHolland Tabel 4.3 laat de sterfte zien per van de verschillende WVGregio's in ZuidHolland in In alle regio's zien we dat hartvaatziekten en nieuwvormingen duidelijk de meest voorkomende hoofdgroepen zijn, evenals in Nederland en ZuidHolland totaal. Wat betreft de afzonderlijke diagnosen springen ook hier ischaemische hartziekten eruit, op afstand gevolgd door CVA en kanker van het spijsverteringsstelsel (tractus digestivus) en van de ademhalingswegen (tractus respiratorius). De totale brutosterfte is het hoogst in de regio 'sgravenhage, gevolgd door de regio Rijnmond. Beide regio's hebben een hogere sterfte dan ZuidHolland totaal. Deze hogere sterfte zien we in (vrijwel) alle diagnosegroepen. De regio's Leiden, Delft en Westland, MiddenHolland en Dordrecht zitten duidelijk onder de 860 per van de provincie ZuidHolland. Deze lagere sterfte doet zich voor in (vrijwel) alle diagnosegroepen. 41

46 Tabel 4.3 Sterfte per van de betreffende (totale) bevolking, 1984 regio regio regio regio regio regio Leiden 's Graven Delft en Midden Rijn Dorhage Westland Holland mond drecht Nieuwvormingen totaal. tr. respiratorius. tr. digestives. tr. urogenitalis msnida , Ziekten van bet hartvaatstelsel. ischaemische hartziekten. CVA Ziekten van de ademhalingswegen. pneumonie en influenza. CARA Ziekten van het spijsverteringsstelsel Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ongevallen en vergiftigingen Totaal In tabel 4.4 wordt het aantal ziekenhuisopnamen per van de bevolking van de verschillende ZuidHollandse WVGregio's weergegeven. 42

47 Tabel 4.4 Ontslagen ziekenhuispatiënten per van de betreffende (totale) bevolking, 1984 regio regio regio regio regio regio Leiden 's Graven Delft en Midden Rijn Dorhage Westland Holland mond drecht Nieuwvormingen totaal maligne neoplasm Ziekten van bet hartvaatstelsel ischaemische hartziekten Ziekten van de ademhalingswegen Ziekten van het spijsverteringsstelsel Ziekten van het urogenitaal systeem. vrouwelijk geslachtsorganen Complicatie van zwangerschap, bevalling en kraambed Ziekten van het bewegingsstelsel Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ongevallen en vergiftigingen. fracturen en intracranieel let sel overige Totaal

48 Het relatieve aandeel van de verschillende diagnosegroepen vertoont hetzelfde beeld als in ZuidHolland totaal: hartvaatziekten scoren het hoogst (behalve in de regio Delft en Westland), terwijl ziekten van het urogenitaal systeem, het bewegingsstelsel, alsook complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed een veel hoger relatief aandeel hebben dan bij sterfte. In tegenstelling tot de sterfte zit de regio Rijnmond voor wat betreft ziekenhuisopnamen onder het niveau van de ZuidHollandse bevolking in 1984 (d.w.z. onder de 9271 per ). Behalve met betrekking tot de groep hartvaatziekten die in Rijnmond een hogere frequentie van voorkomen heeft dan in ZuidHolland totaal, zit Rijnmond in alle andere diagnosegroepen lager. Eerder werd vermeld dat in Rotterdam twee algemene ziekenhuizen niet deelnemen aan de SIGregistratie! Eveneens in tegenstelling tot wat we bij de sterfte zien, zitten de regio's MiddenHolland en Dordrecht iets boven het niveau van de provincie. Delft zit op ongeveer hetzelfde niveau als de provincie, terwijl Den Haag evenals bij de sterfte boven het provinciaal niveau zit. Leiden tenslotte zit lager dan de provincie. De verschillen ten opzichte van de provincie zijn niet gelijkmatig verdeeld over de diagnosegroepen. Enkele dingen vallen op: Leiden: veel minder hartvaatziekten, veel meer ziekten van de ademhalingswegen; 1 sgravenhage: relatief veel meer nieuwvormingen en complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed; Delft en Westland: zeer wisselend beeld; relatief veel ongevallen en ziekten van het urogenitaal systeem. De eerste drie à vier hoofdgroepen scoren relatief laag; MiddenHolland: weinig nieuwvormingen; ademhalingsziekten en complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed zijn uitschieters omhoog; 44

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Men valt in het stelsel van invaliditeit na één jaar primaire arbeidsongeschiktheid. De erkenning van invaliditeit geldt voor een bepaalde periode

Nadere informatie

Zorg voor geest kost nog steeds het meest

Zorg voor geest kost nog steeds het meest Zorg voor geest kost nog steeds het meest Publicatiedatum: 28-11-2013 In is 19,6 miljard euro uitgegeven voor de behandeling van psychische stoornissen, 22% van de totale uitgaven voor zorg en welzijn

Nadere informatie

Levensverwachting en sterfte

Levensverwachting en sterfte Levensverwachting en sterfte Tabel 1 Levensverwachting Utrecht bij geboorte, 4-jaarsgemiddelde 2005-2008 en 2007-2010 (Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS) TOTAAL GESLACHT WIJK Man Vrouw West

Nadere informatie

Naam organisatie: Aantal leden: Naam contactpersoon:. Leest u alstublieft voor het invullen van de vragenlijst de uitgebreide toelichting goed door.

Naam organisatie: Aantal leden: Naam contactpersoon:. Leest u alstublieft voor het invullen van de vragenlijst de uitgebreide toelichting goed door. De vragenlijst Naam organisatie: Aantal leden: Naam contactpersoon:. Leest u alstublieft voor het invullen van de vragenlijst de uitgebreide toelichting goed door. 1 Omschrijving van het Doelmatigheidsprobleem

Nadere informatie

Validatie Ziekenhuis gegevens 2003-2012

Validatie Ziekenhuis gegevens 2003-2012 Validatie Ziekenhuis gegevens 2003-2012 Acute ziekenhuizen Zijn inbegrepen, alle verblijven : - in klassieke hospitalisatie, inclusief de lange verblijven (codes H, F, M, L) ; - in chirurgische daghospitalisatie

Nadere informatie

Sterfte en ziekte in Utrecht

Sterfte en ziekte in Utrecht RAPPORT Sterfte en ziekte in Utrecht Analyse van de sterftecijfers (1985-1999) en ziekenhuisontslagdiagnosecijfers (1999) Sabine Quak, Erik van Ameijden, Eddy Mazurkiewicz, Jaap Toet Mei 2004 GEMEENTELIJKE

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

Sterfte. Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode , uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS)

Sterfte. Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode , uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS) Sterfte Tabel 1 Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode 2007-2010, uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS) totaal mannen vrouwen TOTAAL 1839.25 854.50 984.75 LEEFTIJD

Nadere informatie

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011 cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 211 Sterfte bij vrouwen en mannen Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke oorzaak van overlijden

Nadere informatie

Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008

Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008 Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008 Alle oorzaken Minder dan 5 jaar 573 0 324 249 Van 1 tot 4 jaar 86 0 48 38 Minder dan 28 dagen 335 0 193 142 Minder dan 7 dagen 254 0 143 111 Minder dan 1 dag 133 0 79

Nadere informatie

Sïit(P. Ltr. I 6tr5 Ënt1n^ Í og.é,u,trs1f1eli. - SA}íENVATTING - H.P.A. VAN DE WATER M.J.TI. VA}I DE LAAR GEZONDHEIDSZORG/TNO

Sïit(P. Ltr. I 6tr5 Ënt1n^ Í og.é,u,trs1f1eli. - SA}íENVATTING - H.P.A. VAN DE WATER M.J.TI. VA}I DE LAAR GEZONDHEIDSZORG/TNO ïf Ltr M.J.TI. VA}I DE LAAR H.P.A. VAN DE WATER GONORROE EN SYTILIS IN DE REGIO AMSTERDAI{ - SA}íENVATTING - I 6tr5 Ënt1n^ Í og.é,u,trs1f1eli. Sïit(P NEDERLA}IDS INSTITWT VOOR PRAEVENTIEVE LEIDEN april

Nadere informatie

Next level gezondheidszorg: hoe het beter en efficiënter kan. Congres Chronische Zorg 14 december 2016

Next level gezondheidszorg: hoe het beter en efficiënter kan. Congres Chronische Zorg 14 december 2016 Next level gezondheidszorg: hoe het beter en efficiënter kan Congres Chronische Zorg 14 december 2016 Er zijn vele mooie voorbeelden van ontschotting van zorg in Nederland Chance@home 2 Pilot Anders denken,

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker 61 4 62 Volksgezondheid Jaarlijks een huisarts erbij Op 1 januari 2004 zijn er 41 huisartsen in de gevestigd. Sinds 2000 komt er gemiddeld elk jaar een huisarts bij. Het aantal tandartsen en specialisten

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017 Sterftecijfers 25 15.12.27 STERFTECIJFERS 25 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 27 > Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 20 (registratiejaar

Nadere informatie

III. AFDELING UITKERINGEN

III. AFDELING UITKERINGEN 1 III. AFDELING UITKERINGEN A. ALGEMENE REGELING 1. Algemene regeling - Primaire arbeidsongeschiktheid a. Verzekerden Tabel 1 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden - Stand op 31 december - Evolutie

Nadere informatie

Leeswijzer levensverwachting tabellen

Leeswijzer levensverwachting tabellen Leeswijzer levensverwachting tabellen Om inzicht te krijgen in de lokale gezondheidssituatie zijn de levensverwachting (LV) en varianten van de gezonde levensverwachting belangrijke gezondheidsmaten. Dit

Nadere informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 61 4 62 Volksgezondheid Ruim 2.000 inwoners op 1 huisarts Op 1 januari 2008 zijn er in Hengelo 39 huisartsen gevestigd, 2 minder dan vorig jaar. Dit betekent dat er per 2.079 inwoners 1 huisarts actief

Nadere informatie

61 Statistisch Jaarboek 2003 volksgezondheid volksgezondheid 4 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

61 Statistisch Jaarboek 2003 volksgezondheid volksgezondheid 4 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo 61 4 62 Volksgezondheid Meer huisartsen Per 1 januari 2003 telde Hengelo 40 huisartsen, drie meer dan een jaar eerder. Het gemiddeld aantal inwoners per huisarts is hierdoor met 163 gedaald tot 2.040 per

Nadere informatie

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006 Deze factsheet is geschreven door RD Friele en R Coppen van het NIVEL in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. Versie

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2004-2005 Vlaams Gewest. Kanker en andere nieuwvormingen

Gezondheidsindicatoren 2004-2005 Vlaams Gewest. Kanker en andere nieuwvormingen Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers/ziekten/cijfers-over-kanker/ - december 2008 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten September 2013 Door: N. Rosendaal Introductie Amsterdam (A), Den Haag (DH), Rotterdam (R), en Utrecht (U) vormen samen de vier grootste steden

Nadere informatie

0 Brancherapportage J C:\Brancherapportages

0 Brancherapportage J C:\Brancherapportages 12-03-2018 2017 December 0 Brancherapportage J C:\Brancherapportages VOB ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 12-03-2018 Peildatum: 31-12-2017 Sectormanager: Jan Nieuwdorp Disclaimer De kwaliteit van

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Sterfte aan diabetes. Anouschka van der Meulen

Sterfte aan diabetes. Anouschka van der Meulen Anouschka van der Meulen Met de huidige stijgende trend in overgewicht bij de Nederlandse bevolking zal het aantal diabetespatiënten naar verwachting sterk gaan toenemen. Dit zal uiteindelijk ook zichtbaar

Nadere informatie

volksgezondheid, hygiëne STATISTISCH JAARBOEK

volksgezondheid, hygiëne STATISTISCH JAARBOEK 55 STATISTISCH JAARBOEK 2002 4 volksgezondheid hygiëne 56 Volksgezondheid en hygiëne Gezondheidsvoorzieningen: meer specialisten Het aantal apothekers, huisartsen, tandartsen en orthodontisten en verloskundigen

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Dia 1 STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 2005 (registratiejaar 2003)

Nadere informatie

Geestelijke gezondheid

Geestelijke gezondheid In dit onderdeel wordt ingegaan op de geestelijke gezondheid van ouderen. De onderwerpen die worden aangesneden zijn psychische stoornissen en eenzaamheid. Volgens gegevens uit de Rapportage 2001 van het

Nadere informatie

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Brancherapportage J C:\Brancherapportages 17-03-2017 2015 December VOB Brancherapportage J C:\Brancherapportages Ver. Openbare Bibliotheken ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 17-03-2017 Peildatum: 31-12-2016 Sectormanager: Jan Nieuwdorp jan.nieuwdorp@arboned.nl

Nadere informatie

Inleiding en vraagstellingen

Inleiding en vraagstellingen Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (MW van der Linden, GP Westert, DH de Bakker, FG Schellevis. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;

Nadere informatie

Samenvatting en beschouwing

Samenvatting en beschouwing Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (MW van der Linden, GP Westert, DH de Bakker, FG Schellevis. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Langzame daling van het aantal overledenen aan kanker of hart-en vaatziekte; in 2003 nog bijna 60%

Doodsoorzaak: Langzame daling van het aantal overledenen aan kanker of hart-en vaatziekte; in 2003 nog bijna 60% 61 4 62 Volksgezondheid Aantal patiënten van huisartsen boven norm Op 1 januari 2004 zijn er 39 huisartsen in de gevestigd, één minder dan een jaar daarvoor. De gemiddelde praktijkgrootte wordt daardoor

Nadere informatie

Sterfte in Drenthe. Sterfte over de periode 1999-2003

Sterfte in Drenthe. Sterfte over de periode 1999-2003 Sterfte in Sterfte over de periode 9-00 Sterfte in Sterfte over de periode 9-00 December 006 C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Overcingellaan 90 LA tel. 059 0600 www.ggddrenthe.nl

Nadere informatie

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Brancherapportage J C:\Brancherapportages 07-02-2019 2018 December VOB Brancherapportage J C:\Brancherapportages Vereniging van Openbare Bibliotheken ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 07-02-2019 Peildatum: 31-12-2018 Sectormanager: Jan Nieuwdorp

Nadere informatie

Voorlopige toewijzing kosten van ziekten 2015

Voorlopige toewijzing kosten van ziekten 2015 Voorlopige toewijzing kosten van ziekten 2015 Kosten van ziekten notities 2016-1 M.H.D. Plasmans & L.C.J. Slobbe November 2016 Contact: Centrum Kennisintegratie Volksgezondheid en Zorg kostenvanziekten@rivm.nl

Nadere informatie

Hoofd-Halstumoren 12

Hoofd-Halstumoren 12 Boukje van Dijk, Otto Visser, Katja Aben en Sabine Siesling namens de Nederlandse Kankerregistratie. Vereniging van Integrale Kankercentra. www.ikcnet.nl Hoofd-halstumoren: ontwikkelingen in Nederland

Nadere informatie

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Brancherapportage J C:\Brancherapportages 23-03-2016 2015 December VOB Brancherapportage J C:\Brancherapportages Vereniging Openbare Bibliotheken ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 23-03-2016 Peildatum: 31-12-2015 Sectormanager: Jaap Tinga

Nadere informatie

Kanker door uitzending naar de Balkan?

Kanker door uitzending naar de Balkan? Kanker door uitzending naar de Kanker door uitzending naar de Balkan? Onderzoek naar kanker en sterfte tussen 1993 en 2008 onder militairen die zijn uitgezonden naar de Balkan Meer leukemie onder Balkan-militairen?

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Ronald van Bekkum (UWV), Harry Bierings en Robert de Vries In arbeidsmarktbeleid en in statistieken van het CBS wordt een duidelijk onderscheid gemaakt

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers.aspx - oktober 2007 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 4 oktober 2012 Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald De kans dat Vlamingen

Nadere informatie

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht HSMR: doorontwikkeling en interpretatie Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht Inhoud presentatie Wat is de HSMR? Doorontwikkeling HSMR tot

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens

Nadere informatie

Periodieke Brancherapportage 2014

Periodieke Brancherapportage 2014 Periodieke Brancherapportage 2014 Peildatum: 1 januari 2015 Brancheorganisatie: Datum: Februari 2015 Sectormanager: Jaap Tinga Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage

Nadere informatie

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht HSMR: doorontwikkeling en interpretatie Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht Inhoud presentatie Wat is de HSMR? Doorontwikkeling HSMR tot

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 WAO... 13 WIA... 14 WAZ... 20 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Een betrouwbare HSMR berekening is alleen mogelijk als ziekenhuizen volgens dezelfde regels, dus op uniforme wijze hun opnamen in de LMR (en diens opvolger

Nadere informatie

Samenvatting. Psychische gezondheid en urbanisatie

Samenvatting. Psychische gezondheid en urbanisatie Samenvatting Psychische gezondheid en urbanisatie Een onderzoek naar verschillen tussen stad en platteland en naar verschillen binnen de stad in het voorkomen van psychiatrische stoornissen Inleiding In

Nadere informatie

Periodieke Brancherapportage 2013-2014

Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Peildatum: 1 juli 2014 Brancheorganisatie: Datum: oktober 2014 Sectormanager: Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage

Nadere informatie

Influenza A(H1N1) Overzicht Week 1 (t/m 12 januari 2011)

Influenza A(H1N1) Overzicht Week 1 (t/m 12 januari 2011) Influenza A(H1N1) 2009 Overzicht Week 1 (t/m 12 januari 2011) kldk Samenvatting Vanaf 4 oktober 2010 zijn in totaal 148 ziekenhuisopnames gemeld wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Influenza

Nadere informatie

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.

Nadere informatie

PHARMO Datanetwerk. PHARMO Datanetwerk. Databanken beschrijving en codeboek

PHARMO Datanetwerk. PHARMO Datanetwerk. Databanken beschrijving en codeboek PHARMO Datanetwerk PHARMO Datanetwerk Databanken beschrijving en codeboek September 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het PHARMO Datanetwerk... 3 2.1 Openbare Apotheek Databank... 4 2.2 Huisartsen

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Periodieke Brancherapportage 2013-2014

Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Peildatum: 1 juli 2014 Brancheorganisatie: Datum: september 2014 Sectormanager: Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom

Nederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Nederlandse samenvatting Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Retinoblastoom is een kwaadaardige oogtumor die ontstaat in het netvlies. Deze vorm van oogkanker is zeer zeldzaam

Nadere informatie

nederlandse samenvatting

nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kanker van de dikkedarm en endeldarm (darmkanker of colorectaal carcinoom) is een zeer belangrijke doodsoorzaak in de westerse wereld. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 12.000

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Toelichting bij - Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht W.J. Jansen & F. van den Elsen November 2015 Toelichting publicatie HSMR 2014 - Albert Schweitzer ziekenhuis november

Nadere informatie

Enige prognoses betreffende dementie in de jaren 2007 tot 2030 in Amsterdam

Enige prognoses betreffende dementie in de jaren 2007 tot 2030 in Amsterdam TNO-rapport KvL/P&Z 2009.010 Enige prognoses betreffende dementie in de jaren 2007 tot 2030 in Amsterdam Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18 F

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

ALGEMENE STERFTECIJFERS STERFTE PER SEIZOEN

ALGEMENE STERFTECIJFERS STERFTE PER SEIZOEN / Archief cijfers ALGEMENE STERFTECIJFERS STERFTE PER SEIZOEN Vlaams Gewest 2012;2013 / 24.09.2015 1/5 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers/sterftecijfers/ op december 2015 DOOR: Heidi

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2015 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2015 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2015 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 WAO... 13 WIA... 14 WAZ... 20 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol SEH-bezoeken 216 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

CARA als "risicofactor" bij bepaalde doodsoorzaken. R. van der Lende en H. de Vries.

CARA als risicofactor bij bepaalde doodsoorzaken. R. van der Lende en H. de Vries. La 27 CARA als "risicofactor" bij bepaalde doodsoorzaken. " R. van der Lende en H. de Vries. Inleiding In een aantal publikaties is vermeld dat het roken van sigaretten en/of aanwezigheid van een verminderde

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie

Nadere informatie

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling Forse daling sterfte Trends in sterfte en ziekenhuisopnamen Meer ziekenhuisopnamen Sterfte neemt af 12 Meer kankerpatiënten Meer nieuwe gevallen, minder sterfte Grootste sterfte door longkanker Sterke

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013. Subtitel

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013. Subtitel Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013 Subtitel Colofon Titel: Quick Scan Buurten in Hoogezand-Sappemeer Datum: 9 april 2013 Opdrachtgever: Woningcorporatie Lefier Auteur: drs Fransje Grisnich

Nadere informatie

Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016

Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016 Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016 februari 2018 Inleiding Dit rapport is het verslag van het onderzoek van het Maastricht UMC+ naar aanleiding van de HSMR-cijfers in 2016. Deze HSMR-cijfers gaan over de

Nadere informatie

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente 20 maart 2015 Ziekenhuisgroep Twente T.a.v. mw. Eggert en dhr. Gorgels Postbus 7600 7600 SZ Almelo Introductie In deze rapportage

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )

9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( ) 9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2012) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2017

Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2017 Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte Hart- en vaatziekten in Nederland 217 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers 5 1. Ziekte en sterfte aan hart- en vaatziekten

Nadere informatie

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Opiniepeiling tegenover luisteronderzoek

Opiniepeiling tegenover luisteronderzoek Opiniepeiling tegenover luisteronderzoek Op 13 en 14 april 1973 werd er in opdracht van CV Veronica door het Bureau Veldkamp Marktonderzoek BV. een opinieonderzoek uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.

Nadere informatie

Samenvatting Valongevallen en eenzaamheid bij ouderen

Samenvatting Valongevallen en eenzaamheid bij ouderen Samenvatting Valongevallen en eenzaamheid bij ouderen Deel I Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Valongevallen en eenzaamheid bij ouderen Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2001

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2001 Dienst Landelijk Gebied Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2001 Inleiding. In deze notitie wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de agrarische grondprijzen

Nadere informatie

Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Sterftecijfers Het sterftecijfer (ook wel de mortaliteit genoemd) is één van de middelen (of indicatoren) om onderlinge verschillen

Nadere informatie

Z E L F E V A L U A T I E F O R M U L I E R

Z E L F E V A L U A T I E F O R M U L I E R Z E L F E V A L U A T I E F O R M U L I E R Naam HAIO : Groep : Datum : Toelichting bij invulcategorieën: DESKUNDIGHEID a Gewenste niveau bereikt (NB: is eindniveau van de huisartsopleiding). b Gewenste

Nadere informatie